Onze visie op primair onderwijs
De Rietvest biedt alle kinderen passend onderwijs, onderwijs op maat, adaptief en gepersonaliseerd, in een veilige omgeving, inspirerende passende leer- en ontwikkelingsomgeving om in te groeien en samen te werken.
Dat doen wij omdat wij een grote passie hebben voor kinderen en onderwijs, waarbij we onszelf erg betrokken voelen bij alle kinderen op onze school met het uiteindelijke doel om kinderen uit te dagen het beste uit zichzelf te halen.
SAMEN ONDERWEG MET AANDACHT VOOR IEDEREEN
Visie
De Rietvest is een school waar wij onderwijs verzorgen vanuit onze Rooms Katholieke levensovertuiging, waarbij wij open staan en respect hebben voor de persoonlijke levensovertuiging van de kinderen en ouders. Ons onderwijs moet kinderen leren dat ze deel zijn van de maatschappij, dat ze een mening mogen hebben waarbij ze ook respect hebben voor andere meningen. We zijn allemaal deel van de huidige samenleving. Daarbij hebben we elkaar nodig. Toch hebben we ook vrijheden. Ook onze kinderen mogen "vrij" zijn, maar de vrijheid van een kind houdt op daar waar de vrijheid van een ander kind belemmert. Er zijn dus ook regels waar je jezelf aan moet houden om alles goed te laten verlopen.
Waarden en normen staan regelmatig centraal om van elkaar te kunnen leren.
Uitgangspunten
Op de Rietvest hebben we een aantal uitgangspunten voor het onderwijs bepaald.
Deze uitgangspunten zijn:
Onderwijs in basisvaardigheden (rekenen, taal en lezen)
Wij bieden passend onderwijs in rekenen, taal en lezen op maat aan kinderen, waarbij we groepsoverstijgend of met eigen leerlijnen werken. Wij zorgen voor een doorgaande lijn in de gehele school, niet alleen in de lessen maar ook in het (huis) werk buiten de school. Wij zorgen ervoor dat alle materialen bij het onderwijs op de Rietvest inspirerend en verrijkend voor alle leerlingen zijn. De leerkrachten zijn een coach voor de leerlingen, waarbij zij de leerlingen begeleiden in hun ontwikkeling en leren. Elke leerling op onze school kan zich constant opbouwend ontwikkelen, waarbij zij in staat zijn om te werken, leren en ontwikkelen zelf te reflecteren.
Cultuuronderwijs en burgerschapskunde
Cultuuronderwijs is op de Rietvest is een vast onderdeel van het onderwijs en een belangrijk en onmisbaar onderdeel in de ontwikkeling van alle kinderen. Wij zijn zelfs cultuurloperschool. Naast de cultuursubsidie ontvangen we de zgn. 'verdubbelaar' vanuit de gemeente. Dat we cultuurloper school zijn, wil zeggen dat wij een grote waarde hechten aan cultuur en daar ook veel mee bezig zijn in de school. Alles wat aan culturele activiteiten doen, staat beschreven in ons cultuurbeleidsplan. Zo gaan wij ieder jaar naar een museum en doen we met groep 8 elk jaar een schoolmusical. Naast deze twee activiteiten worden er minimaal 4 workshops aangeboden aan de kinderen aan de hand van verschillende culturele disciplines.
Aan het eind van de basisschool hebben onze kinderen een brede culturele ontwikkeling door gemaakt.
Wij bieden een passend aanbod in cultuuronderwijs aan alle kinderen, waarbij regelmatig alle vakken in clusters worden aangeboden. Wij zorgen voor een inspirerend en leerrijk aanbod zowel in school als buiten de school, door geregeld cultuur te zoeken in de omgeving van de Rietvest.
Cultuuronderwijs en burgerschapskunde zijn aan elkaar gekoppeld. In deze schoolgids gaan we daar op een andere plek dieper op in.
De ouder als partner
Op de Rietvest zijn ouders een gelijkwaardige partner en actief betrokken in de ontwikkeling van hun kind op de school. Ouders hebben inzicht en kennis van de ontwikkeling en leerlijnen op de basisschool m.b.t. hun kind(eren). Ouders en leerkrachten werken samen met het doel om meer diepgang te krijgen in de samenwerking en kennis van hun kind(eren). Ouders op de Rietvest participeren in het onderwijs op de school. Ouders maken tijdens start-/ en ontwikkelgesprekken afspraken over het gezamenlijke ondersteunen van de leerling/hun kind.
Pedagogische lijn
De professionaliteit van de leerkracht (professionele samenwerking)
Elke leerkracht op de Rietvest stemt het onderwijs af op de leerbehoefte van elk kind. Elke leerkracht heeft een professionele en een voortdurende lerende houding. Alle leerkrachten op de Rietvest zijn meer coach dan instructeur in het leren van het kind. Alle leerkrachten leren van en met elkaar, waarbij expertise met elkaar gedeeld wordt, waardoor iedereen zich verder ontwikkelt en kennis krijgt. Elke leerkracht is transparant en kan zich kritisch reflecteren over zijn/haar eigen competenties. Op de Rietvest ontwikkelen leerkrachten zich constant verder in de groei naar een excellente leerkracht.
Onderwijskundige lijn
We zorgen voor een doorgaande pedagogische lijn, waarbij respectvol met elkaar omgaan centraal staat. We begeleiden kinderen in hun persoonlijke ontwikkeling. Ons pedagogisch handelen moet tegemoetkomen aan een veilige, plezierige leef– en leeromgeving. Hoewel een kind op onze school onder de directe verantwoording van één of twee leerkracht(en) valt (de groepsleerkracht) is een kind van de Rietvest een kind van ons allen. We hanteren daarbij zoveel mogelijk dezelfde positieve benadering en aanspreekwijze. Verder stimuleren we op deze wijze de kinderen tot het verder vormen van hun positief zelfbeeld, waarbij ze inzicht krijgen in hun zwakke maar vooral in hun sterke kanten. Want ieder kind heeft talent. We zijn overtuigd dat een kind zich beter ontwikkelt vanuit een positief zelfbeeld. We streven ernaar dat kinderen als zelfstandige en weerbare individuen onze school verlaten.
Zelfstandig werken en leren
Voor elk vak is vanuit de overheid vastgesteld waaraan wij met onze kinderen moeten werken en dat doen we dan ook. Als school voldoen we dus aan de eindtermen van het basisonderwijs. We werken daarbij voornamelijk op een adaptieve manier (= manier van lesgeven, waarbij het niveau van het kind centraal staat en niet de leerstof van dat leerjaar), waarbij we afwisselend methodisch en projectmatig werken. We dagen kinderen uit op cognitief (methodisch en projectmatig), sociaal-emotioneel (SWPBS) en creatief gebied (projecten en vieringen). We willen ons onderwijs op de Rietvest baseren op onze missie, ons motto en bovenstaande elementen van onze visie. We proberen daarbij de theorie zoals geformuleerd in die visie in de dagelijkse praktijk zo goed mogelijk vorm te geven en concreet uit te voeren. Dat doen we volgens het model van de directe instructie die we zo kort mogelijk willen houden, waardoor we meer mogelijkheden/tijd krijgen om kinderen individueel of in kleine groepjes te helpen, bijvoorbeeld aan de instructietafel. Door middel van zelfstandig werken en dag- en weektaken werken kinderen verder aan de leerstof waarbij de leerkracht in een instructiegroep kan differentiëren.
Tijdens het werken aan de dagtaken (onder-/middenbouw) en weektaken (midden-/bovenbouw) kan de leerling zelf ook keuzes maken in werkvolgorde en tempo. Hierbij zijn door de leerkracht vooraf minimumdoelen geformuleerd. Het kind is zelfverantwoordelijk voor zijn werk en het op tijd afkrijgen van de diverse taken. Er wordt ook gebruik gemaakt van een planbord en regelmatig zijn er samenwerkingsopdrachten.
Ouders
In de relatie met ouders vinden wij op de Rietvest openheid en wederzijdse betrokkenheid belangrijk. Zo betrekken we ouders bij de ontwikkeling van ons onderwijs onder andere via de Medezeggenschapsraad, maar ook door het organiseren van thema-avonden. Ook zijn er jaarlijkse informatieavonden (specifiek over het leerjaar) en resultaat (ontwikkelgesprekken), waarbij we ouders ook om hun mening vragen.
Verder proberen we betrokkenheid te vergroten door middel van informatie via activiteiten, de nieuwsbrief, de schoolgids, de -website, social media en de app Parro Talk.
Onderwijsdoelen
Het onderwijs op de Rietvest is erop gericht vanuit een aantal basisvoorwaarden te werken aan de totale ontwikkeling van kinderen. Als basisvoorwaarden dienen de kinderen zelfvertrouwen te hebben, dienen ze emotioneel vrij te zijn, dienen ze initiatief te nemen en nieuwsgierig te zijn (ontwikkelingskracht hebben). Met deze basisvoorwaarden worden, met behulp van de diverse methoden, cognitieve aspecten ontwikkeld, basisvaardigheden aangeleerd, en het expressievermogen ontwikkeld, afgestemd op de omgeving en de wereld van vandaag. Dit naar gelang de capaciteiten, de mogelijkheden, van ieder afzonderlijk kind.
Opvoedingsdoelen
Naast de hierboven genoemde onderwijsdoelen vinden wij het belangrijk voor de kinderen dat ze zoveel mogelijk respect voor anderen hebben, dat ze zelfstandig zijn, dat ze samenwerken en dat ze sociaal bewogen en gelukkig zijn!
Leerinhouden
De keuze van de leerstof wordt, daar waar mogelijk, afgestemd op de ervaringen en belevingen van het kind. Vanuit hun eigen ervaringen worden ze gestimuleerd tot beleving en betrokkenheid bij de verschillende onderwerpen. Daarnaast wordt de leerstof aangeboden via de in de methoden vastgestelde leerlijnen, waarin de minimumdoelen, de verplichte stof, zijn aangegeven.
De omvang van de leerstof is vastgelegd in het jaarprogramma. De stof is afgestemd op de minimumdoelen. De ontwikkeling van de kinderen is mede afhankelijk van de kwaliteiten en capaciteiten van ieder kind. De ordening van de leerstof is in groep 1 en 2 thematisch en afgestemd op het aanleren en beheersen van vaardigheden, oplopend in moeilijkheidsgraad. In groep 3 t/m 8 is de stof gescheiden in vakken, maar sluit de stof aan bij het reeds geleerde. Tevens zijn er mogelijkheden voor aangepaste of aanvullende/ extra oefenstof en voor de erg goede leerlingen andere, uitdagende leerstofonderdelen.
Opvoedingsstijl
De leerkracht speelt in dit proces een belangrijke rol. U mag van de leerkracht verwachten, dat hij/zij de vaardigheden beheerst om het kind te helpen in zijn/haar ontwikkeling, de processen stuurt en corrigeert daar waar nodig is, zorgt voor orde, rust en veiligheid, de kinderen motiveert en stimuleert tot een eigen inbreng, situaties schept waarin het kind zelf-ontdekkend bezig is, zich wisselend richt tot het individu en de groep, een voorbeeldfunctie heeft voor de kinderen.
Groepsvorming
Tijdens de activiteiten zijn de kinderen op verschillende manieren met elkaar bezig. Ze kunnen werken in niveaugroepjes. Er zijn klassikale activiteiten zoals klassen- en kringgesprekken. Soms worden er heterogene groepjes gevormd als de onderlinge samenwerking voorop staat, bijvoorbeeld jongere en oudere kinderen bij elkaar. Soms worden er groepjes gevormd die gebaseerd zijn op interesse, vriendjes, leeftijd. Ook werken de kinderen op bepaalde momenten alleen aan de te verwerken stof.
Werkvormen
We moeten hier een onderscheid maken tussen pedagogische en didactische werkvormen. Iedere werkvorm heeft een bepaald doel.
Op de Rietvest vinden wij de volgende doelen belangrijk voor de ontwikkeling van het kind:
*In werkhoeken, speelhoek, themahoek en bouwhoek, worden de sociale vaardigheden van de jongere kinderen geoefend.
*Individuele werkvormen zijn er om te kijken of het kind taakgericht bezig kan zijn.
*Het werken in tweetallen of groepen is gericht op het verbeteren van de onderlinge samenwerking. Dit gebeurt ook wanneer we grotere groepen vormen.
*Het geven van instructie, het oefenen of het nabespreken van activiteiten doen we zowel met de gehele groep, maar ook in kleinere groepjes of individueel. Zelfs het geven van onderwijs op bepaalde momenten aan kinderen uit verschillende groepen (klassen doorbrekend bij lezen of bij groep 2 en 3) gebeurt steeds vaker. Zodoende wordt het leerstof/jaarklassensysteem nog wel gebruikt maar gebeurt dat steeds minder. De werkvormen passen bij het huidige maatschappijbeeld. Verder zijn ze kindvriendelijk, uitnodigend, stimulerend en motiverend.
Speel-/leeractiviteiten
Wij vinden het ook belangrijk dat de kinderen gestimuleerd worden in het nemen van initiatieven. In groep 1-2 gebeurt dit in de verschillende themahoeken, in groep 3 t/m 8 gebeurt dit door middel van de diverse expressieactiviteiten en de verschillende samenwerkingsvormen. Het is belangrijk dat de kinderen zich leren uiten. Niet alleen bij deze vakken maar ook bij de andere vakken. Verder is het van belang dat ze het geleerde leren toepassen in andere situaties, in de praktijk, zowel als individu, maar ook als onderdeel van een groter geheel. Voorts moeten de kinderen hun ervaringen met elkaar kunnen delen, om op deze manier mogelijkheden te scheppen waarbij ze elkaar kunnen helpen.
Leerlingenzorg/leerlingvolgsysteem
De organisatie en uitgangspunten van onze leerlingenzorg zijn uitgebreid vastgelegd in het ondersteuningsplan. We volgen de ontwikkeling van de kinderen door middel van een goed leerlingvolgsysteem. Dit is een registratie van ontwikkelingen van het kind op verschillende vakgebieden. Binnen de groep worden kinderen geobserveerd en wordt de instructie en leerstof aangepast aan het niveau van de kinderen. Aan de hand van observaties en toetsen worden diverse gegevens verzameld. Indien nodig wordt voor een kind met een bepaalde problematiek een handelingsplan opgesteld. De ouders worden hierbij betrokken. De uitvoering van het handelingsplan vindt plaats op individueel niveau. De aandacht wordt vooral gegeven door de groepsleerkracht. Heel soms door een leerkracht die de hulp buiten de klas geeft. Er is een mogelijkheid tot extra zorg (ambulante begeleiding) voor kinderen met taal-, lees-, reken-, motorische en sociaal-emotionele problemen en bij focus op meer- en hoogbegaafdheid. We streven op onze school naar het specialiseren van enkele leerkrachten door ze op te leiden tot onder andere lees-, reken-, ICT- en gedragsspecialist om collega’s en leerlingen te ondersteunen. Tevens vinden er consultatiegesprekken plaats tussen de interne begeleider en de groepsleerkrachten waarbij ze ondersteund kunnen worden door een begeleider van het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG), een onderwijsadviseur en/of een ambulant begeleider van het speciaal onderwijs (Expertisecentrum De Waarden) en/of Jeugdprofessional.
Onze visie op burgerschapskunde
Vanuit een algemene visie op burgerschapskunde (0nderwijsraad en inspectie) hebben we een eigen visie op burgerschapskunde uitgewerkt.
De Onderwijsraad (2012) verstaat onder burgerschapsonderwijs: "Jongeren leren functioneren, vanuit eigen idealen, waarden en normen, in een pluriforme, democratische samenleving, en bij hen het vermogen ontwikkelen aan deze samenleving een eigen bijdrage te (willen) leveren".
De Inspectie van het onderwijs (2006) beschrijft het zo: “De school bevordert basiswaarden en de kennis, houdingen en vaardigheden die nodig zijn voor participatie in de democratische rechtsstaat”.
Op de Rietvest leren we onze leerlingen:
*kennismaken met andere culturen: (wereld)burgerschap
*veilig samen te werken en spelen verantwoordelijk omgaan met onze omgeving .
Voorbeelden zijn de consument, de verkeersdeelnemer en de burger in een democratische rechtstaat.
*democratisch burgerschap en participatie op schoolniveau
Deze drie uitgangspunten worden vorm en inhoud in de praktijk van alledag aan de hand van de volgende items.
Wereldburgerschap
In onze school wordt vanaf groep 3 voor wereldoriëntatie gewerkt met de methode TopOntdekkers.
TopOntdekkers is een thematische zaakvakkenmethode.
Door thematisch onderwijs te combineren met diverse werkvormen bij interessante onderwerpen in de vakgebieden geschiedenis, aardrijkskunde en natuur komen de kinderen tot nieuwe inzichten en ontwikkelen ze nieuwe vaardigheden.
Kinderen ontdekken zichzelf en de wereld met deze methode.
In TopOntdekkers worden de onderwijsinhouden over mensen, de natuur en de wereld in samenhang aangeboden.
Ook inhouden uit andere leergebieden worden betrokken op de ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’.
Activiteiten die veel voorkomen zijn: het lezen en maken van teksten (begrijpend lezen), het meten en verwerken van informatie in onder andere tabellen, tijdlijn en grafieken (rekenen) en gebruik maken van beelden en beeldend materiaal (kunstzinnige oriëntatie).
Deze uitgangpunten sluiten aan bij onderwijs dat kinderen zicht wil geven op betekenis en samenhang.
De inhouden van de thema’s uit TopOntdekkers beslaan de kennisdoelen uit het leergebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’.
TopOntdekkers is gebaseerd op:
• Geïntegreerd zaakvakonderwijs
• Zelfontdekkend leren
• Thematisch concentrisch werken
• Meervoudige intelligentie
• 21e-eeuwse vaardigheden
• Sociaal constructivisme
• Planning en reflectiegesprekken
Er wordt benadrukt dat de essentie van leren betekenisgeving is. De lerende geeft betekenis aan de wereld om zich heen en aan zichzelf, geholpen door anderen. In deze constructivistische benadering is kennis niet iets dat door de ene mens op de andere kan worden overgedragen, maar juist door te handelen, door zelf dingen te ondernemen en te kijken wat er gebeurt, door met en van elkaar te leren, door het verwerken van theorie en door na te denken.
Een leerling gaat zoveel mogelijk zijn eigen weg in het zoeken naar oplossingen voor zijn leertaken. Het resultaat daarvan draagt bij tot het versterken van zelfvertrouwen. Leerlingen mogen vanaf groep 5 steeds meer eigen keuzes maken. Bijvoorbeeld welke opdrachtkaart ze willen behandelen en welke verwerking het beste aansluit bij persoonlijke voorkeuren en meervoudige intelligentie. Een leerling zal hierdoor gestimuleerd worden en een beter inzicht krijgen op eigen gedrag.
Reflecteren en plannen zijn kernwaarden die elke cyclus terugkomen. Door een vergroting van de keuzevrijheid en het zelf leren ontdekken, komt er meer ruimte voor samenwerken en creativiteit. Niet alleen bij het zoeken naar oplossingen, maar ook in de uitvoering van de taken. De leerling zal ervaren dat goede communicatie van groot belang is om de taken goed uit te kunnen voeren. Het gaat daarbij om vragen als: welke begeleiding vraag ik van de leerkrachten, hoe leg ik mijn probleem voor aan mijn medeleerling? Hoe leer ik gebruik te maken van de capaciteiten van een medeleerling? Hoe kunnen wij door samenwerken verder komen?
Levensovertuigingen
Door de lessen die we wekelijks geven vanuit de levensbeschouwelijke methode Houvast besteden we o.a aandacht aan verschillende levensovertuigingen en vieringen.
Een veilig schoolklimaat
Het aanbieden van burgerschapsinhouden die raken aan de identiteit en opvattingen van individuen en groepen en die bovendien onderwerp zijn van maatschappelijk debat, vraagt om een veilig klimaat in klas en school.
Onze school heeft een actief veiligheidsbeleid en monitort en analyseert de veiligheidsbeleving onder de leerlingen jaarlijks .
Twee keer per jaar nemen wij voor alle leerlingen ook de veiligheidsmonitor ZIEN af.
En we nemen een sociale veiligheidsmonitor af voor de leerlingen van groep 5 t/m 8.
Wij stimuleren veilig, vriendelijk en verantwoordelijk gedrag. We werken daarbij vanuit de principes van SchoolWide Postive Behaviour.
De gezonde school (voeding, welbevinden en seksualiteit en gezonde relaties)
In de voorgaande schooljaren hebben we het voedingsbeleid voor de Rietvest opgezet (zie https://derietvest.dewaarden.nl/gezonde-school/) en ons gericht op het positief benaderen van kinderen volgens SWPBS (welbevinden). Zie hier ook voor onze website (https://derietvest.dewaarden.nl/positive-behavior-support-pbs/).
We hebben hiervoor ons duimpjessysteem ontwikkeld. Kinderen kunnen d.m.v. duimpjes beloond worden voor “klaar om te leren-gedrag". Onze school heeft hiervoor een themacertificaat van De Gezonde School mogen ontvangen
Seksualiteit en gezonde relaties
Op de Rietvest vinden wij het belangrijk om aandacht te besteden aan relationele en seksuele vorming. Hierbij willen we leerlingen een positieve kijk geven op seksualiteit en normen en waarden meegeven waarbij respect voor elkaar centraal staat. Onze school geeft leerlingen kennis en vaardigheden en daarmee bewuste attitude mee over weerbaarheid, rekening houden met de grenzen van een ander en elkaar gelijkwaardig behandelen met recht op keuzevrijheid.
We maken gebruik van de methode “Lentekriebels”. Dit is een methode die bijdraagt aan de relationele en seksuele vorming. Ze draagt bij aan de persoonlijke groei, positieve seksualiteitsbeleving en bevordert het welzijn en de seksuele gezondheid van kinderen. Kinderen zijn nieuwsgierig, hebben vragen over en recht op betrouwbare informatie. Met deze methode kunnen leerlingen positieve normen en waarden ontwikkelen met respect voor diversiteit. De klas is een veilige plek waarin kinderen vragen kunnen stellen, hun mening mogen geven en mogen zijn wie ze zijn. Er wordt rekening gehouden met iedereens grens, dit behoort tot onze waarde respect.
Om seksuele situaties in te schatten werken wij met de methode Sensoa Vlaggensysteem, wat bijdraagt aan het voorkomen en terugdringen van seksueel grensoverschrijdend gedrag en het vergroten van de veiligheid binnen school.
Rots en Watertraining
Leerlingen in groep 6 volgen de eerste helft van het schooljaar een lessenreeks Rots en Water. Dit is een sociaal-emotionele vaardigheidstraining waaraan alle leerlingen van groep 6 deelnemen. Op deze leeftijd wordt de ontwikkeling van eigen identiteit, zelfkennis en het maken van keuzes en sociale contacten steeds belangrijker.
Rots en Water kan bijdragen aan een beter groepsgevoel.
De Rots en Watertraining wordt gegeven door twee gecertificeerde trainers, namelijk de intern begeleiders van de Molenvliet en de Rietvest. School Wide Positive Behavior Support (SWPBS)
In schooljaar 2019-2020 zijn we op De Rietvest gestart met het schoolbreed programma SWPBS. Dit programma heeft een positieve invloed op het sociale en pedagogisch klimaat van de school.
Bij ons op school vinden wij het van belang dat iedereen zich veilig voelt. Zowel de kinderen, leerkrachten als ouders. Eerlijkheid en openheid zijn belangrijke waarden voor ons. Om onze normen en waarden binnen onze school na te kunnen leven, zetten wij School Wide Positive Behavior Support (SWPBS) in.
Het doel van de PBS-aanpak is om systematisch en schoolbreed probleemgedrag en pestgedrag in onze school te voorkomen (preventief) en op te lossen (pro-actief), waarbij personeel, leerlingen, ouders en zorgpartijen zich samen verbinden aan allerlei gemaakte afspraken en zo gezamenlijk bijdragen aan een gezonde, veilige leeromgeving in de school met minder gedragsincidenten via PBS.
Ons duimensysteem is één van onze manieren waarop wij goed gedrag bij kinderen stimuleren. We belonen meer op goed gedrag. Onwenselijk gedrag wordt vaak omgebogen naar het positieve gedrag en zo niet dan vinden er interventies plaats om het gedrag te veranderen.
Verder wordt aandacht besteed aan de 'week tegen pesten'
Mediawijsheid
Met het ontzettend grote media-aanbod, het vele gebruik het internet tegenwoordig kan niemand er omheen dat aandacht voor bewust en veilig gebruik van media door de burger noodzakelijk is. Op De Rietvest besteden we dan ook aandacht aan mediawijsheid, in de vorm van een doorgaande leerlijn in alle groepen en daarnaast in groep 7/8 ook met de opdrachten van mediamasters, in de week van de mediawijsheid.
Ook is er ruimte om diverse pilots rond mediawijsheid op te starten, afhankelijk van de behoefte van de groep.
De lessen hebben alles te maken met media: van televisie tot tablet. Veel aspecten zijn verweven in het reguliere programma van onze school. Mediawijsheid staat namelijk niet op zich, maar maakt onderdeel uit van ons hele leven en raakt ons in onze rol als maatschappelijk betrokken, verantwoord en kritische burger. Naar deze rol willen de kinderen begeleiden.
School en omgeving
De omgeving rondom de school kan benut worden om leerdoelen te bereiken. De omgeving kan naar binnen worden gehaald, bijvoorbeeld met gastlessen door professionals of ouders. Dit gebeurt ook, bijvoorbeeld rondom lessen over de Tweede Wereldoorlog.
Als school richten we ons op de samenleving als geheel en op de directe leefomgeving. We vinden het belangrijk dat kinderen met diverse culturen en achtergronden met elkaar kennismaken en leren samenwerken. Met de gemengde leerlingenpopulatie die wij hebben, krijgen ze daar veel gelegenheid toe.
De school als democratische omgeving
Burgerschapsvorming kan worden versterkt als de school zelf functioneert als een democratische leef-, leer- en werkgemeenschap: leerlingen hebben inspraak; kunnen meedenken, -praten en -beslissen en ze leren verantwoordelijkheid te dragen voor deze besluiten.
Een voorbeeld is de leerlingenraad. In het schooljaar 2020-2021 is een?leerlingenraad?opgezet. Uit de groepen 5 t/m 8 worden twee leerlingen gekozen die hun klas in de leerlingenraad vertegenwoordigen. Deze leerlingen worden gekozen door hun eigen klas. Ongeveer maandelijks komt de leerlingenraad samen om te vergaderen en na te denken over ingebrachte punten van leerlingen zelf of het schoolteam.
Het doel van de leerlingenraad is ook dat de leerlingen meer betrokken zijn bij schoolzaken en spelenderwijs kennis maken met democratische beginselen. Op deze manier weten de leerlingen dat ze een eigen stem hebben binnen de school en er naar hen geluisterd wordt. De leerlingenraad fungeert binnen de ritmiek van stichting leerKRACHT als leerlingarena.
Tijdens de leerlingarena's wordt de leerling ervaring vanuit de dagelijks praktijk in de klassensetting, meegenomen in de ontwikkelpunten van de school. Zo heeft de inbreng van onze leerlingen, direct effect op ons onderwijs.
Onze visie op kleuteronderwijs
Basisontwikkeling
In de kleutergroepen wordt gewerkt met als uitgangspunt basisontwikkeling. Deze manier van werken is erop gericht bij kinderen de basis leggen voor alle ontwikkelingsgebieden en leerprocessen. Dit doen we, door aan te sluiten bij de interesses, behoeften en mogelijkheden van de kinderen.
Waar gaat het precies bij basisontwikkeling?
De hoofdgedachte van basisontwikkeling is dat een kind zich pas goed kan ontwikkelen als het lekker in zijn of haar vel zit. Bij basisontwikkeling hebben we aandacht voor de volgende basiskenmerken: Nieuwsgierig zijn, zelfvertrouwen hebben en emotioneel vrij zijn.
Vanuit deze basiskenmerken ontwikkelen we de volgende gebieden:
1.brede ontwikkeling:
actief zijn en initiatief nemen communicatieve vaardighedenverkennen van de wereldreflectie op (nadenken over) eigen gedragproblemen oplossen, zelfstandigheid ontwikkelen, samen spelen
2.specifieke kennis en vaardigheden:
motorische vaardighedentaalontwikkeling en creativiteit, sociale vaardigheid, getalbegrip en tellen
Betrokkenheid
Als kinderen nieuwsgierig gemaakt worden en dus interesses gaan tonen voor een bepaald onderwerp, is de betrokkenheid het hoogst. Hoe hoger de betrokkenheid des te beter is dit voor de ontwikkeling en dus ook voor het zelfvertrouwen van het kind. Dit betekent dat we veel inspelen op de ervaringen van de kinderen. Door uitnodigende klasseninrichting met veel themaboeken en een grote keuze uit ontwikkelingsmateriaal, prikkelen wij de kinderen tot initiatief nemen.
Het kan ook voorkomen dat kinderen uit zichzelf moeilijk komen tot het nemen van initiatief of dat bepaalde gebieden niet goed ontwikkelen. Deze kinderen krijgen dan meer sturing door de leerkrachten, zodat eventuele hiaten in de ontwikkeling zo vroeg mogelijk kunnen worden aangepakt.
Hoe zit dit er in praktijk uit?
De rode draad door alle activiteiten is de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Wij letten in de klas op de volgende gedragingen:
*Het kringgedrag tijdens de kringactiviteiten
*Het werkgedrag tijdens het werken met ontwikkelingsmateriaal
*Het speelgedrag tijdens spel en beweging buiten en in de speelzaal
*Het sociaal-emotioneel gedrag gedurende alle activiteiten
Specifieke kennis en vaardigheden
De specifieke kennis en vaardigheden zijn te verdelen onder de volgende ontwikkelingsgebieden (met voorbeeld):
grove en fijne motorische ontwikkeling
Onder de grove motoriek verstaan we bewegingen vanuit de ledematen gezien bijv. kunnen klimmen, hinkelen, gooien en vangen van een bal.
De fijne motoriek bestaat uit bewegingen vanuit de pols bijv. kleuren, tekenen, schrijfpatronen maken, kralenpak.
taalontwikkeling
Hierbij letten wij vooral op de woordenschat, de zinsopbouw, geschreven en gedrukte taal en het kritische luisteren (bijv. begrijpt het kind een opdracht?). Bij aanvankelijk lezen houden we signalen dyslexie in de gaten.
getalbegrip en tellen
Hieronder vallen alle voorbereidende rekenactiviteiten, zoals vormen benoemen, voorwerpen sorteren, tellen vergelijken, series maken (bijv. leggen van dik naar dun) en getallen benoemen.
sociale vaardigheden
Kennen de kinderen de beleefdheidsregel en hoe moeten ze omgaan met een conflictsituatie. Hoe gaan de kinderen om met gevoelens, wensen en opvattingen van zichzelf en anderen. Hierbij is het ook heel belangrijk dat het zelfvertrouwen bevorderd wordt door allerlei uitdagende activiteiten.
creativiteit
Als kinderen op hun eigen specifieke manier gebruik kunnen maken van verschillende materialen en deze ook kunnen toepassen.
Onderbouwd
In schooljaar (2020-2021) zijn we in de groepen 1-2 gestart met de kleutermethode Onderbouwd. Deze methode vormt de basis van ons lesaanbod. De leerkrachten van de onderbouw hebben cursus gevolgd om voor deze methode te implementeren.
Onderbouwd volgt kleuters in hun ontwikkeling door middel van spelaanbod. Het educatieve ontwikkelingsmateriaal wordt door middel van directe instructie aangeboden. De voortgang van de leerlingen wordt daarbij digitaal bijgehouden. Daarnaast worden alle speel- leer activiteiten aangeboden en ondersteund door bijpassende handpoppen.
Elke kleuter kan door Onderbouwd spelen en leren op het niveau waar hij/zij op dat moment aan toe is. Omdat de ontwikkeling van kleuters sprongsgewijs verloopt, is het gebruik van Onderbouwd online ideaal: er wordt gewerkt met individuele plannen, plannen op groepsniveau en er zijn groepsoverzichten en opbrengsten beschikbaar.
Kindrapporten en oudercommunicatie zijn op een gebruiksvriendelijke manier geregeld. Het leerstofaanbod wordt gedurende het schooljaar in thema’s aangeboden en het aanbod is daarbij gecodeerd met kleuren en bijpassende handpoppen. Zo wordt het mogelijk om kleuters eigenaar te laten zijn van hun eigen leerproces. Ze leren het verschil kennen tussen spelend leren en leren spelen. Er is een aanbod op taal, woordenschat en rekenen. Maar ook motoriek, sociale vaardigheden en zelfs Engels komen spelenderwijs aan bod.
