Om tot goed kwaliteitszorgbeleid te komen vinden wij het van belang dat dit doelgericht, systematisch, integraal en van iedereen is. Om de kwaliteit van ons onderwijs te borgen en te verbeteren evalueren wij jaarlijks het bijna voorbije schooljaar. Dat gebeurt systematisch en cyclisch. Het doel is de gewenste kwaliteit van activiteiten samen zo concreet mogelijk te benoemen, de uitvoering gericht te volgen en samen na te gaan of de gewenste kwaliteit is bereikt. Is dat het geval, dan moet de kwaliteit worden geborgd, is dat niet het geval dan dient deze te worden verbeterd tot zij aan de norm voldoet.
De belangrijkste kenmerken en kwaliteitsaspecten van onze school zijn:
- We beschikken over een meerjarenplanning voor kwaliteitszorg;
- We beschikken over meerdere evaluatieplannen waardoor geborgd is dat de verschillende beleidsterreinen stelselmatig geëvalueerd en beoordeeld worden;
- We laten de kwaliteit van onze school cyclisch beoordelen door ouders, leerlingen en leerkrachten;
- We werken planmatig aan verbeteringen;
- We evalueren stelselmatig of onze verbeterplannen gerealiseerd zijn;
- We borgen onze kwaliteit (o.a. door zaken op schrift vast te leggen);
- We rapporteren aan belanghebbenden (inspectie, bevoegd gezag, MR en ouders).
Als school zijn we sterk gericht op het steeds verbeteren van onze persoonlijke kwaliteit (zowel directie als team). Het uitgangspunt voor onze professionalisering is onze visie die vertaald is in ambities, in doelen en in prestatie-indicatoren voor ons (onderwijskundig) handelen. Op onze school:
- Beschikken we over een heldere missie en visie;
- Vormen onze visie en de ambities het uitgangspunt voor onze professionalisering;
- Is de schoolleiding sterk gericht op de ontwikkeling van het team;
- Heeft de schoolleiding zicht op de sterke kanten en de verbeterpunten van de leerkrachten (en het team als geheel);
- Beschikt de schoolleiding over een professionaliseringsplan, specifiek uitgewerkt in een scholingsplan (jaarlijkse update).
T.a.v. het meten van onze basiskwaliteit:
De Inspectie van het Onderwijs beschrijft in haar waarderingskader de basiskwaliteit op vastgestelde standaarden. Middels het stelselmatig en consequent evalueren van de betreffende indicatoren (o.a. SOP, schooljaarplan, schoolzelfevaluatie, sociale veiligheid, behaalde resultaten, didactisch en pedagogisch handelen van de leerkrachten, etc.) borgen en verbeteren we de kwaliteit van ons onderwijs. Daarnaast houden we 1x per twee jaar een uitgebreid tevredenheidonderzoek onder de leerlingen, de ouders en de medewerkers, waarbij eveneens aspecten van de basiskwaliteit gemeten worden. De acties die dat oplevert zullen we meenemen in de schooljaarplannen.
Ten aanzien van het meten van onze eigen kwaliteit:
Naast het gehanteerde waarderingskader (basiskwaliteit) van de onderwijsinspectie, meten we onze kwaliteit eveneens middels eigen gestelde kwaliteitsindicatoren. We stellen dan ook jaarlijks eigen ambities en normen op. Deze schooleigen doelen worden opgesteld op basis van onze doorkijk leerlingenpopulatie, ons schoolgewicht en de eerder behaalde resultaten in het verleden. Wij evalueren onze doelen jaarlijks in de diepteanalyse, waarbij de betreffende doelen tevens ieder jaar worden bijgesteld. Voor meer informatie over onze doelen en de evaluatie van onze opbrengsten verwijzen wij dan ook naar de diepte-analyse.
Ten aanzien van onze gestelde ambities c.q. speerpunten (zie hoofdstuk 1.2: prioriteiten) hanteren we de onderstaande prestatie-indicatoren voor het schooljaar 2023-2024:
1) Onderwijs op maat door anders organiseren:
- De schoolscore op de Eindtoets (Route 8) ligt tenminste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht (schoolweging: 37,91). Dit betekent dat we minimaal 93,3% op referentieniveau 1F moeten behalen en 49,2% op referentieniveau 1S/2F.
- Alle tussentoetsen van Cito LOVS zijn op orde (eigen normen t.a.v. groepszorgsignalen; zie de halfjaarlijkse schoolzelfevaluatie voor de opgestelde streefdoelen per vakgebied).
- De uitstroompercentages voortgezet onderwijs liggen tenminste op de landelijke norm.
- De schoolscore op het waarderingskader van het Inspectietoezicht ligt voor alle kernindicatoren op voldoende en voor de overige indicatoren voor 80% op voldoende.
- Er worden vaste evaluatiemomenten ingepland in het vergaderrooster t.b.v. het werken in units.
- Voor elke leerling met specifieke onderwijsbehoeften is er vanaf zorgniveau 3 een handelingsgerichte aanpak (HGA) / begeleidingsplan.
- Op groepsniveau worden de onderwijsbehoeften en de behaalde resultaten verwerkt en geëvalueerd in de vorderingenanalyse.
- Het inzetten van coöperatieve werkvormen is zichtbaar in de school, waarbij het doel van de les leidend is voor de keuze van de coöperatieve werkvorm.
- Ten aanzien van de organisatie van het leren en de vormgeving van het onderwijsaanbod gaan we binnen het werken in units uit van het bieden van instructies op maat i.c.m. heterogene groepssamenstellingen.
2) Opbrengstgericht werken:
- De zes werkprocessen die voorwaardelijk zijn voor opbrengstgericht werken (OGW) worden via klassenobservaties/consultaties gemonitord.
- De gemiddelde score op het leerlingtevredenheidonderzoek (welbevinden en sociale veiligheid) voldoet aan de landelijke norm (cijfer: 8,2).
- De leerkrachten leggen steevast de relatie tussen de sociale-emotionele ontwikkeling van de leerlingen en de behaalde leerprestaties (o.a. Viseon en resultaten M- en E-toetsen Cito).
- De leerkrachten hanteren specifieke stroomschema’s en beslisbomen om zowel op pedagogisch als op didactisch vlak gerichte interventies te kunnen plegen.
- Op basis van diepere analyses (t.a.v. de behaalde Cito-resultaten) worden kwalitatieve streefdoelen per leerling opgesteld (zie de vorderingenanalyse voor een overzicht per groep en per leerling).
- De leerkrachten verzorgen effectieve instructies middels het gericht toepassen van de 4 sleutels (lesdoel, de kortste weg naar Rome, actieve betrokkenheid en afstemming).
- De leerkrachten werken doelgericht aan het creëren van een positief klas- en schoolklimaat ter bevordering van het leren van de leerlingen en ter voorkoming van probleemgedrag. Voor een uitgebreide beschrijving van de betreffende interventies op school- en klassenniveau: zie het beleidsplan SWPBS.
- De leerkrachten hanteren een preventieve aanpak t.a.v. gedrag (beschreven in de vorderingenanalyse), waardoor het aantal geregistreerde incidenten schoolbreed en op klassenniveau afneemt.
- Roostertechnisch wordt er binnen de school tijd en ruimte gereserveerd t.b.v. het voeren van kindgesprekken en het plegen van collegiale consultaties.
- Het exploitatieresultaat van onze school blijft binnen de begroting.
- De investeringen van onze school blijven binnen de begroting.
- Het leerlingenaantal verloopt volgens de prognose.
3) Vakmanschap:
- Het ziekteverzuimpercentage / ziektefrequentie van onze school ligt op of onder de landelijk gemiddelde norm (verzuimpercentage: 6% en frequentie: 1,1).
- De gemiddelde score op het medewerkerstevredenheidonderzoek voldoet aan de norm (cijfer: 7,5).
- De gemiddelde score op de Arbo-scan is binnen de bandbreedtenorm.
- Roostertechnisch wordt er binnen de school tijd en ruimte gereserveerd t.b.v. het plegen van collegiale consultaties.
- De leerkrachten passen de reeds verworven kennis rondom de leerlijnen m.b.t. de vakgebieden taal, rekenen, spelling, technisch en begrijpend lezen toe tijdens de lessen, waarbij het formatief handelen steeds meer als uitgangspunt wordt genomen.
- In het kader van individuele scholing / professionele ontwikkeling nemen de leerkrachten deel aan de diverse kennis- en leerkringen binnen INNOVO en/of volgen ze modulen uit de INNOVO academie.
- Met elke medewerker is tenminste 1 ontwikkelgesprek (in het kader van de IPB-gesprekkencyclus) gevoerd waarbij de betreffende indicatoren aangaande de Cadenza Vaardigheidsmeter geobserveerd zijn.
- Iedere medewerker maakt zijn/haar scholingswens tijdens het functioneringsgesprek kenbaar aan de leidinggevende.
4) Verbondenheid met de omgeving:
- De gemiddelde score van de school op een actueel oudertevredenheidonderzoek voldoet aan de norm (cijfer: 7,5).
- M.b.t. de “Tienervoorziening”: er wordt stelselmatig gewerkt aan de bovenstaande beschreven doelen en de beschikbare financiële middelen worden op weloverwogen wijze besteed.
- Het document "Ken je populatie" wordt aan het begin van het schooljaar herijkt middels het opnemen van de actuele cijfers m.b.t. onze leerlingenpopulatie (inclusief meerjarenoverzicht). Daaraan gelieerd worden vervolgens passende interventies ingezet.
- Verdere continuering en evaluatie van de Taalklas, waarbij er duidelijke afspraken worden gemaakt met de gemeente Heerlen t.a.v. de doorgaande lijn (o.a. procedure aanmelding nieuwe leerlingen, nazorg na plaatsing op moederschool, leerlingenvervoer, etc).
5) Kwaliteitsverbetering Onderwijs:
Onderwijs:
VVE: samenwerking, afstemming en overdracht
- De interne begeleider en VVE-coördinatoren initiëren deze activiteiten i.o.m. de VVE-coördinator PSZ.
- Er zijn minimaal 2 interne audits op de PSZ-kleutergroep uitgevoerd.
- De informatievoorziening naar de doelgroepen is identiek op de beide plekken.
Taalklas: passend onderwijs aan NT2-leerlingen
- De leerkracht stelt de beginsituatie van een leerling vast en schrijft een individueel (taalklas)plan dat aansluit bij het niveau en de behoeftes van de leerling. In dit plan staan de LOWAN doelen vermeld.
- Op basis van de gegevens van de toetsen (CITO en NT2-specifieke toetsen) stelt de leerkracht vast of de LOWAN doelen behaald zijn en of de leerlingen nog in de juiste instructiegroep zitten. Dit gebeurt elke tien weken.
- LOWAN stelt (hoge) doelen. De leerkracht analyseert systematisch de vorderingen en ontwikkelingen van de leerlingen. De leerkracht past de LOWAN doelen aan waar nodig na het analyseren en bespreken van de behaalde resultaten van de leerlingen.
- Elke tien weken wordt de ontwikkeling van de leerlingen besproken met de IB’er en de NT2-expert.
Schakelklas: bevordering taalontwikkeling
- De schakelklas is ingericht en voorzien van alle benodigde materialen. Tevens voldoet de schakelklas aan alle formele zaken.
- Er is structureel overleg en tussentijdse terugkoppeling naar de interne begeleider en de groepsleerkrachten.
- De individuele gestelde doelen zijn bereikt (zie de behandelplannen).
ICT: vertaling beleid / visie naar praktijk
- Alle leerkrachten zijn bekend met de schooldoelen van ICT.
- Alle leerkrachten tonen tijdens klassenconsultaties aan de mogelijkheden rondom de beschikbare software en hardware doelgericht te kunnen gebruiken.
- Minimaal ten aanzien van de vakgebieden rekenen en VLL wordt de software doelgericht ingezet voor analyse, inoefening en remediëring van de lesstof.
- Alle leerkrachten kennen en gebruiken de functionaliteiten van INNOVO 365.
- Alle leerkrachten werken volgens de geldende afspraken t.a.v. ParnasSys.
- Er is minimaal 3 keer per jaar een instructie of vergadermoment waarbij ICT centraal staat, zodat het onderwerp actueel blijft.
- De school herijkt het protocol rondom het gebruik van internet en social media.
- De leerlingen en leerkrachten zijn bekend met de regels en afspraken omtrent het gebruik van de ICT-omgeving en passen deze toe.
- Isy en Facebook worden structureel en doelgericht volgens de schoolafspraken ingezet.
Tienervoorziening: drempelloze instroom en warme overdracht PO-VO
- Het verdichten van de kloof tussen het PO en het VO.
- Het uitwisselen van kennis en kunde tussen het PO en het VO in relatie tot de pedagogische aanpak.
- Het versterken van de executieve functies van de leerlingen.
- Het versterken van de sociaal-emotionele ontwikkeling (SEO) van de doelgroepleerlingen.
- Het verhogen van de ouderbetrokkenheid.
- Het realiseren van ‘uitrolbaarheid’ naar andere scholen.
Hoogbegaafdheid: afgestemd onderwijsaanbod
- Alle leerkrachten kunnen leerlingen signaleren (middels DHH) die meer- en hoogbegaafd zijn en weten tevens wat de vervolgstappen zijn.
- De meer- en hoogbegaafde leerling laat op zijn/haar eigen niveau vaardigheidsgroei zien (m.b.t. de Cito-toetsen).
- We gaan schoolbreed in kaart brengen welke leerlingen een ontwikkelingsvoorsprong hebben en welke leerlingen ‘gediagnostiseerd’ hoogbegaafd zijn. Vanuit dit ‘vertrekpunt’ zal gericht gezocht worden naar een passende uitdaging voor deze leerlingen middels een gericht onderwijsaanbod op maat.
- Er is een actueel beleidsplan meer- en hoogbegaafdheid ontwikkeld met daarin opgenomen de betreffende criteria, maatregelen/interventies en het (passende) onderwijsaanbod. Een kernachtige samenvatting van het gevoerde beleid is tevens weergegeven in een ‘one-page’.
- Er is voor de beter presterende leerlingen indien noodzakelijk een kindspecifiek plan dat 2 tot 4 keer per jaar geëvalueerd en bijgesteld wordt (op sociaal-emotioneel en didactisch vlak en tevens gericht op de executieve functies).
SWPBS:
- De werkgroep SWPBS komt minimaal 6 keer per jaar bij elkaar. De resultaten worden binnen de units besproken.
- Werk- en teamvergaderingen met en zonder externe expertise vinden minimaal 2 keer per schooljaar plaats.
- De werkgroep informeert en motiveert het team regelmatig met een nieuwsbrief SWPBS.
- De leerlingen en teamleden kunnen de schoolwaarden benoemen (respect, veiligheid en verantwoordelijkheid) en dragen deze uit zoals aangeleerd per onderdeel (gang, klas, rij, speelplaats, toilet).
- Leerlingen die behoefte hebben aan extra motivatie of hulp bij hun gedragsregulering maken gebruik van een passende interventie, deze zijn terug te vinden in het beleidsplan.
- De datamuur met de thermometers wordt ingezet wanneer er behoefte is aan data-gestuurde verbetering van gedrag.
- Het gedrag van leerlingen in de verschillende ruimtes of onderdelen (klas, gang, toilet, speelplaats, bewegende rij) is aan het einde van het jaar verbeterd / ten minste gelijk gebleven, waarbij het gedrag van 90% van de leerlingen voldoet aan de gedragsverwachtingen.
Formatief Handelen ter verdieping op het pedagogisch en didactisch handelen:
- Er is een kwaliteitskaart ‘formatief handelen i.r.t. 4 sleutels’ in samenwerking met het team opgesteld.
- Iedere leerkracht en OWO-er toont middels specifieke indicatoren in de VHM, zijn/haar praktisch handelen middels formatief handelen te kunnen versterken t.b.v. het onderwijsleerproces.
- Er is minimaal 2 keer middels collegiale consultatie naar elkaars pedagogisch en didactisch handelen gekeken en hierop gereflecteerd.
- In de vorderingenanalyse en blok-/themavoorbereiding kijken we op basis van rijke data naar de ontwikkeling van leerlingen om op basis hiervan beredeneerde keuzes te maken over het onderwijsleerproces.
- De werkgroep rapportfolio heeft tijdens een teamvergadering/studiebijeenkomst aanbevelingen gedaan aan het team hoe het rapportfolio de brede ontwikkeling van de leerlingen nog beter in beeld kan brengen.
Cultuur: koppeling beleid aan activiteiten
- Alle leerkrachten zijn op de hoogte van de inhoud van het cultuurbeleidsplan.
- Aan het einde van dit schooljaar zijn er minimaal 2 overlegmomenten geweest binnen het team rondom cultuur.
- Aan het einde van dit schooljaar heeft de cultuurcoördinator gesprekken gevoerd met leerkrachten over de invulling van het cultuuronderwijs in de units.
- De gekozen activiteiten sluiten aan bij de meerjarenvisie met betrekking tot cultuur.
- Er is overleg tussen de cultuurcoördinator (ICC-er), de directie en de intermediair van PIT Cultuurwijzer, waarbij er de voorafgaande periode wordt geëvalueerd.
Bedrijfsvoering:
- Jaarlijkse exploitatieresultaat: sluitende begroting
- Gedegen meerjareninvestering: passend bij de financiële middelen
- Prognose leerlingenaantallen: verloopt volgens verwachting
Interne audit INNOVO:
Op 14 maart 2019 heeft een uitgebreid auditbezoek plaatsgevonden op onze school, waarbij een speciaal ingericht auditteam (bestaande uit de bestuursadviseur onderwijs van INNOVO, een directeur, twee IB-ers en een vijftal leerkrachten van INNOVO) onze school bezocht heeft en een beoordeling heeft gegeven over de volgende werkprocessen (indicatoren):
Kwaliteitszorg (WP 1): 80%
Veilige omgeving (WP 2): 80%
Planmatig handelen (WP 8): 90%
Toetsen, waarderen en rapporteren (WP 9): 100%
Daarnaast hebben in alle groepen klassenobservaties plaatsgevonden, waarbij zowel de pedagogische en als didactische kwaliteiten van de leerkrachten (op basis van een gerichte kijkwijzer) uitgebreid bekeken zijn. Hieronder volgt een overzicht van de indicatoren (inclusief beoordeling) die als uitgangspunt werden genomen tijdens de klassenbezoeken:
- Duidelijke uitleg: goed
- Taakgerichte werksfeer: goed
- Leerlingen zijn actief betrokken: voldoende
- Respectvolle omgang van leerlingen: goed
- Hoge verwachtingen: goed
- Controle uitleg en/of opdrachten: voldoende
- Strategieën voor denken en leren: voldoende
- Leren doelmatig samenwerken: voldoende
- Feedback leer- en ontwikkelingsproces: voldoende
- Systematisch volgen / analyseren vorderingen: goed
- Afstemming leerinhouden: goed
- Afstemming instructie: goed
- Afstemming verwerking: goed
- Afstemming onderwijstijd: goed
- Efficiënt gebruik geplande onderwijstijd: goed
Op basis van de behaalde resultaten heeft het auditteam dan ook vastgesteld dat de basiskwaliteit van het pedagogisch en didactisch handelen bij de leerkrachten in hoge mate aanwezig is. Er is ten aanzien van de leeromgeving, het aanbod, de pedagogische aanpak en het (voorspelbare) leerkrachtgedrag sprake van een duidelijke doorgaande lijn in de groepen 1 t/m 8. Ook bij de evaluatie van de werkprocessen (op directieniveau) wordt een gedegen basiskwaliteit van onderwijs neergezet, waarbij er sprake is van een duidelijke missie, visie en koers voor de komende schooljaren. Daarnaast besteedt het team veel tijd en aandacht aan het welzijn en welbevinden van de leerlingen (en hun ouders), waarbij de ervaren sociale veiligheid als hoog wordt ervaren.
Themaonderzoek onderwijsinspectie:
Op 22 april 2021 heeft in het kader van het vierjaarlijkse schoolonderzoek door de onderwijsinspectie een uitgebreid themaonderzoek op KC Paulus plaatsgevonden met als centrale thema 'analyse van de ontwikkeling van leerlingen en het afstemmen van onderwijs'.
De directie, interne begeleiding en de leerkrachten van de bovenbouw hebben het gesprek gevoerd over de ambities / speerpunten van onze school in relatie tot de analyse en afstemming van ons onderwijs op KC Paulus. De onderwijsinspecteur heeft ingezoomd op de motieven, doelen en wijze van analyseren en evalueren van ons onderwijs, steeds weer in relatie tot de kenmerken van onze leerlingenpopulatie (= de groep leerlingen die onze school bezoekt). Na afloop was de onderwijsinspecteur helder in zijn 'oordeel':
- Het team weet duidelijk waar ze naar toe willen;
- De visie is helder en doorleefd terug te zien in ons onderwijs;
- Onze leerlingen behalen voor taal en lezen passende resultaten (lees: behorende bij onze leerlingenpopulatie) en bij rekenen zelfs zeer hoge scores (lees: boven verwachting goed);
- De totale zorgstructuur is helder en goed ingebed in de schoolorganisatie;
- We hebben een goed beeld van onze leerlingen en hun onderwijsbehoeften;
- Zowel de analyse van de behaalde resultaten als de afstemming van ons onderwijs op de leerlingen is heel goed en planmatig weggezet.
Kortom: een mooie bevestiging van het feit dat we als team op de goede weg zijn, we hebben dan ook alle vertrouwen in de verdere (door)ontwikkeling van onze school!
Inspectieonderzoek predicaat GOED:
Op 5 juli 2022 heeft (op eigen aanvraag) een uitgebreid inspectieonderzoek plaatsgevonden op onze school om te komen tot een vierjarige verlenging van het predicaat GOED.
Gedurende deze dag zijn uitgebreide gesprekken gevoerd met de directie / MT en hebben tevens diverse klassenbezoeken plaatsgevonden bij de leerkrachten in de verschillende groepen. Ook hebben een aantal kinderen een rondleiding door de school verzorgd aan de beide inspecteurs en zijn er gesprekken gevoerd met verschillende leerkrachten over hun specialistenrol in de school. Uiteindelijk waren de beide inspecteurs het unaniem met elkaar eens: Kindcentrum Paulus verdient het predicaat GOED!
Op de volgende 5 indicatoren hebben we als school laten zien dat we de gevraagde basiskwaliteit ontstijgen en daarmee een voorbeeld zijn voor andere scholen in de regio Zuid-Limburg:
- Zicht op de ontwikkeling van de kinderen;
- Afsluiting schoolperiode (overgang van het basisonderwijs naar het voortgezet onderwijs in relatie tot het gegeven schooladvies);
- Schoolklimaat (sfeer en omgang);
- Opgestelde visie, ambities en doelen;
- Uitvoering van de kwaliteitszorg (beleid directie en zorgstructuur).
Een resultaat om trots op te zijn!
Het volledige onderzoeksrapport kunt u opvragen bij de directeur en is eveneens te lezen op de website van de onderwijsinspectie: https://toezichtresultaten.onderwijsinspectie.nl/detail?id=912293&pseudocode=16FU%257CC1&page=1