SBO Het Avontuur

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

De route naar het VO wordt bij ons op school zeer zorgvuldig doorlopen. Alle leerlingen bij ons op school hebben een OPP (ontwikkelperspectiefplan) waarin niet alleen de doelen en de wijze waarop wij deze doelen willen gaan behalen staan beschreven maar ook de uitstroomprognose is opgenomen. Dit doen wij voor alle leerlingen, vanaf groep 1.

De uitstroomprognose wordt vastgesteld door onze schoolpsycholoog samen met de internbegeleider/gedragsspecialist en directie, op basis van het doelgroepenmodel van de Sectorraad Gespecialiseerd Onderwijs (GO). 

Met dit model is een school in de gelegenheid om onderbouwd en transparant het potentiële eindniveau van leerlingen in te schatten en de benodigde ondersteuning goed in kaart te brengen. De school doorloopt met het model een aantal vaste stappen die de leerling via een passende route leidt naar de maximaal haalbare uitstroombestemming. Daarnaast bevordert het Landelijk Doelgroepenmodel de communicatie met ouders en stakeholders, zoals de Inspectie, samenwerkingsverbanden, externe ondersteuners en scholen in het regulier onderwijs.

Totstandkoming Schooladvies
De schooladviezen op SBO het Avontuur worden opgesteld door het Zorg Team. Dit team bestaat uit:

• de directeur,
• de psycholoog,
• de intern begeleider,
• de huidige leerkracht(en).

Indien nodig wordt advies gevraagd aan de leerkracht(en) van het vorige of volgende schooljaar. 

Oriënterend advies
Rond december in leerjaar 7 wordt voor elke leerling definitief vastgesteld in het Zorg Team of de leerling volgend jaar wel of niet schoolverlater wordt. Over het algemeen is het zo dat leerlingen na leerjaar 7 automatisch schoolverlater worden. Het kan zijn dat of de school of de ouders dit nog een jaar wil uitstellen op basis van de cognitieve of sociaal emotionele ontwikkeling. Als hier twijfel over bestaat wordt dit in het Zorg Team besproken en vervolgens in het oudergesprek van januari met ouders gedeeld.

Aan het einde van leerjaar 7 wordt het oriënterend advies geformuleerd. Onze doelstelling is een oriënterend advies te geven waarvan wij denken dat het passend is bij de leerling zoals we deze de afgelopen jaren hebben leren kennen. Het oriënterend advies wordt gebaseerd op het LOVS (Leerling in beeld-Cito), het leerling-dossier en de persoonlijkheid van de leerling (zie inleiding). Naast het gebruik van kwantitatieve data wordt dus ook gebruik gemaakt van kwalitatieve data. Dit advies is soms een dubbel advies (bijvoorbeeld pro/vmbo-basis met LWOO)).

Tijdens het oudergesprek in juni wordt dit advies met de leerling en ouders gedeeld en toegelicht. Ouders worden in de gelegenheid gesteld om hun zienswijze op het advies te geven. Dit wordt opgenomen in het leerling-dossier.

NIO toets
Rond november wordt bij (bijna) alle schoolverlaters (leerlingen in leerjaar 8) de NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) afgenomen door de schoolpsycholoog. De NIO toets meet het intelligentieniveau van de leerling en wat hij of zij nog kan leren (potentie). Het dient ter ondersteuning van het schooladvies.

De toets wordt op papier afgenomen en neemt ongeveer twee uur in beslag. Leerlingen waarbij het leesniveau op het moment van afname van de NIO lager is dan E5 nemen niet deel aan de NIO. Zij worden in overleg met het Zorg Team op een andere manier getoetst, te weten; een individuele WISC door de schoolpsycholoog of een andere toets, afgenomen door een externe partij. Als leerlingen niet meedoen aan de NIO, worden ouders hiervan persoonlijk op de hoogte gesteld door de schoolpsycholoog.

Doorstroom toets
Binnen het regulier onderwijs maken de leerlingen in februari de doorstroomtoets. Dit is een landelijke, onafhankelijke toets die functioneert als instrument voor kansengelijkheid. De toets markeert niet het einde van de ontwikkeling van een leerling, maar vormt een onderdeel in de doorstroom van het primair naar het voortgezet onderwijs.

Niet alle leerlingen van SBO Het Avontuur maken de doorstroomtoets. Door de overheid is bepaald de volgende leerlingen NIET mee hoeven te doen aan de doorstroomtoets;  

• Leerlingen die volgens hun ontwikkelingsperspectiefplan (OPP) uitstromen naar het VSO Arbeidsmarkt / Dagbesteding
• Leerlingen met een IQ lager dan 75
• Leerlingen die 4 jaar of minder in Nederland zijn en het Nederlands nog niet voldoende beheersen.  

Op SBO Het Avontuur doen in principe alle leerlingen met een voorlopig advies VMBO of hoger mee met de doorstroomtoets.

Eind oktober wordt door het Zorg Team vastgesteld welke leerlingen er wel en welke leerlingen er niet mee doen met de doorstroomtoets, op basis van de meest recente IQ-gegevens en het oriënterend advies welke reeds gegeven is eind leerjaar 7.  

Op Het Avontuur hebben wij voor Route 8 gekozen als doorstroomtoets, aangezien deze een adaptieve manier van toetsen hanteert die voor zo min mogelijk toets frustratie zorgt bij onze leerlingen.

Voorlopig advies
In december, na de afname van de NIO en de methode onafhankelijke toetsperiode in november, wordt door het Zorg Team het voorlopige schooladvies vastgesteld. In februari wordt tijdens de oudergesprekken het voorlopig advies met ouders gedeeld. Op basis van het voorlopig advies kan het zijn dat een leerling alsnog meedoet aan de doorstroomtoets.

Definitief advies
Doet de leerling mee met de doorstroomtoets, dan is het voorlopig advies in januari ook direct het definitieve advies. Voor leerlingen die meedoen met de doorstroomtoets wordt het voorlopige advies na de uitslag van de doorstroomtoets (in maart) omgezet in een definitief advies.

Het kan zijn dat de uitslag van de doorstroomtoets een ander advies geeft dan het voorlopig advies van de school. De school is dan verplicht om het voorlopig advies te heroverwegen en mogelijk bij te stellen. Als een bijstelling van het advies niet in het belang van de leerling geacht wordt, kan de school besluiten het voorlopig advies niet te wijzigen. Dit besluit moet dan gemotiveerd worden.

Het definitieve advies is een advies van de school. Dit advies is leidend, maar de school voor Voortgezet Onderwijs beslist over plaatsing. Voor plaatsing bekijken de VO-scholen de volgende drie elementen: de wens van ouder/kind, de niet-methodegebonden resultaten (Leerling in beeld - Cito) en het schooladvies.