Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635168" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
Bovenstaand leerstofaanbod en vakgebieden worden in samenhang en thematisch aangeboden. De genoemde uren zijn een indicatie maar kunnen afhankelijk van de onderwijsbehoeften van het kind en de groep afwijken.
Bovenstaande uren zijn een gemiddelde maar kunnen afhankelijk van de onderwijsbehoeften van het kind en de groep enigszins afwijken. Burgerschap is in het onderwijsprogramma verweven in een aantal andere vakken. Denk hierbij aan wereldoriëntatie, sociale vaardigheden, levensbeschouwing en projecten. In het beleidsdocument is beschreven in welke vakken de burgerschapsdoelen aan bod komen.
BURGERSCHAP
Wat verstaan we onder burgerschap en sociale integratie? De bereidheid en het vermogen om deel uit te maken van een gemeenschap en daar een actieve bijdrage aan te leveren. In de toelichting op de WPO over de verplichting voor scholen om bij te dragen aan de integratie van leerlingen in de Nederlandse samenleving, wordt onder sociale integratie verstaan: een deelname van burgers (ongeacht hun etnische of culturele achtergrond) aan de samenleving, in de vorm van sociale participatie, deelname aan de maatschappij en haar instituties en bekendheid met en betrokkenheid bij uitingen van de Nederlandse cultuur.
De dynamiek in de samenleving vraagt een voortdurende aanpassing van de school aan de veranderingen in de maatschappij. Dit wil niet zeggen, dat de school de eisen van de maatschappij maar zonder meer heeft te volgen. Het onderwijs zal duidelijk lering moeten trekken uit de veranderingen in de maatschappij, zodat de taak van de school niet los gezien kan worden van de verwachtingen, die de maatschappij ten aanzien van de school heeft, maar anderzijds onderwijs en opvoeding juist de taak hebben de jonge mens weerbaar te maken ten opzichte van die maatschappij. In korte bewoordingen uitgedrukt, geven we in 10 statements aan wat onder actief burgerschap verstaan wordt:
a. Actieve betrokkenheid; mee willen doen, erbij willen horen;
b. Bewust zijn van je gedrag en daar de verantwoordelijkheid voor willen nemen;
c. Denken in overeenkomsten en niet in verschillen;
d. Initiatieven nemen in het leveren van een bijdrage aan het welzijn van anderen;
e. Vertrouwen hebben in jezelf en de ander;
f. Weten dat je voor de ander iets kunt betekenen en er plezier aan beleven dat te doen;
g. Erkennen dat iedereen ertoe doet; niemand buiten sluiten;
h. Nieuwsgierig zijn naar wat de ander beweegt door de dialoog aan te gaan;
i. Willen, kunnen en durven luisteren;
j. Aangeven van je eigen grenzen zonder over die van de ander heen te gaan.
Wat beogen we met actief burgerschap en sociale integratie? Actief burgerschap is een deel van de pedagogische opdracht van de school. Dit betekent dat wij niet meer kunnen volstaan met het aanbieden van traditionele kennis uit de schoolvakken, maar het burgerschap actief moeten integreren, want op deze manier ervaren de leerlingen zelf wat dit begrip werkelijk inhoudt.
Wij leren:
- De leerlingen hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
- De leerlingen zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
- De leerlingen hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen en leren ze respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.
- De leerlingen zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en van anderen.
- De leerlingen zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht en als verkeersdeelnemer.
- De leerlingen met zorg om te gaan met het milieu.
In ons lesaanbod komen alle kerndoelen burgerschap aan bod. In het beleidsdocument is beschreven op welke wijze, in welke leerjaren en tijdens welke lessen aandacht wordt besteed aan de door de overheid geformuleerde doelen.
De school maakt keuzes die passend zijn bij de populatie en speelt, zo nodig, in op actualiteiten.
Passend Onderwijs
Alle speciale en reguliere basisscholen uit de gemeenten Waalwijk, Loon op Zand, Heusden en Altena horen bij het samenwerkingsverband ‘Primair Onderwijs Langstraat Heusden Altena’ (afgekort tot PO LHA). Samen verzorgen de scholen binnen het samenwerkingsverband passend onderwijs voor alle kinderen die in deze gemeenten wonen. Informatie over het samenwerkingsverband vindt u op www.samenwerkingsverbandlha.nl.
Passend onderwijs start vanaf het moment van aanmelding
Passend onderwijs start vanaf het moment dat u uw kind op onze school aanmeldt. Nadat de school de schriftelijke aanmelding ontvangen heeft, onderzoeken wij of onze school de meest passende onderwijsplek is voor uw kind. Dat doen wij door met u te praten over de kwaliteiten en de behoeften van uw kind. Ook vragen wij met uw toestemming informatie op bij de kinderopvang of bij de huidige school waar uw kind op zit.
Soms blijkt dat de school niet aan de onderwijsbehoeften van een kind kan voldoen. In dit geval gaan we met u het gesprek aan en onderzoeken we samen welke school beter past bij de onderwijsbehoeften van uw kind. Daarbij kijken we niet alleen naar speciale (basis)scholen, maar ook naar de mogelijkheden van andere basisscholen in de buurt.
Basisondersteuning
Onze school heeft een stevige basisondersteuning. Kinderen met dyslexie, dyscalculie en een (kleine) leervertraging of een leerversnelling krijgen op onze school passend onderwijs.
Extra ondersteuning
Soms heeft een leerling meer ondersteuning nodig dan de school in de basisondersteuning biedt. Als dat het geval is, bespreekt de leerkracht en/of de intern begeleider dit met u. Samen overlegt u welke mogelijkheden van extra ondersteuning passen bij uw kind. De school kan bij dit gesprek de hulp inschakelen van de deskundige bevoegd gezag van Stichting Leerrijk (afgekort DBG). Het samenwerkingsverband kan ook ingeschakeld worden om extra ondersteuning te financieren. In dit geval vraagt de school een arrangement aan bij het samenwerkingsverband en kan de school een specialist van buiten de school inzetten, die de extra ondersteuning biedt.
Leerlingen die:
- rekenen moeilijk vinden, krijgen extra lessen in een rekengroep;
- lezen moeilijk vinden, werken met programma Bouw! en Letterster;
- taal moeilijk vinden, kunnen gebruik maken van het extra taalaanbod, van het woordenschatprogramma Logo 3000 en zo nodig van de logopediste;
- erg snel leren, gaan naar de plusklas en werken met Levelwerk;
- een eigen leerroute hebben, hebben een eigen plan;
- speciale onderwijsbehoeften hebben, krijgen een passend aanbod (interventie).
Bij extra zorgbehoeften kijken we altijd naar de leerling als geheel. De centrale vraag is:
WAT HEEFT DIT KIND VAN ONS NODIG OM VOORUIT TE KOMEN EN TE GROEIEN IN ZIJN/HAAR ONTWIKKELING?
In overleg met de ouders, externe experts, interne experts, het kind en de leerkracht bekijken we wat mogelijk is. Als ondanks alle inspanningen blijkt dat Kinderboom niet kan bieden wat de leerling nodig heeft, dan gaan we in overleg met ouders en betrokken experts op zoek naar de best passende onderwijsplek.
Extra ondersteuning vanuit Stichting Leerrijk
Naast de extra ondersteuning die op school geboden wordt, zijn er ook mogelijkheden buiten de school. Alle scholen binnen Stichting Leerrijk kunnen voor leerlingen vanaf groep 4 gebruikmaken van de boven schoolse plusklas Breinrijk. De groepen werken onder leiding van gespecialiseerde leerkrachten in hoogbegaafdheid. Breinrijk biedt aan leerlingen, die meer verrijking nodig hebben dan de school kan bieden, een speciaal programma. Dit vindt plaats op basisschool Baardwijk in Waalwijk en basisschool Kinderboom in Kaatsheuvel. Om in aanmerking te komen voor Breinrijk is een aanmeldprocedure ontwikkeld. Informatie hierover kunt u vragen aan de intern begeleider van de school.
Overstap naar het speciaal (basis)onderwijs
Voor de overstap naar een school voor speciaal (basis)onderwijs, wordt een vaste procedure gevolgd. Bij deze procedure betrekt de school de DBG-er en het samenwerkingsverband. De stappen die hiervoor noodzakelijk zijn, bespreken wij met u, zodat de overstap naar de nieuwe school zo soepel mogelijk gaat. Vorig schooljaar zijn er geen leerlingen van onze school overgestapt naar het speciaal (basis)onderwijs.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
We zijn trots op onze school, maar er is altijd ruimte voor verbetering. Onze plannen voor de komende tijd zijn:
- focus op woordenschatonderwijs aan anderstaligen en leerlingen met een taalachterstand;
- leerlingen mede-eigenaar maken van hun eigen ontwikkeling;
- intensieve samenwerking met voorschoolse voorziening t.b.v. een soepele overgang en vroege aansluiting op specifieke onderwijsbehoeften in met name de onderbouw;
- vroeg signaleren van begaafdheid;
- rijke en uitdagende hoeken in de onderbouw;
- planmatig werken volgens 4D-cyclus in alle leerjaren.
In groep 1-2 wordt aangesloten bij de belangstelling en het ontwikkelingsniveau van het kind. Dit gebeurt door middel van planmatig en thematische aanbod in een rijke leeromgeving (rijke hoeken). Er wordt gewerkt aan de doelen uit het digikeuzebord (SLO). Hierbij wordt gebruik gemaakt van o.a. de volgende bronnen: Semsom, kleuteruniversiteit en Faqta. In het aanbod wordt aandacht besteed aan de volgende leerstofonderdelen: grove en fijne motoriek, mondelinge taal, woordenschat (Logo 3000), beginnende geletterdheid, beginnende gecijferdheid, sociaal emotionele ontwikkeling, burgerschap, mediawijsheid, muziek en omgangsvormen.
Groep 1 t/m 4 werkt met het rekenaanbod van de methode Semsom. Semsom is een rekenmethode die speciaal ontwikkeld is voor leerlingen van groep 1 t/m 4 en aansluit bij de onderwijsbehoefte van jonge kinderen. Bewegend en spelend leren is geïntegreerd in elke rekenles. De methode biedt de leerkracht veel mogelijkheden om in te spelen op de behoeftes van de groep.
We leren kinderen omgaan met elkaar en met de natuur. Belangrijk hierin is dat gewenste leerdoelen planmatig aan de orde komen.
Elke dag gaan de kinderen naar buiten, om naar hartenlust te spelen en al spelend hun motorische en sociale vaardigheden te ontwikkelen. Bij slecht weer maken we gebruik van onze eigen goed ingerichte kleuterspeelzaal. Alle kinderen moeten zich veel en veelzijdig kunnen bewegen.
De ontwikkeling van de kleuter wordt gevolgd en geregistreerd in de leerlijn en volgsysteem van het Digikeuzebord. Dit helpt de leerkracht om de ontwikkeling van uw kind goed in beeld te krijgen en het aanbod goed af te stemmen op de behoeften van de leerling. Kleuters met achterstanden worden vroeg gesignaleerd. De meeste van deze kinderen zijn al in beeld bij de start op de basisschool omdat er intensief wordt samengewerkt met de kinderopvang en deze kinderen, na instemming van ouders, besproken worden in een gezamenlijk zorgoverleg tussen school, kinderopvang, GGD en maatschappelijk werk. Er vindt bij deze leerlingen een ‘warme’ overdacht plaats met ouders, pedagogisch medewerker, leerkracht en intern begeleider.