Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
We werken aan de hand van de SLO-kerndoelen (Stichting Leerplan Ontwikkeling). Dit zijn doelen die de kinderen in acht jaar basisonderwijs moeten behalen. De kerndoelen worden verdeeld in tussendoelen. We hebben het onderwijs zo ingericht dat we voldoen aan de kerndoelen. Hiervoor maken we gebruik van diverse middelen, zoals verschillende methodes.
Deze methodes hebben toetsen na afsluiting van een bepaald blok of onderwerp. De gegevens uit de analyse van de toetsen gebruiken we in ons lesaanbod bij de volgende blokken.
In februari en juni nemen we IEP-toetsen af op het gebied van: Taalverzorging (spelling), Technisch Lezen, Rekenen en Wiskunde en Begrijpend Lezen. Twee keer per jaar worden de resultaten besproken binnen de eigen bouw en met de intern begeleider. Op deze manier worden de onderwijsbehoeften van de kinderen in beeld gebracht en wordt gekeken hoe de leerlingen het beste begeleid kunnen worden.
We adviseren zo kansrijk mogelijk. Een advies komt tot stand door een compleet beeld van de leerling te schetsen. Hiervoor gebruiken we alle resultaten (dagelijks werk, toetsen) en de observaties op het gebied van werkhouding, concentratie, taakaanpak, doorzettingsvermogen, huiswerkhouding enz. Meerdere leerkrachten, de intern begeleiders en directie zijn betrokken bij de totstandkoming van het schooladvies.
Groep 7 - Juni
De leerlingen krijgen een uitstroomverwachting. In een gesprek met leerling en ouder(s) wordt deze uitstroomverwachting toegelicht.Groep 8 - November/december
De leerlingen krijgen de uitslag van het IEP leerlingvolgsysteem mee in een gesloten envelop met daarbij een toelichting dat dit alleen de toetsgegevens zijn.Groep 8 - Januari
De leerlingen krijgen een voorlopig schooladvies. In een gesprek met leerling en ouder(s) wordt het voorlopige schooladvies toegelicht. Begin februari maken leerlingen de landelijke doorstroomtoets.Groep 8 - Maart
Halverwege maart ontvangen leerlingen en ouders de uitslag van de doorstroomtoets en daarbij het definitieve schooladvies. Wanneer dit definitieve advies anders uitvalt dan het voorlopige schooladvies zullen we dit toelichten in een gesprek. Eind maart melden leerlingen zich met hun definitieve schooladvies aan op de middelbare school (vo).Bezwaren procedure
Indien ouders een ander beeld hebben over het schooladvies van hun kind gaan we in gesprek met ouders en kind om zaken duidelijk te krijgen, toelichting te geven en er samen uit te komen. Zijn ouders niet tevreden met de uitkomst en het handelen van de school, is de reguliere klachtenprocedure van toepassing.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Dit zijn vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en zelfredzaamheid. Sociale competenties dragen daarmee bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap.
Het is van groot belang dat alle kinderen (en alle anderen) zich veilig voelen op school, zich zelf kunnen zijn, hun talenten kunnen ontwikkelen en eigenaar zijn van hun eigen leerproces. De basisbehoeften daarbij zijn:
- competentie (ik kan het)
- relatie (ik kan het met anderen)
- autonomie (ik kan het zelf)
Het inspectietoezicht krijgt langzamerhand een andere vorm. Het is vooral aan de stichting, Blosse, om toezicht te houden op de scholen en dit te verantwoorden naar de onderwijsinspectie. Wij verantwoorden ons 3 maal per jaar naar het bestuur middels de T-cyclus. We brengen onze locatie in beeld op de onderdelen kwaliteit, personeel, financiën en privacy . Afdeling kwaliteit, financien en HRM zijn hierbij ondersteunend.