Protestants Christelijke Basisschool de Brugge

We stimuleren het ‘spelend leren’ door verschillende activiteiten, zoals:

Taalactiviteiten

We vertellen verhalen, houden kringgesprekken en bekijken prentenboeken, spelenpoppenkast. Zo wordt de woordenschat uitgebreid en ervaren de kinderen dat taal je veel kan leren en dat je plezier kunt beleven aan taal. Ook bieden we in de groepen 1 en 2 op een speelse manier Engels aan.

Werken met ontwikkelingsmateriaal

De kinderen krijgen allerlei materialen en activiteiten aangeboden om de verschillende ontwikkelingsgebieden te stimuleren. Er wordt gewerkt met expressiemateriaal(klei, verf, zand en water) en ontwikkelingsmateriaal (puzzels, lotto’s, kleur- en vorm spelletjes, gezelschapsspelletjes). Daarnaast wordt er gewerkt in steeds wisselende hoeken (bouwhoek, huishoek, I-pad, letterhoek). Al deze activiteiten stimuleren de zintuiglijke, de motorische, de creatieve, de sociale en de cognitieve ontwikkeling. 

Bewegingsactiviteiten

Jonge kinderen hebben veel beweging nodig. In de klas worden er veel bewegingsspelletjestussen de activiteiten door gedaan. Daarnaast hebben we een prachtig speellokaal met schitterend materiaal waar gymlessen worden gegeven. Natuurlijk neemt het buitenspel ook een belangrijke plaats in.

Expressieactiviteiten

Imiteren, ‘doen alsof’, en drama zijn activiteiten van de hele groep of van een klein groepje bijv. in de huishoek. Van muzikale activiteiten zoals zingen, naar muziek luisteren, erop bewegen en zelf muziek maken kunnen de kinderen erg genieten.

Sociaal - emotionele activiteiten

Deze ontwikkeling wordt door alle activiteiten heen gestimuleerd. Daarnaast worden er specifieke activiteiten gepland waarin de verschillende gevoelens zoals angst, verdriet, blijdschap en boosheid aan de orde komen. Hierbij wordt gebruik gemaakt van prentenboeken en spelletjes. Veel aandacht wordt besteed aan ‘het zonnetje van de dag’ (door het geven van complimenten ‘een zonnestraal’ aan dit kind) en het meeleven met belangrijke gebeurtenissen zoals verjaardagen, ziekte, geboorte.

Verlengde kleuterperiode

Aanvangsgroep of kinderen die instromen in groep 1

Kinderen die in de aanvangsgroep of in een groep 1 als vierjarige kleuter instromen tussen oktober en december, worden goed geobserveerd. Deze kinderen kunnen door naar groep 2 als ze daar qua ontwikkeling aan toe zijn. Deze kinderen laten dan bijvoorbeeld zien:

- een zelfstandige taakhouding, zijn gemotiveerd voor opdrachten (aan een tafel);

- ontluikende belangstelling voor rijmen, lettergrepen of tellen;

- een goede sociaal-emotionele ontwikkeling: ze hebben een (meer dan) leeftijds-adequate ontwikkeling, weten al enigszins te reflecteren op hun werk en gedrag. Ze kunnen hun emoties enigszins verwoorden en hebben oog voor een ander;- een goede spanningsboog en betrokkenheid bij kringactiviteiten;

- meer uitdaging aan kunnen.

We proberen de aanvankelijke leerprocessen te laten aansluiten bij de ontwikkeling van de kinderen. Dat betekent dat er in de kleutergroep kinderen starten met het lees- of rekenproces, wanneer zij er gezien hun verstandelijke en sociaal- emotionele ontwikkeling aan toe zijn. De school neemt hierin de onderwijskundige beslissingen.

Aan het eind van groep 2 wordt besloten of een kind door kan naar groep 3. Aan de hand van het OVM, observaties en verschillende toetsen wordt de totale ontwikkeling van een kind in beeld gebracht. Wanneer er twijfel is over de ontwikkeling van een kind, wordt hierover vroegtijdig contact met de ouders opgenomen. De school beslist uiteindelijk in welke groep het kind zijn/haar ontwikkeling kan voortzetten.

In groep 3 is in de eerste helft van jaar lezen en taal gekoppeld. Vanaf januari wordt spelling aangeboden.

Basisvaardigheden (lezen, schrijven, taal en rekenen)

Lezen

In groep 2 maken de kinderen kennis met letters en woorden. Sommige kinderenkunnen als ze naar groep 3 gaan al wat lezen en gaan door waar zij gebleven zijn in hun ontwikkeling. De start in groep 3 is dus niet voor alle kinderen gelijk. Er wordt gedifferentieerd gewerkt met de nieuwste versie van de methode Veilig Leren Lezen- KIM versie. Het digitale schoolbord is hierbij een geweldig instructiemiddel! Bij het voortgezet technisch lezen wordt ook gelet op de juiste betekenis van de tekst. Ook in de groepen 4 t/m 8 krijgen de kinderen systematische instructie om de leestechniek te verbeteren.

Vanaf groep 4 werken we met de methode: Karakter. Dit is een methode voor Voortgezet Technisch Lezen. Het streefniveau van de technische leesvaardigheid ligt eind groep 5; dan zouden de kinderen het technisch lezen moeten beheersen. Naast het technisch lezen wordt er veel tijd besteed aan het begrijpend en studerend lezen. De school heeft een vaste aanpak voor dyslectische kinderen (geformuleerd in het dyslexieprotocol).

Begrijpend Lezen

Nieuwsbegrip past binnen onze manier van lesgeven en daarom werken me met deze methode voor begrijpend lezen. Het doel is het strategisch leren lezen van teksten. Het nieuws van elke dag is een middel om de kinderen te interesseren om de tekst te lezen. De leerkracht speelt daarbij een belangrijke rol. Hij of zij doet in de lessen Nieuwsbegrip namelijk hardop denkend voor (modelen) hoe het lezen van een tekst in je hoofd werkt. Daarbij kan gebruik gemaakt worden van het digibord. Elke week oefenen de kinderen met een strategie die ze bij de tekst kunnen gebruiken. Bij de teksten horen ook opdrachten. De opdrachten maken de kinderen in de klas, na het lezen van de tekst. Soms zijn de opdrachten op papier en soms op de computer. Vaak moeten de kinderen samenwerken. Door over de tekst en de opdrachten te praten, kunnen de kinderen van elkaar leren. Ook maken we gebruik van vormgevers (bv. gebeurtenissen- ketting, tekstballonnen, vergelijkingsstrook) en andere middelen vanuit Boeiend Onderwijs (zoals mindmaps en relatiecirkels) om onze kinderen nog beter te leren begrijpend lezen.

Schrijven

In de kleutergroepen worden er geen letters geschreven; er wordt gebruik gemaakt van stempelletters. In groep 3 oefenen de kinderen schrijf-patronen. Dan starten ze met letters en daarna komen de verbindingen tussen de letters aan de orde. Om problemen te voorkomen schrijven de kinderen geen leesletters bij de leesmethode. In groep 3 schrijven de kinderen met een driekantig grijs potlood. Vanaf groep 4wordt er een stabilo pen gebruikt. Tot en met groep 8 wordt er instructie gegeven m.b.t. het schrijven.In de laatste groepen mogen de kinderen het schrijven ontwikkelen tot een goed leesbaar persoonlijk handschrift. We gebruiken methode Schrijven in de basisschool.

Taal

In de groepen 4 tot en met 8 werken we met de taalmethode Staal. Vanaf groep 4 zijn er algemene taalactiviteiten uit de taalmethode die individueel of groepsgewijs aangeboden worden. In de bovenbouw wordt er aandacht geschonken aan de grammatica, het ontleden en het spellen. Bij spelling wordt er gebruik gemaakt van methodische woordpakketten volgens een vast stappenplan. In de hoogste groepen is er daarnaast veel aandacht voor de werkwoordspelling. De kinderen zijn enthousiast om met Staal te werken!

Voor kinderen die moeite hebben met spelling worden aandachts-groepjes samengesteld. Zij krijgen extra instructie in de eigen groep door hun leerkracht. Ook komt het voor dat een kind een eigen leerlijn spelling volgt.

Rekenen en Wiskunde

In de kleutergroepen wordt veel aandacht besteed aan handelend bezig zijn door te sorteren, rubriceren en te tellen. Ook de getallen krijgen veel aandacht. Er wordt gewerkt met rekenprentenboeken en ander specifiek rekenmateriaal. In de groepen 3 t/m 8 wordt er gewerkt met de rekenmethode Pluspunt. 

In groep 3 wordt aandacht besteed aan voorbereidende rekenbegrippen, structureren en splitsen van aantallen en het optellen en aftrekken tot 20. Naast kennis en vaardigheden is het aanbrengen van inzicht erg belangrijk.

De kinderen in groep 4 leren de sommen tot 100, klokkijken en de tafels van 1 t/m 10. Vanaf groep 5 worden de getallen waarmee gewerkt wordt groter en komen er steeds meer onderdelen bij (meten, tijd en geld).Het communicatieve gedeelte tijdens de instructie is één van de meest waardevolle momenten van rekenles. Kinderen die verder zijn in hun ontwikkeling krijgen extra materialen aangeboden. Voor kinderen die moeite hebben met rekenen worden aandachts-groepjes samengesteld. Zij krijgen extra instructie. Ook komt het voor dat een kind met een eigen programma aan de basisvaardigheden van het rekenen werkt.

Wereldoriëntatie

Onder het begrip wereldoriëntatie vatten we Aardrijkskunde, Geschiedenis, Verkeer en Natuur-en Techniek onderwijs. In de dagelijkse praktijk blijken er veel punten te zijn waar deze vormingsgebieden elkaar overlappen en in elkaar overgaan. Er is door teamleden een planning van onderwerpen gemaakt die geschikt zijn om geclusterd aan te bieden. Belangrijke accenten hierbij zijn de betrokkenheid van kinderen en de zelfstandigheid waarmee ze zich de stof eigen maken. We gaan uit van de alledaagse werkelijkheid in de wereld om ons heen, waarbij voor de lagere groepen gedacht moet worden aan de verkenning van de eigen wijk en woonplaats met alles wat daarbij hoort. In deze groepen worden deze vakken meestal in samenhang gegeven. In de hogere groepen worden deze vakken ook apart gegeven. Hoe hoger de groep, hoe breder het vlak waarin en waarop we ons oriënteren. Hiervoor gebruiken we naast de ‘gewone’ manier van werken, het Boeiend Onderwijs, het houden van presentaties (vanaf groep 5) en het maken van werkstukken. Omdat we van de kinderen aan het eind van de basisschool ook basiskennis verwachten m.b.t. deze vakken, wordt er vanaf groep 6 regelmatig huiswerk (toetsen) meegegeven voor de wereld-oriënterende vormingsgebieden. Er wordt gewerkt met de methoden Wijzer voor Geschiedenis, Aardrijkskunde en Natuur-en Techniek. Voor verkeer wordt er vanaf dit schooljaar in de groepen 4 tot en met 7 met de methode Let's go van de ANWB gewerkt.

Huiswerk

Vanaf groep 5 wordt er een opbouw gemaakt in het meegeven van huiswerk als voorbereiding op hetgeen in het voortgezet onderwijs van kinderen wordt verwacht. Bovendien wordt op deze manier kinderen zelfverantwoordelijkheid voor taken bijgebracht. De agenda die alle kinderen in groep 6, 7 en 8 krijgen is hiervoor ook een goed hulpmiddel.

Informatie- en communicatietechnologie(ICT)

I-pads of Chromebooks nemen in het onderwijs een belangrijke plaats in. In de groepen 3 t/m 8 werken we ook  aan de digitale geletterdheid. Digitale geletterdheid draait om alles wat iemand in een digitale samenleving moet kennen en kunnen. Naast taal, rekenen en andere vakken, moeten leerlingen o.a. goed leren werken met de computer en kritisch kunnen omgaan met online bronnen.

De volgende vier onderdelen zijn van belang voor leerlingen:

• ICT-basisvaardigheden

• Informatievaardigheden

• Mediawijsheid

• Computational thinking

Deze vier vaardigheden maken onderdeel uit van de zogenaamde ‘21e eeuwse vaardigheden‘. We maken gebruik van het ‘Basicly’ platform.

Studievaardigheden

Met de methode Blits Studievaardigheden leren kinderen in de groepen 5 tot en met 8 via de vier onderdelen van studievaardigheden allerlei informatiebronnen te lezen, verwerken en begrijpen. Tegenwoordig is informatie overal te vinden, zeker op internet. Maar hoe zoek je gericht? Waar vind je de juiste informatie en hoe verwerk je deze informatie? Onderzoek toont aan dat kinderen hier niet zo vaardig in zijn als vaak wordt gedacht. Niet alleen op internet, maar ook in het voortgezet onderwijs krijgen leerlingen veel informatie te verwerken. Ze worden dan geacht hier zelf hun weg in te vinden, terwijl ze dit op de basisschool niet altijd hebben geoefend. Blits bereidt kinderen voor op de overload aan informatie in deze tijd, én in hun verdere (school)carrière

Handvaardigheid en tekenen

In de onder- en middenbouw wordt gewerkt met thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van kinderen. In de bovenbouw streven we nadrukkelijk naar een uitbreiding van die belevingswereld. Binnen deze wijze van werken wordt de kinderen een brede schakering van technieken en materialen aangeboden. Er wordt in deze groepen regelmatig met een roulatie-systeem groepsdoorbrekend gewerkt.

Muzikale vorming

We werken met de muziekmethode Eigen-wijs digitaal. Deze methode is verdeeld in twee delen: Muziek-wijs en Zing-wijs. Muziek-wijs zijn lessen voor alle groepen in een complete doorgaande leerlijn. Zing-wijs bestaat uit ruim 500 liedjes, karaoke versies en vele nieuwe Engelse liedjes voor de Engelse taalles. Elke les doorlopen de leerlingen vier fasen: oriënteren, onderzoeken, uitvoeren en evalueren. Ze ontwerpen muziekstukjes, bedenken nieuwe teksten bij liedjes, laten hun eigen dans zien of spelen met hun groepje een zelfbedacht speelstukje. Ook zingen ze hun liedjes, bewegen op muziek, luisteren naar een breed samengesteld muziekrepertoire en leren om te gaan met verschillende vormen van muzieknotatie.

Dramatische expressie

Dramatische expressie is gericht op het opdoen van ervaringen d.m.v. rollenspellen, toneelspel, dans en mime. De kinderen verzinnen en spelen samen een stuk. Ze maken kennis met ideeën van anderen, delen de speelruimte en beleven er plezier aan. Daarnaast worden stukjes geoefend voor de vieringen die regelmatig op onze school in de centrale hal worden gehouden.

Bewegingsonderwijs

Op De Brugge wordt het bewegingsonderwijs in de meeste gevallen door een vakleerkracht gegeven. Deze maakt lessenseries met een gevarieerd lesaanbod. Het doel van het bewegingsonderwijs is het aanleren van motorische vaardigheden, zodat de kinderen de ‘bewegende wereld’ beter leren beheersen. Het aanleren van motorische vaardigheden gaat bijna altijd gepaard met samenwerken. Daarom wordt hieraan enorm veel aandacht besteed. De lessen bewegingsonderwijs voor de groepen 3 t/m 8 worden gegeven in de Sporthal ’t Riet.