Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635168" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
De leerlingen zijn ingedeeld volgens het leerstofjaarklassensysteem en/ of worden combinatiegroepen waarbij leerjaren worden gecombineerd.
De aankomende jaren richten we ons binnen ons onderwijs op het betrekken van kinderen bij het leerproces. Inzicht vergaren in wát je leert en dát je leert, maar ook hoe en waar je het beste kunt leren. Op deze manier kunnen leerlingen op hun eigen niveau meedoen aan het onderwijs en hebben ze gelijke kansen om zich naar mogelijkheden te ontwikkelen. Hiermee groeien we richting de sterke wens om binnen onze school meer tegemoet te komen aan de verschillen tussen kinderen.
Spel staat centraal
Binnen het kleuteronderwijs werken we thematisch waarbij we verschillende bronnen inzetten. Binnen het thema zoekt de leerkracht naar activiteiten die te verbinden zijn aan de doelen voor kennis en vaardigheden om zo een brede ontwikkeling door te maken. De 'zone van naaste ontwikkeling' speelt daarbij een belangrijke rol. Het gaat hierbij om het verschil tussen wat een kind al kan (het actuele ontwikkelingsniveau) en wat een kind met ondersteuning van een medeleerling of een volwassene kan leren (de zogenaamde meerwetende partners).In de groepen 1-2 werken we in thema’s van ongeveer 6-8 weken. Deze thema’s worden gekozen, rekening houdend met de belangstelling van de kinderen. Als kinderen enthousiast zijn, is de betrokkenheid groot en zijn de leeropbrengsten beter. In de kleutergroepen staan de spelhoeken centraal. De leerlingen richten samen met de leerkracht deze hoek in. Dit betekent, dat ook de hulp en medewerking gevraagd wordt van ouders om spullen mee naar school te geven. Jonge kinderen leren door spel en de leerkracht zal dit spel ondersteunen (meespelen) om de kinderen verder te brengen in hun ontwikkeling. De leerkrachten richten de hoeken zo in, dat de doelen van groep 1 en 2 zoveel mogelijk door middel van spel aangeboden worden. De activiteiten moeten zinvol zijn. Betekenisvolle activiteiten zijn bruikbaar in het dagelijks leven, b.v. een brief schrijven, affiches maken (met tekening en tekst) of het maken van een boek. In de kleutergroepen is er aandacht voor lezen en schrijven. De krabbels van de 4 jarige veranderen langzaam in letters en woorden en in groep 3 wordt het leren lezen en schrijven verder ontwikkeld. Er is samenhang tussen spel-, gesprek-, schrijf- en leesactiviteiten. Zinvol lezen en schrijven ontwikkelen zich het best als kinderen spelenderwijs ervaren dat zij lezers en schrijvers zijn met een boodschap.
Methoden
We maken gebruik van methoden die voldoen aan de kerndoelen en passen bij de visie van onze school.
De methoden voor rekenen, lezen, taal en spelling bevatten drie instructie- en verwerkingsniveaus (aanpak 1-2-3).Voor de basisvakken gebruiken we de volgende methoden:
- Lezen: Veilig Leren Lezen (groep 3) en Karakter
- Taal en spelling: STAAL 2
- Rekenen: Wereld In Getallen 5
Onze leerkrachten geven instructie middels het Interactieve Gedifferentieerde model voor Directe Instructie (IGDI) en maken gebruik van de 4 sleutels om te komen tot een effectieve les:
- Het lesdoel is scherp geformuleerd
- De kortste weg naar Rome (werken vanuit een stappenplan)
- Actieve betrokkenheid van onze leerlingen
- Afstemming in onderwijsbehoeften
Klasse(n)kracht
Leerlingen doen op school niet alleen vakkennis en -vaardigheden op. Het is ook de plek waar zij leeftijdsgenoten ontmoeten, kennis maken met de samenleving, met normen, waarden en omgangsvormen. Daar hoort bij dat zij leren, oefenen en soms ook grenzen overschrijden. Didactiek en pedagogiek begeleiden dit leer- en ontwikkelingsproces. In een veilig schoolklimaat zijn er grenzen en regels, wordt adequaat opgetreden tegen grensoverschrijdend gedrag en worden leerlingen aangemoedigd om positief gedrag te laten zien.Op de Mariaschool streven we naar een goed schoolklimaat waarin leerlingen zich veilig voelen en optimaal kunnen ontwikkelen. Om dit te bereiken werken we schoolbreed met Klasse(n)kracht: de RESPECT aanpak.
Lezen
We starten elke ochtend in de groepen 3 t/m 8 met een kwartier zelfstandig lezen. Ook de leerkracht leest een boek. Centraal in de school is de bibliotheek waar leerlingen boeken kunnen ruilen op vaste momenten. Leerlingen van groep 7-8 (de biebassistenten) begeleiden hierbij. Naast het zelfstandig lezen, werken we aan technisch lezen met behulp van lessen uit de methode.
Voor sommige kinderen gaat het lezen niet vanzelf. Zij hebben extra instructie- en oefentijd nodig. Voor deze kinderen maken wij gebruik van het interventieprogramma BOUW! en Letterster. Leerlingen uit de groepen 7-8 (tutoren) helpen hierbij.Thematisch onderwijs
In de onderbouw werken we thematisch waarbij we verschillende bronnen inzetten. Binnen het thema zoekt de leerkracht naar sociaal-culturele activiteiten die te verbinden zijn aan kennis en vaardigheden om zo een brede ontwikkeling mogelijk te maken. De ‘zone van de naaste ontwikkeling’ speelt daarbij een belangrijke rol. Het gaat hierbij om het verschil tussen wat een leerling al zelfstandig kan en wat de leerling kan met ondersteuning van een volwassene of een medeleerling. De thema's hebben een duur van 6-8 weken en waar mogelijk zoeken we de verbinding met het taalthema.Onderzoek staat centraal
De thema’s in de bovenbouw kennen een tijdsspanne van 6 tot 8 weken. Binnen elk leerjaar zijn vaste thema’s en vrije thema’s vastgesteld. Denk hierbij aan belangrijke geschiedenis, natuur of aardrijkskundige onderwerpen. Elk nieuw thema begint met startactiviteiten die het nieuwe onderwerp op verschillende manieren bij de kinderen onder de aandacht brengen. N.a.v. deze startactiviteiten worden onderzoeksvragen geformuleerd. De onderzoeksperiode wordt afgesloten met een presentatie van de onderzoeksuitkomsten aan de groep waardoor kinderen met en van elkaar leren.
We hebben er op de Mariaschool voor gekozen ons eerst te richten op onderzoeksactiviteiten binnen aardrijkskunde en geschiedenis. Deze vakken staan als wereldoriëntatie op het rooster. Leidraad zijn hierbij de kerndoelen van aardrijkskunde en geschiedenis en de investeringslijsten wereldoriëntatie. Ook in de bovenbouw kijken we actief naar kansen om het taalaanbod tijdens de wereld oriënterende activiteiten uit te diepen, te integreren of uit te breiden.De 21e-eeuwse vaardigheden krijgen aandacht binnen het onderzoekend leren. Het gaat hierbij om de volgende vaardigheden: samenwerken, ICT-vaardigheden, creatief denken, sociale en culturele vaardigheden, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en communiceren. Ook burgerschap is verweven met onderzoekend leren.
In ons schoolondersteuningsprofiel omschrijven wij:
- Hoe leerlingen met een extra ondersteuningsvraag begeleid worden en welke middelen de school hiervoor ter beschikking heeft
- Hoe leerlingen met een extra ondersteuningsvraag vanwege een lichamelijke of verstandelijke beperking, een chronische ziekte, een gedragsprobleem of een leerstoornis begeleid worden en welke middelen de school hiervoor ter beschikking heeft
- Het contact met ouders hierover
Zie de bijlage schoolondersteuningsprofiel (POS).
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Intern onderzoeken we de mogelijkheden voor specialisten binnen het team. Daarnaast willen we onze kennis en expertise verbreden rondom meer- en hoogbegaafdheid. Een leerkracht gaat komend schooljaar in een bovenschools netwerk participeren omtrent dit thema om van en met elkaar te leren en verbeteren. Vanuit Stromenland is twee dagdelen per week de Plusklas gehuisvest in ons gebouw. We hebben hierdoor korte lijnen met de leerkracht, specialist hoogbegaafdheid.
In ons gebouw is twee dagdelen per week een peutergroep gevestigd.
De peutergroep is onderdeel van een grotere kinderopvangorganisatie, KION.
In het afgelopen schooljaar zijn wij gestart met het intensiveren van de samenwerking met KION. Er zijn speelmomenten waarop de peuters en kleuters samen spelen/werken en we maken een start met gezamenlijke thema's. Deze samenwerking gaan we verder uitbreiden en inhoudelijk versterken. We streven naar korte lijnen tussen onze collega's van de peuter- en kleutergroepen wat bijdraagt aan een vloeiende overgang van de peutergroep naar de basisschool. Een warme overdracht van de kinderen is daar een onderdeel van.