CBS Het Talent

Achterdijkshoorn 9 2635 MK Den Hoorn (Zuid-Holland)

Schoolfoto van CBS Het Talent

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Leeropbrengsten

In de maand oktober doen een aantal leerlingen mee aan het drempelonderzoek. Op basis van deze uitslag kunnen leerlingen uitgenodigd worden mee te doen aan een NIO-toets. Dit is een intelligentie/capaciteitenonderzoek. Beide toetsen zijn een hulpmiddel bij het plaatsen van uw kind op het voortgezet onderwijs.

In april doen vrijwel alle leerlingen mee aan de landelijke doorstroomtoets. De doorstroomtoets is voor school een middel om het resultaat van het onderwijs te toetsen en te evalueren. De leerlingen worden getoetst in de vakken taal, rekenen, informatieverwerking en wereldoriëntatie.

De groepsscore van de eindtoets wordt gepubliceerd in de nieuwsbrief en op de website. 

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

De begeleiding van leerlingen in de school is een continu proces dat begint in groep 1 en eindigt als de leerling uitstroomt naar het voortgezet onderwijs. In de groepen 1 en 2 wordt de ontwikkeling van de leerlingen gevolgd d.m.v. de leerlijnen van ParnasSys. Deze lijsten zijn op schoolniveau aangepast.
Om leerlingen verder door de jaren heen nauwkeurig te kunnen volgen beschikt de school over een leerlingvolgsysteem. Hierin worden de resultaten van toetsen en de vorderingen van de leerlingen administratief bijgehouden. Het Talent gebruikt hiervoor het digitale systeem ParnasSys. Binnen de school wordt gebruik gemaakt van methode-afhankelijke en methode-onafhankelijke toetsen.
De methode-afhankelijke toetsen richten zich op de leerstof van de afgelopen weken en meten of de leerling deze leerstof beheerst.
De methode-onafhankelijke toetsen van CITO geven een beeld van de vorderingen van de leerlingen en de groep op de basisvaardigheden (taal, technisch- en begrijpend lezen, spelling en rekenen) ten opzichte van een landelijke norm. Voor alle groepen geldt dat er meestal twee keer per jaar toetsen worden afgenomen, die een signalerende functie hebben.

De leerlingen van groep 8 maken de doorstroomtoets

Na een periode van toetsen worden de toetsresultaten van de groep geanalyseerd. De leerkracht en intern begeleider bespreken hoe het onderwijs het beste kan worden afgestemd op de onderwijsbehoeften van de groep en individuele leerlingen en hoe het streefdoel behaald kan worden. Er wordt onder andere bekeken welke leerlingen extra instructie nodig hebben en welke leerlingen juist extra moeten worden uitgedaagd.

Naast toetsen is het dagelijks observeren van de leerlingen door de leerkracht van groot belang. De leerkracht krijgt hierdoor inzicht in het totale functioneren van de leerling in de groep. Dit geeft input voor het groepsplan. Soms observeert een intern begeleider een leerling en neemt een extra toets af, wanneer er nog geen goed beeld is van de onderwijsbehoeften van de leerling.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

De totstandkoming van het basisschooladvies

De groepen 1 t/m 6

De ontwikkeling van de leerlingen wordt een aantal keer per jaar met ouders besproken aan de hand van onder andere leerlijnen, het rapport en de CITO groeigrafieken uit Parnassys.

Indicatie VO groep 7

Alle leerlingen worden besproken met de leerkracht, intern begeleider en directie. De indicatie VO is gebaseerd op informatie uit verschillende bronnen. We kijken hierbij naar het kind zelf (werkhouding, concentratie, zelfstandigheid, sociaal-emotionele ontwikkeling etc.) en we gebruiken gegevens uit het leerlingvolgsysteem met daarbij de gegevens van de entreetoets of de E7 toetsen. Het voorlopig advies wordt eind groep 7 of begin groep 8 gegeven. Dat is ruim voor de open dagen van het VO starten.

Definitieve advies groep 8

Alle leerlingen worden besproken met de leerkracht, intern begeleider en directie. Het definitieve advies is gebaseerd op informatie uit verschillende bronnen. We kijken hierbij naar het kind zelf (werkhouding, concentratie, zelfstandigheid, sociaal-emotionele ontwikkeling etc.) en we gebruiken gegevens uit het leerlingvolgsysteem met daarbij gegevens van de E7 toetsen en de B8/M8 toetsen. Daarnaast zal ook gekeken worden naar gegevens van adaptieve toetsen, bij leerlingen die die specifieke toetsen hebben gemaakt. Voorbeelden daarvan zijn het Drempelonderzoek, de NIO en CITO toetsen.

Leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte

Het gaat hierbij om leerlingen die een arrangement hebben of leerlingen waarvan we verwachten dat zij in het voortgezet onderwijs extra ondersteuning nodig hebben. De intern begeleider en de leerkracht van groep 7 bespreken de leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte. De leerlingen met ondersteuningsbehoefte worden aan het begin van groep 8 door de intern begeleider aangemeld als zorgleerling bij SWV VO Delflanden in Onderwijs Transparant.

Heroverwegen voorlopig basisschooladvies

Het basisschooladvies is leidend voor toelating op een VO-school. De doorstroomtoets is een controletoets nadat het voorlopig advies door de PO-school is gegeven in het onderwijskundig rapport in Onderwijs Transparant. Wanneer de uitslag van de doorstroomtoets bekend is, worden de volgende stappen ondernomen:

·         De uitslag van de doorstroomtoets en het gegeven advies worden met elkaar vergeleken door de leerkracht, intern begeleider en directie.

·         Is de uitslag van de doorstroomtoets gelijk of lager dan het gegeven advies, dan blijft het gegeven advies staan.

·         Krijgt de leerling een hoger advies vanuit de doorstroomtoets dan het voorlopig schooladvies? Dan geeft de school een hoger definitief schooladvies. Alleen als het in het belang van de leerling is, kan de school besluiten het advies niet te verhogen. De school moet motiveren.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Om de sociale veiligheid in stand te houden is het belangrijk dat de leerlingen vooral positief benaderd worden en beloond worden voor positief sociaal gedrag, maar het betekent ook het tijdig en adequaat corrigeren van gedrag dat onveiligheid teweeg brengt. Ter preventie en om sociale processen in de klas te bespreken, maken wij gebruik van een methode ter bevordering van sociaal gedrag; Kanjertraining. En voor levensbeschouwing en actief burgerschap; Kind op Maandag.

Wij laten leerlingen reflecteren op hun eigen gedrag en dat van anderen. Zo worden zij zich bewust van hun eigen bijdrage aan een positief sociaal klimaat. 

Jaarlijks wordt de veiligheidsbeleving van de leerlingen gemeten door het invullen van een vragenlijst en tijdens de kindgesprekken. Dit gebeurt in de groepen 5 t/m 8. In de groepen 1 t/m 4 wordt de veiligheidsbeleving door observaties en in gesprekjes gemeten.
Ook wordt de observatiemethode Kanvas ingezet om de sociale veiligheid te monitoren.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Kanjerschool
  • Respect
  • Preventie

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven