Rooms Katholieke Basisschool St Theresia

Gregoriuslaan 4 3723 KR Bilthoven

  • Onze school ligt aan het Biltse Meertje, een open vlakte aan de westzijde van de school, in een bosrijke omgeving.
  • Ons kleuterplein met extra veel speeltoestellen dankzij ouderdonaties.
  • Onze centrale ruimte in de school met een professioneel theater.
  • De leerlingen van de groepen 6 en 8 voeren jaarlijks een musical op. Groep 6 de kerstmusical, groep 8 de eindmusical.

Het team

Toelichting van de school

Alle personeelsleden van de school vormen samen het team van de Theresiaschool. Zowel de leerkrachten voor de klas, niet onderwijzend personeel en ook studenten van MBO, HBO of Universiteit. Wij vinden het belangrijk om ruimte te bieden aan studenten die in het onderwijs willen werken. Wij geven dit op zo'n manier vorm dat zowel de student als de school hiervan profiteren. 

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

In geval van ziekte of verlof van een leerkracht steven wij naar minimale overlast voor de kinderen. Binnen Stichting Delta De Bilt hebben wij ervoor gekozen om onze eigen vervanging te regelen. Het geld dat wij besparen met het inhuren van een duur bureau dat onze vervanging kan regelen, stoppen wij direct in de scholen. Hierdoor hebben wij het hele jaar meer personeel in de school lopen. Op momenten dat alle leerkrachten aanwezig zijn (gelukkig is dat op de meeste dagen het geval) hebben wij een paar extra handen op de werkvloer. Deze worden gebruikt voor directe hulp in de klas. De afgelopen jaren hebben wij gemerkt dat het steeds moeilijker is geworden om voldoende gekwalificeerd personeel te vinden voor invalwerk. Door onze vervanging zelf te regelen zijn wij beter in staat om de kwaliteit te waarborgen. De kinderen kennen de leerkracht die komt invallen en de leerkracht kent de kinderen.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

De Theresiaschool heeft ruim leerlingen, verdeeld over 16 parallel, homogene groepen, 3A en 3B tot en met 8A, 8B. In de kleutergroepen hebben we gekozen voor combinatieklassen groep 1/2 A, 1/2B, 1/2C en 1/2D. 

Opleidingsschool- Partnerschap Marnix Academie Utrecht 
In 2018 zijn wij, net als bijna alle andere scholen van de stichting Delta, officieel partnerschool geworden van de Marnix Academie in Utrecht. Als opleidingsschool committeren we ons daarmee om binnen onze school stageplekken te bieden aan PABO-studenten van de Marnix Academie

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen
  • Groepsdoorbrekende niveaugroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Onze school doet met name dienst als buurtschool. Onze populatie bestaat voornamelijk uit kinderen van hoogopgeleide ouders. Dat betekent dat onze kinderen gestimuleerd worden vanuit hun leefomgeving in middelen, materialen en bijv. excursies. Voor ons onderwijs houdt dit in, dat wij ons aanbod aanpassen aan het niveau van de kinderen en daarboven. 

Er zijn verschillende vormen die wij extra aanbieden:

  • Verdieping binnen de weektaken (zelfstandig werken);
  • Meerwerk in de klas;
  • Meerwerk buiten de klas (Projectmatig werken);
  • Pittige Plus torens (voor meer- en hoogbegaafden);

Zorg voor kinderen
,
Inleiding
In het kader van passend onderwijs heeft ieder kind recht op goed onderwijs dat aansluit bij zijn mogelijkheden en behoeften, zodat hij/zij zich optimaal kan ontwikkelen.
Ieder kind op de Theresiaschool verdient onze zorg, daarmee wordt het onderwijs op pedagogisch en didactisch gebied bedoeld. Er wordt uitgegaan van de onderwijsbehoeften van het kind. Het afstemmen van het onderwijs op de onderwijsbehoefte van het kind, is de verantwoordelijkheid van de leerkracht. De leerkracht schept een klimaat waarin het kind zich veilig voelt om zich zowel op sociaal-emotioneel als op cognitief gebied zo optimaal mogelijk te kunnen ontwikkelen. Communicatie en afstemming met de ouders staat voorop, want onderwijs op pedagogisch en didactisch gebied, kan alleen gegeven worden als er een constructieve samenwerking met ouders is. Het is van belang dat ouders en leerkracht met elkaar in gesprek blijven over de ontwikkeling van het kind.
Onze visie is, dat wanneer kinderen hulp nodig hebben bij het leerproces, de eigen leerkracht daarvoor de meest aangewezen persoon is. Het kind moet op de leerkracht, die het kind vertrouwen geeft en het zelfvertrouwen van het kind probeert te stimuleren, een beroep kunnen doen. De leerkracht kan daarbij ondersteuning krijgen van de intern begeleider. Ook bij een specifieke hulpvraag, kan de leerkracht hulp van de IB inroepen.
Om de zorg goed te organiseren, stellen de intern begeleiders jaarlijks een zorgkalender op. Hierin staan alle onderdelen opgenomen, waarmee een leerkracht gedurende het schooljaar te maken krijgt met betrekking tot de leerlingzorg.

1-Zorgroute en handelingsgericht werken
Op school wordt gewerkt volgens de 1-zorgroute. Met de 1-zorgroute wordt het onderwijs beter afgestemd op de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De kern van de 1-zorgroute is de cyclus van handelingsgericht werken (HGW) met groepsplannen. HGW streeft naar een preventieve aanpak van onderwijs- en ontwikkelingsproblemen door middel van vroegsignalering en zo snel mogelijk adequaat handelen. HGW heeft zeven uitgangspunten. Te weten:
- Onderwijsbehoeften staan centraal;
- Het gaat om afstemming en wisselwerking;
- De leerkracht doet ertoe;
- Positieve aspecten zijn van groot belang;
- We werken constructief samen;
- Ons handelen is doelgericht;
- De werkwijze is systematisch en transparant.

De cyclus kent zes stappen die hieronder nader toegelicht worden.
Stap 1 bestaat uit het verzamelen van gegevens van leerlingen. Dit gebeurt door middel van toetsen, observaties en gesprekken met leerlingen. De kennis van ouders is bij deze stap ook erg belangrijk. Tevens worden de gegevens uit voorgaande jaren hierbij gebruikt. Deze gegevens worden door de leerkracht verzameld, zodat er een duidelijk beeld van alle kinderen ontstaat.
In stap 2 worden leerlingen met een specifieke onderwijsbehoefte gesignaleerd. Toetsgegevens geven bijvoorbeeld aan wanneer een leerling extra begeleiding of uitdaging nodig heeft, maar ook uit observaties kan afgeleid worden of de leerkracht te maken heeft met een leerling met een specifieke onderwijsbehoefte.
In stap 3 worden de specifieke onderwijsbehoeften van de leerlingen uit stap 2 omschreven. Het belangrijkste doel is dat de leerkracht helder krijgt wat deze leerling nodig heeft om bijvoorbeeld sociaal-emotioneel te groeien of om verder te komen in de lesstof. De onderwijsbehoeften van kinderen kunnen heel divers zijn. De leerkracht beschrijft de onderwijsbehoeften van iedere leerling in het groepsoverzicht in ParnasSys.
In stap 4 worden leerlingen met dezelfde onderwijsbehoeften geclusterd. Zo ontstaat bijvoorbeeld een groepje leerlingen, dat extra instructie nodig heeft bij rekenen, of een groepje, dat meer herhaling nodig heeft bij lezen. Leerlingen worden zoveel mogelijk geclusterd om de organisatie in de groep overzichtelijk en uitvoerbaar voor de leerkracht te houden.
Stap 5 bestaat uit opstellen van een groepsplan voor een vakgebied, waarbij de leerlingen verdeeld worden over drie groepen: de basisgroep is de gemiddelde groep leerlingen die voldoende heeft aan het standaard aanbod. De meergroep is de groep die extra uitdaging nodig heeft en de weergroep is de groep leerlingen die verlengde instructie nodig heeft. Voor iedere groep wordt aangegeven hoe er de komende periode van ongeveer 20 weken gewerkt wordt aan de doelen die door de leerkracht gesteld zijn. Er wordt bijvoorbeeld aangegeven wanneer de leerlingen uit de weergroep extra instructie krijgen of wat de meergroep doet aan verrijking van de lesstof.
Vervolgens wordt het groepsplan in stap 6 uitgevoerd.
De evaluatiegegevens worden meegenomen bij het opstellen van een nieuw groepsplan. Zo kan het gebeuren dat een kind eerst in de basisgroep zat, maar op basis van observaties en toetsen bij een volgend groepsplan in de meer-of weergroep zit.

Voor de volgende vakken wordt er met een groepsplan gewerkt: rekenen, spelling, technisch lezen en begrijpend lezen. Na tien weken is er een moment waarin er een tussenevaluatie plaatsvindt. Na iedere 20 weken volgt een evaluatie van de groepsplannen en begint de cyclus opnieuw.

Gesprekken met de Intern Begeleider
De intern begeleider (IB’er) heeft een eerste bespreking met de groepsleerkracht in de eerste weken van het nieuwe schooljaar. In dit gesprek stemmen de IB’er en de leerkracht de begeleidingsbehoeften van de groep af.

Twee keer per jaar (januari/februari en juni/juli) wordt de cyclus van HGW afgesloten met de Citotoetsen en een evaluatie van de groepsplannen. De IB’er voert dan met de groepsleerkracht een groepsbespreking met betrekking tot de zorg. Onderling voeren de leerkrachten opbrengstgesprekken. Uit deze analyse stellen de leerkrachten nieuwe doelen op en passen hun groepsplannen aan.
Aan het eind van het schooljaar worden alle gegevens over de groep en de groepsplannen overgedragen aan de volgende leerkracht middels een “warme” overdracht.

Leerlingen met speciale onderwijsbehoeften
Belangrijk is om de onderwijsbehoeften van kinderen in een vroegtijdig stadium vast te stellen. Wanneer de leerkracht de onderwijsbehoefte inzichtelijk heeft, wordt in de klas gezocht naar een passend aanbod. Hierbij valt te denken aan de inzet van specifieke hulpmiddelen zoals een koptelefoon, afdekkaarten, tafelkaart, etc. Als blijkt dat dit niet voldoende werkt, wordt de intern begeleider ingeschakeld om te komen observeren en vervolgens te adviseren. Het advies kan leiden tot verschillende acties die zowel intern als extern gericht zijn. In beide gevallen bespreekt de leerkracht het advies met de ouders.

Intern
We maken onderscheid tussen ondersteuners en Remedial Teachers. Ondersteuners bieden meestal hulp aan een groepje leerlingen. Bijvoorbeeld als leerlingen voor spelling in de weer-groep zitten en daarvoor extra instructie buiten de groep krijgen. Soms werkt een ondersteuner individueel als er extra geoefend moet worden op een bepaald vakgebied. Als er een hiaat gesignaleerd wordt, is er een mogelijkheid om een leerling kortdurend remedial teaching te bieden. De RT’er stelt samen met de leerkracht een plan op met de doelen voor de RT periode. Als de periode afgesloten wordt, maakt de RT’er een evaluatie en bespreekt deze met de leerkracht. De leerkracht informeert ouders over de start en afronding van de RT. In principe is individuele RT op onze school kortdurend, maar zo nodig kan een periode eenmaal verlengd worden.

Extern
In samenspraak met ouders kan besloten worden om externe hulp in te schakelen. Wij werken samen met het Schoolondersteuningsteam (SOT), dit is een vast orgaan binnen het samenwerkingsverband ZOUT (zie 3.7) . Het SOT is een multidisciplinair ondersteunings- en adviesteam, dat scholen helpt bij het bieden van extra ondersteuning. Het SOT biedt kortdurende maatwerkondersteuning, waarbij gebruik wordt gemaakt van het groeidocument voor het volgen en monitoren van resultaat en proces. Indien er sprake is van een ondersteuningstraject na deze periode spreken we van langdurige begeleiding. De werkwijze is gebaseerd op die van het handelingsgericht werken, dus alleen die dingen doen die in het belang zijn van de hulpvraag/begeleiding.  
Elk maatwerktraject wordt door het SOT afgesloten met een conclusie.
Als de conclusie is dat wij als school niet kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van een leerling, dan kan er een toelaatbaarheidsadvies (TLA) en/of toelaatbaarheidsverklaring (TLV) voor het Speciaal Onderwijs (SO) of Speciaal Basis Onderwijs (SBO) aangevraagd worden. Deze aanvraag wordt in nauw overleg met ouders en school gedaan en vindt altijd plaats na een SOT traject.

Inzet van andere (externe) deskundigheid
De school heeft de mogelijkheid een beroep te doen op externe deskundigen en werkt hierin samen met het centrum jeugd en gezin (CJG).
Als ouders op eigen initiatief externe deskundigheid in willen huren, dan stellen wij het op prijs als ouders de leerkracht van te voren hiervan op de hoogte brengen.
Wanneer externe deskundigen de school inkomen voor observatie, onderzoek of advisering, dan vindt er hieraan voorafgaand een gesprek met de directie plaats.
Als externe hulp alleen onder schooltijd kan plaatsvinden, dan vragen ouders toestemming bij de directie. In principe vindt deze hulp op school plaats, omdat het onder leertijd valt.

Een eigen leerlijn
Als een leerling na intensieve begeleiding, niet voldoende vooruitgang boekt en het groepsplan niet volstaat, wordt het samenwerkingsverband ingeschakeld. In een groeidocument worden de begeleidingsbehoeften van het kind omschreven. Als het nodig is om voor een of meerdere vakken de leerstof los te laten, wordt er een eigen leerlijn opgesteld. Dit gebeurt altijd in overleg met leerkracht, intern begeleider, ouders en mogelijk ook een extern deskundige. De eigen leerlijn wordt omschreven in het ontwikkelingsperspectief (OPP).

Het Leerlingvolgsysteem
Methodetoetsen
Methodegebonden toetsen zijn toetsen die een uitgeverij bij haar methode levert. Deze toetsen controleren na ieder onderdeel (hoofdstuk, blok, thema) in welke mate de leerling de aangeboden kennis en vaardigheden uit de methode beheerst. Methodegebonden toetsen helpen de leerkracht om te bepalen of de leerling op schema ligt en welke extra uitdaging of ondersteuning nodig is. Methodegebonden toetsen ondersteunen de leerkracht het hele jaar door om het onderwijsaanbod te evalueren, en om dit aanbod op maat bij te sturen indien nodig. Daarnaast weet de leerling dankzij de toets waarin hij zich kan of moet verbeteren.

Cito leerlingvolgsysteem
Naast de methodetoetsen en observaties maken wij ook gebruik van de methode onafhankelijke toetsen van Cito. De uitslagen van deze toetsen, waarbij een vergelijking met het landelijk gemiddelde wordt gedaan, geven objectieve gegevens over de onderliggende vaardigheden van uw kind. De uitslagen worden opgeslagen, zodat een beeld op langere termijn ontstaat. De volgende toetsen worden, naast de toetsen uit de methoden, afgenomen:
- Cito LOVS Drie Minuten Toets (DMT);
- Cito LOVS Begrijpend lezen;
- Cito AVI;
- Cito LOVS Spelling;
- Cito LOVS Werkwoordspelling in groep 7 en 8;
- Cito LOVS Rekenen-Wiskunde;
- Centrale eindtoets PO.
Om de ontwikkeling van de leerlingen in groep 1 en 2 te volgen, gebruiken we het observatiesysteem: Leerlijnen Jonge Kind.

Sociaal emotionele ontwikkeling
Om de sociaal emotionele ontwikkeling van individuele kinderen te kunnen volgen, gebruiken wij de observatiemethode Zien!. Er wordt gebruik gemaakt van zeven dimensies die informatie geven over de ondersteuningsbehoeften van de groep en/of individuele leerlingen. Naast Zien! wordt ook De Vreedzame School gebruikt om het groepsproces verder te ontwikkelen.

Passend onderwijs
Het komt voor dat de reguliere basisschool niet de extra zorg en begeleiding kan bieden die een leerling nodig heeft. In dat geval gaat de school samen met ouders op zoek naar een school die wél speciale zorg kan bieden. Dit alles is geregeld in de wet op het Passend onderwijs.
Op 1 augustus 2014 is daartoe de wet Passend Onderwijs ingevoerd. Door deze wet gaan scholen nauwer met elkaar samenwerken. Gezamenlijk zorgen zij ervoor dat alle kinderen het onderwijs, de ondersteuning en de begeleiding krijgen die zij nodig hebben. Alle scholen in onze regio (regulier onderwijs, speciaal basisonderwijs en speciaal onderwijs) hebben zich verenigd in het Samenwerkingsverband ZOUT (SWV-ZOUT). Dit samenwerkingsverband werkt in de regio Zuidoost-Utrecht.

Als blijkt dat een leerling extra ondersteuning nodig heeft die de school niet kan bieden, staat er een regionaal team van deskundigen voor scholen klaar: het Schoolondersteuningsteam (SOT). Het SOT adviseert en ondersteunt scholen. Als het nodig is kan dit team ook een rol spelen in de overstap naar het speciaal (basis)onderwijs.

Wat belangrijk is om te weten: de Wet Passend Onderwijs gaat niet over cluster 1 (blinde, slechtziende kinderen) en 2 (kinderen met een communicatieve beperking zoals gehoor-, taal- en/of spraakproblemen) van het speciaal onderwijs. Voor kinderen met een visuele, auditieve of communicatieve beperking blijft de landelijke indicatie gewoon bestaan.

Alle scholen moeten een Schoolondersteuningsprofiel (SOP) hebben. In het SOP staat welke ondersteuning en begeleiding de school kan geven aan de leerlingen. Dat is voor u belangrijke informatie als u denkt dat uw kind extra ondersteuning nodig heeft.
De Theresiaschool heeft, net als de andere scholen binnen de Stichting Delta gekozen voor het ondersteuningsprofiel van de smalle zorgschool. Binnen dit profiel worden de leerlingen met de meest voorkomende basis ondersteuningsbehoeften (zoals dyslexie) opgevangen in de school. Voor kinderen met een heel specifieke ondersteuningsbehoefte wordt hulp van buitenaf ingeschakeld of wordt er samen met de ouders gezocht naar een andere school die passend is.
U vindt het schoolprofiel door te klikken op het SOP van de school van uw keuze in het kaartje op de website van ZOUT (www.swvzout.nl).

U kunt uw kind aanmelden bij de school die u het beste vindt voor uw kind. Deze school kijkt of zij het onderwijs en de ondersteuning kan geven die uw kind nodig heeft. U kunt daar natuurlijk ook de school naar vragen. Als de school de benodigde ondersteuning niet kan bieden of als daar twijfel over bestaat, kan het SOT worden ingeschakeld om mee te denken over een eventuele plaatsing.
Wanneer de school uiteindelijk beslist dat ze uw kind niet kan plaatsen, moet ze een andere school zoeken voor uw kind. De wet noemt dat ‘de zorgplicht van de school’. Het zoeken van een andere school gebeurt altijd in goed overleg met u.

Meer- en hoogbegaafdheid
Binnen de 1-zorgroute, waarbij we vanuit de onderwijsbehoefte van ieder kind plannen opstellen en uitvoeren, is er ook ruimte voor kinderen die meer uitdaging nodig hebben. Wanneer de leerkracht signaleert dat een kind meer aankan, zoekt de leerkracht passend materiaal waar de leerling zelfstandig mee kan werken. Mocht dit onvoldoende toereikend zijn, dan meldt de leerkracht het kind aan bij de intern begeleider en wordt gekeken of het kind in aanmerking komt voor meerwerk buiten de groep of de Pittige Plus Torens (PPT).De school volgt een begeleidingstraject om ons onderwijs op dit gebied te versterken. Het beleid rond meer- en hoogbegaafdheid staat omschreven in het protocol meer-en hoogbegaafdheid.

VVE
VVE staat voor Voor- en Vroegschoolse Educatie. Voor- en vroegschoolse educatie is onderdeel van het onderwijsachterstandenbeleid. Het doel is om peuters met een mogelijke (taal)achterstand (‘doelgroepkinderen’) beter voor te bereiden op de basisschool en er tevens voor te zorgen dat kleuters zonder achterstand naar groep 3 kunnen. In de huidige populatie van de Theresiaschool zijn geen VVE-kinderen.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

In het schooljaar 2023-2024 gaan we opnieuw ons school ondersteuningsplan (SOP) vaststellen. Hierbij gaan wij met het team bekijken wat wij nu en in de toekomst kunnen bieden aan leerlingen met extra ondersteuningsbehoefte. 

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.

Terug naar boven