Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635168" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het doel van burgerschapsonderwijs
Scholen bereiden leerlingen voor op hun latere functioneren in de maatschappij. Daar zijn niet alleen de basisvaardigheden taal en rekenen voor nodig, maar ook kennis om als zelfstandige burgers te kunnen leven. Kinderen leren hun eigen normen en waarden herkennen en kunnen daarmee een eigen identiteit vormen. Scholen zijn wettelijk verplicht aandacht te besteden aan burgerschap en sociale integratie. Dat hoeft niet als apart vak. Burgerschap mag in andere vakken worden geïntegreerd.
De schoolloopbaan van uw kind begint met spelend leren. De leerkrachten stemmen de thema's waarover gewerkt wordt af op de interesses van de kinderen. Op deze manier komen de kinderen in aanraking met verschillende onderwerpen en situaties die voor hen betekenisvol zijn.Een thema duurt circa zes tot acht weken. Bij het thematiseren verbinden de leerkrachten hun bedoelingen met de betekenissen van de leerlingen. Zij zorgen ervoor dat het spel nieuwe impulsen krijgt. Thematiseren vraagt om voorbereiding, oefening, observatie en reflectie in elke fase van het thema.Wij maken onderscheid tussen vijf kernactiviteiten die de basis leggen voor de verdere leerprocessen. Deze activiteiten zijn: spel, constructief en beeldend, gesprek, lees en schrijf, rekenen. Daarnaast besteden wij aandacht aan het ontwikkelen van creativiteit en sociaal-emotionele vorming. Met spellessen in het speellokaal en buiten bevorderen wij de lichamelijke ontwikkeling. Dit gebeurt op veel verschillende manieren. Om vroegtijdig problemen te signaleren voeren de leerkrachten regelmatig observaties uit. Wij volgen de kinderen nauwkeurig via het leerlingvolgsysteem "Looqin".
In de groepen 3 t/m 8 sluiten wij aan bij de ontwikkeling van de kinderen die zij hebben opgedaan in de groepen 1-2 vanuit de principes van basisontwikkeling.Basisontwikkeling gaat uit van de eigen ontwikkeling van kinderen. Elk kind ontwikkelt zich anders. Om zich te kunnen ontplooien moet het kind zich vrij en veilig voelen. De methode vormt daarbij het uitgangspunt van werken. Op onze school werken we ook met weektaken.Belangrijk is dat kinderen hierdoor leren plannen, keuzes maken en organiseren. De leerkrachten volgen, begeleiden en sturen de kinderen en hanteren als rode draad de methodes bij de verschillende vakgebieden.
Leren gebeurt in een doorlopend proces tot en met groep 8. Om vroegtijdig problemen te signaleren, nemen de leerkrachten regelmatig toetsen af. Dit doen wij d.m.v. het leerlingvolgsysteem IEP. De keuzes die wij maken om het streefniveau, waarop kinderen uitstromen naar het VO, te bereiken staan beschreven in het schoolplan. Daarin staat ook welke ontwikkelingen er de komende jaren op school lopen en welke inhoudelijke keuzes daaraan ten grondslag liggen.
Binnen onze lessen zoeken wij naar samenhang tussen de verschillende vakken. Hierdoor ontstaat overlap tussen de lesstof. Zo wordt bijvoorbeeld tijdens de lessen wereldoriëntatie ook aandacht besteed aan begrijpend lezen en woordenschat.
In dit document kunt u lezen wat de school kan bieden op het gebied van passend onderwijs. Voor meer vragen kunt u zich wenden tot de school.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
De samenwerking binnen het kindcentrum biedt veel kansen om de ondersteuningsbehoefte te versterken. Wij onderzoeken hoe wij de drempels voor de kinderen zoveel mogelijk weg kunnen halen. Zo zijn wij bezig om te bepalen hoe wij de kinderen zo goed mogelijk kunnen laten instromen vanuit de peuterschool en kinderopvang. Door bijvoorbeeld bijna vierjarigen te laten meedoen met de kleuters onder begeleiding van een pedagogisch medewerker.
Ook kijken wij hoe wij binnen het kindcentrum voor ieder kind de beste onderwijsplek kunnen realiseren.
De Kei heeft een goede samenwerking met de voorschoolse voorziening bij de overdracht van de kinderen naar de basisschool. Relevante informatie wordt aan de leerkrachten van groep 1 overgedragen en ook mondeling besproken. Voor de overstap naar de basisschool is een werkwijze opgesteld.
Binnen het kindcentrum wordt inhoudelijk samen gewerkt tussen school en opvang. Dit zorgt dat de drempel tussen opvang en school zo laag mogelijk is. Dit vergemakkelijkt de overstap voor kinderen.
De twee specialisten "jonge kind" zetten de leerlijnen uit voor het spelend leren in de onderbouw. Wij werken hierbij samen met de "Kleuterrevolutie". Hierbij volgen de leerkrachten van de onderbouw scholing. Naar aanleiding van de scholing passen zij de leerpleinen en de indeling van de klassen regelmatig aan.De voorschoolse voorziening omvat een kinderopvang en peuterschool.
Zindelijkheid
Als uw kind 4 jaar is en naar school gaat, verwachten wij dat de kinderen zindelijk zijn. Wat verwachten wij:
- Uw kind voelt aan wanneer hij/zij naar het toilet moet.
- Uw kind kan zelfstandig naar de wc.
- Uw kind kan zijn eigen billen afvegen.
Voor kleine, incidentele plasongelukjes is het handig om uw kind een schoon setje kleding mee te geven. Het verschonen van ontlasting kan de school niet verzorgen. De leerkracht kan de klas hiervoor niet verlaten, zij heeft de verantwoordelijkheid voor de kinderen in de groep.
We zullen daarom met u afspreken dat de leerkracht u belt om uw kind te komen verschonen. Als u zelf niet in de gelegenheid bent om dit te doen vragen we u iemand anders hiervoor naar school te laten komen.
Wij vragen u om eventuele zindelijkheidsproblemen, tijdens het kennismakingsgesprek, kenbaar te maken bij de leerkracht.