Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Alle leerlingen doen mee aan de eindtoets. Uitzondering hierop zijn kinderen die korter dan vier jaar in Nederland wonen en zeer moeilijk lerende kinderen. Mede hierdoor kunnen de gemiddelde scores per schooljaar verschillen. Naast de samenstelling van de groep heeft ook de grootte van de groep grote invloed op de gemiddelde scores van groep 8. Wanneer er minder dan vijf leerlingen in groep 8 zitten, beoordeelt de onderwijsinspectie de gemiddelde resultaten van de laatste vijf jaar (in plaats van de laatste drie jaar). In 2021 is wel een landelijke eindtoets afgenomen, maar deze resultaten worden door de onderwijsinspectie niet beoordeeld.
Wij hebben hoge, realistische verwachtingen van onze leerlingen. En wij vinden het belangrijk dat al onze leerlingen presteren naar hun mogelijkheden. Dat betekent dat de resultaten van taal, rekenen, burgerschap en sociale vaardigheden van onze leerlingen aan het einde van de basisschoolperiode minimaal op het niveau liggen dat we op grond van de kenmerken van de leerlingpopulatie mogen verwacht.
De gemiddelde eindopbrengsten op het fundamentele niveau (1F) van de laatste drie meetmomenten ligt boven de signaleringswaarde van de onderwijsinspectie en onder het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie.
De gemiddelde eindopbrengsten van het streefniveau (2F/1S) van de laatste drie meetmomenten ligt onder de signaleringswaarde van de onderwijsinspectie en onder het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie.We zien een stijgende lijn in de opbrengsten. In schooljaar 2022-2023 liggen de eindopbrengsten op het fundamentele niveau (1F) op 100%. Dit is boven de signaleringswaarde en boven het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie. Ook de eindopbrengsten op het streefniveau laten een stijgende lijn zien. In schooljaar 2022-2023 liggen de eindopbrengsten op het streefniveau (1S/2F) boven de signaleringswaarde en beneden het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerlingpopulatie.
Op basis van de situatie bij de start van het schooljaar, waarbij 25,5% van de leerlingen nog op weg was naar 1F, zijn de resultaten positief. Alle leerlingen hebben referentieniveau 1F behaald op lezen, taalverzorging en rekenen. We zien een toename van leerlingen die het streefniveau (2F/1S) behalen. De ambitie voor het behalen van het streefniveau ligt op 60%. Dit benadert het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerling populatie. Om dit te bereiken wordt in alle groepen ingezet op het Expliciete Directie Instructie model (EDI) en op het uitdagen van leerlingen die meer kunnen (Levelwerk, Peergroep).
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets / doorstroomtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
De school werkt planmatig aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De vorderingen van de leerlingen worden systematisch gevolgd met behulp van observatiegegevens (dagelijks) en methodegebonden en methodeonafhankelijke (Cito-) toetsen. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt geobserveerd en geregistreerd.
De toetsgegevens worden gebruikt voor analyse op leerling-, groeps- en schoolniveau. We kunnen op deze wijze nagaan of het onderwijs voldoet aan zijn doelen en het behaalde niveau toetsen aan het landelijk gemiddelde. Na een toets worden op basis van de analyse ambitieuze - maar ook realistische - doelen voor de komende periode vastgesteld.
Schoolkeuzegids
In het najaar ontvangen alle ouders/verzorgers en leerlingen van groep 8 de Schoolkeuzegids. Hierin staat algemene informatie over de eerste jaren van het voortgezet onderwijs. Verder stellen scholen uit de regio zich voor en zijn de data van open dagen en adresgegevens in deze gids opgenomen.
De Plaatsingswijzer voor Voortgezet Onderwijs
Voor het bepalen van het advies voor het voortgezet onderwijs maakt de school gebruik van de Plaatsingswijzer. De Plaatsingswijzer geeft op basis van de resultaten uit het Cito Leerlingvolgsysteem van groep 6, 7 en 8 een indicatie van het niveau dat een leerling in het voortgezet onderwijs zou kunnen volgen. Gecombineerd met de gegevens over methodegebonden toetsen, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de werkhouding van de leerling, bepalen de groepsleerkracht, intern begeleider en directeur het advies voor het voortgezet onderwijs. Het VOORLOPIGE schooladvies wordt uiterlijk 31 januari door de groepsleerkracht met leerling en ouders besproken. Tijdens dit gesprek ontvangen leerlingen hun voorlopig schooladvies.
Eindtoets wordt doorstroomtoets
Per schooljaar 2023-2024 noemen we de ‘eindtoets’ de ‘doorstroomtoets’. Met de nieuwe naam wordt duidelijk dat de leerling zich ook na het afnemen van de toets in groep 8 blijft ontwikkelen. Ook in het vervolgonderwijs kan een leerling nog wisselen van onderwijstype en zo de best passende plek vinden. Leerlingen uit groep 8 maken in februari de doorstroomtoets. De school bepaalt op basis van het voorlopig advies en het resultaat van de doorstroomtoets het definitieve schooladvies. Het advies van de school mag niet lager zijn dan het advies op basis van de resultaten van de doorstroomtoets. Alleen als het in het belang is van de leerling, kan de school besluiten om een lager schooladvies te geven. In dat geval zullen wij zorgen voor een duidelijke onderbouwing.
Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart het definitieve schooladvies van de school. Leerlingen melden zich tussen 25 maart en 31 maart aan op een middelbare school.
Op basis van het voorlopig advies kunnen leerling en ouders op zoek naar een school voor voortgezet onderwijs. Om dit zo goed mogelijk te begeleiden organiseert de school een informatieavond over het voortgezet onderwijs, wordt er informatie over voorlichtingsbijeenkomsten verspreid en wordt de leerlingen de mogelijkheid geboden om scholen voor voortgezet onderwijs te bezoeken.
De ouders zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het inschrijven van hun kind bij een school voor voortgezet onderwijs. De leerkracht van groep 8 zorgt voor een “warme overdracht” naar het voortgezet onderwijs en er wordt een digitaal dossier naar de school voor voortgezet onderwijs gestuurd.
Om te monitoren of de adviezen die door school gegeven worden passend zijn bij de ontwikkeling van leerlingen, worden de doorstroomgegevens over de eerste drie jaar van het voortgezet onderwijs bekeken en vindt er regelmatig overleg met de scholen voor voortgezet onderwijs plaats.
Tijdpad
Herfst-/winterperiode
In de herfst en winterperiode organiseren de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio diverse open dagen, voorlichtingsbijeenkomsten en doe-dagen voor ouders en leerlingen. De school informeert de ouders tijdig hierover.
Januari
In januari vindt het adviesgesprek plaats tussen de leerkracht, de leerling en zijn/haar ouders. De mogelijkheden worden dan besproken. Bijna altijd komt het advies van de school overeen met de verwachtingen van de ouders en de leerling zelf; het is immers ook niet de eerste keer dat we met de ouders en kinderen de vorderingen en mogelijkheden bespreken.
Februari
Leerlingen maken de doorstroomtoets in de eerste of tweede volle week van februari. Uiterlijk 15 maart ontvangen scholen de uitslag van de doorstroomtoets.
Maart
Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart van hun school het definitieve schooladvies. Tussen 25 maart en 31 maart melden leerlingen zich, met hun definitieve advies, aan op de school voor voortgezet onderwijs.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Het sociaal klimaat speelt een belangrijke rol binnen in ons onderwijs. Onder sociaal-emotionele ontwikkeling wordt verstaan dat leerlingen leren omgaan met zichzelf, met elkaar en anderen.
Aspecten van sociaal-emotionele ontwikkeling: Het samenwerken, het samen spelen, het samen kunnen delen, hulpvaardig zijn, respect hebben voor elkaars mening en inbreng, elkaar de ruimte geven om zelf ontdekkend bezig te zijn, het kunnen oplossen van conflictsituaties, het kunnen inleven in gevoelssituaties, anderen accepteren en respecteren in hun anders zijn, een gevoel van saamhorigheid.
Om dit te optimaliseren gebruiken we de lesmethode Kwink in de hele school.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.