Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Bij het berekenen van het groepsgemiddelde op de eindtoets houden wij rekening met de door de inspectie opgestelde richtlijnen voor het uitsluiten van leerlingen op de eindtoets. Hierdoor worden in sommige schooljaren niet alle leerlingen meegewogen voor het groepsgemiddelde.
Bij het samenstellen van de schoolgids voor het schooljaar 2024-2025 zijn de resultaten van de eindtoets van dit schooljaar nog niet beschikbaar in Vensters. Deze gegevens zullen zodra deze beschikbaar zijn worden gepubliceerd op www.scholenopdekaart.nl. De verwachting is dat dit kort na de zomer van 2024 zal plaatsvinden.
Wanneer wij onze onderwijsresultaten kritisch bekijken, zijn wij trots op de resultaten die onze leerlingen hebben neergezet. Voornamelijk op het gebied van lezen en taalverzorging. Op het vakgebied rekenen zien we, conform de landelijke trend, punten voor verbetering. Veel van onze leerlingen zijn er echter in geslaagd om zich richting hun eigen ontwikkelpotentie te ontwikkelen, of dat niveau te overstijgen. Wij zien dat het ons in toenemende mate lukt om onze leerlingen toe te leiden naar het (hogere) streefniveau (2F/1S). Dit is de opbrengst van meerdere jaren doelgericht werken aan dit thema vanuit schoolplanontwikkeling. Hoewel wij zien dat steeds meer leerlingen het streefniveau behalen, zijn wij nog niet tevreden. Om die reden bouwen wij ook in de schoolplanperiode 24-26 verder aan het behalen van de bij de populatie passende resultaten met een focus op streefniveau. Zie voor de manier waarop aan deze doelen gewerkt wordt het schoolplan 24-26.
* voor de beoordeling van de onderwijsresultaten in schooljaar 23-24 hanteert de inspectie aangepaste normen in verband met het effect uit de schoolsluitingen in de coronaperiode, de zogeheten correctiewaarde. In de grafiek waarin het percentage leerlingen dat het streefniveau behaalt op Scholen op de kaart wordt gepresenteerd, is de correctiewaarde die op dit moment geldt niet zichtbaar. Hoewel het huidige percentage leerlingen dat niveau 1S/2F behaalt onder de signaleringswaarde ligt, ligt deze boven de correctiewaarde die de inspectie in schooljaar 23-24 hanteert.
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets / doorstroomtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Op de Borgloschool wordt gewerkt volgens de cyclische manier van werken binnen opbrengstgericht passend onderwijs. Binnen deze manier van werken worden de opbrengsten en tussenopbrengsten op vaste momenten geanalyseerd tijdens een schoolbespreking. Voorafgaand aan de schoolbespreking voeren de leerkrachten een gesprek met de intern begeleider dat de groepsbespreking wordt genoemd. De resultaten van de methode toetsen, de LIB-toetsen (niet methode toetsen) en observaties zijn input voor het gesprek. Vanaf groep 6 wordt een overzicht gemaakt van de uitstroompotentie van leerlingen op de referentieniveaus, met als doel om leerlingen gericht te volgen richting in beoogde referentieniveau. De leerkrachten van deze groepen formuleren samen met directie, IB en eventueel de coördinatoren concrete acties om leerlingen richting hun uitstroompotentie te begeleiden.
Tijdens de schoolbespreking (groot en klein) analyseert het team van de Borgloschool de resultaten op school- en op groepsniveau. Wat zien we in de resultaten en welk effect hebben onze aanpakken gehad? Ook wordt er gesproken over waar er een interventie nodig is, wat deze zou kunnen zijn en wat er nodig is om deze goed in te zetten.
Uit zowel de groepsbespreking als de schoolbespreking komen acties voort voor de komende periode.
Coördinatoren, op het gebied van bijvoorbeeld rekenen, volgen ook de methoderesultaten om vroegtijdig te kunnen signaleren.
Onze jongste leerlingen, de leerlingen in groep 1/2, maken nog geen toetsen. De ontwikkeling van de leerlingen in groep 1/2 wordt gevolgd middels het volgsysteem BOSOS. Met dit observatiesysteem voert de leerkracht regelmatig observaties uit, waarbij de ontwikkeling van de leerling wordt gevolgd. Tijdens schoolbesprekingen en andere evaluatiemomenten worden de ontwikkelingen binnen BOSOS besproken.
Op basis van de analyses verwerkt de IB'er in samenspraak met de directie de opbrengsten in de opbrengstrapportage (2-jaarlijks). Deze opbrengstrapportage wordt beschikbaar gesteld aan het bestuur Zinder en tweejaarlijks besproken met collega directeuren en IB'ers.
Proces advisering VO
Het schooladvies van een leerling komt tot stand in een zorgvuldig proces. Al in groep 7 krijgt de leerling een indicatie van het schooladvies op dat moment. Het brede beeld van het kind in de schoolloopbaan tot dat moment vormt de basis voor dat advies. In groep 8 krijgen leerlingen, conform landelijke kaders, in de maand januari een voorlopig advies. Tussen januari en februari maken leerlingen de doorstroomtoets (voorheen de eindtoets). Uit deze doorstroomtoets komt een advies, waarna de school in overleg met ouders het advies heroverweegt. Is het resultaat uit de doorstoomtoets hoger dan het voorlopige advies? Dan stelt de school het advies in overleg met ouders bij, tenzij dit niet in het belang is van de leerling. Medio maart ontvangt iedere leerling een definitief advies, waarna leerlingen zich in een centrale aanmeldweek inschrijven op een VO-school naar keuze. Het VO-advies is daarbij de verantwoordelijkheid van school. De inschrijving van een VO-school is de verantwoordelijkheid van ouder(s)/verzorger(s). Meer informatie over het landelijke kader voor het landelijke kader rondom advisering vindt u op: http://https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/schooladvies-en-doorstroomtoets-basisschool/toelating-voortgezet-onderwijs-gebaseerd-op-definitief-schooladvies.
Doorstroom VO
Kijkend naar de beschikbare gegevens over de doorstroom in he VO, concluderen wij dat wij slagen erin slagen om het overgrote gedeelte van onze leerlingen te verwijzen naar een passende vervolgplek in het VO (Bron: Ultimeview Parnassys op basis van het definitieve advies). Daarnaast zien wij ook dat het percentage leerlingen dat opstroomt of afstroomt in het derde leerjaar van het VO boven het landelijk gemiddelde ligt (Bron: Scholen op de kaart). In onze opbrengstrapportage volgen wij jaarlijks de doorstroom van onze leerlingen in het VO. Daarbij hebben wij onlangs de uitstroom van leerlingen uit de jaren 2021 en 2022 geanalyseerd. Daarbij valt het on het volgende op:
- Voor leerlingen die in het derde jaar in het VO zijn afgestroomd ten opzichte van het schooladvies zien wij dat redenen voor afstroom, voor zover bekend, verklaarbaar zijn. Het gaat om leerlingen die door verhuizing in een andere gemeente instappen op een lager niveau, te maken hebben met een complexe thuissituatie in de overgangsperiode door bijvoorbeeld scheiding, of uitstroom naar het voortgezet speciaal onderwijs. Ook is er sprake van leerlingen waarbij in overleg met ouders is uitgegaan van kansrijke advisering, maar waarbij het niet gelukt is om dit niveau vast te houden tot na het derde leerjaar in het VO. Het wordt niet duidelijk welke invloed leerlingen die doubleren hebben op de getoonde cijfers in Vensters.
- Voor leerlingen die in het derde jaar in het VO zijn opgestroomd ten opzichte van het schooladvies is lastig te achterhalen wat maakt dat zij zijn opgestroomd. Heeft het VO-advies gemaakt dat leerlingen zich vanuit veiligheid en vertrouwen hebben kunnen ontwikkelen en zijn zij daarom opgestroomd? Geven de cijfers een vertekend beeld, doordat een overstap naar een enkele 3 Havo klas met een VO-advies kader-mavo wordt gezien als volledige opstroom zonder raakvlak met het VO-advies? Of had de leerling met een kansrijke(re) advisering direct kunnen instappen op een hoger niveau in de brugklas? Gezien de aantallen die het betreft en het grote aantal leerlingen dat op niveau het VO doorloopt, maken wij ons geen zorgen over de cijfers die we nu zien.
- Wij merken op dat de gepubliceerde gegevens in Scholen op de kaart afwijken van de beschikbare gegevens in Parnassys> Ultimview. Daarbij lijkt Scholen op de kaart een vergelijking te maken met het voorlopige VO-advies, terwijl Ultimview een vergelijking maakt met het definitieve schooladvies. We nemen dit mee als onderzoeksvraag voor schooljaar 24-25.
- Voor een diepgaandere analyse van bovenstaande gegevens verwijzen wij naar onze opbrengstrapportage. De hierboven genoemde punten geven geen aanleiding tot het bijstellen van onze kansrijke manier van advisering richting het VO.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Een optimale ontwikkeling is meer dan de cognitieve ontwikkeling alleen. Van groot belang is dat de leerling met plezier naar school gaat. Een positief welbevinden is daarmee een voorwaarde om tot leren te komen. Wij vinden een veilige basis daarom van groot belang voor de ontwikkeling van onze leerlingen. Wij vinden het daarnaast belangrijk dat wij leerlingen leren hoe zij zich in sociale situaties gedragen, hoe zij hun gedrag kunnen reguleren en hoe zij zich binnen een groep gedragen. Wij zetten onze aanpak daarom zo preventief mogelijk in door lessen te geven in sociaal-emotioneel leren (SEL). In schooljaar 22-23 is het volledige team geschoold in het gedachtegoed van SEL door Kees van Overveld. Op basis van het fundament van SEL werd in dat schooljaar gekozen voor een nieuwe doorgaande lijn op het gebied van SEL: Kwink. De methode Kwink is een schoolbrede preventieve SEL-methode gebaseerd op wetenschappelijke inzichten. Daarnaast gebruiken wij de Ringaanpak als curatieve methode gericht op een volledige groep vanaf de bovenbouw.
Met ons onderwijs op sociaal emotioneel leren dekken wij een belangrijk gedeelte van de burgerschapsdoelen waar wij aan werken. U heeft hier meer over kunnen lezen onder kwaliteitszorg en schoolplan.
In september 2008 werd het laatste basisarrangement afgegeven door de inspectie.
In maart 2020 is de Borgloschool voor het laatst bezocht door de inspectie vanuit een themabezoek: pedagogisch en didactisch handelen.
In april 2024 is de Borgloschool bezocht in het kader van een verificatiebezoek voor het bestuurstoezicht van Zinder.