Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
In een montessorigroep zitten kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar; zowel in de groep (onderbouw (groep 1,2), middenbouw (groep 3,4,5), bovenbouw (groep 6,7,8)) als aan een tafelgroepje. De tafelgroepjes worden een aantal keer per jaar gewisseld, zodat de kinderen elkaar goed leren kennen en leren samenwerken. Ze kunnen van elkaar leren en elkaar helpen. Alleen in een omgeving die door het kind als veilig ervaren wordt, komt het tot ontplooiing. Het kind kan dan uitdagingen aangaan, risico’s nemen, zich durven uiten en samenwerken.
Activiteit is kenmerkend voor het leven en dus ook voor het kind.
Elk kind is nieuwsgierig en wil de omgeving leren kennen. Die behoefte om te leren komt van binnenuit, het is de omgeving die prikkels moet leveren. Het kind is daarin zelf actief; het kan heel goed aangeven waar het door geboeid wordt, het oefent voortdurend en langdurig.
Kinderen verschillen wezenlijk van volwassenen; zij hebben eigen behoeften en activiteiten. Deze komen tot uiting in gevoelige periodes, periodes waarin een kind meer dan ervóór of erna ontvankelijk is voor het leren van bepaalde kennis of vaardigheden. Op deze gevoelige periodes sluiten we in ons onderwijs bij voorkeur aan.
In de onderbouw proberen we vooral aan te sluiten bij de gevoelige periodes. Door de kinderen goed te observeren, kunnen de leerkrachten onder andere taal-, motorische- of rekenwerkjes aanbieden die aansluiten bij het kind. Maar er is ook veel ruimte om te leren door middel van spel. Daarnaast bieden leerkrachten ook groepslessen aan op het gebied van taal, rekenen, motoriek en kosmisch onderwijs.De leerlingen krijgen gemiddeld drie tot vier keer per week bewegingsonderwijs. Deze lessen worden, door de eigen leerkracht en eenmaal per week door de vakleerkracht, in het speellokaal gegeven.
Een kind krijgt veel vrijheid om zelf zijn werk te kiezen en/of in te delen. De leerkracht let erop dat die keuze past binnen de mogelijkheden van het kind. Aan de vrijheid om zelf werk te kiezen, zitten ook regels vast. Deze regels moeten het leren dragen van de eigen verantwoordelijkheid, het samen leren,samenwerken en -leven in een groep mogelijk maken. Dat is vrijheid in gebondenheid!
Naast de leerlijn van het kind, is er ook een leerlijn van de leerkracht. De leerkracht geeft per week individuele instructies en meerdere groepsinstructies rekenen/taal/lezen.
Het kosmisch onderwijs heeft ook een belangrijke plaats binnen ons onderwijs. Kosmisch onderwijs gaat ervan uit alles alles met elkaar samenhangt en van elkaar afhankelijk is. Onder andere de vakken geschiedenis, aardrijkskunde, techniek en natuuronderwijs vallen hier onder, maar ook burgerschap.
Vanaf de middenbouw gaan de leerlingen twee keer per week naar sporthal ‘De Wetering’. Hier krijgen zij les van onze vakleerkracht bewegingsonderwijs
Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.