Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://achtergrondinformatie.vensters.nl/p/VenstersPO/6192449487635168" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.
* Tijdens spel komen verschillende vakken aan de orde.
De Zorgstructuur
Op Flora werken we ‘handelingsgericht’. Dat is een mooie term, maar wat zegt dat nou? Het houdt in dat we in elke groep werken met een groepsplan per vakgebied. De leerkracht beschrijft hierin het plan van aanpak en welke leerlingen welk soort instructie nodig hebben. Dit is dan de basis van waaruit de leerkracht werkt in de klas: een plan met de doelen opstellen, hier gericht de lessen op voorbereiden, tijdens de lessen de verschillende kinderen zoveel mogelijke voorzien van een passende instructie en daarnaast elke dag controleren en evalueren of kinderen de gestelde doelen ook beheersen.
Basisondersteuning
Vanuit het werken met zo’n groepsplan over een langere periode, vindt een bespreking plaats met de intern begeleider: de groepsbespreking. Er wordt dan gekeken naar hoe het gaat in de groep op de verschillende gebieden. Tijdens de periode van werken met het groepsplan vallen er soms leerlingen op die een ‘specifieke onderwijsbehoefte’ hebben die niet meer binnen de organisatie van een groepsplan past. Er wordt dan besproken met collega’s in het team welke aanpak nog meer waardevol kan zijn. Wanneer dit overleg niet tot het gewenste resultaat leidt, dan is de volgende stap een melding bij de intern begeleider. Deze zal samen met de leerkracht bekijken hoe het kind alsnog kan aansluiten bij de groepsinstructie.
Diepteondersteuning
Wanneer de basisondersteuning onvoldoende tot resultaten leidt (of zal leiden) wordt er doorgeschakeld naar de diepteondersteuning: Vanuit deze aanpak kan er besloten worden om extra hulp in te schakelen. Dit wordt besproken in een zogenaamd SOToverleg: schoolondersteuningsteam overleg. Voor dit overleg vragen wij altijd uw toestemming en u wordt uitgenodigd om hierbij aanwezig te zijn. Tijdens dit overleg zullen verschillende disciplines aanschuiven zoals de orthopedagoog, Jeugdzorg, de GGD maar ook bijvoorbeeld een organisatie waarbij het kind al hulpverlening krijgt. Dit valt onder de noemer bovenschoolse zorg en is een vorm van ‘diepte ondersteuning’ waarbij te denken valt aan de inzet van een observatie, een onderzoek of overige hulp vanuit externen om het kind adequaat te kunnen ondersteunen.
Arrangement voor langdurige ondersteuning
Het kan zijn dat vanuit zo’n traject besloten wordt dat er een aangepast aanbod qua leerstof gerealiseerd moet worden of extra ondersteuning aangevraagd moet worden om deze kinderen goed te kunnen begeleiden. Als dat het geval is, (extra langdurige ondersteuning), kan er besloten worden om een arrangement aan te vragen zodat er specialisten kunnen ondersteunen bij de zorg voor uw kind. Op Flora werken we samen met externen zoals logopedisten, fysiotherapeuten, jeugdverpleegkundigen, schoolmaatschappelijk werk. De hulpverlening die geboden wordt door deze externen, wordt buiten schooltijd aangeboden.
Onderwijs op maat op Flora
Op Flora zijn afspraken gemaakt met betrekking tot het systematisch volgen van de ontwikkelingen en vorderingen van onze leerlingen. Toetsen is een hulpmiddel om te onderzoeken of het geleerde ook werkelijk is opgenomen. De analyses van de toetsen geven richting aan het onderwijsaanbod voor de leerling. Op Flora maken wij onderscheid tussen methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen.
Methodegebonden toetsen
De methodegebonden toetsen (voortgangstoetsen) worden gebruikt als afsluiting van een bepaalde hoeveelheid leerstof. De leerkracht gebruikt deze toetsen om te analyseren of de leerlingen zich de leerstof eigen hebben gemaakt of dat leerlingen nog meer moeten oefenen met specifieke onderdelen.
Niet-methodegebonden toetsen
Naast de methode gebonden toetsen nemen wij minimaal twee keer per jaar de CITO toetsen af. Voor elke toets geldt dat de daarop behaalde score wordt omgezet naar een score op één en dezelfde schaal, de vaardigheidsschaal. Aan elke vaardigheidsscore is een niveauscore verbonden. Dit is een score in de schaal van I t/m V, waarbij I de hoogste score is en V de laagste score. Deze schaalscore geeft aan hoe goed leerlingen de leerstof beheersen in vergelijking met alle andere leerlingen in dezelfde leeftijdscategorie.
Monitoren ontwikkeling van het jonge kind
De ontwikkeling van het jonge kind volgen wij door middel van het Digikeuzebord. Het stimuleren van het leren en de ontwikkeling van een kind, en dat proces sturen, is een belangrijke taak voor ons als school. Om te kunnen bepalen wat het ontwikkelingsniveau van het kind is, gebruiken wij het programma Digikeuzebord.
Monitoren sociaal en emotionele ontwikkeling
Om de sociaal en emotionele ontwikkeling van kinderen te volgen in de groepen 3 t/m 8, gebruiken wij het programma Zien! Het programma Zien! brengt niet alleen het sociaal-emotioneel functioneren van leerlingen in kaart, maar stelt ook concrete doelen op, geeft handelingssuggesties weer en verwijst naar veel sociale vaardigheids-methoden en -materialen.
Analyse en aanbevelingen n.a.v. toetsen op groepsniveau
Aan de hand van de CITO toetsen en de methodetoetsen worden analyses gemaakt. Deze analyses worden omgezet in aanbevelingen in een groepsplan. Twee keer per jaar is er een groepsbespreking met de leerkracht en de Intern Begeleider waarin de ontwikkeling van de groep wordt besproken.
Analyse een aanbevelingen n.a.v. toetsen op schoolniveau
Twee keer per jaar, januari en juni, worden er data-overzichten gemaakt van de CITO toetsen. Deze data- overzichten worden door het team geanalyseerd. Vanuit deze analyse worden aanbevelingen gedaan die op schoolniveau worden uitgevoerd. Monitoring hiervan wordt gedaan door directie en de intern begeleider.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
-
Wat is voor- en vroegschoolse educatie?
Kinderen met een risico op achterstanden krijgen via speciale programma’s extra aandacht voor hun ontwikkeling. Zo kunnen ze goed van start op de basisschool. Voorschoolse educatie wordt aangeboden op de peuterspeelzaal of op de kinderopvang. Vroegschoolse educatie wordt gegeven in groep 1 en 2 van de basisschool. Schoolbesturen werken hiervoor samen met het gemeentebestuur. Bij zowel voor- als vroegschoolse educatie is het betrekken van ouders zeer belangrijk. Onze school is geen VVE-school. We werken voor de voor- en vroegschoolse educatie samen met een peuterspeelzaal/kinderdagverblijf in de buurt.
Voorschoolse educatie en aansluiting bij Flora:
Wanneer uw kind een VVE indicatie heeft gekregen start het VVE programma al op de peuterspeelzaal/kinderdagverblijf. Spelenderwijs is er meer aandacht voor ontwikkelingsgebieden zoals taal, sociaal emotioneel. Basisschool Flora sluit met haar vroegschoolse aanbod in de groepen 1 en 2 aan bij het aanbod van de voorschoolse educatie. Niet alleen kinderen met een VVE-indicatie krijgen deze zorg op maat, de ondersteuning geldt voor alle kinderen die hier behoefte aan hebben. Onderdeel van het VVE beleid is een goede overdracht van onderwijsbehoeften van uw kind van voorschool naar school.