Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
In het schooljaar 2021-2022 werkt de school met een groep 1/2 en 2/3. De kinderen die gedurende het jaar instromen, komen in groep 1/2. Alle leerlingen die na 31 december jarig zijn gaan alleen de ochtenden naar school. Elke ochtend tot 12.00 uur en de woensdag, net als alle leerlingen tot 12.30 uur.
In het schoolondersteuningsprofiel (SOP) staat een aantal zaken beschreven.
1. Elk jaar kijken we naar de groepssamenstelling en bepalen we met elkaar wat de ondersteuningsvragen van leerlingen in de verschillende groepen zijn. Deze verschillen (diversiteit) tussen kinderen drukken we uit in een getal (quotiënt), het diversiteit quotiënt (DQ). Als het DQ van een groep hoog is, dan is er veel ondersteuning gewenst. Het gemiddelde van de groepen hebben we ook berekend. Doorgaans ligt het gemiddelde DQ op reguliere basisscholen tussen de 1 en de 1,2.
2. Elke basisschool zorgt voor de basisondersteuning. Deze ondersteuning wordt elke vier jaar door de inspectie van het basisonderwijs beoordeeld als ‘Zorg en begeleiding’ in het inspectierapport.
3. Daarnaast hebben we als team ook in kaart gebracht wat onze sterke kanten zijn binnen passend onderwijs en waar onze uitdagingen liggen. Deze punten worden gebruikt om ons onderwijs in de toekomst te kunnen verbeteren.
4. Soms zijn er ook leerlingen die meer ondersteuning nodige hebben dan alleen basisondersteuning. We noemen dat:
a. Extra ondersteuning als we dat kunnen leveren op de Eben-Haëzer doordat we de kennis hiervoor binnen het eigen team hebben.
b. Externe ondersteuning als we hiervoor specialisme van buiten de Eben-Haëzer moeten halen. We maken dan gebruik van de kennis van het speciaal (basis) onderwijs.
Onze samenwerkingspartners zijn:
- Het Prisma, school voor S(b)O
- De Ambelt, school speciaal onderwijs (gedragsproblemen)
- De Twijn, school voor kinderen met lichamelijke beperkingen
- De Enkschool, school voor kinderen met spraak- taalproblematiek
- Onze ‘eigen’ externe begeleider (orthopedagoog)
- GGD
- Schoolmaatschappelijk werker (CJG)
- Enzovoort
5. De extra en externe ondersteuning wordt georganiseerd in zogenaamde arrangementen, die we zelf beschikbaar hebben of inkopen bij (andere scholen van) het samenwerkingsverband. De middelen hiervoor worden verstrekt door het samenwerkingsverband.
6. Samenvattend hebben we in het schoolondersteuningsprofiel beschreven in hoeverre we uitvoering geven aan passend onderwijs en welk rol we hierin willen nemen.
Adresgegevens samenwerkingsverband 23-05 en OCW
Contactpersoon Samenwerkingsverband 23-05: Dhr. Koen Oosterbaan, Ossenkamp 8, 8024 AE ZWOLLE
Contactpersoon OCW: Dhr. Joop Groos, j.groos@minocw.nl
WEBSITE: samenwerkingsverband 23-05
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Preventief in plaats van curatief Hoe eerder een kind de juiste ondersteuning krijgt, hoe beter. We streven er dan ook naar om zoveel mogelijk preventief te werken. Dit maakt dat zorgvragen relatief ‘klein’ blijven en dat de negatieve lange termijn gevolgen beperkt blijven. We geven hier invulling aan door met name de kwaliteit van ons signaleringsvermogen te ontwikkelen in de onderbouw en veel in gesprek te blijven over hetgeen we zien waarnemen en ervaren. Zowel de directie als de intern begeleider observeren veel in de onderbouw en gaan vervolgens het gesprek aan. Ook weten leerkrachten een potentiële zorgvraag tijdig te benoemen bij ouders of de intern begeleider. Door zo constant in gesprek te blijven kan er snel worden geanticipeerd op beginnende ondersteuningsvragen ten aanzien van leren en/of gedrag.
De ambitie voor dit jaar is dat er binnen de groepen meer afstemming van onderwijsaanbod plaatsvindt. Om zo tegemoet te komen aan de ondersteuningsbehoefte per leerling. Dit doen we onder ander door planmatig te werken aan de hand van EDI (effectieve directe instructie model).
Onze school werkt effectief samen met voorschoolse voorzieningen. Deze samenwerking is m.n. gericht op informatie-uitwisseling over leerlingen in achterstandsituaties, en het realiseren van een doorgaande leerlijn. Daarnaast werken we samen met vervolgscholen (ook bij een tussentijds vertrek). In alle gevallen betrekken we ouders bij de overgang van hun kind (voorschool – school; school – voortgezet onderwijs; school – andere school). Met betrekking tot leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte werken we samen met het samenwerkingsverband en met zorgpartners.
Taalachterstanden pakken wij aan vanaf het allereerste begin. Daartoe hebben we contact met voorschoolse voorzieningen. Op basis van informatie kunnen de leraren direct aan de slag met kinderen met een taalachterstand. Daar waar nodig zetten we extra taal(lees)onderwijs op het rooster. Groepen, subgroepen of leerlingen die uitvallen bij taal(les)onderwijs krijgen te maken met een intensiever taalaanbod, meer instructie en meer oefening (automatiseren).
De peuterspeelzaal in het schoolgebouw valt onder Prokino.