Hoe toetst de school de sociale veiligheid?
De school monitort de sociale en fysieke veiligheid met een vragenlijst afgenomen door/via: KiVa monitor.
Toelichting van de school
Op de Spindel vullen leerlingen van groep 3 t/m 8 twee keer per jaar een digitale vragenlijst in. De vragen gaan onder meer over welbevinden, sociale veiligheid, pesten en (vriendschaps)relaties in de klas. Groepsleerkrachten krijgen vervolgens een rapport van hun groep, inclusief sociogrammen. Met het groepsrapport krijgen zij een helder beeld van hoe hun groep in elkaar steekt, zodat zij hun handelen daarop kunnen aanpassen. Indien nodig of wenselijk, voeren wij hierover ook het gesprek met ouders.
Op de Spindel hebben we ook vertrouwenspersonen voor leerkrachten, ouders en leerlingen. Om te kunnen leren en werken moeten kinderen en volwassenen zich veilig voelen op school. Daarom zijn op alle scholen ‘interne contactpersonen’. Wanneer om één of andere reden blijkt dat een kind of een volwassene zich niet veilig voelt en dit in vertrouwen zou wil bespreken, kan dat met een interne contactpersoon.
Een interne contactpersoon (ICP-er) is iemand met wie je kunt praten over eventuele sociale onveiligheid binnen de school, zoals grensoverschrijdend gedrag of over iemands (nalatig) gedrag. De interne contactpersoon is er voor de leerkrachten, ouders én kinderen.
Wat doet een interne contactpersoon?
Voor individuele personen:
De interne contactpersoon kan je bijstaan, je kunt je verhaal vertellen en steun krijgen bij het vinden van een oplossing. Hij luistert en helpt je, waar mogelijk, oplossingen te vinden voor het probleem of anders de juiste klachtroute te volgen. De interne contactpersoon helpt de juiste stappen te nemen, maar is geen bemiddelaar tussen jou en de school.
In ernstige gevallen van (ongewenst gedrag) verwijst de interne contactpersoon je naar een externe (bovenschoolse) vertrouwenspersoon of geeft je waar mogelijk andere adviezen.
Een interne contactpersoon kan nooit strikte geheimhouding beloven, maar zal altijd informeren over het moment waarop de ICP-er het gesprek met anderen aan gaat. De ICP-er kan ook iets te horen krijgen wat de veiligheid van de leerlingen of medewerkers in gevaar brengt. In dat geval weegt de veiligheid op school zwaarder dan de vertrouwelijke informatie, maar zal er wel altijd op een vertrouwelijke en betrouwbare manier gehandeld worden.
Op schoolniveau:
Jaarlijks maken onze ICP-ers een rondje langs de klassen. Tijdens het rondje stellen zij zichzelf voor en vertellen zij, dat we het op de Spindel heel erg belangrijk vinden dat kinderen het op onze school naar hun zin hebben en een onbezorgde, fijne tijd beleven in een veilige omgeving. Hiervoor zetten we het programma KiVa in en hebben we dus ook nog contactpersonen waar de kinderen, wanneer zij dat zelf willen, hun verhaal in vertrouwen kunnen vertellen. Tijdens het voorstellen benadrukken zij ook de verschillen tussen KiVa en onze rol als contactpersonen. Een interne contactpersoon is iemand met wie je kunt praten over eventuele sociale (on)veiligheid en grensoverschrijdend gedrag.
Tijdens dit klassenbezoek spreken zij de kinderen aan op hun eigen niveau en gebruiken ze verschillende materialen om het verhaal te vertellen. Voor de groepen 1 t/m 4 is er een passend prentenboek: ‘Het Nee-Mannetje’. Dit boek is de basis voor onze informatie en het klassengesprek dat hieruit voortkomt. In de groepen 5 t/m 8 wordt een poster gebruikt. Op deze poster zijn verschillende situaties afgebeeld die we met hen bespreken en aanleiding zijn voor een verder verdiepend gesprek over de rol van de ICP-ers op de Spindel. Deze afbeeldingen beelden situaties uit die te maken hebben met sociale onveiligheid en grensoverschrijdend gedrag.
Wie zijn de interne contactpersonen?
Juf Charlotte, [email protected]
Meneer Tim, [email protected]
Kinderen en ouders kunnen gemakkelijk met ons in contact komen door ons een e-mail, een bericht via Teams te sturen of een briefje in de blauwe brievenbus te doen die naast de grote tribune trap staat.