Rooms Katholieke Basisschool Achterberg

Sint Josephstraat 62 5104 EG Dongen

  • Schoolfoto van Rooms Katholieke Basisschool Achterberg
  • Schoolfoto van Rooms Katholieke Basisschool Achterberg
  • Schoolfoto van Rooms Katholieke Basisschool Achterberg
  • Schoolfoto van Rooms Katholieke Basisschool Achterberg
  • Schoolfoto van Rooms Katholieke Basisschool Achterberg

Resultaten eindtoets

Alle leerlingen maken in groep 8 van de basisschool een eindtoets. De school kiest per schooljaar welke toets wordt gebruikt. Er zijn verschillende goedgekeurde eindtoetsen om uit te kiezen. Met de toets wordt gekeken hoeveel kennis de leerlingen hebben van taal en rekenen. De toets geeft een extra uitslag naast het schooladvies dat een leerling krijgt van de leerkracht.

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Toetsen zijn belangrijke instrumenten om de ontwikkeling van leerlingen te volgen, het onderwijsaanbod daarop af te stemmen en de effecten van het onderwijs te meten. Hieronder geven wij u een inkijkje in hoe wij toetsen en meten:

1. Wat meten de Cito-toetsen?
Twee keer per jaar worden Cito-toetsen afgenomen vanaf groep 3. In januari/februari de M-toets (midden) en in juni de E-toets (eind). Cito heeft toetsen voor schoolse vaardigheden ontwikkeld: begrijpend en technisch lezen, rekenen, spelling en studievaardigheden. De toetsen bevatten lesstof van het afgelopen halfjaar. Cito-toetsen zijn vaardigheidstoetsen. Dit betekent dat ze opgaven op een gemiddeld niveau bevatten, maar ook opgaven die leerlingen met een lager niveau goed kunnen maken én wat moeilijkere opgaven. De uitkomsten geven een beeld van het niveau van de leerlingen (aangeduid met niveau I t/m niveau V). De toetsen zijn 'genormeerd', daardoor kan een school de resultaten van een leerling of groep afzetten tegen de resultaten van andere leerlingen in Nederland. Ook zijn de toetsen van één leergebied aan elkaar gekoppeld; de score van verschillende leerjaren kun je daardoor met elkaar vergelijken. De groei van elk kind wordt hiermee in beeld gebracht. Daarnaast wordt de toets ook gebruikt als signaleringsinstrument: welk leergebied heeft extra aandacht nodig? En wat heeft/hebben de leerling(en) (extra) nodig?

2. Wat meten de methode-toetsen?
Methode-toetsen zijn toetsen die de uitgeverij bij haar methode levert. Deze toetsen controleren na ieder blok (hoofdstuk of thema) of het kind de lesstof uit het afgelopen blok goed heeft opgepikt (meestal duurt zo'n blok 6 weken). De methode-toetsen staan los van elkaar. Ze zijn dan ook niet bedoeld om uitspraken over de groei van een kind te doen. Methode-toetsen ondersteunen de leerkracht het hele jaar door om het onderwijsaanbod te evalueren en om dit aanbod bij te sturen als dat nodig is.

3. Wat is het verschil tussen de Cito-toetsen en de methode-toetsen?
De Cito-toets meet een schoolse vaardigheid als geheel (lange termijn). Een methode-toets meet (onderdelen van) een schoolse vaardigheid die net aan bod is geweest (korte termijn). Waar een methode-toets vrijwel door iedereen goed wordt gemaakt, bevat een Cito-toets opgaven van uiteenlopende moeilijkheidsgraad. Zo komen verschillen tussen leerlingen meer naar voren en wordt ook nog meer duidelijk wat elk kind nodig heeft (extra ondersteuning of juist extra uitdaging).

4. Wat betekent het als mijn kind laag scoort op een Cito-toets en hoog scoort op een methode-toets (of andersom)?
De leerkracht evalueert de toetsresultaten meerdere keren per jaar. Een verschil in resultaat tussen de Cito- en methode-toets kan van alles betekenen en de resultaten worden dan ook altijd geanalyseerd door de leerkracht. De uitslag van één of enkele toetsen zegt weinig en is slechts een momentopname. Maar de uitslagen van verschillende soorten toetsen door het jaar heen geven een goed beeld van het kunnen van een leerling. De combinatie van Cito-toetsen, methode-toetsen en observaties in de klas stelt de leerkracht in staat om een betrouwbaar en compleet beeld te krijgen van de vorderingen van de leerling. Aan de hand van alle verkregen informatie stelt de leerkracht vast wat de leerling nodig heeft.

5. Kun je leerlingen gericht voorbereiden op de Cito-toetsen?
De vraagstelling trainen we op school, meer is in principe niet nodig. Een Cito-toets meet het niveau dat bij een bepaalde leeftijd hoort en sluit aan bij veelgebruikte methodes. De toetsen bevatten enkele opgaven die nog niet aan bod zijn geweest om leerlingen te signaleren die wat extra's aankunnen. In de meeste gevallen spreekt de vraagvorm in de toetsen voor zich en voorbeeldopgaven in de toets bereiden de leerlingen voldoende voor op de toets. Als een leerkracht vermoedt dat de vraagvorm te onbekend is voor een leerling, besteedt hij/zij hier vooraf aandacht aan door gezamenlijk te oefenen. 

6. Kun je leerlingen gericht voorbereiden op de methode-toetsen?
Ja. De leerstof die getoetst wordt is van tevoren bekend bij de leerlingen. Door extra uitleg te vragen in de les en door te oefenen kan de leerling zijn scores verbeteren. Alle lessen bereiden de leerlingen voor op de methodetoets.

7. Moet de methode voorbereiden op een Cito-toets?
Nee. De Cito-toets staat los van een methode. Door de verschillende uitgangspunten en functies van een methode-toets en een Cito-toets (zie punt 3), zijn de inhouden niet per sé gelijk.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

In groep 8 krijgt elke basisschoolleerling een schooladvies voor het voortgezet onderwijs (vo). Dit advies is een inschatting van welk schoolniveau op dat moment past bij de leerling om te starten op het VO. Op dat niveau mag de leerling zich inschrijven in het voortgezet onderwijs. Scholen doen altijd hun uiterste best om alle leerlingen een passend schooladvies te geven.

Op IKC Achterberg komt het schooladvies als volgt tot stand:

- Aan het eind van groep 7 krijgen de leerlingen een kijkadvies richting het voortgezet onderwijs. Middels dit kijkadvies kunnen de leerlingen gericht bepalen welke VO-scholen zij willen bezoeken tijdens de open dag/avond.

- In de laatste twee weken van oktober in groep 8 nemen we bij alle leerlingen de B8 toets van Leerling in Beeld af. De onderdelen rekenen, begrijpend lezen, taalverzorging en technisch lezen worden afgenomen. Deze data wordt gebruikt om het onderwijs tot aan de doorstroomtoets vorm te geven en wordt meegenomen in het voorlopige schooladvies. 

- In januari van groep 8 krijgen de leerlingen het voorlopige schooladvies. Bij het vaststellen van het voorlopige schooladvies kijkt de school bij elke leerling onder andere naar: gedragskenmerken, sociaal-emotionele vaardigheden, praktijkgerichte vaardigheden, werkhouding en motivatieresultaten van leerlingvolgsysteemtoetsen, resultaten op methode gebonden toetsen, toetsenresultaat van eventueel capaciteiten- of intelligentieonderzoek en zorgdossier van de leerling.

- Het voorlopige schooladvies wordt door de leerkracht van groep 8 samen met de kwaliteitscoördinator vastgesteld. Op aanvraag kan de directeur meekijken. In een ouder-kind-gesprek worden bovenstaande zaken en het voorlopige advies met ouders besproken.

- In maart nemen wij de doorstroomtoets af en krijgen de leerlingen een definitief advies. De doorstroomtoets is nieuw dit schooljaar en vervangt de eindtoets. De leerkracht neemt de score van de doorstroomtoets mee in de totstandkoming van het definitieve advies.

- Is de uitkomst van de doorstroomtoets lager dan het schooladvies, dan verandert het schooladvies van de school niet. Als uit de doorstroomtoets een hogere score komt dan verwacht, kan de school het schooladvies bijstellen. Dat wordt ook de norm vanaf schooljaar 2023-2024. De school kan nog van een bijstelling afzien. De school moet dan goed motiveren waarom zo’n bijstelling niet in het belang van de leerling is. 

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Om goed te kunnen leren, moet je het naar je zin hebben op school. Dat houdt in dat de sfeer op school erg belangrijk is. We willen een school zijn waar een goede sfeer heerst, waar het veilig is en waar duidelijkheid is omtrent gedragsverwachtingen. We zetten bewust en preventief de methodiek KWINK in om het schoolklimaat positief te stimuleren en gedragsverwachtingen naar elkaar uit te spreken. Het doel hierbij is om de leerprestaties te verbeteren door een sociale omgeving te scheppen die het leren bevordert en gedragsproblemen voorkomt.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Respect
  • Eigenaarschap
  • Passie

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven