Basisschool't Skitteljacht

Nachtegaal 1 1616 HB Hoogkarspel

Schoolfoto van Basisschool't Skitteljacht

Het team

Toelichting van de school

Team 't Skitteljacht

We hebben een gemeleerd team, waarin jongere en oudere leerkrachten (mannen en vrouwen) elkaar optimaal aanvullen en inspireren.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Bij verlof van leerkrachten wordt, indien beschikbaar, vervanging geregeld.

Wanneer één van de leerkrachten van de school ziek is, wordt er geprobeerd zo snel mogelijk vervanging te vinden. Met huidige het tekort aan leerkrachten lukt het vinden van een vervanger niet altijd.      

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Voor het eerst naar school

Wanneer een vierjarig kind voor het eerst naar school gaat, moeten er drie partijen even wennen: u, de leerkracht, maar uw kind waarschijnlijk het meest.

Regelmatig naar school

Als uw kind regelmatig op school komt, kunnen de leerkrachten inzicht krijgen in zijn/haar mogelijkheden, persoonlijkheid, enz. Zij kunnen uw kind dan optimaal begeleiden. Wanneer uw kind een tijdje op school zit en aan zijn/haar situatie gewend is, kunt u ook een ochtend in de klas komen kijken. U bent na overleg met de leerkracht van harte welkom.

Werkwijze

De groepen in de kleuterbouw zijn samengesteld uit leerlingen van 4, 5 en 6 jaar. Om de volgende redenen kiezen wij in de kleuterbouw voor gemengde groepen:

-De ouderen helpen de jongeren (voorbeeldfunctie);

-De samenstelling van de groep is natuurlijker en lijkt meer op de situatie in een gezin met meerdere kinderen;

-De oudere kinderen hebben al een zekere mate van zelfstandigheid, hierdoor kunnen de jongeren de aandacht krijgen die ze nodig hebben;

-De nieuwe kinderen zijn vlugger op hun gemak gesteld, doordat ze worden opgevangen door kinderen die zich al thuis voelen;

-De kinderen leren veel van elkaar, de jongere van de oudere kinderen, maar ook omgekeerd.  

In de groepen 1 en 2 werken we met het International Early Years Curriculum (IEYC). Het uitgangspunt is dat een rijke leeromgeving ondersteunend is aan de brede ontwikkeling van het kind. Bij iedere unit (thema) wordt er samen met de kinderen gewerkt aan het opbouwen van deze rijke leeromgeving, zodat de nieuwsgierigheid bij kinderen geprikkeld wordt en zij zich uitgedaagd voelen om te spelen en te ontdekken. Zo ontwikkelen ze belangrijke persoonlijke eigenschappen als zelfvertrouwen, doorzettingsvermogen en aanpassingsvermogen. Ze ontdekken ook waar hun talenten liggen. Interactie met de omgeving en de leerkracht is hierbij essentieel om tot leren te komen. Er zijn zes vaste speelleerplaatsen voor verschillende gerichte speelleeractiviteiten. De speelleerplaatsen zijn:

-Centrale themaplaats

-Huisplaats Bouw- en constructieplaats

-Ontdekplaats

-Zand- en waterplaats

-Informatieplaats

-Atelier

Tijdens het onderzoek en spel in deze speelleerplaatsen ontwikkelen de kinderen zich op de vier ontwikkelgebieden: taal, rekenen, sociaal-emotioneel en motoriek. Via Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind (4-7 jaar) wordt de ontwikkeling nauwgezet gevolgd in ons digitale leerlingvolgsysteem. Spelen is voor het jonge kind de meest effectieve wijze om tot ontwikkeling te komen. Spel is daarom de basis van het Early Years programma. Ontwikkelingen die bij jonge kinderen plaatsvinden tijdens de kleuterfase zijn die van:

-Impliciet (onbewust) naar expliciet (bewust) leren;

-Ik-gericht naar samen;

-Handelend en manipulerend naar gericht en vooraf bedacht.

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Vijf-gelijke-dagenmodel

Dit model omvat een continurooster waarin de vijf schooldagen eenzelfde duur hebben. De leerlingen blijven tussen de middag over op school. Iedere schooldag begint op 8.30 uur en eindigt om 14.15 uur. Wij gaan per dag uit van vijf uur onderwijstijd.

De kennisvakken

Rekenen en wiskunde (Semsom en Snappet)

In de groepen 3 en 4 leren de leerlingen rekenen met Semsom. In de methode Semsom is veel aandacht voor bewegend leren.

Vanaf groep 5 werken de leerlingen met Snappet. Dit is een tablet waarop de verwerking van het rekenonderwijs plaatsvindt. De leerkracht kan direct zien hoe de opdrachten gemaakt worden. Leerlingen die alles goed maken gaan automatisch naar moeilijkere opdrachten. Opdrachten die te moeilijk blijken te zijn worden ook automatisch naar beneden aangepast. De leerlingen werken op deze manier op hun niveau. De instructie blijft hetzelfde en is noodzakelijk.

Nederlandse taal: (Veilig Leren Lezen en Nieuw Nederlands Junior)

Nieuw Nederlands Junior is een complete aanpak voor taalonderwijs. Taal, spelling en lezen sluiten op elkaar aan. Een manier die werkt én leuk is, waarbij leerlingen actief leren door te doen en te proberen. De eindopdrachten voor taal zijn creatief, bijvoorbeeld een rap, reisgids of vlog. De methode sluit goed aan bij de gebruikte methodes in het voortgezet onderwijs.

Engelse taal: (Blink Engels, groep 5 t/m 8)          

De lesmethode Blink Engels wordt gebruikt in de groepen 5 t/m 8. Alle vaardigheden komen aan bod: luisteren, lezen, spreken en schrijven. Populaire popmuziek zijn de basis van deze methode. Wie wil er nou niet begrijpen wat hun idolen zingen?

De wereldoriënterende vakken: (IPC)

In groep 1 t/m 8 wordt gewerkt met het International Primary Curriculum (IPC). IPC gaat ervan uit dat kinderen op hun best leren door boeiende, actieve en zinvolle lessen. Leren op een effectieve en leuke manier, op basis van hoge verwachtingen. Leerlingen werken aan hun zelfvertrouwen en ontdekken hun eigen talenten. Het is daarbij onmisbaar dat kinderen ook begrip leren hebben voor elkaar. Ze leren zich verplaatsen in de belevingswereld van hun klasgenootjes en in die van andere mensen, dichtbij en ver weg. Leren over normen en waarden ofwel waarde(n)vol leren.

Het IPC-curriculum werkt met duidelijk omschreven leerdoelen en thema’s, die we units noemen. Elke unit sluit aan op de emotionele en geestelijke ontwikkeling van het kind en is zo opgebouwd dat de focus op het leerproces ligt. Voorbeeld unit ‘Chocolade’. Bij het vak kunst ontwerpen leerlingen een verpakking. Bij geschiedenis wordt chocolade in een historisch perspectief gezet en leggen we de verbanden met het heden. Bij het vak natuur staat voedsel als brandstof centraal en bij aardrijkskunde worden kinderen uitgenodigd om te onderzoeken waar op aarde cacaobomen groeien. Een IPC-unit is een overkoepelend thema waarin alle zaak- en creatieve vakken aan bod komen. De vakken staan bij IPC niet op zichzelf, maar zijn met elkaar verbonden. Leerlingen leren verbanden zien tussen de vakken, nemen actiever deel aan het onderwijs en leren denken vanuit verschillende invalshoeken.

De units hebben een vaste structuur. Leren staat in het IPC-curriculum centraal. Elke unit wordt op een inspirerende manier geopend. De opening is bedoeld om kinderen betrokken en enthousiast te maken. Dan volgt de ‘kennisoogst’. Welke kennis is al aanwezig bij de kinderen? Dan volgt een uitleg door de leraar met oog voor ‘the big picture’. Eenmaal klaar zijn de kinderen voldoende uitgerust om op onderzoek uit te gaan en hun bevindingen te verwerken. De leerkracht is de coach en in de buurt om waar nodig te helpen. Uiteindelijk sluiten we het thema af waarbij de leeropbrengst gevierd wordt.

Burgerschap en IPC:

Samenleven kun je leren en je kunt er niet vroeg genoeg mee beginnen! Thuis, in de nabije omgeving en natuurlijk op onze school. Leren hoe je samenleeft is burgerschapsvorming. Kinderen leren kennis hebben van, inzicht krijgen in en respect hebben voor de drie basiswaarden: vrijheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Met IPC werken kinderen voortdurend aan actief burgerschap. Dat doen ze vanuit verschillende invalshoeken en vakgebieden. Hoe zit dat precies? Vakken: Binnen IPC komen meerdere vakken aan bod die in een leerlijn zijn uitgewerkt in het IPC-curriculum. De burgerschapsvakken die zijn opgenomen zijn ‘Internationaal’ (wereldburgerschap) en ‘Mens & Samenleving’. Mondiale kwesties als wereldvrede, duurzaamheid en armoedebestrijding komen aan bod. Leerlingen krijgen voortdurend een wisselend perspectief aangeboden en ontdekken zo zelf overeenkomsten en verschillen tussen culturen en landen. Persoonlijke ontwikkeling: Persoonlijke ontwikkeling en burgerschap gaan hand in hand. Leerlingen hebben persoonlijke en sociale vaardigheden nodig om zich te ontwikkelen tot een wereldburger met alles wat daarbij komt kijken. Ontwikkeldoelen: Bij IPC oefenen kinderen met een achttal ontwikkeldoelen. Het gaat om: aanpassingsvermogen, communicatie, samenwerking, onderzoek, ethiek, veerkracht, respect en bedachtzaamheid. De taken zijn zo geschreven dat kinderen voortdurend ervaringen opdoen die prikkelen en aanzetten tot oefenen. Reflecteren: Om tot inzichten te komen geef je leerlingen de ruimte om op de procesdoelen te reflecteren. Ook het vieren van waar je beter in bent geworden en het stellen van nieuwe doelen zijn belangrijke momenten in het leerproces. Units: IPC werkt met thema’s (units). Een aantal units heeft specifiek betrekking op actief burgerschap, bijvoorbeeld ‘Samenleven’ en ‘Voortrekkers van verandering’. De grote problemen van deze tijd komen overigens in meerdere units aan bod, bijvoorbeeld in: ‘Weer & Klimaat’, ‘Het Milieu’ of ‘Nederland Waterland’

Vormingsonderwijs:

Op onze school bestaat er voor de groepen 3 t/m 6 de mogelijkheid godsdienstonderwijs te volgen. De lessen zijn niet verplicht en vinden plaats onder schooltijd. De lessen worden gegeven door een vakleerkracht. Leerlingen die niet kiezen voor godsdienstonderwijs blijven bij de groepsleerkracht. Meestal gaan de lessen over thema’s, waarna de betekenis ervan wordt toegelicht met voorbeelden uit de belevingswereld van het kind. Het thema kan voorts verduidelijkt worden d.m.v. een tekening, het maken van een krant of collage, spel of dramatische expressie. 

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Rapportage

In het schooljaar wordt een aantal contactmomenten gehouden. Tijdens deze contactmomenten kan de leerkracht u uitnodigen voor een 10-minutengesprek. U kunt ook zelf van de gelegenheid gebruik maken door een gesprek met de leerkracht aan te vragen. De data zijn terug te vinden op onze jaarkalender. Twee keer per schooljaar, in de maanden januari en juni, wordt u door middel van een rapport ingelicht over de vorderingen van uw kind(eren). In november worden alle ouders voor een voortgangsgesprek uitgenodigd naar school te komen. Natuurlijk kunt u te allen tijde een gesprek met de leerkracht aanvragen. U kunt daarvoor na schooltijd een afspraak maken.

Leerlingvolgsysteem

Het leerlingvolgsysteem bestaat uit verschillende instrumenten om de leerling in zijn ontwikkeling te volgen. In de kleutergroepen wordt gebruik gemaakt van een observatiesysteem (Leer- en ontwikkelingslijnen jonge kind 4-7 jaar in Parnassys) waarbij gekeken wordt naar de volgende gebieden: kringgedrag, speelgedrag, werkgedrag, sociaal- emotioneel gedrag, taal, motoriek, zintuiglijke ontwikkeling, ordenen en zelfredzaamheid. Ook in de groepen 3 t/m 8 wordt d.m.v. observaties gekeken hoe de leerlingen zich ontwikkelen. Naast observeren bestaat het leerlingvolgsysteem uit:

-Methode gebonden toetsen

-Methode ongebonden toetsen (IEP cognitieve vaardigheden (hoofd) én leeraanpak, sociale vaardigheden en creatief vermogen (hart en handen)

-DHH (Digitaal Handelingsprotocol Hoogbegaafdheid)

-Parnassys

De speciale zorg

Soms heeft een leerling meer aandacht nodig dan een ander. De leerkracht merkt dat meestal snel en zal dit binnen de groep zoveel mogelijk proberen op te lossen. Toch lukt het niet altijd. De leerling heeft dan behoefte aan een andere vorm van hulp. De leerkracht bespreekt dit met de intern begeleider en de ouders. Vervolgens wordt voor de leerling een plan op maat gemaakt, een zogenaamd individueel handelingsplan. Na verloop van tijd wordt bekeken of dat plan succes heeft gehad. Indien nodig komt er een vervolg. Mocht de geboden zorg niet toereikend zijn dan kan een kind in het ondersteuningsteam (OT) besproken worden. In dit team zitten naast de leerkracht, de intern begeleider en de directeur van de school standaard ook een pedagoog en een gedragsspecialist. Daarnaast kunnen er, waar nodig, ook externen aanschuiven.   

Blokplannen

In onze uitwerking van zorg in de klas, kiezen wij voor handelingsgericht werken onder andere door het werken met blokplannen. In een blokplan staat beschreven hoe en voor welke leerlingen er wordt afgeweken van de leerstof in de gehanteerde methode. Wij werken met convergente differentiatie middels Expliciete Directe Instructie. Alle leerlingen doen mee aan de  klassikale instructie. Daarna gaan de kinderen de leerstof zelfstandig verwerken, zodat de leerkracht tijd heeft om de zwakke leerlingen verlengde instructie te geven. Voor de meer- en hoogbegaafde kinderen is er verdiepingsstof. Bij EDI staat de leerkracht centraal: hij legt uit, doet voor, oefent eerst samen met de kinderen en laat hen dan zelfstandig oefenen. Bij convergente differentiatie is de klas in drie niveaus verdeeld: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau. Deze drie niveaus zijn terug te vinden in het blokplan. Incidenteel wordt er een individueel handelingsplan opgesteld.       

Passend onderwijs

Op 1 augustus 2014 is de wet passend onderwijs ingegaan. Het doel van deze wetswijziging is om ieder kind onderwijs te bieden dat hem of haar zo goed mogelijk helpt ontwikkelen en zo thuisnabij mogelijk is. Om dit mogelijk te maken zijn scholen intensiever met elkaar gaan samenwerken. Onder passend onderwijs wordt verstaan dat elk kind het onderwijs krijgt, dat bij hem of haar past. Dat hoeft echter niet binnen het reguliere onderwijs te zijn. Soms kan een plaats op het SBO of SO geschikter zijn om passend onderwijs te krijgen. Alle scholen voor primair onderwijs in de regio West Friesland, inclusief de scholen voor speciaal onderwijs en speciaal basisonderwijs, zijn verenigd in Passend Onderwijs West-Friesland. Dit samenwerkingsverband  ondersteunt de scholen bij het organiseren en aanbieden van passend en thuisnabij onderwijs.

Grenzen aan integratie

Gegeven de faciliteiten voor de school wordt een verzoek tot extra zorg zorgvuldig overwogen behandeld.

Schoolkeuzeprocedure

Een leerling krijgt eind groep zeven een eerste indicatie voor een advies en heeft halverwege groep acht van de basisschool een definitief schooladvies gekregen. Op basis van dit schooladvies wordt een kind aangemeld bij een VO-school. Het schooladvies is gebaseerd op:

-De leerprestaties van groep 6, 7, 8;

-De sociaal-emotionele ontwikkeling van een kind;

-De werkhouding met concentratie, motivatie en doorzettingsvermogen;

-De informatie uit leerling-besprekingen van de basisschool.

Het is een weloverwogen advies waar niet alleen de resultaten van het laatste schooljaar worden meegenomen. Het is wettelijk geregeld dat de basisscholen een doorstroomtoets afnemen. 

Onderwijskundig rapport

Als een kind van (basis)school verandert, wordt een onderwijskundig rapport opgesteld. Het onderwijskundig rapport is een wettelijk verplicht document. Het onderwijskundig rapport voldoet aan een aantal eisen. Als het onderwijskundig rapport wordt opgesteld in verband met de overgang naar het voorgezet onderwijs, dan neemt de basisschool in het onderwijskundig rapport ook het schooladvies mee.   Het onderwijskundig rapport heet in Parnassys OSO en wordt digitaal ‘opgehaald’ uit het leerlingvolgsysteem van de oude school.   

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

Op onze school worden ICT leskisten ingezet als aanvulling op het huidige onderwijsaanbod

Op onze school meten en evalueren wij leerprestaties middels referentieniveaus

Op onze school wordt Taal in Blokjes preventief ingezet naast Nieuw Nederlands Junior spelling

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Voorschoolse educatie: voor kinderen van 2,5 tot 4 jaar (aanbod bij Kappio, Woelwaters)

Voorschoolse educatie is voor peuters van 2,5 tot 4 jaar, waarvan het ouders niet lukt om de ontwikkeling van hun kind thuis voldoende te stimuleren. Zo krijgen deze kinderen een goede start op de basisschool. Bij voorschoolse educatie gaat uw kind ongeveer 16 uur per week naar een kinderopvang. Deze opvang heeft een speciaal programma om de ontwikkeling van uw kind te stimuleren.

Vroegschoolse educatie: voor kinderen uit groep 1 en 2

Uw kind mag vanaf 4 jaar naar de basisschool. Dat geldt ook voor kinderen die naar de voorschoolse educatie gingen. Ook op de basisschool is er extra aandacht voor kinderen die dat nodig hebben.

In groep 1 en 2 wordt gewerkt met IEYC. Net als het IPC is het IEYC ontwikkeld met oog voor de laatste stand van zaken in de wetenschap. Denk bijvoorbeeld aan onderzoek naar het lerende peuterbrein. Het IEYC helpt het brein van het jonge kind spelenderwijs leren. Op die manier stimuleren we optimaal de persoonlijke, emotionele en sociale ontwikkeling van het jonge kind. Een bijkomend voordeel van het IEYC is dat kinderen vertrouwd raken met de IPC-werkwijze voordat ze naar groep 3 gaan.

Het IYEC aanbod wordt uitgebreid met Logo3000 om de woordenschat te bevorderen.

Terug naar boven