Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
2.1 Onderwijs in groep 1-2
Een kleuter ontwikkelt zich razendsnel. Enerzijds door rijping van de hersenen en anderzijds door intrinsieke motivatie om zich nieuwe vaardigheden eigen te maken. De belangrijkste ontwikkelgebieden zijn de lichamelijke-, motorische-, cognitieve-, sociale-, emotionele-, en de spraak- en taalontwikkeling. Kleuters ontwikkelen zich sprongsgewijs. Iets wat ze vorige maand nog niet konden, kunnen ze nu ineens wel.Wij willen in ons kleuteronderwijs op De Hobbendonken tegemoet komen aan de ontwikkelingsbehoeften van het jonge kind. Onze kleuterleerkrachten weten vanuit welke doelen zij situaties en activiteiten creëren. De bewegings- en experimenteerdrang van een kleuter vraagt om een omgeving waarin spel centraal staat. Spel en spelen dragen bij aan de totale ontwikkeling. Door middel van spel krijgen jonge kinderen grip op de wereld. Zowel de cognitieve ontwikkeling, de taal-spraakontwikkeling, (senso)motorische ontwikkeling, persoonlijkheidsontwikkeling en de sociale vaardigheden worden aangesproken. Bewegend leren is geïntegreerd in ons onderwijs.
Vanuit ons thematisch onderwijs bieden wij de kleuters een rijke leeromgeving die uitdaagt tot spel. We starten en sluiten de thema’s gezamenlijk met alle kleutergroepen. Een opening brengt kinderen in de wereld, beleving van het nieuwe thema. Hun belangstelling wordt gewekt. Ze krijgen zin om zich samen met de leerkracht en de andere klasgenoten onder te dompelen in het nieuwe thema. Het spel, waar onze thema’s rondom opbouwen vindt plaats in verschillende hoeken in de klas. De hoeken worden samen met de kinderen gemaakt, passend bij het thema. De kinderen denken en beslissen mee. Samen zorgen we ervoor dat er altijd verschillende ontwikkelingsgebieden aan bod komen binnen één hoek. Hierbij spelen we in op de belevingswereld van de kleuters door te werken vanuit thema’s die dicht bij de kinderen staan en die uitdagen tot spel en spelen. We maken een thema zo realistisch mogelijk en creëren zo een betekenisvolle leersituatie. Een kleutergroep hoort in onze opinie geborgenheid uit te stralen, een gevoel van vertrouwen te geven. Kortom een omgeving waar een kleuter zich ten volle in kan ontwikkelen. Het is een veilige en fijne plek om elke dag naar toe te komen.
2.2 Onderwijs groep 3 t/m 8
2.2.1 Ontwikkeling taal en rekenen
Groep 3
In groep 3 heeft de taalontwikkeling van de kinderen onze volle aandacht. De leerkracht is een “levend voorbeeld” en wendt haar invloed aan om alle kansen die zich tijdens activiteiten voordoen ten volle te benutten. De leerkracht zorgt onder andere voor een stimulerende leeromgeving door de hoeken van de klas in te richten met speel- , leer- en ontwikkelingsmaterialen. De ontwikkeling van het kind wordt zo als het ware uitgelokt.
Lezen
Wij maken voor het aanvankelijk leesproces gebruiken wij van de methode “Lijn 3”. Deze methode biedt een gestructureerde werkwijze aan waarbij alle letters en klanken stap voor stap aangeboden worden en de kinderen leren lezen. Voor kinderen die meer oefening nodig hebben is er extra materiaal. Voor kinderen die het leesproces vlot doorlopen en wat uitdagender werk aankunnen zijn er weer andere materialen.Schrijven
Voor het schrijfonderwijs wordt de methode "Klinkers" gebruikt. Deze methode sluit nauw aan bij de leesmethode. Als er een nieuwe letter aangeleerd wordt leren de kinderen deze letter ook schrijven. De kinderen leren de letters in verbonden schrift schrijven. Aan de hand van de tussendoelen volgt de leerkracht de ontwikkeling van elk kind op de voet.Rekenen
Op eenzelfde manier wordt in groep 3 een begin gemaakt met het leren rekenen. Kinderen leren al doende, tijdens hun spel. Wij spelen daarop in door ervoor te zorgen dat er veel materiaal is waar ze van kunnen leren. Het rekenonderwijs verzorgen wij met behulp van de methode "Semsom". Met behulp van deze methode sluiten we nog beter aan bij de overgang van groep 2 naar groep 3 en spelen we nog beter in op de bewegingsdrang van jonge kinderen. De kinderen leren rekenen door het oplossen van praktische problemen die ze in het dagelijks leven tegenkomen. In groep 3 wordt veel aandacht besteed aan de basisvaardigheden en de ontwikkeling van het getalbegrip. Dit zijn belangrijke bouwstenen om tot rekenen te komen.Groep 4 t/m 8
Vanaf groep 4 wordt er onderwijs gegeven met behulp van een chromebook. De papieren werkboeken zijn deels ingewisseld voor Snappet. Snappet is een adaptief onderwijsplatform dat elk kind uitdaagt om zich optimaal te ontwikkelen. Een klassieke les bestaat uit klassikale instructie, eventueel een verlengde instructie, verwerken en afronden. De leerkracht bereidt de les voor en evalueert na afloop. Snappet ondersteunt de leerkracht bij al deze stappen, voor meer passend en opbrengstgericht onderwijs. Naast het werken met het chromebook en het geven van directe feedback wordt er veel gebruik gemaakt van wisbordjes, uitrekenpapier etc. zodat de leerlingen ook veelvuldig opdrachten uit blijven werken op papier. We dit blijft erg belangrijk voor het leesproces.
Taal en rekenen wordt middels Snappet aangeboden. De leerkracht maakt het lesplan en kiest de bijpassende module van Snappet. In de leerkrachtmodule, het ‘dashboard’, zet hij of zij de les klaar. Deze is na de instructie zichtbaar voor de leerlingen, zodat ze hier zelfstandig aan kunnen werken.
Klassikale instructie
De leerkracht geeft de basis lesinstructie aan de gehele groep. Het digibord kan ter ondersteuning ingezet worden bij de instructie. Nieuwe lesdoelen worden met behulp van EDI (expliciete directie instructie) aangeboden. Dit is een model voor instructie, inoefening en verwerking. Het is een gestructureerde wijze van lesgeven, waarbij de activiteiten elkaar in een vaste volgorde opvolgen. De les begint klassikaal, met veel interactie tussen leraar en leerlingen. In het model wordt stapsgewijs toegewerkt naar zelfstandige verwerking. De manier waarop dat gebeurt stemt de leraar af op de behoeften van de leerlingen. Leerlingen die het nodig hebben krijgen extra instructie of begeleide oefening, andere leerlingen werken zelfstandig. Hierdoor ontstaat er geregeld ook meer samenwerking tussen leerlingen en zijn er meer momenten op directe feedback te ontvangen.Verwerken
Voor het toepassen en oefenen van de leerstof pakken de leerlingen hun chromebook. De verwerkingsperiode is steeds zo’n twintig minuten per les. In die periode werken de leerlingen in eerste instantie aan het lesdoel van die dag. Het biedt een heel directe leerervaring. Iedere leerling heeft zijn eigen werk. De lesstof wordt op diverse manieren aangeboden. De leerling voert het antwoord digitaal in en krijgt meteen feedback. Vervolgvragen worden moeilijker of makkelijker op basis van de resultaten. De leerkracht ziet op het dashboard de voortgang van iedere leerling. Het dashboard geeft het overzicht van de hele klas. Zo weet de leerkracht welke leerlingen extra hulp nodig hebben, of dat een bepaalde opgave meer toelichting nodig heeft. Gericht complimenten geven gaat ook eenvoudiger. Na het afronden van de les van die dag heeft de leerling de mogelijkheid extra te werken aan remediëring of verrijking, afhankelijk van hoe de kinderen de lessen gemaakt hebben. Daarnaast kunnen de leerlingen zelfstandig werken aan leerdoelen die in eerdere lessen aan de orde zijn geweest.
Evaluatie
Aan het einde van de les herhaalt de leerkracht het doel van de les en bespreekt met de leerlingen het doelen en steekt daarbij expliciet in op het werkproces van de leerlingen.2.2.2 Bewegingsactiviteiten
Twee keer per week maken wij gebruik van de gymzaal in "De Wilgenbroek" voor onze gymlessen. De leerlingen lopen samen met de leerkracht naar de gymaccommodatie. Op deze manier hebben de leerlingen meteen extra beweging. Twee keer per dag wordt er op de buitenspeelplaats met de mogelijkheid van spelmaterialen buiten gespeeld .
2.2.3 Expressie
Expressie is belangrijk. Er zijn talloze manieren waarop kinderen hun gevoelens kunnen uiten. Wij komen hier aan tegemoet door veel aandacht te besteden aan tekenen, schilderen, knutselen, het spel in diverse hoeken en aan groepsactiviteiten zoals drama, muziek en dans.2.2.4 Kwink & Burgerschap
Kwink is een online methode voor sociaal-emotioneel leren (SEL), inclusief burgerschap en mediawijsheid. Kwink biedt een doordacht SEL-programma, gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. Praktisch, leuk en altijd actueel. Gericht op preventie (van bijvoorbeeld pesten op school) en de kracht van een veilige groep.
2.2.5 Wereldoriëntatie
Voor wereldoriëntatie zetten wij de methode "Blink" in. Een totaalmethode gebaseerd op thematisch onderwijs waarin de domeinen Aardrijkskunde, Cultuur, Geschiedenis, Techniek en Natuur aan bod komen. Door het gebruik van de methode Blink doen de kinderen kennis op door ontdekkend en onderzoekend leren, waarbij ook vaardigheden en technieken worden aangeleerd en geoefend.2.2.6 Engels
Engels is een belangrijke taal in onze samenleving en wordt vanaf groep 1/2 gegeven. In de groepen 1/2 leren de kinderen spelenderwijs Engels spreken en verstaan. Vanaf groep 3 gebruiken we de methode ‘Groove me’. ‘Groove me’ is een lesmethode, waarbij popmuziek de basis is van alle lessen. Muziek motiveert en enthousiasmeert kinderen! Met deze methode leer je Engels spreken, schrijven, lezen, luisteren en zingen. In de lessen zitten verschillende vormen van differentiatie om aan te sluiten bij de niveauverschillen van leerlingen.2.2.7 Bewegend leren
Bewegend leren zorgt voor een hogere betrokkenheid van leerlingen bij de lessen en zo bij het lesdoel. Door actief bezig te zijn met de lesstof, wordt het brein in beweging gezet, automatiseren kinderen makkelijker en blijft de lesstof beter hangen. Daarnaast heeft het positief effect op de aandacht en concentratie van leerlingen. Naast bewegingsonderwijs draagt bewegend leren bij aan een gezonde leeromgeving.
Een aantal keer per week wordt een lesactiviteit middels bewegend leren aangeboden. Bewegend leren vindt plaats in de klas, in de gangen van het schoolgebouw en/of op het schoolplein. Naast het bevorderen van hogere betrokkenheid bij de les bevordert het vaak ook het samenwerken en het groepsgevoel.
2.2.8 Huiswerk
In groep 3, 4 en 5 wordt in principe geen huiswerk aan de kinderen opgegeven. Dit neemt niet weg dat er gevraagd wordt om thuis met uw kind te lezen of vanaf groep 4 tafels te oefenen. Als uw kind in de klas niet al zijn taken af heeft kan het zijn dat de leerkracht het werk mee naar huis geeft om het thuis af te laten maken.
Vanaf groep 6 wordt er wel huiswerk meegegeven. Algemeen doel van huiswerk:
- Het leren plannen van het huiswerk en hier zelf verantwoordelijkheid voor dragen.
- Een ander doel kan zijn extra oefening of herhaling bij vakgebieden waar dat gewenst is.
- Kennis maken met het fenomeen huiswerk ter voorbereiding op het Voortgezet onderwijs.
Basisondersteuning
Iedere school heeft in de afgelopen jaren veel gedaan als voorbereiding op de invoering van passend onderwijs. Op iedere school van het samenwerkingsverband staat de zorg voor leerlingen centraal. De scholen in het samenwerkingsverband hebben afspraken gemaakt over wat in ieder geval iedere school in het kader van passend onderwijs uitvoert. Dat noemen we de basisondersteuning. We noemen dan thema’s als: leerlingvolgsysteem, het zo vroeg mogelijk signaleren van problemen, omgaan met verschillen tussen leerlingen, het geven van gedifferentieerde instructie, het voorkomen van pesten, samenwerking met instellingen voor jeugdhulp, het werken met een ondersteuningsteam e.d. Iedere school heeft een eigen schoolondersteuningsprofiel opgesteld. Daarin staat precies beschreven wat de school doet. De medezeggenschapsraad heeft daar een advies over mogen geven.Extra ondersteuning en aanmelding
Het kan zijn dat het met uw zoon of dochter niet gaat zoals u dat wenst. Als de school in het kader van de basisondersteuning alles heeft gedaan wat mogelijk is dan moet de school een beroep kunnen doen op extra ondersteuning en middelen. Die middelen zijn beschikbaar bij het Samenwerkingsverband. Door een aanmelding bij het Samenwerkingsverband kan de school een aanvraag indienen voor extra ondersteuning. Het Samenwerkingsverband stelt de school middelen en/of menskracht ter beschikking om beter passend onderwijs voor deze leerling mogelijk te maken. Wij noemen dat een arrangement. Het kan ook zijn dat de ondersteuningsbehoefte van uw zoon of dochter te groot is voor het regulier onderwijs. Samen met u, de huidige school en de leden van het Samenwerkingsverband wordt dan gekeken naar een andere zo goed mogelijk passende plaats binnen de diverse onderwijsvoorzieningen. Daarvoor is vanaf 1 augustus 2014 een toelaatbaarheidsverklaring nodig.
Ontwikkelingsperspectief
Als de school extra ondersteuning ontvangt van het Samenwerkingsverband dan moet dat op een goede manier worden ingezet. Daar is een plan voor nodig. Dat plan heet een Ontwikkelingsperspectief. De school schrijft in dat plan hoe zij de extra ondersteuning gaat inzetten, bijvoorbeeld door nieuwe leermiddelen in te zetten, meer individuele begeleiding te geven of door steunlessen. De school is verplicht met ouders overleg te voeren over dat plan en u moet het er natuurlijk mee eens zijn.Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
We houden zicht op de ontwikkeling van de kinderen door dagelijks ons onderwijs te analyseren en daar waar nodig aan te passen. Hiervoor gebruiken we observaties, gesprekken en toetsen. Als team evalueren en analyseren we gezamenlijk de groeps- en schoolresultaten na de midden- en eindtoetsen en vragenlijsten (sociale) veiligheid.
We streven naar een ononderbroken ontwikkelingslijn, daarom is er een warme (persoonlijke) overdracht wanneer leerlingen vanuit kinderopvangorganisaties naar onze school komen. We vinden het altijd belangrijk om goed geïnformeerd te zijn over onze startende leerlingen. Kinderen moeten zich vanaf het begin veilig voelen bij ons op school.