Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Naast de methode gebonden toetsen zijn er ook nog de landelijke Cito toetsen. Deze laatste toetsen kijken naar alle leerstof die het kind op dat moment behoort te beheersen, gemeten met landelijke normen.
Voor de school is dit een goed moment om per groep en per kind te kijken of ons aanbod toereikend was, voor de groep maar ook voor het individuele kind. Op basis van de groeps- en individuele analyse passen wij ons aanbod voor de volgende periode aan. Dit communiceren wij ook met de desbetreffende ouders en in individuele situaties gaan we ook samen met de ouders op zoek of er wellicht (ook nog) andere oorzaken zijn voor de tegenvallende resultaten.
Beoordelingen over prestaties van leerlingen in vergelijking met landelijke gegevens
Om gegevens van opeenvolgende jaren met elkaar te kunnen vergelijken nemen we telkens de Citotoetsen af in het midden van het schooljaar en aan het einde van het schooljaar. De behaalde scores worden vergeleken met de landelijke normen. Dit wil zeggen dat we onze kinderen kunnen vergelijken met alle leerlingen van Nederland.
Cito kent 5 niveaugroepen: I t/m V
Niveau I: behorend bij de groep van 20% die het hoogst scoren
Niveau II: behorend bij de groep van 20% die boven het landelijk gemiddelde scoren
Niveau III: behorend bij de groep van 20% die op het landelijk gemiddelde scoren
Niveau IV: behorend bij de groep van 20% die onder het landelijk gemiddelde scoren
Niveau V: behorend bij de groep van 20% die het laagst scoren
De eindopbrengsten van ons onderwijs
Bij het weergeven van resultaten moeten we altijd goed in acht nemen dat elke leerling van groep 8 met een specifieke aanleg en karaktereigenschappen de basisschool verlaat. Kortom: adviezen en Cito-uitslagen kunnen elk jaar heel verschillend zijn. Om die reden willen wij graag ook de gemiddelde resultaten over de laatste 3 schooljaren in beeld brengen.
Doorstroomtoets (voorheen Eindtoets)
Sinds 2020 worden de scores van de Eindtoets beoordeeld vanuit het zogenaamde referentiekader met daarin fundamentele- en streefniveaus. Vanaf 2023-2024 is de naam Eindtoets weliswaar gewijzigd in Doorstroomtoets, maar blijft er gewerkt worden met het referentiekader. Het referentiekader bestaat uit fundamentele niveaus en streefniveaus.
Het basisniveau 1F is het niveau voor taal en rekenen dat het overgrote deel van de leerlingen aan het einde van de basisschool tenminste zou moeten beheersen. Daarnaast heeft de overheid de ambitie dat een groot deel van de basisschoolleerlingen een hoger niveau haalt: het streefniveau. Voor taal is dat het 2F-niveau en voor rekenen is het 1S-niveau. De onderwijsinspectie geeft aan dat 85% van de leerlingen 1F zou moeten halen. Voor 2F/1S is dit afhankelijk van de schoolweging en ligt het percentage leerlingen dat dit niveau moeten halen tussen de 30% en 67%.
In de vervolgopleidingen zijn de referentieniveaus vereist om het diploma te kunnen behalen. Zo moeten VMBO-leerlingen aan het eind van de opleiding 2F beheersen om verder te kunnen naar het MBO. Leerlingen op de HAVO moeten 3F halen bij hun eindexamen en Vwo-leerlingen 4F (taal) en 3F (rekenen) om door te kunnen stromen in het hoger beroepsonderwijs of het wetenschappelijk onderwijs.
Niveau 1F: fundamenteel niveau. Dit wordt nagestreefd voor alle leerlingen aan het einde van het (speciaal) basisonderwijs. In het regulier onderwijs moet 85% van de leerlingen dit niveau daadwerkelijk halen (=signaleringswaarde).
Uitstroomniveau voor leerlingen die het onderwijs vervolgen op vmbo.
Niveau 1S: streefniveau voor het rekenaanbod in het basisonderwijs voor alle leerlingen, tenzij beredeneerd is vastgesteld dat 1F een passender niveau is.
Uitstroomniveau voor leerlingen die het onderwijs vervolgen op vmbo tl, havo en vwo.
Niveau 2F: uitgangspunt voor het taalaanbod in het basisonderwijs voor alle leerlingen, tenzij beredeneerd is vastgesteld dat 1F een passender niveau is.
Uitstroomniveau voor leerlingen die het onderwijs vervolgen op vmbo tl, havo en vwo.
Over de afgelopen drie jaar hebben we de volgende gemiddelde percentages behaald:
Niveau 1F: 90,5 % Signaleringswaarde: 85 %
Niveau 1S/ 2F: 57,9 % Signaleringswaarde: 53,6 %
Schooljaar 2021-2022:
Niveau 1F: 83,3 %
Niveau 1S/ 2F: 51,5 %
De opbrengsten voldoen aan onze verwachtingen zoals wij die van onze leerling populatie mogen verwachten. Wij zijn ervan overtuigd dat de leerlingen uitstromen naar een vorm van onderwijs die bij hen past wat belangstelling en mogelijkheden betreft. Vanaf 2021 maken we de digitale adaptieve Centrale Eindtoets. Deze toets bevat verschillende soorten opgaven. Dit maakt de toets afwisselend voor leerlingen. De toets bevat de verplichte onderdelen op het gebied van taal en rekenen. (De toets kent 140 opgaven en ‘past zich aan het niveau’ van de leerlingen aan)
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Elk kind is uniek, wordt gezien en krijgt binnen onze mogelijkheden, het aanbod en de aanpak die hij of zij nodig heeft.
Wij zorgen er voor dat ieder kind zich welkom , veilig en geborgen voelt op onze school.
Het kind wordt bewust gemaakt van de eigen ontwikkeling/ zelfontplooiing en de eigen rol hierin.
Naast de leervaardigheden werken we continu, expiciet en structureel aan de sociale vaardigheden van ieder kind.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.