Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
In groep acht maken onze leerlingen een Cito Eindtoets. Vanaf het schooljaar 2023-2024 heet dit een doorstroomtoets. In 2022-2023 is onze schoolscore 536, dit is boven het landelijk gemiddelde. Dit is ook wat wij verwachten van onze populatie leerlingen. Op het 1F referentieniveau scoren we 96% en op het 2F/1S referentieniveau scoren we 63%. Deze percentages liggen beide boven de signaleringswaarden. We constateren dat er voor onze school nog meer ontwikkeling zit in de rekenvaardigheden en het onderdeel taalverzorging van onze leerlingen voor met name in het percentage leerlingen dat 1S/2F niveau behaalt. Over het algemeen lijken wij voor Taal/Lezen sterker dan Rekenen.
Doorstroomtoets
Vanaf groep 6 worden de resultaten die de leerlingen behalen op de Cito toetsen verwerkt in een plaatsingswijzer. Deze plaatsingswijzer bespreken wij zowel in groep 6 als in groep 7 met de ouder(s), verzorger(s) en de leerlingen zelf. In de groepen wordt in de voorbereiding op de doorstroomtoets gesproken over de betekenis, de verwachtingen en het vervolg op de afname. We proberen leerlingen mee te geven dat focus en inzet belangrijk is en dat ze mogen vertrouwen op hun eigen kunnenSchooleigen ambities
We streven er naar om elk kind te voorzien in de voor hem/haar juiste onderwijsbehoeften, zodat alle voorwaarden zijn gerealiseerd om optimaal te kunnen presteren op eigen niveau. Wij evalueren onze doelen jaarlijks in ons jaarverslag. Naar aanleiding van de meest actuele resultaten hebben wij onszelf de volgende doelen en ambities gesteld.
Algemeen:
Investeren in zicht op ontwikkeling en een duidelijke PDCA cyclus waarbij een heldere vertaalslag wordt gemaakt van analyse via duiden naar doelen en doen. Aandacht voor handelingsgericht werken.
Lezen:
Weten wat werkt en vooral nog verder inzetten op percentage 2F niveau vergroten, we willen ze meer uitdagen!
Taalverzorging: Weten wat werkt en goed in kaart brengen waar er nog winst te behalen valt; werkwoordspelling.
Rekenen: Structureel inzetten op automatiseren en organiseren van kennisdeling voor probleemoplossend denken en handelen en het toepassen van het het drieslagmodel. Veel noteren van bewerkingen om processen te volgen en de begeleiding daar op af te kunnen stemmen, hier ligt ook een rol voor de rekencoördinator.
Het is ons doel om helder inzicht te hebben in de in de referentieniveaus passend bij onze leerling populatie.
Schoolambities 1F
Lezen: 100%
Taalverzorging: 100%
Rekenen: 100%Schoolambities 1S2F
Lezen: 82%
Taalverzorging: 68%
Rekenen: 55%*NB In de afbeeldingen met percentages moet nog aangepast worden aan de meest actuele informatie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023/2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Op onze school streven we ernaar dat ieder kind in ontwikkeling is en in ontwikkeling blijft. Daarbij vinden we het belangrijk dat motivatie en betrokkenheid de motor is van het leren en dat daarbij de nieuwsgierigheid van kinderen, die er van nature is, behouden blijft. Autonomie draagt bij aan de motivatie en betrokkenheid van zowel leerling als leerkracht. Dat betekent dat we, zo jong als onze leerlingen soms al zijn, proberen onze leerlingen eigenaar te maken van hun eigen leerproces en de autonomie te geven in het maken van keuzes in deze ontwikkeling.
We vinden het belangrijk dat leerkrachten zicht hebben op de ontwikkeling van zijn/haar leerlingen. Hij/zij brengt de onderwijsbehoeften van de leerlingen in kaart, stelt groepsoverzichten en plannen op, zorgt voor goede instructies tijdens de les en voor de begeleiding van de leerlingen. Daarbij wordt de leerkracht ondersteund door de twee intern begeleiders van de school. Daar waar nodig worden tussentijds gesprekken ingepland tussen leerkrachten en IB-ers.
Twee keer per jaar organiseren de IB-ers een groepsbespreking, waarbij het accent in eerste instantie ligt op het verbeteren en aanscherpen van het lesaanbod, gericht op didactisch en pedagogisch handelen en vervolgens op de ontwikkeling en onderwijsbehoeften van de leerlingen individueel. De IB-ers brengen de groepen van de leerkrachten helder in beeld aan de hand van een ingevuld format, dat voor de bespreking digitaal aangevuld wordt naar inzicht van de leerkracht. Ook is er twee keer per jaar een leerlingbespreking tussen de intern begeleider en de leerkracht(en). Tijdens deze gesprekken worden de ontwikkelingen van alle leerlingen op individueel niveau bekeken, geanalyseerd en waar nodig acties geformuleerd voor het begeleiden binnen de groep.
Tussentijdse resultaten van methode toetsen en niet-methode toetsen zijn zichtbaar in het registratiesysteem en spelen een rol bij het inzichtelijk krijgen van de ontwikkeling en worden onderling besproken. Tussenopbrengsten en eindopbrengsten worden ook in het gehele team besproken en geanalyseerd. We hebben twee keer per jaar een teamoverleg waarin we kritisch met elkaar naar onze opbrengsten in een schoolbreed perspectief kijken. Zo kunnen we groepen onderling met elkaar vergelijken en groepen in hun ontwikkeling volgen. Door hier gericht een analyse op te schrijven maken we ons onderwijs iedere keer meer op maat en kwalitatief beter. We stellen onszelf voor het vervolg ambitieuze doelen zodat we planmatig het onderwijsaanbod verbeteren.Het kan voorkomen dat we de hulp nodig hebben van extern partners. Bijvoorbeeld wanneer een begeleidingsvraagstuk niet meer door ons vorm gegeven kan worden. Voordat er externe partners aan te pas komen, brengen leerkrachten en IB-ers de ontwikkeling van een leerling dusdanig in beeld, dat er een gerichte vraag naar externe partners uitgezet kan worden. De Intern begeleiders begeleiden de leerkrachten bij dit proces en leggen de contacten met externe partners.
Ouders worden zo snel mogelijk betrokken bij de zorg die leerkrachten hebben over de ontwikkeling van hun kind en worden meegenomen in het proces. Het streven is dat daar waar mogelijk leerkracht, IB'er, ouders en externe instanties aanwezig zijn bij de gesprekken. Gezamenlijk zijn ze verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de leerling. Er zijn diverse mogelijkheden voor het begeleiden van leerlingen. Daar waar mogelijk, worden leerkrachten in de klas ondersteund door een assistent, zodat zij zelf hun leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften kunnen begeleiden. Daarnaast kunnen leerkrachten begeleid worden vanuit het Kennis Centrum Onderwijs Groningen (KCOO). Ambulant begeleiders kunnen komen observeren in de groepen. De observaties zijn gericht op zowel leerlingen, als leerkrachten, maar altijd op aanvraag van de leerkracht.
Tussentijdse opbrengsten
In het schooljaar 22-23 hebben we onze tussen- en eindopbrengsten van de leerjaren in kaart gebracht. We zien hierin wel het effect van Covid-19 terug. Sommige groepen hebben in hun eerste twee leerjaren op de basisschool veel hinder ondervonden van de Covid-19 pandemie, minder leertijd op school gehad, waardoor de opbrengsten niet helemaal in de lijn der verwachting liggen. Wij vermoeden dat het aanbod in deze groepen met name op het gebied van fonemisch bewustzijn (voorwaardelijk leren lezen) tijden Covid-19 minder sterk is geweest en we nu in groep drie in de opbrengsten een tegenvallend resultaat zien. Ook in leerjaar 6 zien we zo'n zelfde ontwikkeling in het middenmoment. We hebben daardoor kritisch naar onze onderwijstijd gekeken en veel vergelijkingen tussen groepen gemaakt en resultaten nader geanalyseerd. In beide groepen hebben we ingezet op extra ondersteuning en extra interventies geformuleerd om in te zetten binnen de groep. Hiervan zien we het resultaat terug in de eindopbrengsten.
Wij houden vanaf de onderbouw de ontwikkelingsresultaten van uw kind bij. Hierbij kijken we naar het totale kind. Vragen daarbij zijn onder andere: Hoe is de totale schoolontwikkeling verlopen? Hoe is de werkhouding? Lukt het een kind om zelfstandig te werken en zijn/ haar werk te plannen? Heeft het kind plezier in leren? Hoe is de motivatie om te leren? Lukt het om bijvoorbeeld zelf een werkstuk te maken? Daarnaast houden we de cognitieve ontwikkeling vanaf het begin bij. Dit gebeurt aan de hand van verschillende toetsen voor rekenen, spelling, technisch en begrijpend lezen. Samen met de dagelijkse observaties in de groep geven deze gegevens een beeld van de ontwikkeling en het potentieel van een kind. Met behulp van de plaatsingswijzer van het VO bepalen wij vervolgens de verwachte uitstroom voor uw kind. De plaatsingswijzer bespreken wij eind groep 6 en eind groep 7 met ouder(s), verzorger(s) en kinderen. In groep 8 formuleren we een voorlopig schooladvies. Dit voorlopig schooladvies bespreken wij intern heel zorgvuldig, we betrekken hierin de leerkrachten van groep 6, 7 en 8 en de intern begeleiders voor een zo compleet mogelijk beeld van het kind. In januari krijgen leerlingen in groep 8 hun voorlopig schooladvies. In februari maken de leerlingen nog een doorstroomtoets. Als de resultaten op deze doorstroomtoets hoger zijn dan het voorlopig schooladvies, stellen wij ons schooladvies bij. In maart krijgen leerlingen hun definitieve schooladvies. Aanmelden bij een VO school naar keuze kan in de laatste week van maart, dit is de centrale aanmeldweek van VO scholen.
In het schooljaar 22-23 is net iets meer dan 50% van onze leerlingen uitgestroomd naar een havo/vwo niveau. Iets minder dan 50% van onze leerlingen naar een vmbo-k/vmbo-t niveau. Wij hebben naar aanleiding van de resultaten op de Cito Eindtoets, 5 adviezen naar boven bijgesteld. Wij hanteren als uitgangspunt dat wij kansrijk adviseren en analyseren ieder jaar onze advisering. Ook krijgen wij vanuit het VO een terugkoppeling over onze leerlingen in het eerste jaar in het VO en in het derde jaar van het VO. Dit nemen wij ook mee in onze analyses.
*NB Onderstaande afbeelding betreft nog adviezen uit 2021-2022, zodra de nieuwste gegevens actueel zijn, zal ook de afbeelding juist weergegeven worden.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Welbevinden en veiligheid is een voorwaarde om tot leren en ontwikkelen te komen. Een veilige omgeving voor kinderen en personeel is meer dan een prettige sfeer op school. Wij willen incidenten, zoals ongepast gedrag, intimidatie, pesten en agressie, voorkomen. Daarom investeren wij in een goede vertrouwensband, een prettig klimaat en heldere regels over hoe wij met elkaar omgaan. Maar ook door op tijd te signaleren en gericht op te treden. Wij hebben de plicht zorg te dragen voor de sociale veiligheid op school. We gebruiken hiervoor de methode KiVa. Daarnaast hebben we een anti-pestprotocol.
Meander heeft in 2015 voor het laatst een Inspectiebezoek gehad. Doel van dit bezoek was een onderzoek met het nieuwe conceptwaarderingskader.
Op 24 september 2015 hebben de volgende onderzoeksactiviteiten plaatsgevonden:• een documentenanalyse;
• een presentatie door de school;
• gesprekken met verschillende groepen belanghebbenden: directie, intern begeleiders, leraren, ouders en leerlingen;
• observaties van de onderwijspraktijk in een aantal groepen. Deze observaties zijn samen met een observant van de school uitgevoerd.
De Inspectie heeft de onderwijskwaliteit van Meander voldoende beoordeeld. OBS Meander heeft haar kwaliteit op orde en de inspectie handhaaft het basisarrangement. Natuurlijk zijn we daar erg trots op. In het rapport worden ook ontwikkkelpunten aangegeven. Hier wordt aandacht aan besteed