Welk anti-pestprogramma wordt gebruikt?
We hanteren een gedragsprotocol met als doel ongewenst gedrag en pesten op school waar mogelijk te voorkomen en zonodig te bestrijden. Hieronder leest u in hoofdlijnen meer over de definitie die wij hanteren en over onze aanpak in het geval zich pesten voordoet
Wat is pesten?
“Pesten is een systematische psychologische, fysieke of seksuele handeling van geweld, waarbij het slachtoffer niet in staat is zich hiertegen te verdedigen en leidt, of kan leiden tot geestelijke en/of lichamelijke beschadiging”.
Hierbij onderscheiden we de intentie van de pester en de beleving van de gepeste. Dus zodra er sprake is van een daad die de intentie heeft te beschadigen, zal de school hierop direct (moeten) reageren. Maar ook als de gepeste het ervaart als kwetsend zal de school actie ondernemen. Op een basisschool gaat het in de meeste gevallen om pesten door een leerling, een personeelslid, een ouder of een aantal leden van hiervoor genoemde groepen ten opzichte van een of meer personen, die niet in staat is/zijn zichzelf te verweren.
De aanpak van pesten
Wij vinden het onze taak alle betrokken partijen bewust te maken van het pestprobleem. Daarnaast hebben wij als school de inspanningsverplichting om maatregelen te nemen die het pesten tegengaan en/of te stoppen. Wij hebben een aantal preventieve maatregelen genomen om pesten niet te laten plaatsvinden en een aanpak ontwikkeld wanneer pesten zich toch voordoet.
De vijfsporenaanpak
Indien er sprake is van pesten, zet de school een plan van directe aanpak in werking. Wij nemen krachtig stelling tegen pestgedrag. Het pestprotocol treedt in werking en er wordt direct een pestdossier aangemaakt. Dit dossier wordt bijgehouden voor zowel de gepeste leerling als de pester. Dit doen we om het proces goed te kunnen blijven volgen.
De vijf sporen zijn:
1. Het kind dat gepest wordt ondersteunen. In eerste instantie zal dit door de leerkracht gebeuren. Ouders worden geïnformeerd.
2. Het kind dat zelf pest ondersteunen. In eerste instantie zal dit door de leerkracht gebeuren. Ouders worden geïnformeerd.
3. Andere kinderen uit de groep betrekken bij de oplossingen van het pestprobleem. In eerste instantie zal dit door de leerkracht gebeuren. Ouders worden geïnformeerd.
4. De school zal indien nodig hulp vragen bij een hulpinstantie bij het aanpakken van de gedragsproblematiek.
5. De ouders ondersteunen. Dit zal in eerste instantie door de leerkracht gebeuren en/of directie en/of afstemmingscoördinator.