Basisschool de Triangel

Tonselsedreef 60 3845 CT Harderwijk

  • Schoolfoto van Basisschool de Triangel
  • Schoolfoto van Basisschool de Triangel
  • Schoolfoto van Basisschool de Triangel
  • Schoolfoto van Basisschool de Triangel
  • Schoolfoto van Basisschool de Triangel

Het team

Toelichting van de school

Team

Groep 1A: Corine Andringa en Elsbeth Eggink
Groep 1B/2B: Renée Hiemstra en Lianne Hofman
Groep 2A: Mariska Foeke en Lida Pieper
Groep 3: Jennifers Groothuis en Jacquelien de Vries
Groep 4A: Romhild kampen en Marit Bos
Groep 4B:Melissa van Essen en Ireen Kuiper
Groep 5A: Tresita Schreurs en Lisa Grijsen
Groep 5B:Gerlinda Berger en Andrea Kuiper
Groep 6A: Conny de Koning en Sigrid Overbeek
Groep 6B: Annemiek Schuurman en Sharon de Jong
Groep 7A: Marinda Spoelstra en Gerlinda Berger
Groep 7B: Leanne Koopmans
Groep 8A: Theo Tomassen en Paula van den Hazel
Groep 8B: Warner de Boer en Ilse van den Berg

Onze intern begeleiders zijn Annelies Koning, Eliza Postma, Annemiek Schuurman en Paula van den Hazel
Marit Bos is leerkracht ondersteuner en Amber Beelen is onderwijsassistent. Zij begeleiden en ondersteunen leerlingen die extra zorg nodig hebben buiten de groep, dit kan op groepsniveau of individueel niveau zijn.

Kees Schouten verzorgt op maandag en dinsdag de techniek lessen in ons Science Lab. Op woensdag en donderdag geeft hij extra ondersteuning aan kinderen met een OPP, leerlingen die instructie nodig hebben met een apart programma.

Conny de Koning geeft op donderdagmorgen extra ondersteuning bij levelwerk, een methode voor leerlingen die meer uitdaging kunnen gebruiken.
Eliza Postma is onze specialist op het gebied van meer- en hoogbegaafdheid en verzorgt op vrijdagmorgen de lessen in onze plusklas.

Truuske Nijmeijer is onze eventmanager, zij richt zich op de organisatie van school-gerelateerde activiteiten. Op donderdagmorgen is onze administratief medewerkster Corrie Dusseljee aanwezig.
Onze conciërge Drees Timmer werkt op dinsdag, woensdag en vrijdag bij ons op school.

 




Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

De school probeert lesuitval en andere verstoringen van het normale onderwijs zo veel mogelijk te voorkomen.
Als een leerkracht onverwacht ziek is, zetten we de volgende interventies in;

1. We zoeken vervanging. We vragen duo- collega's om extra te werken, een onderwijsassistent of leerkrachtondersteuner draait de groep of we zoeken naar een invaller op de site invallersonline.
2. Lukt het niet om vervanging te vinden, dan worden de leerlingen verdeeld over andere groepen. We hebben voor dit soort situaties voor elke groep een noodpakket klaar liggen.
3. Een leerkracht met andere taken (i.b.-er, i.c.t-er) kan incidenteel ingezet worden, niet onbeperkt, want zo blijft ander werk liggen.
4. In het uiterste geval (na overleg met bestuur en als mededeling aan de ouders) kunnen de kinderen naar huis worden gestuurd, uiteraard proberen we dit te voorkomen.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Nieuwe leerlingen krijgen een maand voor hun verjaardag een welkomstkaart voor groep 1. Deze nieuwe leerlingen mogen vier ochtenden, voordat ze 4 jaar worden, instromen. Dit gaat in overleg met ouders. Als school willen we graag dat kinderen zindelijk zijn op de eerste dag dat ze naar school gaan. Wanneer dat niet het geval is, zullen we als school met ouders overleggen over een oplossing. Uitgangspunt hierbij is dat het voor een leerkracht niet verantwoord is om een hele groep kleuters alleen te moeten laten om een kind te verschonen. Bovendien is de leerkracht verantwoordelijk voor het onderwijsleerproces. Bij het te vaak verlaten van de groep kan dit in het gedrang komen. Ouders zullen hier dus zelf actie in moeten ondernemen door zelf op school hun kind te verschonen. Eventueel kan dit ook gedaan worden door bijvoorbeeld een familielid. Incidentele ‘ongelukjes’ worden natuurlijk wel op school opgelost. Bij de kleuters wordt thematisch gewerkt. Daarbij worden een aantal bronnenmappen gebruikt waaronder ‘Kleuterplein’. Aan de hand van de KIJK- Leerlijnen worden de leerlingen gevolgd in hun ontwikkeling. Wij werken vanuit onze visie op spelend leren. Spel is de basis binnen het kleuteronderwijs. Spelen doen de jonge kinderen het allerliefste én spel is voor hen dé manier om te leren. Door middel van het spel komen er heel wat ontwikkelingsgebieden aan bod: sociale ontwikkeling, emotionele ontwikkeling, intellectuele ontwikkeling maar ook de motorische ontwikkeling. Om spelenderwijs tot leren te komen heeft een kleuter een speelleeromgeving nodig die deze jonge kinderen prikkelt in hun nieuwsgierigheid en uitdaagt met rijke spelmaterialen. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de leerkracht, de professional die aansluit bij het spel van kinderen en observeert waar de kansen liggen om de kinderen in de groep verder te helpen. Belangrijk blijft altijd dat jonge kinderen zich veilig voelen en genoeg tijd krijgen om in de flow van hun spel te komen. Naast spel is ook de interactie tussen leerkracht en het kind én de interactie tussen kinderen onderling van grote invloed op het leren van jonge kinderen. 

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

De methoden vormen de basis van ons onderwijsaanbod; hiermee voldoen we aan de kerndoelen. We kiezen voor de onderdelen taal, lezen en rekenen voor gebonden en stapsgewijs uitgevoerde leeractiviteiten. De eind- en tussendoelen zijn hiervoor de uitgangspunten. Voor het vaststellen van de doelen maken we gebruik van de referentieniveaus voor taal en rekenen.

Het denken in (minimum)leerdoelen en leerlijnen en aanvullende stof zijn essentieel voor het bepalen van de instructiebehoefte van groepen leerlingen. Het onderscheiden van deze instructiebehoefte geschiedt in eerste instantie via het presteren op werk in de leersituatie en op inzicht/ informatie van de leerkracht. Daarnaast zijn de opbrengsten op methodetoetsen richtinggevend. In derde instantie zijn de opbrengsten op normtoetsen bepalend. We werken in alle groepen met het model convergente differentiatie. Dit is een vorm van differentiëren waarbij in principe de hele groep bij elkaar wordt gehouden wat betreft het leerstofaanbod. De klas is hierbij in drie niveaus verdeeld: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau. Alle leerlingen doen mee aan de klassikale instructie. Hierbij wordt rekening gehouden met de bovenstaande niveaus. Daarna gaan de kinderen de leerstof zelfstandig verwerken, zodat de leerkracht tijd heeft om de leerlingen, die extra ondersteuning nodig hebben verlengde instructie te geven. Voor de meer- en hoogbegaafde kinderen is er verdiepings- en verrijkingsstof. Voor leerlingen die veel extra uitdaging nodig hebben werkt de school met de leerlijn Levelspel en Levelwerk.

Verrijkend Onderwijs
Onze school vindt het belangrijk om modern en eigentijds onderwijs vorm te geven. Dit betekent, dat we niet alleen de vakken taal, lezen en rekenen belangrijk vinden, maar ook veel aandacht hebben voor vaardigheden als samenwerken, communiceren, creativiteit, probleemoplossend denken, ICT geletterdheid, sociale en culturele vaardigheden. Onze school biedt daarom verrijkend onderwijs voor alle kinderen, waarbij sterk ingezet wordt op het ontdekken en ontwikkelen van hun talenten. Bij verrijkend onderwijs gaat het om meer dan kennis alleen. Leerlingen leren onderzoeken, bronnen raadplegen, verslagen maken en overleg voeren met elkaar. Leerlingen ontdekken zo hun talenten en ervaren, dat leren ook leuk kan zijn. Op deze wijze levert het onderwijs een bijdrage aan de identiteitsvorming van leerlingen. Zo ontwikkelen de leerlingen zich pro-actief, durven nieuwe wegen in te slaan en eigen grenzen verleggen. Om talentontwikkeling bij kinderen nog verder te stimuleren wil de school in het schooljaar 2023-2024 de inrichting van een science- & technieklab verder uitbouwen. Door op school gericht aandacht te besteden aan wetenschap en techniek kunnen leerlingen beter worden voorbereid op de samenleving van de toekomst. Vast staat dat bijvoorbeeld programmeren op school allerlei kansen en mogelijkheden biedt. Programmeren leert kinderen o.a. om logisch en gestructureerd te denken en het helpt hen begrijpen hoe technologie werkt. Het draagt bij aan de ontwikkeling van 21st Century Skills, waarbij eigenaarschap een belangrijke voorwaarde is om tot leren te komen.



 

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Passend Onderwijs Samenwerkingsverband Zeeluwe 

Vanaf 1 augustus 2014 hebben alle basisscholen de wettelijke taak om passend onderwijs te geven. Belangrijke doelen in de wet op Passend Onderwijs zijn: Terugdringen van bureaucratie, met name de ingewikkelde indicatieprocedures, Terugdringen van het aantal kinderen dat geen plek in het onderwijs kan vinden (thuiszitters), Alle kinderen een passende onderwijsplek bieden. Ook al lijkt de ontwikkeling van kinderen vaak ‘als vanzelf’ te gaan, voor sommige kinderen is dat niet zo. Zij hebben behoefte aan extra ondersteuning of een speciale onderwijsplek. Als dat op school niet lukt, wordt eerst binnen het bestuur van VCO naar een oplossing gezocht. Als dat ook niet mogelijk blijkt, gaan we in overleg met het regionale samenwerkingsverband. Onze school werkt met alle basisscholen en het speciaal (basis)onderwijs in de gemeenten Nijkerk, Putten, Ermelo, Harderwijk, Zeewolde, Nunspeet, Elburg en Epe samen, binnen het “SWV Zeeluwe” (www.zeeluwe.nl) SWV Zeeluwe heeft in het ondersteuningsplan op de website vastgelegd op welke wijze passend onderwijs wordt geboden binnen de deelnemende scholen voor regulier- en speciaal (basis)onderwijs.  

Ondersteuningsmiddelen
Ons schoolbestuur ontvangt van het samenwerkingsverband Zeeluwe jaarlijks ondersteuningsmiddelen in euro’s. Hiermee kan het bestuur de extra ondersteuning op onze school bekostigen. Denk hierbij bijvoorbeeld aan extra inzet van een onderwijsassistent of leerkracht, of aan het inhuren van externe hulp of deskundigheid. Ook betaalt het bestuur de extra kosten als kinderen worden toegelaten tot het speciaal (basis)onderwijs.    

Zorgplicht 
Alle kinderen een passende onderwijsplek bieden is onze kernopdracht die ook wel ‘zorgplicht’ wordt genoemd. Zorgplicht betekent dat de basisschool de verantwoordelijkheid heeft om in goed overleg met de ouders een passende onderwijsplek te vinden. Liefst op de eigen school of de school van voorkeur. Als blijkt dat dit niet mogelijk is, heeft de school de opdracht om met de ouders te zoeken naar de best passende plek elders. Dat kan zijn op een andere basisschool binnen het SWV of op een school voor speciaal (basis)onderwijs. Als u het niet eens bent met het aanbod van de school, dan kunt u dit aankaarten bij de directie of het bestuur van de school van uw kind. Komt u er samen niet uit, dan kunt u contact opnemen met het SWV Zeeluwe of om ondersteuning vragen door een onderwijsconsulent (www.onderwijsconsulenten.nl). Blijft u het oneens met de school en helpt voorgaande niet, dan kunt u een klacht indienen bij de landelijke geschillencommissie. Meer informatie hierover vindt u op de website www.onderwijsgeschillen.nl.   


Schoolondersteuningsprofiel 

Iedere school is in het bezit van een school ondersteuningsprofiel (SOP). In dit document staat omschreven welke ondersteuning de school kan bieden. U kunt het SOP vinden op onze schoolwebsite. In dit profiel vindt u een uitgebreide beschrijving van de ondersteuningsmogelijkheden die onze school biedt.  Arrangementen Het antwoord op de vraag: “Wat heeft dit kind nodig en hoe stemmen wij ons handelen hierop af?”, wordt vastgelegd in een plan van aanpak, vaak een arrangement genoemd. Wat gaan we doen? Wanneer? Door wie? Met welk doel? Wanneer en hoe evalueren we? Ouders worden nauw betrokken bij het opstellen van een arrangement. Doeltreffende samenwerking tussen alle betrokkenen, in het belang van het kind, staat hierbij voorop. 

Arrangementen
Het antwoord op de vraag: “Wat heeft dit kind nodig en hoe stemmen wij ons handelen hierop af?”, wordt vastgelegd in een plan van aanpak, vaak een arrangement genoemd. Wat gaan we doen? Wanneer? Door wie? Met welk doel? Wanneer en hoe evalueren we? Ouders worden nauw betrokken bij het opstellen van een arrangement. Doeltreffende samenwerking tussen alle betrokken in het belang van het kind staat hierbij voorop.  

Ouderbetrokkenheid
We vinden het van groot belang dat ouders direct betrokken worden bij de eerste tekenen dat hun kind meer ondersteuning nodig heeft. In sommige situaties zijn er niet alleen zorgen op school, maar ook thuis. Om tot een goede ondersteuning te komen, is het noodzakelijk om daar met de ouders in openheid en vertrouwen over te spreken. Ouders kunnen via de Medezeggenschapsraad van de school of via de Ondersteuningsplanraad van het samenwerkingsverband invloed uitoefenen op het beleid van de school (Schoolondersteuningsprofiel) en het samenwerkingsverband (ondersteuningsplan). Beide raden bestaan uit ouders en leraren. (http://www.zeeluwe.nl/zeeluwe/ondersteuningsplanraad_(opr)) .  

Ambulante begeleiding
Het uitgangspunt van onze school is dat het ontwikkelingsproces van het individuele kind centraal staat, d.w.z. dat kinderen in eerste instantie binnen De Triangel de zorg krijgen die zij nodig hebben. Daarbij is ondersteuning mogelijk vanuit de stichting VCO Harderwijk-Hierden in de vorm van consultatieve of intensieve begeleiding mogelijk door de orthopedagoog generalist en psycholoog die werkt voor de VCO. Deze Consultatieve/Intensieve begeleiding kan ingezet worden voor:
- Kinderen met een ontwikkelingsachterstand
- Kinderen met gedragsproblematiek en/of sociaal/emotionele problematiek
- Kinderen met combinatieproblematiek De orthopedagoog generalist en psycholoog komt op school voor een gesprek met de intern begeleider(IB) of zij observeert de leerling in de klassensituatie en richt zich behalve op de individuele problematiek ook op de interactie met de andere leerlingen en met de leerkracht. Samen met de leerkracht en de intern begeleider wordt een plan van aanpak opgesteld (IB). Voor Intensieve begeleiding geven ouders toestemming door een handtekening te zetten op het toestemmingsformulier.  

Testen van leerlingen
Op onze school wordt hard gewerkt om alle kinderen de beste begeleiding te geven zodat ze zich optimaal kunnen ontwikkelen. Soms hebben we daar aanvullende gegevens vanuit een test of onderzoek voor nodig. In sommige gevallen zijn die gegevens hard nodig, omdat de school echt niet meer weet hoe het kind verder begeleid moet worden. Zonder die informatie is de school dan handelingsverlegen. Wanneer die handelingsverlegenheid wordt opgeheven door middel van een onderzoek of test, kan de school de leerling verder helpen. Dit kan verwijzing naar het speciaal (basis)onderwijs voorkomen. De school is bereid de kosten van het benodigde onderzoek te betalen. Het is gebruikelijk dat de uitslag van een onderzoek als eerste aan de ouders wordt aangeboden. Deze stellen de gegevens vervolgens weer ter beschikking aan de school. De school kan met behulp van deze gegevens zorg dragen voor een optimale begeleiding van de leerling. In een enkel geval gebeurt het dat ouders de inhoud van een onderzoeksrapport niet ter beschikking van de school willen stellen. Dat is het goed recht van ouders. De kosten van het onderzoek komen dan echter voor rekening van de ouders, omdat de school de wel beschikbare informatie niet kan gebruiken ten behoeve van de leerling. Het grote nadeel van zo’n situatie is dat een kind niet meer adequaat geholpen kan worden, omdat de school niet over de juiste informatie beschikt. In het belang van het kind streeft de school ernaar om dit te allen tijde te voorkomen.  

Toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor speciaal (basis)onderwijs
Als wij als school en u als ouder(s) / verzorger(s) tot de conclusie komen dat het, voor de ontwikkeling van uw kind, beter is om naar een speciale (basis)school te gaan, vraagt onze school een TLV voor de leerling aan. Hierbij zijn nog twee extra handtekeningen nodig: van een betrokken extra deskundige (meestal een orthopedagoog) en van een onafhankelijke tweede deskundige. Vervolgens wordt de aanvraag ingediend bij het samenwerkingsverband Zeeluwe. Het samenwerkingsverband controleert of de ouders inderdaad vroegtijdig bij het hele proces betrokken zijn geweest. Als dat zo is en zowel de ouders als de beide scholen (onze school en de gewenste speciale school) zijn het met de plaatsing eens, geeft het samenwerkingsverband zijn akkoord.  

Het protocol Leesproblemen en Dyslexie
Onze school werkt volgens de principes van “Het protocol Leesproblemen en Dyslexie”. Dit protocol is bedoeld om leerkrachten in het basisonderwijs een houvast te geven bij het vroegtijdig onderkennen en aanpakken van lees – en spellingproblemen. Uitgaande van het aloude gezegde voorkomen is beter dan genezen geldt als motto dat een zo vroeg mogelijke interventie de meeste kans op succes garandeert. Zo volgen wij de ontwikkelingen op leesgebied al bij de kleuters en worden de volgende zaken goed geregistreerd:
- toont het kind interesse in boekjes?
- telt het kind zich actief op in de voorleeskring
- toont het interesse in letters en woorden
- probeert het zijn eigen naam te schrijven
- kan het kind een verhaaltje navertellen  

Op grond van deze bevindingen kan een kind in groep twee geselecteerd worden voor de Voorschotbenadering of BOUW. Deze Voorschotbenadering is bedoeld om kleuters die na de zomervakantie in groep 3 instromen vast een voorsprong te geven op de leesstof in groep 3. Wekelijks wordt er met hen op een speelse manier alvast geoefend met letters, boekjes en woorden zodat het kind extra goed voorbereid groep 3 kan binnenstappen en dus succeservaringen kan opdoen. Immers het kind kent de aangeboden letters en woorden en is dus optimaal voorbereid op de eerste fase van het leesproces in groep 3. We maken hierbij ook gebruik van het computerprogramma Bouw tutorlezen. In groep 3 volgen we de ontwikkelingen op het leesgebied ook volgens de principes van het protocol. Dit betekent in de praktijk dat er vaste toetsmomenten zijn gepland. Zo vindt het eerste toets moment plaats in oktober. Hoe staat het met de letterkennis? Kan het kind al wat woorden lezen? Hoe staat het met zijn/haar interesse? etc. Mocht het beeld nog niet optimaal zijn dan krijgt de leerling, naast het klassikale programma van Veilig Leren Lezen, extra intensieve leesbegeleiding met het computerprogramma Bouw tutorlezen of het interventieprogramma van Connect Klanken en Letters. In februari volgt dan weer een toetsmoment waarbij vooral gekeken wordt naar het lezen; leest het kind radend, spellend of herkent het woorden al in een keer, leest het kind vlot of vraagt het decodeerproces nog veel tijd, kan het kind alle letters vlot en goed benoemen? Na dit toetsmoment kan extra begeleiding met het interventieprogramma Connect Woordherkenning ingezet worden. In mei/juni volgt weer een toetsmoment en kan het interventieprogramma Connect Vloeiend Lezen worden ingezet en dit kan uitlopen t/m de eerste helft van groep 4. Het is mogelijk dat er een leesklasje samengesteld wordt. Deze kinderen krijgen dan extra leesondersteuning buiten de groep die aansluit bij hun fase van leesonderwijs. Eind mei moet het beeld dan duidelijk zijn. Heeft het kind voldoende leesvaardigheid om in groep 4 te starten? Dit gehele proces wordt met de ouders besproken; vaak bieden zij thuis ook extra ondersteuning. Ook in groep 4 werken we volgens de principes van het protocol met de vaste toetsmomenten en de extra ondersteuning. Eind groep 4 hebben we een goed overzicht van de ontwikkelingen van het leesproces van het individuele kind. Zo kan het zijn dat we moeten constateren dat het leesproces ondanks alle vroegtijdige ondersteuning toch niet optimaal is en/ of stagneert. Dit betekent in de praktijk dat het kind veel ondersteuning krijgt door het nemen van maatregelen binnen de groep:
- De leerling mag nooit onvoorbereid een tekst hardop voorlezen;
- De leerkracht leest de tekst voor of spreekt het in op een bandje;
- De leerling kan met een tutor lezen; dit is een medeleerling (zorgvuldig geselecteerd) die het kind helpt bij het lezen van teksten;
- De leerkracht kan lange teksten inkorten;
- Lastige woorden vervangen door toegankelijke woorden;
- Positieve bevestiging geven en succeservaringen laten opdoen;
- Computer inzetten;
- Cito-toetsen kunnen luisterend worden aangeboden; is wel gebonden aan bepaalde criteria;
- Boeken aanbieden die de interesse van het kind hebben en dan samen de tekst voorbereiden/ lezen;
- Accent leggen op leesplezier en niet op de technische leesvaardigheid.      
Na al deze interventies, bij een onvoldoende en/of stagnerend leesproces kan er bekeken worden of er eventueel sprake is van dyslexie en of de leerling voldoet aan de criteria om in aanmerking te komen voor een officieel dyslexieonderzoek. Onafhankelijk dyslexieonderzoek vindt plaats via de RID. Voor meer informatie www.rid.nl.

Blind of slechtziend / doof of slechthorend / taal-spraakproblemen Er zijn in Nederland speciale scholen voor kinderen die blind of slechtziend zijn en voor kinderen die doof of slechthorend zijn en/of taal-spraakproblemen hebben. Deze scholen vallen buiten de wet passend onderwijs, maar hebben wel de verplichting basisscholen te ondersteunen ingeval van plaatsing in het regulier onderwijs. Dit vindt plaats in de vorm van consultatie en begeleiding.  

Lesstof aanbod meer- en hoogbegaafde kinderen
Alle VCO-scholen streven ernaar de kinderen onderwijs te bieden dat aansluit bij hun belangstelling en mogelijkheden. Kinderen die meer aankunnen krijgen daarom ook meer uitdaging dan kinderen die meer behoefte hebben aan herhaling. Kinderen die meer aankunnen zullen vaak niet alle stof uit de methode hoeven door te werken. De stof uit de methode wordt dan ingedikt. Sommige onderdelen kunnen worden overgeslagen. Dit wordt ook wel compacten genoemd. De onderwijstijd wordt vervolgens ingevuld door opdrachten te geven, die voor de betreffende kinderen uitdagend zijn en een appèl doen op hun mogelijkheden en capaciteiten. De laatste jaren is er in Nederland sprake van een  toenemende aandacht voor onderwijs aan hoog- en meer begaafde leerlingen. Ook op onze school vinden we dat hoog- en meer begaafde leerlingen een specifiek onderwijsaanbod nodig hebben. Met het beleid ten aanzien van hoog- en meer begaafde leerlingen willen we een algemeen beeld realiseren, dat duidelijk en haalbaar is voor alle leerkrachten, leerlingen en ouders. We vinden het belangrijk, dat leerlingen met plezier leren en met plezier naar school gaan. Om toe te komen aan de groep hoog- en meerbegaafde leerlingen handelen wij als volgt: ·  - de wijze van signalering en diagnose vindt zorgvuldig en transparant plaats.
- dat er voor deze leerlingen met een aangepaste leerlijn (Levelwerk) een aanbod van lesmaterialen is dat uitdaagt tot leren leren en meta-cognitieve vaardigheden vraagt. Deze leerlingen krijgen hiervoor begeleiding van de Levelwerkcoach     
-dat het aanbod van compacting, verrijking en verbreding op een planmatige en doorzichtige wijze wordt aangeboden.
-dat de attitude met betrekking tot het pedagogisch didactisch handelen wordt toegespitst op de behoefte van hoogbegaafde leerlingen. 
-dat er op onze school een ontwikkelteam Hoogbegaafdheid is en het team met betrekking tot het onderwijs aan hoogbegaafde kinderen hierin geschoold is.       
- dat er op onze school de mogelijkheid wordt geboden voor hoogbegaafde kinderen om deel te nemen aan de Plusgroep. Deze Plusgroep wordt begeleid door een gespecialiseerde leerkracht. Signaleren en diagnose De signalering en diagnose van hoogbegaafdheid willen we op onze school uitvoeren aan de hand van het SIDI PO van Eduforce. Dit protocol bevat instrumenten om de ontwikkelingsvoorsprong bij  kleuters en de mate van  begaafdheid in de groepen 3 en 4 in kaart te brengen. Tijdens de schoolloopbaan van de leerlingen blijven we regelmatig signaleren via het dit instrument.  
Levelwerk De leerlijn Levelwerk, een aparte leerlijn voor hoog- en meer begaafde leerlingen, bestaat uit 2 delen:  
-Levelspel (groep 1 en 2) Levelspel is een box met daarin een gestructureerd pakket met materialen speciaal ontwikkeld voor slimme kinderen. Levelspel richt zich op kinderen die ‘meer’ kunnen. Levelspel versterkt vaardigheden zoals discipline, doorzetten, fouten maken, falen, frustratie en omgaan met tegenslagen, kortom de vaardigheden die nodig zijn om het leren te leren. Leren gaat begaafde leerlingen gemakkelijk af, ze hoeven er nauwelijks moeite voor te doen. Levelspel is bedoeld om kleuters te laten ervaren dat leren niet vanzelf gaat. Bij het omgaan met materialen van Levelspel zullen de leerlingen zich echt moeten inspannen, maar niet zonder de instructie en begeleiding van de leerkracht.  
-Levelwerk (groep 3 t/m 8) Levelwerk biedt een totaalaanbod van verrijkende activiteiten op meerdere terreinen. Bij verrijking is het doel om de begaafde leerling meer uitdaging te bieden binnen de vakken taal, rekenen en begrijpend lezen. Deze leerstof heeft een verplichtend karakter. De onderdelen ‘rekenen’ en ‘taal/lezen’ zijn dergelijke verrijkende opdrachten. Daarnaast biedt Levelwerk in het onderdeel ‘Allerlei’ de mogelijkheid om met eigen gekozen onderwerpen aan de slag te gaan, veelal onderwerpen uit de belangstellingssfeer van de leerling. In de vorm van werkstukken, foto- of filmpresentaties, een tentoonstelling of een maquette kan de leerling zijn/haar werk presenteren. Ook aangepaste opdrachten binnen het vakgebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’ en opdrachten wat betreft samenwerking en hulp bieden aan anderen vallen onder dit onderdeel. De leerkracht is hier meer de coach in de begeleiding van dit proces. Doel van deze werkwijze is tweeledig: aansluiten bij de motivatie van de leerling en het oefenen van metacognitieve, maar ook sociaal-emotionele en creatieve vaardigheden.

Doublurebeleid
Er bestaat de mogelijkheid, dat er besloten wordt (uiteraard na overleg met de ouders) het kind het schooljaar over te laten doen. Ook hierbij volgt de school de afgesproken procedure. Als we overgaan tot deze stap, gebeurt dit in de groepen 1, 2, 3 of 4. Doubleren heeft alleen zin, als het kind onvoldoende aansluiting heeft bij het niveau van de volgende groep of als het sociaal-emotioneel nog niet toe is aan de volgende groep en wij ervan overtuigd zijn dat dit over een jaar wel het geval is. Indien het kind de klas overdoet, wil dat niet zeggen, dat het alles moet overdoen. We willen verder gaan op het niveau, waar het kind is gebleven. Als er wordt besloten om het kind het schooljaar over te laten doen, dan worden de ouders/verzorgers hierover op tijd geïnformeerd. Hoewel wij over het doubleren nadrukkelijk willen communiceren met de ouders, behoudt de school in de uiteindelijke beslissing het laatste woord. De school heeft de afspraken rondom doublure vastgelegd in het doublurebeleid, deze kunt u vinden op de website van de school.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

Komend jaar willen we kijken waar er kansen liggen om de samenwerking met voorschoolse voorzieningen te versterken (peuterspeelzaal en kdv)om te komen tot een ononderbroken ontwikkeling en overgang naar de basisschool.

We voeren een nieuwe manier van data duiden in, waarbij we ons richten op een diepere en rijkere analyse. We worden hierbij ondersteund door een externe deskundige.

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

In ons schoolgebouw is een kinderdagverblijf voor kinderen van 0 t/m 4 jaar gevestigd op de benedenverdieping. Er is een buitenschoolse opvang voor kinderen op de 1e etage die voor of na schooltijd opvang nodig hebben of in de vakantie. Voor sport en spel maken zij na schooltijd ook gebruik van ons plein. Beide voorzieningen vallen onder de verantwoordelijkheid van kinderopvangorganisatie Doomijn. Meer informatie vindt u op http://www.doomijn.nl.Het is prettig dat we deze vormen van opvang in ons eigen gebouw hebben. Dit is een veilige, gezellige en stimulerende omgeving voor kinderen.

Groep 1 en 2
Bij de kleuters wordt thematisch gewerkt. Daarbij worden een aantal bronnenmappen gebruikt waaronder ‘Kleuterplein’. Aan de hand van de KIJK- Leerlijnen worden de leerlingen gevolgd in hun ontwikkeling. Wij werken vanuit onze visie op spelend leren. Spel is de basis binnen het kleuteronderwijs. Spelen doen de jonge kinderen het allerliefste én spel is voor hen dé manier om te leren. Door middel van het spel komen er heel wat ontwikkelingsgebieden aan bod: sociale ontwikkeling, emotionele ontwikkeling, intellectuele ontwikkeling maar ook de motorische ontwikkeling. Om spelenderwijs tot leren te komen heeft een kleuter een speelleeromgeving nodig die deze jonge kinderen prikkelt in hun nieuwsgierigheid en uitdaagt met rijke spelmaterialen. Hierbij is een belangrijke rol weggelegd voor de leerkracht, de professional die aansluit bij het spel van kinderen en observeert waar de kansen liggen om de kinderen in de groep verder te helpen. Belangrijk blijft altijd dat jonge kinderen zich veilig voelen en genoeg tijd krijgen om in de flow van hun spel te komen. Naast spel is ook de interactie tussen leerkracht en het kind én de interactie tussen kinderen onderling van grote invloed op het leren van jonge kinderen. 

Terug naar boven