Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het speciaal onderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Speciaal Onderwijs (SO)
De leerlingen van het SO zijn geplaatst in drie groepen, hierbij is voornamelijk de biologische leeftijd leidend. Zij hebben les in de eigen groep met de eigen groepsleiding. Het SO kent vier uitstroomprofielen:
- Uitstroomprofiel A plus
Deze leerlingen stromen aan het einde van de SO periode uit naar een vorm van regulier voortgezet onderwijs of Praktijk Onderwijs. Zijn er teveel belemmerende factoren om een succesvolle overstap naar dit onderwijs te maken (kindkenmerken/ begeleidingsbehoefte), dan vervolgt deze leerling binnen het VSO zijn schoolcarrière. Tussentijds kan de leerling evt. een overstap maken naar het SBO (tot 12 jaar). Het onderwijs binnen deze leerroute wordt gekenmerkt door het aanbieden van cognitieve vakken (lezen, schrijven en rekenen) en het ontwikkelen van sociaal/ emotionele competenties.
- Uitstroomprofiel A
Deze leerlingen stromen aan het einde van de SO periode uit naar het VSO. Zij zullen daar het uitstroomprofiel A plus/A volgen. Het onderwijs binnen deze leerroute wordt gekenmerkt door het aanbieden van cognitieve vakken (lezen, schrijven en rekenen) en het ontwikkelen van sociaal/ emotionele competenties.
- Uitstroomprofiel B
Deze leerlingen stromen aan het einde van de SO periode uit naar het VSO. Zij zullen daar het uitstroomprofiel B volgen. Naast de cognitieve vakken zal er veel aandacht zijn voor het aanleren van praktische vaardigheden en het bevorderen van de zelfredzaamheid.
- Uitstroomprofiel C
Deze leerlingen stromen aan het einde van de SO periode uit naar het VSO. Zij zullen daar het uitstroomprofiel C volgen. Het onderwijs binnen deze leerroute wordt gekenmerkt door het aanbieden van cognitieve en praktische vakken, het ontwikkelen van sociaal/ emotionele competenties en het bevorderen van de zelfredzaamheid.
Methodes en werkwijze in het SO
De ZML leerlijnen vormen de leidraad van het onderwijs aan onze leerlingen (incidenteel worden de Plancius leerlijnen gebruikt), zowel in het SO als het VSO.
Bij de uitvoering van de leerlijnen wordt gebruik gemaakt van een groot aantal beschikbare methodes:
- Voor het taal/leesonderwijs: Lezen moet je doen, Veilig Leren Lezen (kim-versie), Veilig Stap voor Stap, Estafette
- Voor het spellingonderwijs: Spelling op maat, Spelling in de lift
- Voor het schrijfonderwijs: Schijfatelier, Schrijfdans, Schrijven leer je zo
- Voor het rekenonderwijs: Met Sprongen Vooruit, Maatwerk, De Rekenboog, Wizwijs
- Voor het onderwijs in sociale vaardigheden: Tim en Toos
- Voor wereldoriëntatie: De Blauwe Planeet, NatuurNiek, Speurtocht, Nieuwsbegrip
- Voor thematisch onderwijs: Ik&Ko
Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO)
Het VSO van De Kleine Wereld heeft drie VSO klassen. Deze zijn samengesteld naar de begeleidingsbehoeften van de leerlingen. VSO1 heeft leerlingen die relatief zelfstandig zijn en weinig extra ondersteuning nodig hebben bij zelfredzaamheidstaken en/ of gedrag. In VSO 2 zitten leerlingen met een grote ondersteuningsbehoefte. In VSO3 zitten leerlingen met een intensieve begeleidingsbehoefte. In alle drie de groepen zijn leerlingen in de leeftijd van 12 tot 20 jaar, met diverse uitstroomprofielen en in een verschillende fase van het VSO. Er is gekozen voor deze indeling om voldoende begeleiding in te kunnen zetten daar waar het nodig is.
Het VSO kent vier uitstroomprofielen:
- Uitstroom arbeid
Deze leerlingen worden voorbereid op een daginvulling binnen het vrije bedrijf, sociale werkplaats of participatieplaats. Het onderwijsaanbod richt zich zowel op theoretische als ook praktische (werknemers)vaardigheden. Hierbij is het aanleren van zelfstandigheid in het werk en handelen een belangrijke component.
- Uitstroom dagbesteding met een arbeidsmatig karakter
Deze leerlingen worden voorbereid op een daginvulling binnen een eisende, arbeidsmatige dagbesteding of participatieplaats. Het onderwijsaanbod richt zich voornamelijk op het aanleren van praktische (werknemers)vaardigheden, gericht op zelfredzaamheid. Deze worden in eerste instantie aangeleerd in de schoolsetting en later ook toegepast in concrete praktijksituaties. De leerling moet zelfstandig kunnen handelen met begeleiding op afstand.
- Uitstroom dagbesteding met een taakgericht karakter
Deze lLeerlingen worden voorbereid op een daginvulling binnen een eisende, taakgerichte dagbesteding of participatieplaats. Het onderwijsaanbod richt zich voornamelijk op het aanleren van praktische (werknemers)vaardigheden, gericht op zelfredzaamheid. Deze worden in eerste instantie aangeleerd in de schoolsetting en later ook, onder begeleiding, toegepast in concrete praktijksituaties.
- Uitstroom dagbesteding met belevingsgericht karakter
Deze leerlingen worden voorbereid op een daginvulling binnen een meer belevingsgerichte dagbesteding. Het onderwijsaanbod richt zich voornamelijk op het aanleren en toepassen van praktische vaardigheden, gericht op zelfredzaamheid in concrete, basale, beschermende praktijksituaties.
Methodes en werkwijze in het VSO
In het VSO wordt gebruik gemaakt van diverse methodes voor de cognitieve vakken, zoals die ook in het SO worden gebruikt.
De ZML leerlijnen vormen de leidraad van het onderwijs aan onze leerlingen (incidenteel worden de Plancius leerlijnen gebruikt), zowel in het SO als het VSO.
Bij de uitvoering van de leerlijnen wordt gebruik gemaakt van een groot aantal beschikbare methodes:
- Voor het taal/leesonderwijs: Lezen moet je doen, Veilig leren lezen, Deviant
- Voor het spellingonderwijs: Spelling op maat, Spelling in de lift, Deviant
- Voor het schrijfonderwijs: Schrijven leer je zo
- Voor het rekenonderwijs: Met Sprongen Vooruit, Maatwerk, De Rekenboog, Schatbewaarder, Deviant
- Voor het onderwijs in sociale vaardigheden: STIP VSO, Sociaal offline-online
- Voor wereldoriëntatie: Nieuwsbegrip, Stoere stemmers
- Voor de praktische vaardigheden: Werkportfolio, ZEDEMO
- Voor Engels: ‘Real English’
- Voor seksuele voorlichting: Lief, Lijf en Leven en de Cursus Seksuele Voorlichting en Weerbaarheid van MEE.
Het VSO onderscheidt de volgende fases voor de overgang naar dagbesteding en arbeid:
- Interne stages
Interne stages op school waarbij onder begeleiding individueel of in kleine groepjes gewerkt wordt aan praktische vaardigheden (schoonmaken, boodschappen doen, koken etc.).
- Leerwerkplekken
Leerwerkplekken zijn stageplaatsen buiten de school waar een klein groepje leerlingen, onder begeleiding van een onderwijsassistent, werkzaamheden uitvoert. Dit schooljaar betreft dit: Montapacking, Dagboerderij De Hoeff, Albert Heijn en de Vitamine kantine.
- Externe stageplaats
De leerling gaat individueel stage lopen op een externe stageplaats. Dit traject wordt voorbereid en begeleid door de stagecoördinator. Het streven is dat een leerling op twee plaatsen stage loopt voordat hij/zij uitstroomt.
De uitstroomrichtingen zijn horeca, productie, groen, zorg en dienstverlening.
Alle groepen, zowel SO als VSO, hebben dezelfde onderwijstijd.
De Kleine Wereld is een school voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs aan leerlingen in de leeftijd van 4 tot 20 jaar die zeer moeilijk leren.
Alle leerlingen van De Kleine Wereld hebben een verstandelijke beperking. Daarnaast is er sprake van sociaal-emotionele problematiek, denk daarbij aan de acceptatie van de beperking, het gebrek aan zelfvertrouwen, een slecht zelfbeeld, faalangst en gedragsproblematiek. Ook kunnen leerlingen fysieke beperkingen en/of psychiatrische problematiek hebben.
De school heeft de volgende vier onderwijsarrangementen:
- ZML (Zeer Moeilijk Lerend) SO (Speciaal Onderwijs, 4 t/m 12 jaar)
- EMB (Ernstig Meervoudig Beperkt) voor het SO (Speciaal Onderwijs, 4 t/m 12 jaar)
- ZML (Zeer Moeilijk Lerend) voor het VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs, 12 t/m 20 jaar)
- EMB (Ernstig Meervoudig Beperkt) voor het VSO (Voortgezet Speciaal Onderwijs, 12 t/m 20 jaar)
Naar een ‘andere’ speciale school?
Het kan zijn dat vanuit onze school uw kind wordt doorverwezen. Wij zullen als het niet goed gaat of juist heel goed, in overleg met de ouders bekijken of uw kind het beste op zijn plek is op andere specialistische school of een school voor speciaal (basis) onderwijs.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
In de toekomst zullen wij ons blijven richten op het ontwikkelen van arrangementen. Het uitgangspunt van de arrangementen is om kansen te geven aan leerlingen met specifieke onderwijs- en zorgbehoeften. De rol van het samenwerkingsverband zal hierbij sturend zijn, maar ook zoeken wij samenwerking met zorgpartners als Enver, Syndion, ASVZ e.a..
Inclusief onderwijs
De roep om meer inclusief onderwijs en ondersteunend inclusiever beleid is steeds duidelijker hoorbaar. Inclusief onderwijs wordt vanuit de verschillende ministeries (en onze samenwerkingsverbanden) de nieuwe norm over vijftien jaar. Inclusiever onderwijs gaat een stap verder dan passend onderwijs en heeft als stip op de horizon dat alle reguliere scholen zoveel mogelijk toegankelijk zijn voor leerlingen die door een - tijdelijke of structurele - beperking extra aandacht en begeleiding op school nodig hebben.
Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.