SO De Pyler

Meezenbroekerweg 5 6412 VK Heerlen

  • Schoolfoto van SO De Pyler
  • Schoolfoto van SO De Pyler
  • Schoolfoto van SO De Pyler

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Uitgangspunt voor het beleid inzake sociale opbrengsten op onze school is het programma van Leefstijl. Leefstijl is een programma voor sociale competenties en democratisch burgerschap. Dit programma helpt onze school een gemeenschap te vormen waarin we leerlingen actief aanspreken op hun verantwoordelijkheid voor elkaar, hun omgeving, voor de schoolgemeenschap en de samenleving. Met de programma's besteden we aandacht aan basale sociale-emotionele en burgerschapscompetenties die wenselijk zijn in een democratische samenleving, zoals je verplaatsen in een ander, op een democratische manier met elkaar beslissingen nemen, openstaan voor verschillen tussen mensen, constructief conflicten oplossen, omgangsvaardigheden en verantwoordelijkheid nemen voor de gemeenschap. Wij willen kinderen op onze school zich niet alleen optimaal laten ontwikkelen in de academische vakken, zoals taal en rekenen, maar wij willen ook een bijdrage leveren aan de sociale en maatschappelijke vorming van leerlingen. Dat het ook goede mensen worden die op hun beurt een bijdrage aan de samenleving zullen leveren. Onze school dient ook een school te zijn waar álle kinderen zichzelf kunnen zijn en zich veilig en prettig voelen. Alleen dan kunnen ze leren. We doen daarnaast veel om sociale veiligheid te bevorderen en om ongewenst gedrag zoals pesten te voorkomen. (Zie bijlage Beleidsplan Sociale Veiligheid). 

Wat beogen we met actief burgerschap en sociale integratie/ opbrengsten? 

In de kerndoelen voor het basisonderwijs is met betrekking tot burgerschap aangegeven:

  • De leerlingen leren hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger.
  • De leerlingen leren zich te gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaarde waarden en normen.
  • De leerlingen leren hoofdzaken over geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen.
  • De leerlingen leren zorg te dragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en van anderen.
  • De leerlingen leren zich redzaam te gedragen in sociaal opzicht als verkeersdeelnemer.
  • De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu.  

Actief burgerschap is een deel van de pedagogische opdracht van de school. Dit betekent dat wij niet volstaan met het aanbieden van traditionele kennis uit de schoolvakken, maar ook door het burgerschap actief te integreren en op deze manier de leerlingen zelf te laten ervaren wat dit begrip werkelijk betekent.

  • Wij stimuleren de leerlingen om zelf taken aan te pakken waarmee zij bijdragen aan gemeenschapsbelangen op buitenschools terrein en betrekken daar buitenschoolse connecties bij.
  • Wij zoeken mogelijkheden voor leerlingen om een actievere rol te spelen in de schoolgemeenschap met meer verantwoordelijkheden voor besluitvorming en uitvoering.  

Wat zegt de Inspectie van het Onderwijs over sociale ontwikkeling: Een goede sociale ontwikkeling, met goede sociale vaardigheden, heeft grote invloed op de levensloop van leerlingen. Het bevordert leren, helpt uitval voorkomen en leidt tot betere kansen op de arbeidsmarkt. De sociale en maatschappelijke competenties waarmee leerlingen het onderwijs verlaten zijn belangrijk om op een goede manier met anderen te kunnen samenleven, en nodig als fundament voor onze democratische samenleving. Dat maakt de aandacht die scholen geven aan bevordering van ‘actief burgerschap en sociale integratie’ van groot belang. Een taak weggelegd voor SO De Pyler! 

Voor verdere informatie zie: https://www.innovo.nl/zoeken.html?id=actief+burgerschap+en+sociale+integratie

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Veiligheid
  • Respect
  • Verantwoordelijkheid

De oud-leerlingen in het voortgezet onderwijs

Toelichting van de school

Een belangrijk punt in iemands schoolcarrière is de overgang van basisschol naar voortgezet onderwijs (van PO naar Vo); ofwel van SO naar V(S)O. Onze school heeft wettelijk gezien de verplichting om te werken met een OPP (= Ontwikkelings Perspectief Plan). Binnen 6-8 weken na plaatsing stellen wij – in samenspraak met ouders en leerling – het perspectief vast en plannen wij het aanbod van zorg. Hiermee is onlosmakelijk (vanaf DL 30) het benoemen van een uitstroombestemming verbonden. Dit wordt jaarlijks besproken met de ouders (tijdens de voortgangsgesprekken).

Leerlingen die aan het einde van het schooljaar 12 jaar of ouders zijn en waarvan verwacht wordt dat ze dit schooljaar de school gaan verlaten, komen in principe in aanmerking voor een eindonderzoek. Binnen de CvdB worden deze leerlingen besproken om te kunnen beoordelen of deze leerlingen qua ontwikkelingsniveau toe zijn aan vervolgonderwijs. De volgende onderzoeken vinden plaats in het kader van het eindonderzoek:

  • Cito Leerling in Beeld leerlingvolgsysteem en methode gebonden toetsen;
  • Doorstroomtoets “Route 8”
  • Intelligentieonderzoek (mag niet ouder dan 2 jaren zijn).

N.B. In februari van het laatste schooljaar maken alle leerlingen de Doorstroomtoets. Dit is verplicht. Met de Doorstroomtoets kunnen leerlingen laten zien wat ze op de (speciaal)basisschool hebben geleerd. De groepsleerkracht geeft, na overleg met de CvdB, in januari een voorlopig schooladvies voor het onderwijsniveau in het voortgezet (speciaal)onderwijs. Dit wordt ook al gegeven in het voorlaatste schooljaar in juni. Als de leerlingen bij de Doorstroomtoets een hoger advies krijgen dan het voorlopig advies, dan geeft de school een hoger definitief advies. Alleen als het in het belang van de leerling is, kan de school besluiten het advies niet te verhogen. De school moet de keuze dan wel motiveren. De Doorstroomtoets is geen examen, leerlingen kunnen niet slagen of zakken.

Alle onderzoeken worden door de orthopedagoog uitgewerkt en samenvattend weergegeven in het OPP. De leerkracht actualiseert voor alle leerlingen het OPP met bijbehorende evaluaties en een overzicht van het didactisch presteren. Binnen de CvdB wordt met de groepsleerkracht tijdens een leerlingbespreking alle informatie rondom de leerling besproken en wordt een advies voor het vervolgonderwijs geformuleerd. Dit gebeurt in juni van het voorlaatste jaar en in november/ december van het laatste schooljaar.

Leerlingen die als advies een reguliere uitstroom hebben gekregen, moeten in de laatste week van maart worden aangemeld op de middelbare school naar keuze. Leerlingen die de overstap maken naar het voortgezet speciaal onderwijs (VSO) kunnen zich al eerder met een voorlopig schooladvies aanmelden bij het VSO. Dit kan door het tekenen van een toestemmingsverklaring door ouders/verzorgers, waarmee ze toestemming geven om het dossier van hun kind te delen met het Samenwerkingsverband (SWV) VO.   

Tijdspad:

  • Juni (vorig schooljaar): Oudergesprek waarin het voorlopig schooladvies wordt gegeven.
  • September: Startgesprek waarin het voorlopig advies nogmaals wordt besproken. Ouders kunnen dan eventueel al toestemming geven voor het delen van het dossier met het SWV VO.
  • Oktober/ november: Oudergesprek m.b.t. de doelen in het OPP. Het voorlopig schooladvies wordt wederom besproken.
  • Januari: Oudergesprek m.b.t. voorlopig schooladvies en een voorlopige schoolkeuze.
  • Februari: Doorstroomtoets.
  • Midden maart: Oudergesprek m.b.t. definitief schooladvies.
  • Eind maart: Centrale aanmeldweek voor leerlingen die de overstap maken naar het reguliere VO.

 

Toelichting Samenwerkingsverband VO.

Voortgezet onderwijs Parkstad kiest voor “zo inclusief mogelijk”  Passend onderwijs gaat in Parkstad een volgende stap zetten. Afgelopen half jaar hebben alle scholen voor voortgezet onderwijs en het voortgezet speciaal onderwijs (vso) de handen ineen geslagen. Samen hebben ze als uitgangspunt gekozen om zo inclusief mogelijk onderwijs te bieden. Sommige leerlingen hebben (veel) speciale ondersteuning nodig en dat kon in het reguliere voortgezet onderwijs vaak niet geboden worden. Sinds schooljaar 2020/2021 is, door samenwerking tussen het regulier en voortgezet speciaal onderwijs, het mogelijk worden om naar een reguliere school te gaan. Deelname aan het regulier onderwijs biedt veelal de beste kansen op vervolgonderwijs en arbeid.  

Hoe gaat het in zijn werk?

Leerlingen die aangewezen lijken/zijn op het (voortgezet) speciaal onderwijs zullen met ondersteuning vanuit de vso-school geadviseerd worden om in te stromen in een reguliere school in de buurt. De leerling komt met zijn buurt- en leeftijdgenoten op dezelfde school te zitten. De vso-school zorgt, indien nodig, voor begeleiding op de onderwijsplek waar de leerling onderwijs volgt.

Voor een leerling uit het (voortgezet) speciaal onderwijs waarvoor zo’n overstap niet mogelijk is, verandert er niets. Het vso blijft onderwijs en ondersteuning bieden en gaat toewerken naar een mogelijk later moment van overstap naar regulier (vervolg)onderwijs of reguliere arbeid. Alle vo-scholen uit Parkstad nemen deel aan het netwerk ‘zo inclusief mogelijk onderwijs’ en worden ondersteund op de werkvloer vanuit dit netwerk. Op deze wijze krijgt de leerling wat hij/zij nodig heeft: een veilige leeromgeving en de benodigde expertise en ondersteuning. De schoolbesturen en de gemeenten in Parkstad zijn met elkaar overeengekomen om van Parkstad een zo inclusief mogelijke regio te maken waarin iedereen kan meedoen. Dit gebeurt zo dicht mogelijk bij huis met geïntegreerde zorg en ondersteuning. Voorwaarde is dat  zorg en ondersteuning, zowel vanuit jeugdhulp als vanuit het onderwijs, samen kunnen werken op de plek waar dat nodig is, in dit geval de school. In de knooppunt-overleggen met ouders, school en hulpverlening wordt afgesproken wie welke ondersteuning en zorg gaat bieden, wat de doelen van die ondersteuning en zorg zijn, hoe lang dat duurt en hoe dat gemonitord wordt.

Waar zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet (speciaal) onderwijs?

Leerlingen in het speciaal onderwijs stromen meestal door naar het voortgezet speciaal onderwijs. Daar kunnen ze blijven tot en met het schooljaar waarin ze 20 jaar worden. Wanneer een leerling in het speciaal onderwijs 12 jaar wordt, maken de school en de ouders samen die afweging. De vraag is dan of de leerling inderdaad doorstroomt naar het voortgezet speciaal onderwijs of naar een gewone middelbare school. Soms zijn leerlingen na het speciaal onderwijs niet meer te vinden in het bekostigde onderwijs in Nederland. Bijvoorbeeld omdat ze zijn verhuisd naar het buitenland, les krijgen op een particuliere school of geen onderwijs meer volgen. Deze leerlingen vallen in de categorie 'overig'.
In het derde jaar
Weergave Plaats in het voortgezet onderwijs in het derde jaar

Bron

Wat zegt de inspectie over de school?

Toelichting van de school

Geen toelichting in het SchoolVenster.

Terug naar boven