Basisschool 't Keuningshöfke

Karel V Straat 45 6104 BR Koningsbosch

  • Schoolfoto van Basisschool 't Keuningshöfke
  • Schoolfoto van Basisschool 't Keuningshöfke

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Sinds 2018-2019 maken we gebruik van de Eindtoets Route 8. Deze toets meet de prestaties van ieder kind in taal, lezen en rekenen/wiskunde. Om te zien of onze school het goed doet vergelijken we onze score op de Eindtoets met die van andere scholen met een soortgelijke populatie leerlingen, conform de richtlijnen van de Onderwijsinspectie. Inspectie stelt namelijk dat bij een bepaald schoolgewicht (o.a. gebaseerd op opleidingsniveau, land van herkomst, verblijfsduur in Nederland en schuldsanering) een hoger, dan wel lager percentage leerlingen referentieniveau 1F, 2F of 1S zou moeten kunnen worden behaald. In de voorbije jaren heeft het ministerie van OCW scholen gevraagd om ‘kansrijk’ te adviseren. De minister vindt het belangrijk dat leerlingen het voordeel van de twijfel krijgen en op de plek terecht komen die het beste past bij hun capaciteiten, ontwikkeling en interesses.

In schooljaar 2020-2021 hebben 13 leerlingen meegedaan aan de eindtoets, waarvan er 12 mogen worden meegeteld in de berekening. Op onze school behaalde 92% van de leerlingen het 1F niveau voor taal (t.o.v. norm 85%), 62% het 2F-niveau voor lezen (norm 43,5%) en 46% haalde het 1S-niveau voor rekenen (norm 43,5%). Ondanks dat alle normen zijn behaald, zien wij wel nog ontwikkelmogelijkheden t.a.v. rekenen (getallen en verhoudingen) en lezen (woordenschat). N.a.v. de behaalde scores op de eindtoets hebben we bij 5 leerlingen het schooladvies heroverwogen en bij 3 van hen ook daadwerkelijk aangepast.

In schooljaar 2021-2022 hebben 14 leerlingen meegedaan aan de eindtoets, zij worden allemaal meegeteld in de berekening. Op onze school behaalde 100% van de leerlingen het 1F niveau voor taal (t.o.v. norm 85%), 64,3% haalde het 2F-niveau voor lezen, 50% haalde het 2F niveau voor Taal (norm 43,5%), 21,4% haalde het 1S-niveau voor rekenen (norm 43,5%). We zien ontwikkelmogelijkheden t.a.v. rekenen (getallen, verhoudingen, meten &meetkunde) en bij taalverzorging en leesvaardigheid. N.a.v. de behaalde scores op de eindtoets hebben we bij 2 leerlingen het schooladvies heroverwogen en bij ook daadwerkelijk aangepast.

In schooljaar 2022-2023 hebben 10 leerlingen meegedaan aan de eindtoets, zij worden allemaal meegeteld in de berekening. In de schooljaren 2022/2023 en 2023/2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. In de correctiewaarden wordt rekening gehouden met de ‘onzekerheidsmarge’ veroorzaakt door de effecten van de coronacrisis en de normeringsverschillen tussen de eindtoetsen.Op onze school behaalde 100% van de leerlingen het 1F niveau voor taal en 90% behaalde het 1F niveau voor rekenen, 80% het 2F-niveau voor lezen, 70% het 2F-niveau voor taalverzorging en 30% haalde het 1S-niveau voor rekenen. De inspectie bekijkt vervolgens de afgelopen drie schooljaren op 1F en 2F/1S niveau. Daar komen twee percentages behaalde referentieniveaus uit. Bij het bekijken van de percentages wordt vervolgens rekening gehouden met het schoolgewicht. ’t Keuningshöfke heeft een gemiddeld schoolgewicht van 31,57.

  • 1F: 92,3% t.o.v. signaleringsnorm 85%- correctiewaarde 80%
  • 1S/2F: 53,8% t.o.v. signaleringsnorm 45,5%- correctiewaarde 37,4%

Hiermee scoren wij op beide onderdelen ruim boven de gestelde normen. We zien ontwikkelmogelijkheden t.a.v. rekenen op het gebied van meten & meetkunde en verbanden. Bij de overige onderdelen zitten we op of boven het landelijk gemiddelde. N.a.v. de behaalde scores op de eindtoets hebben we bij 7 leerlingen het schooladvies heroverwogen en bij 4 van hen ook daadwerkelijk aangepast (in een dubbel-advies).

Met ingang van schooljaar 2023-2024 komt de Eindtoets te vervallen. In plaats hiervan maken de leerlingen in groep 8 in januari/februari 2024 voor het eerst de Doorstroomtoets.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Toetsing en leerlingenzorg

De procedure van zorg die we hanteren is onderstaand weergegeven:

  • Toetskalender
  • Toetsafname en verwerking
  • Leerkracht maakt groepsprofiel (2 keer per jaar)
  • Naar aanleiding hiervan: VCB tussen leerkracht en IB voor alle groepen (5 keer per jaar)
  • Zorg in de klas of eventueel externe hulpverlening
  • Evaluatie van de aangeboden zorg en evt. bijstelling van (hulp)plannen
  • Aanmelding bij CPO-ers Innovo en/of inschakelen trajectbegeleidster van het SWV 31-02
  • Opstellen / bijstelling van (hulp)plannen OPP
  • Aanmelding bij BTO, na formuleren van deskundigenadvies door school, ouders en het ondersteuningsteam.

Aan het begin van het schooljaar wordt door de IB-er de toetskalender opgesteld. Hierop wordt aangegeven in welke maanden de toetsen gemaakt dienen te worden. De leerkrachten ontvangen in september de toetskalender en zijn vervolgens zelf verantwoordelijk voor de afname van de toetsen op de daarvoor geplande momenten.  

Signaleren en observeren (Ondersteuningsniveau 1 en 2)

De leerkracht observeert en neemt methodegebonden en methodeonafhankelijke toetsen af. Hij volgt op deze manier de ontwikkelingen van het kind. Gegevens worden genoteerd binnen de dag- en weekplanning. Daarnaast zijn er vaste signaleringsmomenten m.b.v. de methodegebonden toetsen, de CITO-toetsen en tenslotte de signaleringsinstrumenten behorend bij het protocol leesproblemen en dyslexie.

Signaleringsinstrumenten voor groep 1 en/of 2:

  • Signaleringslijst voor Kleuters (dyslexie) bij signaal- en zorgleerlingen
  • Toetspakket Beginnende geletterdheid, CITO Taal voor Kleuters, CITO Rekenen voor kleuters bij signaal- en zorgleerlingen
  • KIJK!
  • Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH) in groep 1

Signaleringsinstrumenten voor groep 3 t/m 8:

  • CITO LOVS Rekenen en Wiskunde
  • CITO LOVS Spelling
  • CITO LOVS DMT en AVI
  • CITO LOVS Woordenschat
  • CITO LOVS Begrijpend lezen in groep 4 t/m 8
  • CITO Spelling Werkwoorden in groep 7 en 8
  • CITO LOVS Taalverzorging in groep 6, 7 en 8
  • Rekentoetsen van Bareka in groep 3 t/m 8
  • Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid (DHH) in groep 3 en 5
  • SCOL
  • Doorstroomtoets in groep 8 (Route 8)  

Analyseren en diagnosticeren

De leerkracht is de eerstverantwoordelijke om de ontwikkeling van leerlingen te volgen en hierop af te stemmen binnen haar mogelijkheden. Zij observeert voortdurend het gedrag (interactie, leerhouding) en de leervorderingen van alle leerlingen. Gedurende de dag stuurt zij leerlingen hierin bij, middels het geven van gerichte feedback en afstemming van het leerstofaanbod en haar aanpak. Het document dat hieraan ten grondslag ligt is het groepsprofiel.

Vier keer per jaar vindt er een leerlingbespreking plaats tussen leerkracht en IB-er, waarin wordt bekeken hoe de vorderingen van alle leerlingen verlopen. Zowel methodegebonden als methodeonafhankelijke toetsen vormen, naast gedrag en persoonlijke ontwikkeling, de basis voor dit overleg. Waar nodig worden afspraken gemaakt om aanbod en aanpak verder af te stemmen. Wanneer wij constateren dat leerlingen desondanks achterblijven in hun ontwikkeling, proberen wij in een vroeg stadium met ouders te communiceren hierover. De driehoek kind, ouders en school vormt ons inziens namelijk de basis voor verdere groei. Op school bieden we leerlingen verlengde instructie en remediërende stof aan om zich de leerstof alsnog eigen te kunnen maken. Waar nodig en wenselijk, zoeken wij samen met ouders ook ondersteuningsmogelijkheden buiten school, bijvoorbeeld door het bieden van extra huiswerk, ondersteuning vanuit ons samenwerkingsverband of verder onderzoek door externen. Een goede samenwerking en afstemming tussen ouders en school is voorwaardelijk en noodzakelijk om een kind verder te kunnen helpen in zijn ontwikkeling.

Doublures hebben niet onze voorkeur, maar zijn gezien stagnaties in de ontwikkeling en het ontbreken van voldoende aansluiting op de leerstof in het volgende leerjaar niet altijd te vermijden. Ouders worden zo vroeg mogelijk meegenomen in de twijfel over haalbaarheid van doorstroom naar de volgende groep. Samen bekijken we welke stappen noodzakelijk zijn om de doorstroom alsnog mogelijk te maken, waarna er een intensieve periode volgt met extra ondersteuning op school en thuis. Het uitdrukkelijk streven is om uiterlijk 6 weken voor het einde van het schooljaar een definitief besluit te nemen over doorstroom dan wel doublure. School neemt hierin het eindbesluit, aangezien zij ook degene is die het passend onderwijs moet kunnen vormgeven en waarborgen voor alle leerlingen. Natuurlijk nemen we de mening, wensen en verwachtingen van ouders hierin uiterst serieus en worden deze meegewogen in onze beslissing.

Opbrengstgericht werken

Als een school systematisch en doelgericht werkt aan het maximaliseren van de prestaties van haar leerlingen, is er sprake van opbrengstgericht werken. Onderzoek toont aan dat leerresultaten verbeteren als scholen daadwerkelijk opbrengstgericht gaan werken. Doelen stellen, zicht hebben op leerresultaten, planmatig en resultaatgericht werken zijn essentieel voor het bereiken van een zo hoog mogelijke opbrengst voor alle leerlingen.

Met behulp van het CITO-LVS kan de IB-er tevens verschuivingen en trends in de resultaten signaleren, waarna er actie ondernomen kan worden. Halverwege het schooljaar wordt er een rapportage gemaakt van de leeropbrengsten op basis van de resultaten op de LOVS-toetsen. Daarnaast vindt ook evaluatie van de Eindtoets plaats. Naar aanleiding hiervan kunnen (in overleg) vervolgbeslissingen worden genomen ten aanzien van de inhoud en vormgeving van het onderwijsleerproces zoals aanpassing van het programma of actie in een bepaalde groep in samenspraak met de leerkracht. 

Opbrengstgericht werken beperken we overigens niet alleen tot de hoofdvakken. Opbrengstgericht werken willen we realiseren bij alle vakken. Daarbij streven we naar de meest optimale en brede ontwikkeling voor ieder kind. Wij vinden het belangrijk om: 

  • Te werken met (streef)doelen, hoge verwachtingen voor alle leerlingen
  • Goede analyses te maken op individueel, groeps- en schoolniveau.
  • Onderwijsprocessen te monitoren
  • Successen te vieren
  • Sterke persoonlijke banden te realiseren tussen leerlingen en leerkrachten
  • Grote betrokkenheid en motivatie bij leerlingen te stimuleren
  • Een rijk en uitdagend onderwijsprogramma te bieden
  • Effectieve lespraktijken in alle lokalen op alle dagen te realiseren
  • Effectief gebruik te maken van gegevens en feedback door leerlingen en leerkrachten om het leren te verbeteren
  • Gebruik te maken van een vroege ondersteuning met minimale afleiding voor leerlingen die dat nodig hebben
  • Een sterke, positieve verhouding met ouders te hebben  

Ondersteuningsniveau 3

Nadat ondersteuningsniveau 1 (algemene zorg in de groep) en 2 (extra zorg in de groep) zijn doorlopen, moet men mogelijk concluderen dat de tot dan toe geboden hulp onvoldoende effect heeft gehad. In overleg kan dan worden overgegaan tot ondersteuningsniveau 3, waarbij aanvullende hulp/begeleiding wordt ingezet. De uitwerking van deze extra zorg/begeleiding vindt eveneens plaats in het groepsprofiel en evt HGPD. De CPO-ers die aan onze school verbonden zijn vanuit Innovo en/of de trajectbegeleidster vanuit het samenwerkingsverband kunnen vanaf dit moment betrokken worden om school te adviseren in hun aanpak en het verdere proces te volgen.

Ondersteuningsniveau 4: Procedure Individueel OntwikkelingsPerspectief (OPP)

Wanneer er sprake is van een dusdanige achterstand dat men niet meer mag verwachten dat deze op korte termijn wordt ingelopen, een probleem van structurele aard, dan wordt er overgegaan tot het werken met een eigen leerlijn met het bijbehorende OntwikkelingsPerspectief. Dit gebeurt altijd nadat er een extern onderzoek heeft plaatsgevonden en in overleg met ouders. Het zogeheten OPP is een stichtingsbreed vast format dat door iedere INNOVO-school wordt gebruikt. Ouders tekenen hiervoor de “akkoordverklaring OPP.” Het werken met een aangepast programma impliceert ook adaptief toetsen. E.e.a. betekent dat de betreffende leerling de reguliere screeningen volgens het toetsrooster wel volgt maar dan op het niveau waarop de leerling presteert. 

Wanneer ouders niet open staan voor verder onderzoek, maar school ernstig handelingsverlegen is, is het SchoolOndersteuningsProfiel leidend in het vervolgtraject. School geeft dan duidelijk haar grenzen en (on)mogelijkheden aan in de begeleiding van de betreffende leerling. Het advies om te kijken of een andere school een beter passend onderwijsaanbod kan bieden, kan onderdeel zijn hiervan. CPO-ers en/of de  trajectbegeleidster vanuit het samenwerkingsverband wordt nauw betrokken bij al deze stappen.

Er wordt getracht een OPP niet eerder dan groep 6 in te zetten. Doordat echter steeds meer kinderen in het regulier onderwijs worden begeleid die voorheen wel verwezen werden naar het S(B)O, door invoering van de wet Passend Onderwijs, merken we steeds meer en vaker dat we ook voor jongere leerlingen een OPP moeten opstellen als we tegemoet willen komen aan hun specifieke educatieve behoeften. Dit gebeurt altijd na overleg met onze contactpersoon van het ondersteuningsteam vanuit het samenwerkingsverband.  

Ondersteuningsniveau 5: Procedure aanmelding BTO

Indien de ondersteuningsvraag van een leerling de mogelijkheden van de school overstijgt, kan de school samen met ouders en het ondersteuningsteam een deskundigenadvies formuleren. Wanneer het deskundigenadvies een aanvraag voor plaatsing in het speciaal(basis)onderwijs inhoudt, wordt dit deskundigenadvies aan een bovenschools toetsingsorgaan (BTO) aangeboden. Het BTO geeft dan een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) af, op basis waarvan de leerling kan worden geplaatst in het SBO of het SO.  

Onze school is aangesloten bij samenwerkingsverband 31.02. Kijk voor meer informatie op: https://www.innovo.nl/informatie-samenwerkingsverbanden.html

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

In het voortgezet onderwijs zijn de afgelopen jaren diverse ontwikkelingen in gang gezet. Eén daarvan betreft de samenvoeging van het lager beroepsonderwijs (lbo) en het middelbaar algemeen voortgezet onderwijs (mavo) tot voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo). Bij een aantal leerlingen kan het advies niet beperkt worden tot één schooltype; er wordt dan een “dubbel” advies verstrekt, bijvoorbeeld vmbo/ havo of havo/ vwo. Uitgangspunt hierbij is dat de betreffende leerling zonder meer in staat wordt geacht goed te kunnen functioneren op het laagst geadviseerde niveau; een hogere vorm van onderwijs behoort wellicht tot de mogelijkheden. In de brugperiode zal hieromtrent duidelijkheid ontstaan.  

De meeste kinderen van ’t Keuningshöfke stromen uit naar Connect College in Echt, enkelen naar Trevianum te Sittard. Incidenteel stromen er leerlingen uit naar het voortgezet onderwijs in België. Bij het Trevianum kunnen alle kinderen terecht voor havo, atheneum en gymnasium. CCE Echt is een gemeenschap van scholen voor gymnasium, atheneum, havo, VMBO (incl. LWOO).  

Ofschoon dit schooljaar de eindtoets wel is afgenomen, hebben de leerlingen mogelijk door de lange periodes van onderwijs op afstand niet ten volle kunnen laten zien wat zij in hun mars hebben. Er zijn dan ook afspraken gemaakt tussen PO en VO over kansrijk adviseren, kansrijk plaatsen en kansrijk begeleiden. Ons doel is niet om iedereen een zo hoog mogelijk advies te geven, maar wel om iedereen een eerlijke kans te geven. Ieder kind heeft namelijk recht op een passende plek.  

In 2021-2022 stromen:

- 11 leerlingen uit naar Connect College te Echt,

- 1 leerling naar Broekland College te Hoensbroek

- 1 leerling naar Trevianum te Sittard en

- 1 leerling naar Yuverta in Heerlen

Uitstroom per niveau in 2021-2022:

VMBO Basis-Kader - 2

VMBO - Kader - GL/TL - 2

VMBO - (GL)TL - 2

VMBO TL / Havo - 3

Havo - 3

Havo-vwo - 2

Het  schooladvies is uitvoerig met de ouders en de betreffende leerlingen besproken; vervolgens zijn alle leerlingen conform advies aangemeld op een school voor voortgezet onderwijs.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Het team van bs. 't Keuningshöfke vindt het erg belangrijk dat alle kinderen op een rustige en respectvolle manier met elkaar omgaan. Voor veel kinderen is dat heel normaal maar voor sommige kinderen is dat nog moeilijk. We vinden het erg belangrijk om op bs. 't Keuningshöfke een fijne sfeer te creëren, zodat we een school hebben die voor iedereen veilig en uitnodigend is. Een veilige en rustige omgeving is bovendien voorwaarde om goed onderwijs te kunnen geven en de kinderen gelegenheid te geven zich optimaal te ontwikkelen. 

Beter omgaan met elkaar

We hanteren op school het programma "Beter omgaan met elkaar" Dit is een samengesteld programma op basis van groepsdynamisch onderwijs en "Effectieve conflicthantering".  Het "Pestprotocol" heeft hierin een nadrukkelijke plek als het pesten niet daadwerkelijk gestopt wordt.

- Kinderen krijgen een grotere rol in het zelf oplossen van conflictjes. Ze worden meer zelfverantwoordelijk voor hun eigen handelen.

- Elkaar respecteren en accepteren, en elkaar daarbij helpen is ieders uitgangspunt.

-Afspraken en regels, maar ook wat goed en niet goed gaat, wordt samen besproken in de sociokring zodat we er van leren.

De rol van de leerkracht is niet meer de scheidsrechter die probeert het probleem van de kinderen op te lossen, maar de coach die de kinderen helpt hun probleem zelf op te lossen.

In het document "Sociale veiligheid in doorgaande lijn" is beschreven hoe we de sociale veiligheid realiseren. In datzelfde document is tevens de pest-aanpak in de vorm van een protocol beschreven. We zijn druk bezig om de gehele aanpak rondom sociale veiligheid binnen onze school te evalueren en herzien voor zover nodig/wenselijk.

Kijk voor meer informatie ook op: https://www.innovo.nl/actief-burgerschap-en-sociale-cohesie.html

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Rust,reinheid,regelmat,respect
  • Eigen verantwoordelijkheid
  • Zorg voor jou, ander, omgeving

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven