Kindcentrum De Boog

Koudenhovenseweg Zuid 202 5641 AC Eindhoven

  • Schoolfoto van Kindcentrum De Boog
  • Schoolfoto van Kindcentrum De Boog
  • Schoolfoto van Kindcentrum De Boog
  • Schoolfoto van Kindcentrum De Boog

Het team

Toelichting van de school

Groepsindeling:

1-2A: Astrid van Laar

1-2B: Monique Dik en Esther Wever

1-2C: Marieke Nijhoff

1-2D: Fanny Bressers

1-2E: Marja Arts en Nikkie Landman-Smits

3A: Sophie Raaijmakers en Eva Roumen

3B: Lonneke Renders en Eva Roumen

4A: Maya Jansen

4B: Stacey van Bokhoven

5A: Laura Kees en Lisanne Willekens

5B: Jessica van Drunen en Lisanne Willekens

6: Jan Knollema / René van Kemenade 

Leraar in opleiding/ afstudeerstage: Yosue Gutierrez Rojo

7A: Karin van Grunsven en Linda Lankvelt-Bone

7B: Wendy Bensen en Willemijn van Gemert

8A: Niels Pennings en Joyce Peeters 

8B: Aïda Mientjes

Taalklas: Geulta Mutebwa en Laura Kees

                                                                                                                                                                                                                         

Leerkrachten met specifieke taken:

Intern begeleiders: Mehtap Koca en Bo Jansen

Levelwerk: Willemijn van Gemert

Schoolvervanger: René van Kemenade

Onderwijsassistenten: Klara van Bussel en Elsayed Elsayyad

Gymleerkracht groep 1 t/m 8: Twan Verbakel en Rico de Veld

Taalcoördinator: Linda van Lankvelt-Bone

Rekencoördinator: René van Kemenade

Stagecoördinator/ basisschoolcoach: Jan Knollema

Evenementen en cultuur: Nikkie Smits-Landman

VVE-coördinator: Sophie Raaijmakers

Anti-pestcoördinatoren: Niels Pennings en Aïda Mientjes

Coördinator Naschoolse activiteiten: Nikkie Smits-Landman

Mediacoach: Janneke Bogaerts (bibliotheek Eindhoven)

Conciërge: Tonny van de Meerakker

Administratie: Sandra van Erven

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Op het moment dat een personeelslid afwezig is, kijken wij altijd naar de best mogelijke oplossing. Deze oplossing kan per situatie anders zijn. Vaak proberen we de vervanging intern op te lossen door onze collega's die dan bijvoorbeeld een dagje extra komen werken of hun lesvrije dag inzetten om toch voor de klas te gaan. Ook kunnen we een beroep doen op de vervangerspool van de SKPO. Helaas lukt het niet altijd om een vervanging te regelen. Dit heeft te maken met het lerarentekort. In uiterste noodzaak zullen we een klas moeten opdelen over andere klassen of een klas naar huis sturen. Dit laatste is natuurlijk niet wat we willen en zullen we er alles aan doen om dit te voorkomen. Helaas kan het in uiterste noodzaak wel voorkomen.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Kleuters leren door te spelen en te ontdekken, samen met elkaar. Op school worden er allerlei activiteiten aangeboden waarin dit centraal staat. In de groepen 1 en 2 werken we thematisch. Elk thema duurt een aantal weken. Binnen dit thema wordt een beredeneerd aanbod geboden. Dit betekent dat de leerkrachten de kinderen goed in beeld hebben en een daarop afgestemd onderwijsprogramma bieden met daarin betekenisvolle, samenhangende activiteiten, op basis van vooraf vastgestelde leer-en ontwikkelingsdoelen. Het aanbod sluit aan bij het ontwikkelingsniveau, de onderwijsbehoeften en de talenten van onze kinderen. Binnen dit aanbod is voldoende differentiatie zowel voor de kinderen die uitdaging nodig hebben, als de kinderen die extra herhaling en oefening nodig hebben. Binnen elk thema komen de verschillende ontwikkelingsgebieden aan de orde.

U kunt hierbij denken aan:

- Taal en Lezen (praten en luisteren, verhalen, klanken en letters, krabbelen en schrijven)

- Rekenen (tellen en rekenen, meten en wegen, ruimte en vormen, tijd) 

- Grove motoriek (sterker worden, balans, met de bal, balanceren, gooien en vangen, klimmen, springen, tikspelen, mikken, groepsspelen) ( buiten en binnen; in de eigen speelzaal) 

- Fijne motoriek (werken met papier, werken met klei, werken met stof, werken met kleding, tekenen, verven, mengen, stempelen) 

- Wereldoriëntatie (hier ben ik, hier wonen wij, de wijde wereld) 

- Sociaal emotionele ontwikkeling (zelfkennis, zelfvertrouwen, verplaatsen in anderen, omgaan met verschillen, rekening houden met anderen, samen spelen en werken, weerbaarheid) 

- Creatieve ontwikkeling (muziek, dans, creatief bezig zijn)

Om een goed aanbod te kunnen realiseren gebruiken we behalve onze eigen observaties en de gesprekken die we hebben met de ouders ook ons observatie-instrument KIJK. Dit is een gestructureerd instrument om de ontwikkeling van kinderen in beeld te brengen en zo te komen tot een beredeneerd aanbod. De observaties van de leerkracht worden gebruikt bij de planning en invulling van de onderwijsactiviteiten.

De groepen 1 en 2 gebruiken voor de invulling van de thema’s de methodeboeken van "Kleuterplein"  en "Kleuteruniversiteit" als bronnenboek.  Om de kinderen actiever te laten deelnemen, worden coöperatieve werkvormen gebruikt. Indien kinderen in hun ontwikkeling vooruit lopen en ‘Kleuterplein’ onvoldoende uitdaging biedt, gebruiken we als aanvulling op de methode extra materialen zoals de ‘Smart games’ en materialen van de methode "Levelwerk". Verder worden er muzieklessen gegeven aan de hand van de methode "123ZING" en wordt er Engels gegeven via de methode "Take it easy".  Ook bij onze Spil Partner Korein wordt gewerkt met Kleuterplein; de voorloper hiervan is Peuterplein. In het beleidsdocument VVE wordt onze samenwerking beschreven. De peuters komen met regelmaat een bezoekje brengen aan onze kleutergroepen. Tevens vindt er een warme overdracht plaats van de Pedagogisch Medewerkers van Korein en de leerkrachten van groep 1/2.  

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Vanaf groep 3 wordt het onderwijs in vakgebieden aangeboden. Hiervoor gebruiken wij methodes die aan de kerndoelen voldoen. Doorgaans is een methode 10 jaar te gebruiken. Onze methodes worden volgens een cyclisch systeem vervangen waardoor we altijd gebruik maken van eigentijdse lesmaterialen die voldoen aan de gestelde normen.  Hieronder is aangegeven hoeveel tijd er gemiddeld per week besteed wordt aan een aantal leergebieden.

Van de circa 25 uren onderwijstijd per week besteden wij:  

- ca. 6 ½ uur aan taal- en leesonderwijs 

- ca. 5 ½ uur aan reken- en wiskundeactiviteiten 

- ca. 3 uur aan wereldoriëntatie, zoals aardrijkskunde, geschiedenis etc. 

- ca. 4 uur aan de creatieve vakken en lichamelijke oefening 

Eigenaarschap

Naast de methode lessen werken we ook aan eigenaarschap. De term eigenaarschap horen we tegenwoordig veel in het onderwijs. Ook op Kindcentrum de Boog zijn we hiermee bezig en hebben de afgelopen periode een aantal zaken ontwikkeld waarmee we eigenaarschap van kinderen willen bevorderen. Eigenaarschap van leren is de mate waarin de leerling verantwoordelijkheid neemt voor zijn eigen leerproces. Om het eigenaarschap van leerlingen te versterken kun je onder meer de motivatie, betrokkenheid, zelfsturing en metacognitieve vaardigheden (executieve functies) bevorderen.

Doelenbord 

In de groepen 3 t/m 8 hangt een doelenbord. Op dit doelenbord zijn de doelen van de lessen (rekenen, taal, spelling) zichtbaar. De kinderen zien wat ze die dag/week gaan leren. De kinderen geven per les zelf aan of ze wel of geen instructie nodig hebben. Dit wordt vanaf groep 3 duidelijk opgebouwd, in eerste instantie erg leerkracht-gestuurd, later veel meer vanuit de kinderen. De leerkracht houdt daarbij wél in de gaten of het verstandig is wat kinderen kiezen (en stuurt eventueel bij). Daarnaast worden de lessen geëvalueerd (met of zonder doelenblad). Hebben de kinderen het doel van de les behaald? 

Ik-rapport 

Vanaf groep 5 vullen de kinderen 2x per jaar een ik-rapport in. Hierbij geven de kinderen per item aan hoe goed ze het vinden gaan. Hier wordt onder andere verwezen naar de executieve functies. Ook geven ze per vak (rekenen, taal, spelling, begrijpend lezen) aan wat ze goed vinden gaan en wat ze nog willen ontwikkelen. Aan de hand van het ingevulde ik-rapport wordt er een doelgesprek gevoerd met de leerkracht. Uiteraard wordt dit met de ouder(s) gedeeld.

Doelgesprekken

Aan de hand van het ingevulde ik-rapport vindt er een gesprek plaats met kind en leerkracht. Er wordt besproken wat goed gaat en wat het kind nog wil ontwikkelen, zowel op gedrag als op cognitief gebied (leren). Ook wordt afgesproken hoe het kind zelf denkt het doel te bereiken. Het doelgesprek vindt 2x per jaar plaats, na het invullen van het ik-rapport.

Executieve functies

Hiermee bedoelen we de vaardigheden die kinderen nodig hebben om goed te kunnen leren en functioneren. Om dit aan kinderen duidelijk te maken gebruiken we de metafoor van de boot van de methode “Zien in de klas”. Je hebt je anker nodig om te stoppen met waar je mee bezig bent en je aandacht bijvoorbeeld bij de uitleg van de juf te houden. Maar ook om eerst na te denken en daarna pas aan het werk te gaan.  Je hebt je kompas nodig om te bedenken hoe je de taak gaat aanpakken en welke spullen je nodig hebt.  Je hebt je landkaart nodig om te bedenken wat je al over een onderwerp weet en om nieuwe informatie te onthouden (bijvoorbeeld welke opdrachten je moet maken van de juf/meester, tussenantwoorden enz.).  Je hebt je schroef nodig om te kunnen starten aan je taak en door te kunnen werken.  Je hebt je toerenteller nodig om goed met je emoties/gevoelens om te kunnen gaan zodat je bijvoorbeeld niet te boos of verdrietig wordt om een taak verder te kunnen maken. Je hebt je roer nodig om je plan aan te kunnen passen als iets ander gaat dan dat je dacht of gewend bent.  Je hebt je kapiteinspet nodig om na te denken over hoe je de taak hebt aangepakt en wat er goed ging en wat je een volgende keer anders gaat doen. In de klassen wordt op verschillende manieren gewerkt aan en met de executieve functies. Onder andere door spelletjes te spelen met als doel een bepaald onderdeel van de executieve functies te bevorderen.

Visie op Rekenonderwijs 

Het ontwikkelen van de gecijferdheid van kinderen staat op Kindcentrum de Boog centraal. Het team bereidt ze voor op het omgaan met de getallen in de wereld om hen heen. Rekenen en taal zijn met elkaar verbonden; veel getallen worden in een talige context vormgegeven.?We maken gebruik van vastgestelde leerlijnen die aansluiten bij de kerndoelen en de referentieniveaus 1F en 1S, hierdoor wordt de kwaliteit van het rekenonderwijs gewaarborgd.?Om een optimaal leerrendement te bereiken, wordt het kind zoveel mogelijk onderwijs op maat geboden. Wij werken zoveel mogelijk adaptief en groepsdoorbroken. Binnen het adaptief onderwijs ligt de focus op proces- en opbrengstgericht werken. We laten de kinderen ook spelend, handelend en bewegend rekenen. Ze werken digitaal en in schrift, vanuit hoofd en handen.?Wij stellen hoge gerichte doelen en volgen de kinderen in hun ontwikkeling. Dit doen we middels gerichte observaties en toetsen te analyseren. De uitkomsten van deze observaties en toetsen worden gebruikt om het rekenaanbod per kind verder op maat te maken en zo de ontwikkeling te stimuleren. Eind groep 8 hebben de kinderen minimaal het 1F-niveau behaald.?Het automatiseren, memoriseren en het aanbieden van één rekenstrategie nemen een belangrijke plek in binnen ons rekenonderwijs. Als de kinderen de basisbewerkingen hebben geautomatiseerd, hoeven zij het werkgeheugen minder te belasten bij het uitrekenen van complexere opgaven. Daarnaast stimuleren we eigenaarschap door hen inzicht te geven in hun eigen leerrekenproces. Kindcentrum de Boog gaat ervan uit dat een goede rekenvaardigheid kan worden ontwikkeld als een kind zich competent voelt. Het team heeft er aandacht voor dat ieder kind succeservaringen opdoet.?

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Zorg voor de leerlingen

We streven ernaar dat de leerling zich ononderbroken kan ontwikkelen en ontplooien. Dit doet elk kind op zijn eigen niveau. Het onderwijsleerproces wordt zo ingericht, dat het mogelijk is om, om te gaan met verschillen in de groep. Op de eerste plaats zorgen de leerkrachten dat ze de leerlingen goed kennen: wat is hun onderwijsbehoefte? Daarnaast zorgen de leerkrachten ervoor dat de leerlingen goed gevolgd worden: verloopt het ontwikkelingsproces naar verwachting?  

Uitgangspunten van de leerlingenzorg

De zorg voor de leerlingen in de groep is de verantwoordelijkheid van de groepsleerkracht. De leerkracht is de spil in de zorg voor de leerling in de groep en schept de voorwaarden en het klimaat waarin de leerlingen zich optimaal betrokken voelen bij het onderwijsaanbod. Daarom beschikken alle leerkrachten over basisvaardigheden zoals signaleren, diagnosticeren en begeleiden. Signaleren doen we met de methodegebonden toetsen, onafhankelijke toetsen (vanuit het leerlingvolgsysteem) en observaties door de leerkracht. Het analyseren van de onafhankelijke en methode gebonden toetsen en de daaraan gekoppelde begeleiding is een competentie van de groepsleerkracht.  De coördinatie van de leerlingenzorg is de verantwoordelijkheid van de intern begeleiders. (IB). Leerkrachten en de Intern Begeleider overleggen met elkaar en delen hierin hun deskundigheid met de volgende doelen voor de leerling en leerkracht:  Het oplossen van een probleem of het beantwoorden van een begeleidingsvraag. De besprekingen die zij voeren leiden tot het maken van afspraken over wie welke actie gaat ondernemen; wie welke taken gaat uitvoeren. Het is van groot belang dat alle betrokkenen hierin de verantwoordelijkheid nemen en de afspraken nakomen. Iedere periode gaat de Intern Begeleider met de groepsleerkracht in gesprek. Hierin worden de resultaten van de groep en individuele leerlingen besproken.  Wij zullen u als ouder betrekken bij de ontwikkeling van uw kind, ook verwachten wij dat u eventuele opvallende veranderingen of zorgen met de groepsleerkracht bespreekt. Door samen te werken kunnen we het beste uit uw kind halen.   

De Ondersteuningsniveaus   

We kennen op De Boog 5 niveaus waarop de kinderen worden ondersteund of begeleid in hun ontwikkeling. Deze zogenaamde ondersteuningsniveaus geven in een oplopende trap aan hoe intensief het kind ondersteund wordt om aan te sluiten bij de ontwikkeling van het kind.   

Ondersteuningsniveau 1: dit is de basisgroep. De leerling krijgt les en instructie volgens de methode. Onderwijs op maat.

Ondersteuningsniveau 2: begeleiding in de groep. De leerling krijgt extra verrijkingsstof omdat hij/zij sneller door de basisstof gaat of de leerling krijgt extra instructie en herhaalde oefening van de leerstof. 

Ondersteuningsniveau 3: de leerling krijgt buiten de methode extra begeleiding om meer uitgedaagd te worden of krijgt extra aandacht bij wat hij nog moeilijk vindt.

Ondersteuningsniveau 4: de leerling krijgt externe hulp. Om meer zicht te krijgen in de problemen die een leerling ervaart, kan een onderzoek worden aangevraagd, de leerling kan een eigen leerlijn krijgen.

Ondersteuningsniveau 5: de leerling heeft een eigen leerlijn / Speciaal (Basis) Onderwijs Advies (S.(B).O.-advies).   

 

Blokplan - Handelingsplan  

Wij werken met een blokplan voor de 4 hoofdvakgebieden (rekenen, spelling, begrijpend lezen en technisch lezen).   In dit blokplan worden de leerlingen op basis van resultaten en onderwijsbehoeften ingedeeld in 3 groepen. Voor alle groepen zal een gepaste instructie en verwerking plaatsvinden. Het werken met blokplannen stelt ons in staat voor alle leerlingen te voorzien in hun onderwijsbehoeften. Als blijkt dat de ontwikkeling van de leerling stagneert, stellen we een handelingsplan op. Dit plan is een document waarin beschreven staat welke extra begeleiding de leerling gedurende een periode van 4 á 5 maanden krijgt. Als er voor uw kind een individueel handelingsplan wordt opgesteld, zult u hiervan op de hoogte gebracht worden. Het plan zal na iedere periode geëvalueerd worden.   

Het leerlingdossier  

Om de individuele vorderingen van de leerlingen precies te kunnen volgen, wordt met het leerlingvolgsysteem Parnassys gewerkt. Dit systeem geeft ons die informatie die wij nodig hebben voor het samenstellen van het juiste onderwijsaanbod. Ook worden de gegevens en toetsresultaten van de leerling bijgehouden in dit systeem. Hierbij kunt u denken aan verslagen van besprekingen, gesprekken met ouders, blokplannen en individuele handelingsplannen. Dit dossier is strikt vertrouwelijk. De ouders hebben het recht om dit van hun eigen kind(eren) in te zien.  

Toetsen  

Toetsen worden afgenomen om de leerlingen te kunnen volgen in hun ontwikkeling. Naar aanleiding van de resultaten wordt bepaald of bijsturing nodig is. Deze bijsturing is zichtbaar in het blokplan. De toetsresultaten kunt u op de rapporten aflezen.   We maken onderscheid tussen methodegebonden toetsen en methode onafhankelijke toetsen.  De methode gebonden toetsen zijn gekoppeld aan de methodes die wij op school hanteren. Voor de methode onafhankelijke toetsen maken wij gebruik van het leerlingvolgsysteem.   Naast het afnemen van de toetsen worden de leerlingen ook geobserveerd op het gebied van de sociaal-emotionele ontwikkeling en speel- en leertaakgedrag. Wij gebruiken hiervoor de observatie instrumenten van ZIEN/ Kindbegrip en KIJK!  In de kleutergroepen observeren de leerkrachten alle kleuters middels het observatiesysteem KIJK! Aan de hand van de observaties plannen de leerkrachten hun onderwijs, zodat dit zo goed mogelijk aansluit bij de leerbehoeftes van de kinderen uit de klas. Middels dit observatiesysteem wordt de gehele ontwikkeling van een kleuter in beeld gebracht. Daarnaast volgen we het protocol preventie leesproblemen. Naast de observatiesystemen worden er vanaf groep 3 voor alle hoofdvakgebieden lvs-toetsen afgenomen. 

In groep 6 wordt de NSCCT (Niet Schoolse Cognitieve Capaciteiten Test) afgenomen. Deze toets meet de leermogelijkheden van de leerling.  In de groepen 5, 6, 7 en 8 wordt het welbevinden gemeten door middel van vragenlijsten van de methode ZIEN / Kindbegrip.  In april maken de leerlingen van groep 8 een eindtoets (IEP)  

Ontwikkelperspectief  

Voor een enkele leerling, die niet het verwachte eindniveau van groep 7 kan behalen, wordt een ontwikkelingsperspectief (OPP) opgesteld. Het gaat dan om leerlingen die mogelijk in aanmerking zouden komen voor een plaatsing op het S(B)O, leerlingen met extra ondersteuningsbehoeften en leerlingen die wellicht uitstromen naar het Praktijkonderwijs (Pro) of in aanmerking komen voor leerwegondersteuning (LWOO).  Het OPP is een plan waarin beschreven wordt wat het maximale eindniveau van de desbetreffende leerling wordt. Een OPP wordt opgesteld voor één of meerdere vakgebieden. Bij een OPP van een leerling brengt de school in beeld, op basis van alle relevante gegevens, wat ze met deze leerling wil bereiken. De school maakt inzichtelijk aan betrokkenen (school, ouders, leerling) welke doelen ze op lange, middellange en korte termijn nastreeft. Het doel van een OPP is om het onderwijsaanbod voor een leerling te plannen zodat de leerling zich optimaal ontwikkelt. De school moet aan de hand van het OPP kunnen verantwoorden wat de resultaten en leerwinsten zijn en dat er bij de leerling uitgehaald wordt wat er in zit. Het onderwijs is doelmatig en plannend. Het OPP wordt gebaseerd op het verwachte uitstroomniveau. Als het instroomniveau wordt verbonden met het verwachte uitstroomniveau ontstaat een prognose/ ontwikkelingslijn. Door middel van het stellen van tussendoelen en het op gezette tijden evalueren daarvan wordt de ontwikkeling gevolgd en het OPP eventueel bijgesteld. Een OPP wordt opgesteld door de intern begeleider, leerkracht en directie. De intern begeleider heeft hierin de regie en maakt gebruik van externe expertise voor beoordeling van het OPP.  In het hele proces worden ouders geïnformeerd over de ontwikkeling van hun kind en zullen zij iedere aanpassing ter goedkeuring dienen te accorderen.   

Verwijzing naar het speciaal (basis)onderwijs  

Als alle hulp en begeleiding in de groep niet tot het gewenste resultaat leidt, kan het nodig zijn een kind te verwijzen naar een school voor Speciaal Basis Onderwijs (SBO) of Speciaal Onderwijs (SO). Dit gebeurt in overleg met de ouders en pas na onderzoek door een orthopedagoog of een andere externe deskundige.  Als er een verwijzing naar een school voor SBO of SO nodig is, moet een toelaatbaarheidsverklaring worden aangevraagd bij het samenwerkingsverband. In het samenwerkingsverband zal de verwijzing plaatsvinden middels de “triade”: de verwijzende school/instelling, ouders en ontvangende school. Daarbij is een positief advies voor plaatsing nodig van twee deskundigen.  Meer informatie kunt u lezen in ons Schoolondersteuningsplan op onze website of op www.po-eindhoven.nl  

Kleutertijdverlenging, zittenblijven of versnellen

Aan het eind van elk schooljaar vindt een overgang plaats naar de volgende jaargroep. Kleutertijdverlenging, zittenblijven of versnellen kan in het belang van het kind tot de mogelijkheden behoren. De school zal hierover een advies uitspreken en dit advies is bindend. 

Beleid ‘najaarsleerlingen’  

De tijd die leerlingen in groep 1 en 2 doorbrengen, kan sterk verschillen. Leerlingen die bijvoorbeeld jarig zijn in mei zitten doorgaans 2 jaar in groep 1-2. ‘Najaarsleerlingen’ (jarig in september, oktober, november, december) kunnen ofwel ruim 1,5 jaar ofwel ruim 2,5 jaar in de kleutergroep zitten. De periode heeft vooral te maken met de ontwikkeling van de leerling. De voortgang in deze ontwikkeling is bepalend, niet de kalenderleeftijd. Het advies wordt duidelijk gemotiveerd en beargumenteerd.  Bij het nemen van een dergelijk advies zijn de groepsleerkracht(en), de ouders, de intern begeleider en directie betrokken. 

Dyslexie  

Voor het goed volgen van het leesonderwijs volgen wij het ‘Protocol Leesproblemen en Dyslexie’. Dat betekent dat er gedurende het (voorbereidend) technisch leesonderwijs verschillende meetmomenten zijn waarin we de vorderingen van de leerlingen bekijken. Als blijkt dat de geboden hulp onvoldoende resultaat heeft, kan er een dyslexieonderzoek worden aangevraagd. Concreet betekent dit dat een leerling 3x een lage V-score op de DMT (kaart 1-2-3) moet halen om in aanmerking te komen voor een onderzoek bekostigd door de gemeente.   Wanneer er bij uw kind door een officiële instantie dyslexie wordt vastgesteld, zal er gekeken worden naar de mogelijkheden voor aanpassingen binnen de groep.  Vanaf groep 5 kan middels een laptop gewerkt worden met het compenserende voorleesprogramma Kurzweil. Hiervoor dienen kinderen in bezit te zijn van een dyslexieverklaring. Wanneer de verklaring vóór groep 5 is afgegeven, worden de toetsen vergroot gekopieerd en voorgelezen door de leerkracht. Ook kunnen kinderen gebruik maken van een leesliniaal en het vergroten van leerteksten. Er zijn op school ook leesboeken aanwezig van de Zoeklicht serie. De inzet van middelen wordt altijd in overleg met school, de leerling en de ouders gedaan.   

Schorsing / verwijdering   

Binnen de SKPO is er in het schoolveiligheidsplan een hoofdstuk dat over schorsing gaat. Wilt u daar informatie over, dan kunt u een kopie opvragen bij de schoolleiding.   

Passend/ inclusief onderwijs  

In het kader van Passend Onderwijs maakt de SKPO deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Primair Onderwijs Eindhoven (30.07). Dit samenwerkingsverband coördineert in Eindhoven, Best, Son en Breugel de samenwerking tussen scholen voor basisonderwijs, speciaal basisonderwijs (SBO) en speciaal onderwijs (SO). De wet op Passend Onderwijs geeft iedere school de opdracht mee de onderwijsbehoefte van elk kind leidend te laten zijn en het onderwijs daar zoveel mogelijk op af te stemmen. Samenwerking met andere scholen of andere instanties kan daarbij ondersteunend zijn en kansen bieden.   Op de website van het samenwerkingsverband, www.po-eindhoven.nl, vindt u informatie over passend onderwijs in onze regio en de aangesloten schoolbesturen en scholen.  Indien een leerling een onderwijsbehoefte heeft die vraagt om een plaats binnen het speciaal (basis) onderwijs, dan is daar een toelaatbaarheidsverklaring voor nodig (TLV). De TLV wordt aangevraagd bij het samenwerkingsverband. De coördinator toetst de aanvraag procedureel. Indien voldaan is aan de aanvraagcriteria wordt de TLV vastgesteld en vervolgens afgegeven. Daarna gaat de school samen met de ouders op zoek naar passende plek.

In het kader van Passend Onderwijs heeft de school zorgplicht voor leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte. Dit betekent dat de basisschool waar een kind wordt aangemeld, de plicht heeft om een passende onderwijsplek te vinden indien school zelf niet of onvoldoende kan afstemmen op de ondersteuningsbehoefte van het kind.   

Alle scholen in het samenwerkingsverband hebben een schoolondersteuningsprofiel (SOP) opgesteld. In het SOP staat beschreven wat de ondersteuningsmogelijkheden zijn van onze school. Dit profiel dient als basis om een goede afweging te maken of wij als school af kunnen stemmen, anders gezegd of onze school voldoende kan aansluiten bij de (school) ondersteuningsbehoefte van uw kind.  Ons SOP vindt u op de website van school. 

Breed zorgteam

Soms is het fijn om met verschillende partners te overleggen over de ontwikkeling van kinderen. Binnen ons kindcentrum hebben we hiervoor een breed zorgteam. Dit is overleg tussen de verschillende partners van ons kindcentrum. Het kan wenselijk zijn om de ontwikkeling van kinderen met deze partners te bespreken. Mocht uw kind besproken worden in het Breed Zorgteam dan wordt u hiervan op de hoogte gesteld en wordt de uitkomst hiervan besproken. In het Breed Zorgteam werken nauw samen: de peuterspeelzaal en de kinderopvang van Korein, generalisten van de WIJ teams, het basisonderwijs, de jeugdgezondheidszorg GGD, Lumens en de wijkagent. 

Externe Dienst SKPO  

Binnen SKPO bestaat de Externe Dienst. Deze dienst biedt op allerlei gebieden ondersteuning aan basisscholen in Eindhoven. Dit gebeurt in de vorm van begeleiding van leerlingen en leerkrachten in het regulier basisonderwijs door medewerkers van de SBO de Reis van Brandaan en SBO de Petraschool.   Onze school maakt 1 dag in de week gebruik van een ambulant begeleider en orthopedagoog vanuit de Externe Dienst.   

Pedagogische Ondersteuning van Lumens (0- 13 jaar)  

Help je kind goed op weg met pedagogische ondersteuning op maat, want kinderen die goed in hun vel zitten ontwikkelen zich beter. Ouders spelen de belangrijkste rol in de ontwikkeling van hun kinderen. Sterker nog: kinderen gezond en veilig op laten groeien en stimuleren in hun ontwikkeling kan niet zonder de medewerking van de ouders. Door de manier waarop je met je kind praat en speelt zal het veel leren. 

Maar misschien lukt het niet altijd om je kind goed te begeleiden, omdat je vragen hebt over de opvoeding en over de ontwikkeling van je kind. Dan kan pedagogische ondersteuning een helpende hand bieden.   Ook kan de ondersteuner de ouder helpen bij het stimuleren van taalontwikkeling. De pedagogische ondersteuner komt dan op huisbezoek en kijkt samen met de ouder wat nodig is. Er wordt vervolgens  een plan op maat gemaakt waarin de talenten en mogelijkheden binnen het gezin beschreven worden. Op basis van dit plan kan de ouder zelfstandig thuis met het kind aan de slag gaan en waar nodig begeleidt de pedagogische ondersteuner het gezin bij uitvoering van dit plan.  Zij is hierbij zo kort als mogelijk maar zo lang als nodig aanwezig. 

Kortom: kun je een helpende hand gebruiken bij de ondersteuning of ontwikkeling van je kind in de leeftijd van 0-13 jaar? Dan kan de pedagogische ondersteuner je helpen. Ze werkt dan samen met jou aan een omgeving waarin je aandacht besteedt aan de ontwikkeling van je kind en zal je handvatten bieden in het zoeken naar ondersteuning in je eigen netwerk. Dit wordt op vraag van de ouders ingezet of via verwijzing o. a. via school. 

Pedagogische ondersteuning is preventief, laagdrempelig en gratis.   

Contactpersoon voor de Boog: Karin Lasaroms 06-51056222  (k.lasaroms@lumenswerkt.nl)

Karin is op wisselende dagen aanwezig op school en daarnaast kunt u altijd telefonisch of via de mail contact met haar opnemen. Kijk voor meer informatie ook op: www.lumens.nl    

WIJ Eindhoven  

Als ouder(s)/verzorger(s) wilt u natuurlijk dat het met uw kind(eren) goed gaat op school. En gelukkig gaat het met de meeste kinderen ook goed. Toch kan het gebeuren dat het met uw kind(eren) op school wat minder gaat. Heeft dat met leren te maken, dan kunt u daar met de leerkracht(en) van uw kind(eren) over praten.  Maar er kan ook iets anders aan de hand zijn. Bijvoorbeeld dat uw kind vaak bij ruzies is betrokken, dat het niet zo goed luistert of niet goed in zijn of haar vel zit. Ook kunt u andere vragen hebben, bijvoorbeeld op het gebied van werk, wonen, zorg, opvoeding, samenleven in de wijk of ontmoeting. In dat geval kunt u contact opnemen met de medewerkers (zogenaamde generalisten) van het WIJ-team in uw buurt. Dit zijn professionals, die samen met u bespreken wat er nodig is.  Daarbij bekijkt u dan samen eerst wat u zelf kunt doen. En hoe familie, vrienden en buren en school u daar eventueel bij kunnen helpen. Lukt het niet om op deze manier een oplossing te vinden voor u of uw kind? Dan bekijken de generalisten van WIJ Eindhoven samen met u en/ of uw kind en eventueel in samenwerking met school welke vervolgstappen nodig zijn.

Contactpersoon voor de Boog: Ilse Janssen  06-11831405 (ilsejanssen@wijeindhoven.nl) 

Ilse is op dinsdagochtend aanwezig op school en daarnaast kunt u altijd telefonisch of via de mail contact met haar opnemen. Kijk voor meer informatie ook op: www.wijeindhoven.nl  

Jeugdgezondheidszorg

Onze school werkt samen met het team Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD Brabant-Zuidoost. Dit team bestaat uit een jeugdarts, jeugdverpleegkundige, assistent, gedragswetenschapper en een medewerker gezondheidsbevordering. Jeugdgezondheidszorg is er voor alle kinderen en hun ouders: vanaf de geboorte tot 18 jaar.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

Jaarlijks monitoren we ons aanbod en stemmen we dit af op wat onze leerlingen nu en in toekomst nodig hebben. Deze doelen zijn terug te vinden in de jaarplannen.

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Visie op onderwijs aan het jonge kind  

Samen met veel plezier op ontdekkingstocht! 

Samen 

Jonge kinderen voelen zich snel thuis binnen ons Kindcentrum. Ze starten vaak al jong bij de kinderopvang of de peuterspeelzaal. We hebben een ambitieus onderbouwteam waarin de professionals van Korein en school nauw samenwerken en een eenheid vormen. De kinderen ervaren zo een natuurlijk doorstroom naar de basisschool.  De relatie met ouders vinden we heel belangrijk. Dit doen we door jullie goed te informeren o.a. over het welbevinden en de ontwikkeling van jullie kinderen. We staan voor een transparante, open en laagdrempelige samenwerking.  Ouders zijn welkom in de school en worden zoveel mogelijk bij het onderwijs in de klas betrokken. Dit geven we o.a. vorm door middel van oudergesprekken, Ouderportaal, inloopochtenden en we vinden het fijn als ouders ondersteunen met activiteiten in de klas. Met andere woorden, we doen het samen!  

Plezier 

Welbevinden en betrokkenheid zijn belangrijk om goed te kunnen leren. Kinderen waarvan het welbevinden en de betrokkenheid hoog is hebben zichtbaar plezier op school.  In de groepen zult u zien dat dat de kinderen veel plezier beleven. U ziet de kinderen met zelfvertrouwen genieten in hun spel. Ze zijn ontspannen en durven zichzelf te zijn en ze staan open voor de omgeving. Ze worden geprikkeld en zijn intens bezig met hun spel.   

Ontdekken 

Spelen is leren. Kinderen zijn geïnteresseerd in en nieuwsgierig naar de wereld om hen heen. Spel helpt jonge kinderen de wereld om zich heen te ontdekken en kennis en vaardigheden te ontwikkelen. Bij ons krijgen kinderen veel ruimte om te ontdekken en te spelen. Spel staat centraal binnen ons onderwijs.  We werken in de onderbouw thematisch. Een thema zien we als een geheel van samenhangende activiteiten vanuit een beredeneerd aanbod. Deze thema's staan dicht bij de belevingswereld van de kinderen. Om kinderen een volgende stap te laten nemen in hun ontwikkeling, werken we ontwikkelingsgericht. Om de doelen te bereiken bedenken we activiteiten waarin kinderen aan deze doelen kunnen werken, oefenen, herhalen en toepassen. Een aantal van deze activiteiten worden aangeboden in de kring, maar daarnaast vindt er veel spel plaats in de hoeken, buiten op het plein en in de gymzaal. Ook op de gang hebben we verschillende hoeken waar kinderen van verschillende groepen elkaar ontmoeten en met elkaar samenspelen. Elke groep start vanuit een groepsplan, waarbinnen een beredeneerd aanbod voor alle kinderen wordt neergezet. Middels dagelijkse observaties bekijken we of de kinderen deze doelen halen, of wat ze nog nodig hebben om deze doelen te bereiken. Deze doelen worden verwerkt in het thema en komen bijvoorbeeld aan bod in de kringactiviteiten en in de hoeken.  

Voor- en vroegschoolse educatie (VVE)

Vanuit de overheid en gemeente Eindhoven wordt veel geïnvesteerd om alle kinderen gelijke kansen te bieden bij de start van het onderwijs. De eerste jaren zijn erg belangrijk voor de ontwikkeling van een kind. Daarom is het leggen van een goede basis in de vroege kinderjaren van groot belang. Om achterstanden bij kinderen te voorkomen of te bestrijden worden VVE-programma’s ingezet. Deze programma’s beginnen in een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf (de voorschoolse periode) en lopen door in de eerste twee groepen van de basisschool (de vroegschoolse periode). We werken binnen ons kindcentrum met dezelfde visie en met methodieken en thema’s die zoveel mogelijk op elkaar aansluiten. Daardoor is onze manier van werken herkenbaar en vertrouwd voor de kinderen. Zo voelen kinderen zich snel thuis op de basisschool.  

Maar ook door regelmatig contact en overleg hebben de pedagogisch medewerkers en de leerkrachten de kinderen goed in beeld. Ons handelen is goed op elkaar afgestemd en uw kind heeft zo alle mogelijkheid om zich in zijn eigen tempo in een doorgaande lijn te ontwikkelen. 

Op Kindcentrum de Boog gebruiken wij de VVE-methode Peuterplein & Kleuterplein als bronnenboek.  Deze VVE-methode verrijkt de omgeving door het werken met thema’s en geeft de pedagogisch medewerkers en leerkrachten handvatten om in te spelen op het natuurlijke ontwikkelingsproces van onze peuters en kleuters. Alle ontwikkelingsgebieden komen hierbij aan bod: 

• sociale ontwikkeling: in een groep leren de kinderen van elkaar; 

• sociaal-emotionele ontwikkeling: de ontwikkeling van de eigen persoonlijkheid; 

• cognitieve ontwikkeling: taal en spraak, rekenen, logisch nadenken; 

• lichamelijke en zintuiglijke ontwikkeling; 

• morele ontwikkeling: normen en waarden; 

• creatieve ontwikkeling.  

Via dit totaalprogramma zijn de peutergroepen en de basisschool aan elkaar verbonden. Binnen ons Kindcentrum wordt de brede ontwikkeling van onze peuters en kleuters in beeld gebracht door te werken met het observatie- en registratiesysteem KIJK!

Terug naar boven