Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare scholen: <b>basisscholen met een vergelijkbare schoolweging.</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635142" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
Wij houden de vorderingen van uw kind regelmatig bij. We beoordelen mondeling en schriftelijk werk en de kinderen worden in verschillende situaties geobserveerd. In hogere groepen worden ook cijfers gegeven. Om de ontwikkeling goed te kunnen volgen wordt als extra hulpmiddel van een leerlingvolgsysteem gebruik gemaakt. Op deze manier hopen wij een totaalbeeld van de kinderen te krijgen om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de behoeften van elk individueel kind. Vanaf groep 1 worden vorderingen op het gebied van taal, lezen, rekenen, spel en motoriek bijgehouden in ons kleuterregistratiesysteem. Vanaf groep 3 vergelijken we de ontwikkeling van de kinderen met het landelijk gemiddelde, aangezien ons schoolweging landelijk gemiddeld is. In groep 8 wordt de doorstroomtoets in februari afgenomen. Wij gebruiken hiervoor de IEP-toets
De toetsresultaten en trendanalyses worden door de kwaliteitszorgmedewerker met de teamleden besproken en kunnen aanleiding zijn om kinderen extra hulp te bieden. Ook kan het voorkomen dat een hele groep landelijk gezien beneden het landelijk gemiddelde scoort. Dit wordt op teamniveau besproken en er worden maatregelen getroffen om dit onderdeel op schoolniveau te verbeteren. Met de ouders wordt de ontwikkeling van hun kind tijdens de rapportengesprekken besproken.
Het advies voor plaatsing in het VO is tot stand gekomen in overleg met de ouders en is gebaseerd op de resultaten uit de plaatsingswijzer.
Daarnaast zijn zelfvertrouwen, leermotivatie en zelfstandigheid, factoren die doorslaggevend zijn voor de uiteindelijke plaatsing.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Voor ons is belangrijk dat:
- Wij kinderen helpen in de ontwikkeling van een bewuste levenshouding, met respect voor de ideeën en overtuigingen van anderen.
- We de kinderen leren omgaan met verschillen en met respect voor de ander.
- Kinderen leren zoveel mogelijk zelfstandig beslissingen te nemen en verantwoordelijk te zijn voor hun eigen handelen.
De meest recente beoordeling komt voort uit een audit. Deze audit is uitgevoerd door een externe partij.
In de bijlage treft u het verslag met de bevindingen aan.