Bij het vaststellen van het toelatingsbeleid gaat het bestuur uit van de volgende uitgangspunten:
1. Kinderen zijn leerplichtig, zodra ze de leeftijd van 5 jaar hebben bereikt.
2. Ouders zijn vrij in de keuze van een school.
3. Kinderen hebben recht op onderwijs; toelating is de regel, weigeren de uitzondering.
4. Bij weigering zijn mogelijkheden voor plaatsing op andere scholen opgenomen.
Christelijk onderwijs is een basisvoorziening die is vastgelegd in de Grondwet. In beginsel moet een school elke aangemelde leerling toelaten; de school is immers algemeen toegankelijk. Dat betekent niet dat een leerling nooit geweigerd mag worden: dit mag alleen nooit op grond van godsdienst of levensbeschouwelijke opvattingen, iets wat het bijzonder onderwijs juist wel mag.
In de volgende wetten, regelingen e.d. zijn bepalingen opgenomen die van toepassing zijn op (de besluitvorming rondom) het toelatingsbeleid van een christelijke school: Grondwet artikel 23, er dient in Nederland voldoende christelijk onderwijs voorhanden te zijn dat algemeen toegankelijk is.
WPO Wet op het primair onderwijs, artikel 39, 40 en 46 AWB Algemene wet bestuursrecht WEC Wet op de expertisecentra, artikel 28 c Wet LGF Wet Leerlinggebonden financiering Regeling Indicatie Regeling indicatiecriteria en aanmeldingsformulier leerlinggebonden financiering BW Burgerlijk wetboek, artikel 6:162, algemene bepalingen omtrent onrechtmatige daad. Management statuut Managementstatuut
Wanneer de directeur een verzoek van ouders afwijst hun kind op een bepaald tijdstip tot de school toe te laten, is er sprake van weigering. Plaatsing op een wachtlijst is dus ook weigering. Een wachtlijst is een ranglijst van namen van kinderen van wie de toelatingsaanvraag wegens plaatsgebrek is afgewezen onder de toezegging dat de aanvraag opnieuw in behandeling wordt genomen, zodra plaatsruimte beschikbaar komt.
De directeur van de school heeft kenbaar gemaakt waar de grens wordt getrokken bij toelating. Onderhavige regeling geeft het beleid aan en schoolregels zijn opgenomen in de schoolgids van de school. Een eventuele weigering tot toelating wordt hierop gebaseerd. De medezeggenschapsraad (MR) heeft ingestemd met dit toelatingsbeleid. In concrete gevallen heeft de MR geen bevoegdheid. In deze regeling en / of de schoolgids zijn de volgende onderdelen opgenomen:
a. Wanneer geen leerlingen meer in de school of betrokken groep kunnen worden toegelaten. Hierbij zijn de onderwijskundige en organisatorische doelstellingen van de school van belang;
b. Welke normen en waarden en gedragsregels de school hanteert. Deze zijn opgenomen in de schoolgids. In ieder geval zijn de belangrijkste gedragsregels opgenomen (anti-discriminatiecode, pestprotocol) en een passage als “algemeen aanvaarde normen, waarden en fatsoensregels”. Deze zijn het toetsingskader voor de vraag of door toelating de rust en/of veiligheid onaanvaardbaar wordt verstoord. Ouders kennen bij aanmelding de regels van de school zodat ze daarop kunnen worden aangesproken. De gesprekspartner voor het vaststellen van gedragsregels is niet de individuele ouder, maar de MR.
c. Wanneer de school niet kan voldoen aan de zorgbehoefte van de aangemelde leerling. Ook hier zijn de onderwijskundige en organisatorische doelstellingen van de school van belang.
De beleidsruimte van onze school beperkt zich tot de volgende weigeringsgronden:
1. Gebrek aan plaatsruimte in de school of groep waartoe toelating wordt gevraagd.
2. De basisschool kan de benodigde zorg niet bieden
3. Ernstige verstoring van de rust en orde dreigt
4. Beleid in verband met evenwichtige spreiding van de leerlingen over de scholen van het bestuur of over de scholen in de regio. Wachtlijsten Om te bewerkstelligen dat een duidelijke gedragslijn wordt gevolgd met betrekking tot alle wegens plaatsgebrek afgewezen leerlingen werken de scholen van VCO Harderwijk-Hierden indien nodig met wachtlijsten. De nog niet toegelaten leerlingen worden in volgorde van aanmelding geplaatst. Bij het beschikbaar komen van plaatsruimte wordt in de volgende gevallen afgeweken van de volgorde van aanmelding: als het aantal aangemelde leerlingen voor de school groter is dan de opnamecapaciteit dan worden eerst die leerlingen toegelaten voor wie de afstand van huis naar de alternatieve school bij niet-toelating het grootst is. Naast de afstand kan ook de verkeerssituatie tussen huis en school een reden zijn om van het beleid af te wijken.
In alle gevallen, waar bij deze procedure staat “ouders”, wordt bedoeld “ouder(s) en/of verzorger(s)”.
A. Binnen 8 weken nadat de ouders een leerling middels een officieel aanmeldingsformulier bij de school hebben aangemeld, beslist de directeur van de school of het kind wordt toegelaten tot de school. De termijn van 8 weken is meestal niet nodig. In de meeste gevallen kan (vrijwel) onmiddellijk aan betrokkene worden meegedeeld welke beslissing op de aanmelding wordt genomen.
B. Bij weigering zijn er 2 procedures mogelijk:
I. de weigering is gebaseerd op grond van de gegevens die door de ouders zijn verstrekt;
II. de weigering is gebaseerd op andere gegevens dan die door de ouders verstrekt.
Ad I. Bij weigering op grond van door ouders verstrekte gegevens of als ouders weigeren bepaalde informatie te geven:
C. Ouders krijgen binnen 8 weken schriftelijk bericht van de directeur van de school dat hun kind niet wordt toegelaten. Hierbij worden de redenen aangegeven en wordt vermeld dat de ouders binnen zes weken bezwaar kunnen aantekenen bij het bestuur van VCO Harderwijk-Hierden.
D. Het bestuur neemt binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift en na de ouders gehoord te hebben een definitieve beslissing.
E. Ouders kunnen tegen deze beslissing gerechtelijke stappen ondernemen.
F. Dit kan middels een procedure bij de bestuursrechter (voorlopige voorziening) of middels beroep bij de president van de rechtbank. Ad II. Weigering op grond van andere gegevens:
G. Ouders krijgen binnen 8 weken bericht dat de directeur voornemens is hun kind niet toe te laten tot de school van hun keuze. De redenen worden duidelijk onderbouwd. Ouders krijgen de gelegenheid mondeling of schriftelijk te reageren.
H. Ouders worden door de directeur voor een gesprek uitgenodigd, waarbij het voornemen nader wordt toegelicht; van dit gesprek wordt een verslag gemaakt, waarvan de ouders een afschrift krijgen.
I. Binnen acht weken na indiening van het verzoek om toelating neemt de directeur een beslissing.
J. De ouders worden door de directeur schriftelijk geïnformeerd over de definitieve beslissing. Bij een negatieve beslissing wordt vermeld dat de ouders binnen zes weken bezwaar tegen deze beslissing kunnen aantekenen bij het bestuur van VCO Harderwijk- Hierden.
K. Het bestuur van VCO Harderwijk-Hierden neemt binnen vier weken na ontvangst van het bezwaarschrift en na de ouders gehoord te hebben een definitieve beslissing.
L. Ouders kunnen tegen deze beslissing gerechtelijke stappen ondernemen.
M. Dit kan middels een procedure bij de bestuursrechter (voorlopige voorziening) of middels een beroep bij de president van de rechtbank (kort geding).