Noorderbreedte

Vogelweg 4 1111 WD Diemen

Schoolfoto van Noorderbreedte

Het team

Toelichting van de school

Teamsamenstelling 2023-2024

De teamleden zijn via de mail bereikbaar op een @noorderbreedtediemen adres. Bijvoorbeeld: Peggy Tholen p.tholen@noorderbreedtediemen.nl  Stephanie Mets s.mets@noorderbreedtediemen.nl   

1 / 2 Lieveheersbeestje Ismintha Amsdorf en Roebia Ischers  

1 / 2 Kikker Claudia de Jong en Vroukje Pos

1 / 2 Vlinder Sandra Wolffgramm en Maurien Griffioen  

1 / 2 Zebra Louise Schreuders en Lisa Menzo  

1 / 2 Dolfijn Michèle vd Vaart en Izabella Zakrzewska  

Onderwijsondersteuners units 1/2 Monique Band en Roebia Ischers  

3 A Sanjena Ramsaran en Lisa Menzo  

3 B Ellen vd Heuvel en Joury Adam  

3 C Nicoline Roos

Onderwijsondersteuning groepen 3 Meryem Karac  

4 A Carolien Straver en Joury Adam en Loïs Geenen 

4 B Sharon Gerritsen en Laura Louise Hendrix  

4 C Loïs Geenen en Laritsa Pinas  

5 A Patty Elsnerus en Claudia Smit  

5 B Jette Rietman en Claudia Smit  

5 C Claudia Smit en Ruben Lagas   

6 A Willem Elsnerus en Linda Duijts en Lennert Mathu

6 B Marlies van Weerdenburg en Youssra Betti  

7 A Marilse Klene en Amy Kelder  

7 B Esra Bakir en Jan Willem Nuijens  

7 C Jan Willem Nuijens en Mairis van 't Kruys  

8 A Kelvin Hoekstra  

8 B Edith van Gompel en Amy Kelder  

8 C Vince van de Beek  en Claudia de Jong  

Onderwijsondersteuning midden- en bovenbouw Amy Kelder

Gymleerkrachten Julika Dreeijers, Ivan Lagunas Uribe, Leroy Ballfour, Roderick Groot

Muziekleerkrachten Dennis van der Wijk en Els Hermanides

Kleine klas Carola van Rijn 

Plusgroep Carola van Rijn   

TOP klas Vanessa Sordam

Ondersteuning rekenspecialist Heleen Reijnders  

Huismeester Kesharie Poerenram  

Intern begeleider gedragsspecialist Vanessa Sordam  

Intern begeleider onderbouw Petra van Weerdenburg  

Intern begeleider midden- en bovenbouw Gisla Bachasingh  

Administratie Hellen Daoudi  

Adjunct-directeur Stephanie Mets  

Directeur Peggy Tholen

Bewegingsonderwijs

Sport en beweging komt in een week uitgebreid aan bod. De kinderen van groep 1/2 spelen op het kleuterspeelplein, in de kleutergymnastiek zaal of in de multifunctionele ruimte. Vanaf groep 3 krijgen de kinderen tweemaal per week gymnastiek van een vakleerkracht. Onze gymzaal is te vinden in het Noorderlicht. Ongeveer vijf minuten wandelen van school. De kinderen van groep 5 hebben maar 1 keer per week gym. Naast de gymles hebben ze een zogenaamde ‘natte’ gymles. Elke week zwemmen zij in het Duranbad in Diemen Zuid. De bovenbouw groepen (6, 7 en 8) zwemmen 1 keer per maand. Zij hebben dan een ‘natte’ gymles i.p.v. een gewone gymles. 

Muziekonderwijs

Alle groepen krijgen muziekles van docenten van de muziekschool Diemen. 

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Zieke leerkrachten en leerkrachten die verlof hebben

Als één van onze leerkrachten ziek is, wordt er een oplossing binnen de schoolorganisatie gezocht. Als er een invaller is, neemt deze de klas over en anders worden de kinderen volgens een vast verdeelplan ingedeeld in een andere groep en valt de leerling de hele verdere dag onder de verantwoordelijkheid van de leerkracht van deze groep. Kinderen krijgen altijd werk mee, dat is voorbereid door de eigen of de parallel leerkracht. In tijden van een griepgolf kan het zijn dat er geen invallers beschikbaar zijn en we meerdere groepen moeten verdelen. We vragen dan bv aan de ouders van de 4 jarigen (zij zijn nl. nog niet leerplichtig) om hun kind thuis te houden. In extreme gevallen vragen wij ook aan de ouders van andere groepen om hun kind thuis op te vangen. 

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Groep 1/2 en betekenisvol spel

De overgang van thuis, kinderdagverblijf of peuterspeelzaal naar de basisschool is voor uw kind (en vast ook voor u) een grote stap. Alles is nieuw en soms wat onwennig. De school moet een vertrouwde omgeving worden, waar uw kind zich veilig voelt en waar het met plezier naar toe gaat. De inrichting van de lokalen en ons onderwijs zijn hierop gericht. Wij proberen van ieder spelmoment een leermoment, en van ieder leermoment een spelmoment te maken. Zo ontwikkelen kinderen zich spelenderwijs. Onze school heeft heterogene kleutergroepen. Dat betekent dat jongste en oudste kleuters op Noorderbreedte bij elkaar in één groep zitten. We vinden het belangrijk dat de kinderen zichzelf goed kunnen redden en dat ze zelfstandig kunnen spelen en werken. Ervaren dat je iets al helemaal zelf kan is immers goed voor het zelfbeeld en het zelfvertrouwen van een kind. Bij de jongste kleuters ligt daarom in eerste instantie de nadruk op het wennen aan het naar school gaan en de zelfredzaamheid. Er is veel aandacht voor samen leren spelen, gewoontevorming en regelmaat. Dagritmekaarten (hier kunnen de kinderen zien welke activiteiten er voor die dag gepland staan en in welke volgorde) en een planbord voor het kiezen van activiteiten zijn hierbij een goede ondersteuning. De kinderen leren al spelend. Dit proces zet zich voort bij de oudste kleuter. De oudste kleuters (en de jongste kleuters die hieraan toe zijn) bieden we allerlei speelse activiteiten die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven. We leren onze kleuters steeds meer zelfstandig bezig te zijn. De schooldagen beginnen wisselend in de kring of met spelen of een activiteit  tijdens de inloop. Dagelijks wordt er gespeeld en gewerkt in hoeken en aan tafels, op het speel/leerplein, op het schoolplein en in de speelzaal. We streven ernaar de kinderen een zo groot mogelijke verscheidenheid aan materialen aan te bieden, zodat zij zich op een zo breed mogelijk terrein ontwikkelen. De materialen zijn daarom voor alle kinderen toegankelijk, we maken geen onderscheid tussen materiaal voor groep 1 of groep 2. Ieder kind kan dat materiaal kiezen, waarin het interesse heeft. Zo profiteren de leerlingen optimaal van de heterogene groepsindeling. In de kleutergroepen werken we aan de hand van thema’s die aansluiten bij de belevingswereld van het kind. Op een speelse manier leren de kinderen hoe de wereld in elkaar zit.

Wij werken met het OntwikkelingsVolgModel (OVM). Dit is een instrument om het ontwikkelingsverloop en het gedrag van kinderen te volgen. Ontwikkelingsaspecten worden door middel van observaties vastgelegd. N.a.v deze observaties maken de leerkrachten een lesaanbod dat aansluit bij de zone van de naaste ontwikkeling, zodat een kind zich verder kan ontwikkelen. Er is veel aandacht voor de taalontwikkeling en auditieve vaardigheden, omdat dit de basis is voor veel andere leergebieden. We gaan uit van betrokkenheid en het welbevinden van kinderen. De gedachte daarachter is dat kinderen een optimale ontwikkeling doormaken als ze betrokken werken en met plezier naar school gaan. Het is van belang dat kinderen uitstijgen boven hun huidige niveau, naar de eerder genoemde zone van naaste ontwikkeling. Een kind ontdekt vanuit zijn eigen ontwikkeling wat op het randje van zijn kunnen en nog niet kunnen ligt. Daarnaast is de ontwikkeling van een kind te beïnvloeden, het is dus geen vaststaand proces. Betekenisvolle activiteiten en inhouden leveren een belangrijke bijdrage aan deze ontwikkelings- en leerprocessen. Door middel van observatie zoekt de leerkracht wat de leerlingen zelf willen en al (bijna) kunnen. Daar stemt de leerkracht het onderwijsaanbod op af. De leerkracht heeft een centrale plaats in ontwikkelingsgericht onderwijs (OGO). De leerkracht zorgt voor het evenwicht tussen betekenis voor de leerling, waardoor het plezier inleren en de betrokkenheid wordt vergroot, en de doelen die behaald moeten worden.

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Ons onderwijs is ontwikkelingsgericht waar het kan en programmagericht waar het moet. Dit houdt in dat we in de onderbouw de ontwikkeling van het kind volgen en het aanbod aanpassen aan de fase van ontwikkeling van het kind. Vanaf groep 3 veranderen kinderen. Deze veranderende houding is van invloed op het leren van kinderen. Steeds meer hebben kinderen behoefte aan structuur tijdens het leren. Deze geven wij ze in de vorm van het werken met methodes. Daarnaast blijft het belangrijk dat leren een plekje krijgt in de belevingswereld van het kind. Dit geven we vorm tijdens het thematisch werken.

Onderwijs is voor leerlingen van betekenis wanneer ze weten waarom ze iets leren en wanneer ze zich uitgedaagd en betrokken voelen bij het onderwijsproces. Dit betekenisvolle leren kan op verschillende manieren. Het gaat erom dat we kinderen laten ervaren dat ze op school dingen leren om uiteindelijk op echte vragen en problemen die in de samenleving spelen antwoorden te vinden. Daarbij helpt het om de verbanden tussen vakken voor kinderen duidelijk te maken en te laten zien hoe deze onderdelen hen helpen om de wereld te begrijpen. 

Ook in de Wet Primair Onderwijs staat dat de verplichte vakken zoveel mogelijk in samenhang moeten worden aangeboden. Wanneer je vakken in samenhang wilt aanbieden, ontstaat thematisch onderwijs. Samenhang tussen vakinhouden kan ook bijdragen aan een efficiënter leerproces. Samenhang zorgt voor minder versnippering en overlap in de lesstof. Wanneer vakken op elkaar zijn afgestemd, kan dat bijdragen aan een beter begrip van gemeenschappelijke thema's. Ook biedt afstemming tussen vakken meer gelegenheid om gericht met vaardigheden te oefenen die in verschillende vakken nodig zijn zoals taalvaardigheden. Hoe de praktische uitwerking hiervan op Noorderbreedte eruit ziet beschrijven we hieronder.

Groep 3 en het werk/speelplein

De eerste periode in groep 3 staat in het teken van het creëren van een veilig klimaat, het wennen aan groep 3, de lesstof, een nieuwe leerkracht en een nieuwe groep kinderen. De kinderen leren wennen aan de dagelijkse structuur in groep 3, de methodes en het schoolse karakter van groep 3. In de tweede periode zijn de kinderen al enige tijd gewend aan het werken in groep 3 en hebben geleerd om hun werk te organiseren, kunnen al beter omgaan met uitgestelde aandacht en hebben kennis gemaakt met het zelfstandig werken. In deze periode gaan we de zelfstandigheid verder uitbreiden en gaan we meer aandacht besteden aan het samenwerken en samen leren. Het zelf doen en steeds meer vaardigheden leren beheersen geeft groei. De derde en laatste periode zal in het teken staan van het kunnen toepassen van de eerder aangeleerde vaardigheden. We werken in groep 3 met de methodes Lijn 3 voor aanvankelijke lezen, Klinkers voor schrijven en Getal en Ruimte Junior voor rekenen. ‘s Morgens is het leerplein een werkplein en ‘s middags een leer/speelplein. Kinderen die net bij de kleuters vandaan komen hebben nog een grote behoefte aan spelend en betekenisvol leren. Binnen het thema van Lijn 3 ontwikkelen de leerkrachten lees/schrijfactiviteiten en spel. Deze betekenisvolle activiteiten en inhouden leveren een belangrijke bijdrage aan de ontwikkelings- en leerprocessen van de kinderen in groep 3. 

Groep 4 t/m 8 en Alles in 1

De kinderen van de groepen 4 t/m 8 werken met de methode Alles in 1 waarbij alle lesstof, uitgezonderd rekenen, in samenhang wordt aangeboden. Alles in 1 voldoet aan de kerndoelen Oriëntatie op jezelf en de wereld, Kunstzinnige oriëntatie, Nederlands en Engels.

De thema volgorde voor groep 4 staat vast: Waar is het? (aardrijkskunde), Jij en ik! (cultuur), Wanneer was dat? (geschiedenis), Hoe werkt het? (techniek) en Wat groeit en bloeit? (natuur). 

De groepen 5 t/m 8 werken met Alles in 1 en Alles Apart (de taallijn). De 20 projecten van Alles in 1 Groep 5-8 bieden in logische samenhang het gehele curriculum voor de vier hoogste groepen aan, met uitzondering van rekenen, gym en handschriftontwikkeling (schrijven). Samen met de taallijn Alles-Apart is het ook dekkend voor alle kerndoelen Nederlandse taal.

Per schooljaar behandelen we 5 projecten, uit ieder domein één. Het domein en het hoofdonderwerp vormen het hart van het project. Het is de kapstok waaraan alle vakken worden opgehangen. We gebruiken verschillende werkvormen: Kinderen werken cognitief, praktisch en creatief, zowel schriftelijk, mondeling als digitaal.Ook is er afwisseling in organisatievormen; klassikaal, individueel, in groepjes en in tweetallen. Alle kinderen werken aan hetzelfde thema en de verwerking is op eigen niveau. 

Er zijn zes niveaus (A t/m F) voor de vier leerjaren 5 t/m 8. Dat betekent dat er zowel voor de taalzwakke leerling in groep 5 als voor de snelle, begaafde leerling in groep 8 verwerking en uitdaging op niveau is. Alles Apart is de instructie taallijn voor groep 5-8. De spellingcategorieën, de werkwoordspelling, de grammaticaregels en de leesstrategieën worden uitgelegd en geoefend. Binnen Alles Apart is de hoofdzaak taalregels leren en oefenen. Taalverwerving ontwikkelt zich het best door expliciete én contextrijke aanbieding. Expliciet gebeurt dat in Alles Apart. Contextrijk gebeurt dat binnen de projecten van Alles in 1. Net als bij de projecten van Alles in 1 heeft Alles Apart zes niveaus.

Burgerschap en sociale integratie

Per 1 februari 2006 is wettelijk vastgelegd dat scholen actief burgerschap en sociale integratie moeten bevorderen. Democratie, participatie en identiteit komen bij ons doorlopend aan bod tijdens het thematisch werken. Burgerschapsvorming past ook in de pedagogische opdracht die een school altijd heeft gehad en serieus neemt. De school is immers een maatschappij in het klein. Daarin leren we kinderen m.b.v. de Kanjertraining naar elkaar om te zien, te luisteren naar elkaar en respect te tonen voor de ander. Ook vinden er gastlessen plaats van Bureau Halt en nemen we deel aan het project van de gemeente Diemen, waarbij een wethouder op school komt en de leerlingen de gemeentelijke diensten bezoeken. Ook besteden we aandacht aan belangrijke dagen als Paarse Vrijdag. 

Grote opdrachten Burgerschap Alles-in-1 projecten

1. Vrijheid en gelijkheid Nederland – Europa – Moderne Geschiedenis

2. Macht en inspraak Nederland – Europa – Moderne Geschiedenis

3. Democratische cultuur Binnen alle projecten waarbij er gesprekken plaatsvinden over overeenkomsten en verschillen. Binnen project Voeding is er expliciet aandacht voor debatteren.

4. Identiteit Mensen – Geloof + Aardrijkskunde projecten

5. Diversiteit Geloof - Kunst + tijdens het uitvoeren van gezamenlijke (tweetallen, kleine groepjes) opdrachten bij ieder project.

6. Solidariteit Mensen – Communicatie + n.a.v. gedichten en verhalen binnen ieder project.

7. Digitaal samenleven Communicatie + bij het doen van een onderzoek of maken van een werkstuk bij ieder project.

8. Duurzaamheid Milieu en Kringloop – Dieren – Planten – Energie + Aardrijkskunde projecten

9. Globalisering Moderne Geschiedenis + Aardrijkskunde projecten

10. Technologisch burgerschap Communicatie

11. Denk- en handelswijzen Binnen alle projecten, ook bij expressie en doe-opdrachten

Schrijven

Bij de groepen 1/2 zijn de motorische bewegingen heel belangrijk. De kinderen oefenen veel met schrijfpatronen en het vasthouden van schrijfgereedschap op de goede manier. De activiteiten worden binnen het thema aangeboden en zijn daardoor betekenisvol.  Vanaf groep 3 wordt het schrijven van letters en woordjes aangeleerd met een methode (Klinkers). In groep 3 en 4 schrijven we met een potlood. Halverwege groep 4 starten we met een pen.

Rekenen

Vanaf groep 3 werken we uit de methode Getal en Ruimte Junior. Met deze methode werken de kinderen gedurende een week aan één rekendoel. Elke dag is er tijd voor automatiseren en memoriseren. Kinderen krijgen dagelijks instructie en gaan in kleine stapjes van oefenen naar toepassen. Elke week wordt na het ophalen van de voorkennis veel aandacht aan de strategie besteed. Zo kunnen kinderen zich de rekenvaardigheid echt eigen maken voordat ze gaantoepassen.

Bij rekenen werken we in de groepen 3 t/m 8 met het didactische model EDI. Expliciete Directe Instructie (EDI) is een bewezen aanpak om de leseffectiviteit te verhogen en te zorgen voor succeservaringen en betere leerprestaties bij alle leerlingen. De leerkracht is daarbij de sleutel tot succes. EDI geeft de leerkracht het gereedschap om met alle leerlingen de leerdoelen te bereiken. Een EDI-les is als volgt opgebouwd:Het lesdoel wordt expliciet met de kinderen gedeeld; door voor te lezen of op het bord te schrijven. Hierna wordt de voorkennis geactiveerd. De leerlingen krijgen een opdracht die aansluit bij de te geven les waarvoor ze de benodigde kennis al in huis hebben. Op het lesdoel wordt instructie gegeven waarbij het lesdoel bestaat uit een concept (het belangrijkste begrip) en een vaardigheid (de stappen die je moet nemen om tot een oplossing te komen). Tijdens een EDI-les verschuift de verantwoordelijkheid van de leerkracht naar de leerlingen, van de ik-wij-jullie naar de jij-fase. Deze begeleide inoefening is de brug tussen de uitleg en de zelfstandige verwerking. Ondertussen controleert de leerkracht telkens of het lesdoel begrepen wordt. De leerlingen waarbij blijkt dat ze het lesdoel nog niet voldoende beheersen, krijgen een verlengde instructie. 

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Passend onderwijs

Elk kind is anders, elk kind is uniek. Dat is het uitgangspunt van de leerlingenzorg. Per 1 augustus 2014 is de Wet Passend Onderwijs ingegaan. Passend onderwijs is de manier waarop onderwijs aan leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben wordt georganiseerd. Het gaat om zowel lichte als zware ondersteuning. Bijvoorbeeld extra begeleiding op school, aangepast lesmateriaal, hulpmiddelen of onderwijs op een speciale school. Onze school is hiervoor aangesloten bij het Samenwerkingsverband Amsterdam Diemen. De scholen in het samenwerkingsverband maken onderling afspraken over hoe we ervoor zorgen dat alle leerlingen onderwijs krijgen dat bij hen past. Het doel van passend onderwijs is dat alle leerlingen, dus ook leerlingen die extra ondersteuning in de klas nodig hebben, een passende onderwijsplek krijgen. Uitgangspunt daarbij is; regulier als het kan, speciaal als het moet. Passend onderwijs is voor alle leerlingen. In de praktijk gaat het vooral over leerlingen die extraondersteuning nodig hebben. Deze ondersteuning kan nodig zijn vanwege een verstandelijkebeperking of een chronische ziekte. Maar ook voor leerlingen met een gedrags- of leerstoornis ispassend onderwijs erg belangrijk. Soms is het bij de start op school al duidelijk dat er extraondersteuning nodig is, soms blijkt dat pas later. Wij hebben als school zorgplicht. Dit betekent dat de school ervoor moeten zorgen dat iedere leerling die extra ondersteuning nodig heeft, een passend onderwijsaanbod krijgt. De school moet zorgvuldig onderzoeken wat uw kind nodig heeft en deze zorg eerst proberen zelf te realiseren. Als we als school deze ondersteuning zelf niet kunnen bieden, zoeken we - na overleg met u - naar een school die de zorg wel kan bieden. Scholen stellen een ondersteuningsprofiel op. Dit profiel is bedoeld om aan te geven welke ondersteuning een school kan bieden. Van Noorderbreedte vindt u dit terug op onze website. Als we voor een leerling op zoek gaan naar de beste onderwijsplek dan is er in Diemen een adviseur passend onderwijs en zij begeleidt dit proces. 

De zorg in de klas

Op onze school werken we met de 1-zorgroute. Deze betekent dat we van alle leerlingen resultatenverzamelen en analyseren. De leerkrachten op de unit en de intern begeleider bespreken samen welke specifieke onderwijsbehoeftes er zijn voor de groep. Wanneer we de groep goed in beeld hebben, clusteren we de leerlingen in 3 arrangementen. Wemaken hiervoor een groepsplan. Tijdens de lessen wordt er vanuit deze 3 arrangementen lesgegeven. Het betekent dat er soms verlengde instructie gegeven wordt en/of dat sommige leerlingen ander werk, meer werk of juist minder werk krijgen. Na een periode wordt het groepsplan geëvalueerd. De leerkracht bekijkt de resultaten van de leerlingen en analyseert of de aanpak effect heeft. Zo nodig wordt het groepsplan bijgesteld. Wij verwachten niet van elk kind dezelfde leerprestaties. Daarom hebben we binnen onze school bewust gekozen voor methodes waarbij kinderen bij dezelfde onderdelen op verschillende niveaus kunnen werken.

Extra ondersteuning in de Kleine klas

Voor sommige kinderen is de gewone klassenomgeving en de basisondersteuning niet genoeg om aan leren toe te komen. Om ook deze kinderen passend onderwijs te kunnen geven en we tegemoet willen komen aan de onderwijsbehoefte van deze kinderen, hebben we voor hen een aparte leeromgeving gecreëerd binnen de eigen school. Ze kunnen dan op het juiste moment de juiste ondersteuning krijgen. Sommige kinderen beginnen de ochtend in de kleine klas om de dag rustig te kunnen starten. Anderen starten in hun eigen klas en komen op een vast afgesproken, later tijdstip in de kleine klas. De andere kinderen verblijven in de kleine klas als onderdeel van een handelingsplan of ontwikkelingsperspectief. De kleine klas is drie dagen per week, geopend voor kinderen van groep 2 t/m 8. De kinderen komen minimaal 2 x 1 ½  uur en maximaal 3 ochtenden per week naar de kleine klas. 

Extra ondersteuning in de Plusgroep

De plusgroep is er voor de kinderen die hoogbegaafd of meer begaafd zijn. Kinderen die extra aandacht nodig hebben op het gebied van structuur en denkrelaties. Het zijn niet per definitie kinderen die goede leerresultaten halen. Het gaat om kinderen die extra aandacht nodig hebben en zonder die hulp niet verder komen in de groep of zelfs onder gaan presteren omdat ze zaken niet op een rijtje krijgen. We kijken dus naar de onderwijsbehoefte van het kind. Voor plaatsing in de plusgroep wordt een signaleringslijst ingevuld door de leerkracht, het kind en de ouders. Het besluit om een kind te laten deelnemen aan de plusgroep wordt genomen in het zorg ondersteuningsteam. 

Extra ondersteuning in de TOP klas (Talenten Op Praktijk)

Het schoolse leren is het makkelijkst te bereiken omdat het in de klas of op het leerplein kan. Een boek, een computer en een schrift is gemakkelijk te regelen. Het wordt al lastiger als kinderen ergens anders naartoe moeten om te kunnen leren. Wij willen deze kinderen kansen bieden door bijvoorbeeld een boodschap te doen, werken aan techniek opdrachten of een ritje met de metro/tram/trein maken. Deze leerlingen van de groepen 7 en 8 zijn één middag in de week welkom in de TOP klas om op een andere manier te leren. Uitnodiging voor de TOP klas verloopt via het zorg ondersteuningsteam. 

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

Alle leerlingen verdienen goed onderwijs met passende hulp en ondersteuning. Liefst dichtbij huis. Samen werken we aan passend onderwijs zodat Noorderbreedte voor elk kind een fijne plek is, want iedereen telt mee! We willen dat kinderen veilig kunnen opgroeien, kunnen leren en zich optimaal ontwikkelen.

Wij willen in de komende jaren toegroeien naar een school die passend beleid behoudt waarin de basisvaardigheden van de leerlingen centraal staan.

De ontwikkeling van ons aanbod voor ondersteuning in de toekomst gaat worden toegespitst naar de leerkracht. De leerkracht staat centraal in de ondersteuning van de leerling. Door de grote tekorten bij externen, is de leerkracht vaak genoodzaakt eigenhandig veel hiaten zelf op te lossen. Zonder de hulp van een onderwijsspecialist. Wij hopen met een nauwe samenwerking binnen ons team en door de inzet van interne kwaliteiten om tot een passend aanbod te komen. Waarin de leerling en de leerkracht wordt gezien en geholpen.

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

In een brede school wordt intensief samengewerkt met een kinderopvangorganisatie. KMN Kind&Co is onze samenwerkingspartner. Zij verzorgen de voorschoolse opvang (VSO) de buitenschoolse opvang (BSO) en de peutergroepen. Voor en na schooltijd worden kinderen van 4 t/m 12 jaar opgevangen. In groepen die aansluiten bij de leeftijd van het kind. Het gaat hierbij ook om opvang op studiedagen en opvang in de schoolvakanties. Naast het contact met de pedagogisch medewerkers houdt KMN Kind&Co contact met ouders via nieuwsbrieven (ook die van school), ouderavonden en de oudercommissie van de locatie. 

In een brede school gaat het steeds om het zoeken naar het antwoord op vragen als: Wat doen we samen? Wat doen we apart? Hoe gaan we om met onze verschillen? En waar liggen onze overeenkomsten? De directie van de school vormt samen met de clustermanager en/of de senior van KMN Kind&Co het managementteam van Noorderbreedte. We stemmen inhoudelijke zaken af, zoals het aanbod bij het thematische werken bij peuters en kleuters.

Terug naar boven