PCB Johannes Post

Sportparklaan 1 2391 AX Hazerswoude-Dorp

  • Schoolfoto van PCB Johannes Post
  • Een duurzaam, groen schoolplein, waar leerlingen op verschillende manieren kunnen spelen.
  • Schoolfoto van PCB Johannes Post
  • Lezen, lezen, lezen. Met behulp van de bibliotheek op school zorgen wij voor een uitdagende leescollectie.
  • Schoolfoto van PCB Johannes Post

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Bij het formuleren van de (voorlopige) schooladviezen wordt tevens berekend wat de verwachte eindopbrengst zou kunnen zijn van groep 8. Deze uitslag past in de berekening en bij de adviezen die zijn gegeven.

In het schooljaar 2019-2020 zijn er landelijk geen eindtoetsen afgenomen. Dit door de uitbraak van het Covid 19 virus. De groep 8 leerlingen hadden voor die tijd al een definitief schooladvies gekregen. Het afgelopen jaar zijn de landelijke eindtoetsen wel weer afgenomen.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Wat zijn tussentijdse resultaten?

De ontwikkeling van leerlingen is op verschillende manieren te volgen. Dit kan door middel van observatie instrumenten en of het verzamelen van (niet)methode-gebonden toetsgegevens. Methode-gebonden toetsen worden afgenomen, nadat een blok met behandelde stof voldoende is uitgelegd en in geoefend. Niet methode-gebonden toetsen (CITO toetsen) worden twee keer per jaar afgenomen en beslaan de kennis en vaardigheden van het voorgaande halfjaar. Daarnaast zijn er ook niet toetsbare resultaten, zoals vaardigheden die passen bij het coöperatief leren. 

Werkwijze

De ontwikkeling van leerlingen op de Johannes Post wordt op verschillende manieren gevolgd. Voor de cognitieve ontwikkeling (met name op het gebied van technisch lezen, begrijpend lezen, spelling en rekenen) maken wij gebruik van het leerlingvolgsysteem van Cito en van methode toetsen. De resultaten van Cito en methode toetsen worden verwerkt in ParnasSys. Door de behaalde resultaten te analyseren en deze te koppelen aan de vaardigheidsscore, is vast te stellen welke interventies voor de leerlingen passend zijn. Dit wordt gekoppeld aan de basisondersteuning waar de leerling ingedeeld wordt voor een basis-, plus- of intensief aanbod.

Individueel handelingsplan (IHP)

Wanneer een leerling zich onvoldoende ontwikkelt over meerdere meetmomenten en onvoldoende baat heeft bij de aanpak vanuit het reguliere intensieve aanbod, wordt een individueel handelingsplan opgesteld. Dit is met name in de bovenbouw voor leerlingen met een groeiende achterstand en is mogelijk de eerste aanzet of er eventueel overgestapt moet worden naar een eigen leerlijn voor een bepaald vakgebied. De intern begeleider stelt het plan met de leerkracht en ouders op en evalueert de ontwikkeling meerdere momenten per jaar.

Ontwikkelingsperspectiefplan (OOP)

Wanneer een leerling zeer specifieke onderwijsbehoefte heeft, waarbij verwacht wordt dat de leerling daar zijn gehele schoolloopbaan in ondersteund zal moeten worden, wordt een ontwikkelingsperspectiefplan opgesteld. Hierbij kan gedacht worden aan leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis, problematiek rondom hoogbegaafdheid, het volgen van onderwijs op een eigen leerlijn etc. De keuze voor een OOP wordt gemaakt na analyse van de complexiteit aan problemen die een leerling ervaart of kan ervaren tijdens het verblijf op school.

Groeidocument

Wanneer de school bij een leerling een moeizaam verloop ziet in de cognitieve en de sociaal emotionele ontwikkeling, kan de school ervoor kiezen om voor de betreffende leerling een groeidocument aan te maken. Het groeidocument kan de start zijn voor het arrangeren van het ondersteuningsteam waar de specialist van samenwerkingsverband Rijnstreek bij betrokken wordt. Een groeidocument kan kortstondig zijn, maar kan ook met de leerling meegroeien om de hulpvraag goed te kunnen blijven monitoren.

Extern onderzoek

Wanneer de ouders en de school gezamenlijk onvoldoende ontwikkeling constateren bij de leerling en er is sprake van handelingsverlegenheid, kan gekozen worden voor nader onderzoek door een externe specialist. Afhankelijk van de hulpvraag wordt er gebruik gemaakt van verschillende expertisecentra.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school


Na groep 8 gaan de leerlingen naar verschillende scholengemeenschappen. De leerkrachten van groep 6, 7 en 8, de directeur en intern begeleider worden betrokken bij het vormen van het advies. In gesprek met elkaar kijken zij naar de leerling en zijn/haar kenmerken en komen tot een advies. We kijken o.a. naar de gegevens uit het leerlingvolgsysteem, methode gebonden toetsen, gegevens omtrent sociaal emotionele ontwikkeling, indruk betreffende werkhouding en omgang met huiswerk. Ook speelt de motivatie van de leerling hierin een grote rol.  

Wij nemen de ouders en leerlingen mee in het hele proces om tot een goed advies te komen. Het doel is om al vroeg met ouders en de leerlingen in open gesprek te komen, over de verwachtingen die er zijn. Daarom zal het eerste oriëntatiegesprek over het voorgezet onderwijs aan het eind van groep 6 plaatsvinden met de ouders en leerlingen. Tijdens de gesprekken in groep 6 en 7 bespreken wij een verwachte uitstroomprognose gebaseerd op de CITO-resultaten. De gesprekken over het definitieve advies zullen in groep 8 (februari) plaatsvinden met de school, ouders en de leerling. Dit advies is met name gebaseerd op wat wij in de klas zien (werkhouding, inzicht en andere kindkenmerken) getoetst aan de plaatsingswijzer. Deze wordt gevormd door de CITO-toetsen vanaf groep 6 t/m 8 en is daarmee de basis voor de gesprekken in groep 6 en 7.    

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Wat verstaan scholen onder sociale opbrengsten?

Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Dit zijn vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en zelfredzaamheid. Sociale competenties dragen daarmee bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap.

Op school werken we vanuit de drie kernwaarden: Respect, Veiligheid, Vertrouwen.

Daarnaast zijn de twee pijlers om tot leren te komen: welbevinden en betrokkenheid. Wij doen dit vanuit "Samen werken, samen leren, samen spelen".

Iedere leerling heeft recht op een veilige vertrouwde leeromgeving, op basis van wederzijds respect.

Vanuit alles wat we doen, gaan we voor hoe we dingen Samen Beter kunnen maken. 

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • respect
  • veiligheid en vertrouwen
  • samen

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven