Welk anti-pestprogramma wordt gebruikt?
Op school maken we al een aantal jaren gebruik van de effectieve conflicthantering vanuit het groepsdynamisch onderwijs (GDO). GDO is een integrale, duurzame aanpak om kindwaardig en kwalitatief goed onderwijs te realiseren. GDO baseert zich op wetenschappelijke inzichten uit de neuropsychologie, evolutiepsychologie en onderwijssociologie. De kernwaarden waarop GDO is gebaseerd zijn: rechtvaardigheid, persoonlijke groei, respecteren, ontwikkelen en harmonie.
Alle kinderen van de school, alle leerkrachten krijgen in de gouden weken (eerste en tweede week na de zomervakantie) een presentatie over de aanpak. De kracht van deze aanpak is, dat kinderen leren hoe ze moeten handelen in bepaalde situaties.
De aanpak is als volgt.
- Regel 1: zelf oplossen
Kinderen proberen eerst de ruzie zelf op te lossen - Regel 2: Hulp inroepen
Lukt zelf oplossen niet dan roept een van de kinderen de hulp in van de leerkracht. - Regel 3: Verplichte meldregel
Een kind dat geschopt, geslagen, geduwd of gespuugd wordt, is verplicht dit te melden.
Toelichting Vaak durven kinderen dit niet, omdat ze bang zijn dat het dan nog veel erger wordt. Door deze regel voorkomen we dat sommige kinderen een “slechte invloed” krijgen op andere kinderen. Deze regel geeft ook aan dat we op onze school geen fysiek geweld toestaan. Het is de grootste overtreding tegen de regel : We gaan prettig met elkaar om. - Regel 4: De haalregel
Een kind dat zich meldt bij de leerkracht met een klacht over een ander kind, moet dit kind gaan halen.
Toelichting Kinderen die bang zijn voor het ruziekind kunnen ook bang zijn om dit kind te halen. Omdat ieder kind dit moet, wordt het voor deze kinderen veel gemakkelijker om dit te doen. Verder let de leerkracht goed op hoe het gaat als een kind een ander kind gaat halen. - Regel 5: Je-moet-komen-regel
Een kind dat door een kind gevraagd wordt om te komen, moet ook komen.
Toelichting Doet het kind dit niet dan volgt er een straf. Komt het kind niet mee, dan gaat de haler weer terug naar de leerkracht. De leerkracht vraagt het kind na schooltijd even te komen om dan te kunnen praten met het andere kind. Deze leerkracht gaat na de pauze naar de klas van het betreffende kind en zegt in de groep dat het kind straf heeft, omdat het niet is gekomen. Het kind moet verder na schooltijd komen om alsnog het gesprek met het andere kind te voeren. - Regel 6: ruzie-klein-houden
Bemoeiallen, meelopers en beschermers bemoeien zich niet met de ruzie van twee kinderen.
Toelichting Deze regel zorgt ervoor dat de ruzie klein blijft. Dit geldt ook voor kinderen die familie zijn van de kinderen die met elkaar ruzie hebben. Zij bemoeien zich op school niet met de ruzie van hun broertje of zusje.
Straf (time out plek) volgt altijd bij:
- Uitschelden van iemand met lichamelijke handicap
- Discriminerende opmerkingen
- Bij lichamelijk geweld
De leerkrachten maken gebruik van een logboek. Het is belangrijk om op te sporen welke kinderen telkens bij ruzies betrokken zijn. Daarom schrijven we elke ruzie heel beknopt op in het logboek. Als een kind drie keer bij een ruzie betrokken is gaan we na wat er aan de hand is. Het logboek is geen strafboek, want er komen ook kinderen in die niets gedaan hebben. Het logboek zorgt ervoor dat kinderen niet zomaar de schuld krijgen van iets wat ze niet gedaan hebben. Ouders worden betrokken bij de gesprekken
Dit schooljaar gaan we het GDO uitbreiden met o.a. de sociokring
Goed gedrag blijven we belonen!