Bredero-School
Ina Boudierplantsoen 3 9721 XA Groningen
- Basisonderwijs
- Openbaar
- 465 leerlingen
Resultaten eindtoets
Toelichting van de school
Alle leerlingen van groep 8 hebben tot schooljaar 2022-2023 deel genomen aan de CITO-Eindtoets. In het schooljaar 2023- 2024 verandert de eindtoets in een doorstroomtoets.
De Brederoschool scoort hoger dan scholen in een vergelijkbare situatie. Er wordt van ons als school verwacht (i.r.t. onze schoolpopulatie) dat we een bepaald referentieniveaupercentage m.b.t. de eindresultaten scoren.
Niveau 1F: minimaal 85% (eigen doel = 100%)
Niveau 2F/1S: minimaal 56,6% (eigen doel = 70-80%)Scores schooljaar 2022-2023:
Niveau 1F: Lezen > 100%, Taalverzorging > 100%, rekenen > 100%
Niveau 2F/1S: Lezen > 85%, Taalverzorging > 75%, rekenen > 62%In het referentiekader is vastgelegd wat leerlingen moeten kennen en kunnen als het gaat om basisvaardigheden voor taal en rekenen/wiskunde (van de basisschool tot het hoger onderwijs). Deze kennis en vaardigheden worden in het referentiekader gespecificeerd in een aantal referentieniveaus. De verschillende niveaus worden beschreven in twee kwaliteiten: fundamentele kwaliteit (F) en streefkwaliteit (S).
Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Fundamenteel niveau
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Streefniveau
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?
Toelichting van de school
Om de ontwikkeling van onze leerlingen te volgen maken we gebruik van een uniform leerlingvolgsysteem (ESIS, in combinatie met Cito Leerling in Beeld). Het hanteren van dit systeem moet er met name toe leiden dat de vorderingen van de leerlingen op een goede en zo concreet mogelijke wijze worden vastgelegd. Dit houdt in dat we van alle kinderen een dossier bijhouden met hun persoonlijke gegevens, verslagen van leerlingenbesprekingen, handelingsplannen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, observaties, toets- en rapportgegevens. Zoals de Wet Persoonsregistratie voorschrijft, bewaart de school deze gegevens in een beveiligde omgeving
Observaties en toetsen
Leerkrachten houden bij hoe de kinderen zich ontwikkelen. Daarbij letten ze zowel op de leerprestaties als de sociaal-emotionele vorming. In de groep 1/2 worden observaties uitgevoerd. In de groepen 3 tot en met 8 maken de leerlingen verschillende soorten toetsen. De methodetoetsen horen bij de methodes waaruit wordt lesgegeven en geven een beeld van de opgedane kennis en vaardigheden op 'dat moment' en vinden plaats na elk nieuw blok. Naast de methode gebonden toetsen maken we op het gebied van lezen, spelling en rekenen de Leerling in Beeld toetsen van CITO. Deze toetsen zijn genormeerd naar het landelijk gemiddelde. De kinderen worden zo hun hele schoolloopbaan gevolgd.Wat betreft de sociaal-emotionele ontwikkeling neemt de school in de groepen 5 t/m 8 de KiVa-monitor af.
Observaties en toetsresultaten worden besproken en geanalyseerd door de leerkracht. Naar aanleiding van deze analyses worden er nieuwe groeps- en handelingsplannen gemaakt in samenwerking met de intern begeleider. De analyses worden zowel op individueel als op groepsniveau gemaakt. De resultaten worden besproken met alle teamleden, zodat de juiste interventies plaats kunnen vinden.
Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?
Toelichting van de school
Het doel van een goed schooladvies is dat leerlingen onderwijs volgen op een niveau passend bij hun talenten en interesses. We streven naar een schooladvies dat recht doet aan de talenten, ontwikkeling en capaciteiten van de leerling.
We zijn verplicht om voor 1 maart een schooladvies af te geven voor alle leerlingen in groep 8. Het schooladvies mag bestaan uit één schoolsoort of uit twee naastgelegen schoolsoorten. Het eerste wordt een enkelvoudig schooladvies genoemd, bijvoorbeeld vmbo-bb. Het tweede is een meervoudig schooladvies, bijvoorbeeld vmbo-tl/havo.
Het schooladvies is geen momentopname, maar is gebaseerd is op een breed inzicht in de ontwikkeling van het kind. De gehele schoolloopbaan van de leerling is relevant bij de totstandkoming van het schooladvies. Het advies van de basisschool is leidend bij de overgang van leerlingen naar het voorgezet onderwijs (VO). Dit maakt dat het schooladvies gebaseerd is op meer dan de toetsscores op taal en rekenen.
Wij gebruiken de volgende bronnen bij de totstandkoming van het schooladvies:
· Schoolloopbaan/schoolrapporten
· Inzicht leerkrachten groep 6,7,8
· CITO-LVS
· Plaatsingswijzer
· Methodetoetsen
De verwachtingen die leerkrachten hebben van leerlingen zijn bepalend voor de houding richting en interactie met leerlingen. Hoge verwachtingen dragen bij aan het creëren van een schoolomgeving die leerlingen de gelegenheid geeft zich optimaal te ontplooien. ‘Hoge verwachtingen’ gaan niet om ‘iedere leerling op het hoogste niveau’ of ‘hoger is beter’, maar om ‘iedere leerling op zijn hoogste niveau’. En dit draait feitelijk om het hebben van een realistische en optimistische verwachting van het kind. We zijn ons bewust van de invloed hiervan op de leermogelijkheden van leerlingen. Om tot een kansrijk schooladvies te komen, geven we daarom het schooladvies vanuit meerdere perspectieven vorm.
Op onze school wordt het advies in overleg opgesteld met:
· Leerkracht
· IB
· directieDaarnaast maken wij gebruik van de warme overdracht naar het VO, om zo bij te dragen aan een kansrijke start in het VO.
De doorstroomcijfers van de Brederoschool liggen op niveau. Er wordt kansrijk geadviseerd. 7/10 van de leerlingen zit na 3 jaar op het geadviseerde niveau. 1/10 stroomt af en 1/5 stroomt op. De opstromers zijn met namen leerlingen met een HAVO/VWO advies die uiteindelijk naar het VWO gaan.
Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Sociale ontwikkeling
Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?
Kinderen leren het beste als ze zich goed en veilig voelen. De Brederoschool is een school voor ieder kind: wij houden rekening met verschillen tussen kinderen, maar we leren óók dat de kinderen met elkaar rekening moeten houden. We creëren een goed pedagogisch klimaat waarbij rust, plezier en effectiviteit centraal staan.
- We benaderen kinderen als individu (ontwikkeling, kennis, vaardigheden, achtergrond etc.);
- We hebben een onvoorwaardelijke en positieve aanvaarding van de leerling (uniciteit);
- We hebben vertrouwen in de mogelijkheden van het kind en dat vertrouwen schenken we aan het kind (ieder kind kan en wil leren);
- We verplaatsen ons als leerkracht in het kind;
- De relatie gaat vooraf aan de prestatie: onderhouden en versterken van binding tussen leerkracht en kind staat voorop.
Bovenstaande betekent in grote lijnen dat:
- we condities scheppen waaronder de binding tussen leerkracht en leerling kan ontstaan;
- we condities scheppen waaronder de kinderen binding krijgen in de groep (de klas als veilige groep) en de school als leergemeenschap;
- we condities scheppen waaronder de kinderen binding krijgen met het leren zelf: leren is leuk, leren is belangrijk en zinvol.
De Brederoschool richt zich met het onderwijs op zowel de kennisoverdracht en vaardigheden als op de ontwikkeling van de persoonlijkheid van ieder kind. Kennis en vaardigheden zijn belangrijk, maar dat alleen is niet genoeg om in de wereld van morgen te kunnen functioneren. We willen in pedagogisch opzicht dat de kinderen zichzelf leren zien als “Mensen die een kritisch-positieve bijdrage kunnen leveren aan de samenleving als geheel en aan de verschillende sociale verbanden waarin ze gaan deelnemen”.
Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling
Wat zegt de inspectie over de school?
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.