Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het speciaal basisonderwijs met een vergelijkbaar leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
De groepen op SBO De Vogelhorst zijn in principe op leeftijd samengesteld, d.w.z. de leerlingen zitten met leeftijdsgenoten in één groep. Bij de samenstelling van groepen wordt zowel rekening gehouden met het didactisch niveau van een leerling, met de sociaal emotionele ontwikkeling als met het groepsverloop (binnen regulier als S(B)O) en eventuele doublures. In de groep werkt iedere leerling zoveel mogelijk op zijn/haar eigen niveau. Deze manier van werken is bewust gekozen om meer veiligheid en rust in de school te creëren. Wanneer blijkt dat er didactisch zo veel verschillen zijn in een groep, dan wordt er ook wel groepsdoorbrekend gewerkt. Dat wil zeggen dat leerlingen bij een bepaald vakgebied in een andere groep werken. Dit wordt m.n. toegepast bij lezen en rekenen, met als doel een passend aanbod te kunnen geven.
Naast het reguliere, gewone onderwijsprogramma zijn er in de loop van een schooljaar ook diverse bijzondere activiteiten, zoals excursies, schoolreis, verjaardagen, etc. Een aantal data worden genoemd in de jaarplanner (agenda van Parro) en verdere informatie hierover verloopt via de groepsleerkrachten.
Algemeen
Het pedagogisch en didactisch handelen van elke leerkracht (de zgn. professionaliteit) is van groot belang, zo ook voor een leerkracht in de onderbouw (groep 1, 2 of 3). In deze groepen werken wij vanuit de doelen van het observatiesysteem MKG (Mijn Kleutergroep). Dit is de basis van onze planning, het lesaanbod en de observaties. Daarnaast is er ruimte voor bv. godsdienstige vorming (zie beschrijving schoolbreed aanbod groep 3-8, Kind op Maandag) en schrijven (Methode Krullenbol).
Spelenderwijs leren
We werken bij het jonge kind rondom een thema aan doelen die binnen een periode centraal staan. Dit zorgt voor betekenisvolle situaties en geeft de mogelijkheid om op veel verschillende manieren en met diverse materialen en activiteiten de ontwikkeling te stimuleren. Er wordt geleerd met heel het lijf en met alle zintuigen door:
- concreet materiaal (voor het leren van de begrippen);
- sensopatisch materiaal (voor het zintuigelijk ontdekken);
- beweegspellen (bewegend leren);
- ontwikkelingsmateriaal (leren leren);
- rollenspel (in de verschillende hoeken).
Hoeken zijn belangrijk in de onderbouw, denk aan de bouwhoek, huishoek, themahoek, zand/watertafel, etc. De wisselwerking tussen de ontwikkeling van de leerlingen enerzijds en de sturende invloed van de omgeving (leerkracht en materialen) anderzijds is van groot belang. Van daaruit willen we bij het ontwikkelingsniveau van het individuele kind aansluiten. Spel neemt bij de ontwikkeling een zeer belangrijke plaats in en daarom wordt daar veel aandacht aan besteed.
Executieve functies
Dit is bij het jonge kind een zeer belangrijk onderdeel wat gestimuleerd moet worden en door de gehele schooldag verweven zit. Denk hierbij aan:
- Emotieregulatie (het omgaan met interacties tussen klasgenoten);
- Zelfstandigheid (zelf opruimen ed.);
- Impulscontrole (kunnen stoppen met je lijf);
- Zelfredzaamheid (zelf handen wassen, rits dicht doen ed.);
- Concentratie (groeien in betrokkenheid);
- Doorzettingsvermogen (niet opgeven);
- Zelfvertrouwen (van proberen kun je leren).
We leggen een belangrijke basis en stimuleren zo de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. We spelen veel voor, ondersteunen en geven woorden aan situaties die gedurende de dag zich voordoen. De methode Kwink (en Veiligwijs) helpt ons om diverse thema's te behandelen en een positieve groep te vormen.
Taalactiviteiten
Het werken aan de taalvaardigheden is van groot belang bij het jonge kind. We werken aan woordenschat, de verstaanbaarheid, zinsvorming, ontluikende en beginnende geletterdheid. Dit doen we in de klas, in grote en kleine kring, in hoeken, bij spelactiviteiten en door middel van taalgroepjes in samenwerking met de schoollogopedist.
In groep 3 krijgen de leerlingen leesonderwijs met behulp van de methode Veilig Leren Lezen-KIMversie. De doelen van deze methode zijn leidend bij het leesonderwijs, mede ook omdat er bij het proces van aanvankelijk lezen veel tussendoelen te behalen zijn. Als leermiddel voor het effectief aanleren en automatiseren van de klank-tekenkoppeling wordt o.a. gebruik gemaakt van de klankgebaren van José Schraven. Leerlingen leren klanken te koppelen aan letters door gebruik te maken van gebaren, emotie, articulatie en betekenis.
Als methodiek voor het vergroten van de woordenschat maken we gebruik van de methode LOGO 3000. Hiermee kunnen we flexibel, binnen de bestaande thema’s, leerlingen veel extra woorden aanbieden, die ook aansluiten bij de natuurlijke taalverwerving.
Rekenen
In de onderbouw (groep 1 - 3) komen de drie rekenvaardigheden (getalbegrip, meten en meetkunde) door middel van spel, bewegend leren en activiteiten in grote en/of kleine kring aan de orde. Er wordt gebruik gemaakt van concreet materiaal en de verschillende ontwikkelingsmaterialen om de rekendoelen aan te bieden en te behalen. In groep 3 worden de doelen van de methode ‘Wereld in getallen V ’ gekoppeld an de periodedoelen van het observatiesysteem MijnKleutergroep (MKG).
Algemeen
Het pedagogische en didactisch handelen van elke leerkracht (de zgn. professionaliteit) is van groot belang, zo ook voor leerkrachten van groep 4 t/m 8. De volgende zaken spelen daarbij een rol:
- werken in jaargroepen;
- variatie in het aanbieden van de leerstof (werkvormen);
- variatie in het aanbieden van leertijd;
- directe instructie;
- effectieve leertijd;
- zelfstandig werken;
- bijhouden van het leerlingvolgsysteem ZIEN!;
- actuele (aangepaste) methoden;
- onderwijsaanbod maximaal mogelijk te realiseren volgens de kerndoelen;
- basisvaardigheden lezen (technisch en begrijpend lezen), taal en rekenen staan centraal;
- aandacht aan het leren “leren”, eigen verantwoordelijkheid en samenwerken.
Lezen
We besteden veel aandacht aan het leesonderwijs. Het leren lezen begint met het aanvankelijk lezen, wat in groep 3 start met de methode ‘Veilig Leren Lezen-KIMversie’. Voortgezet technisch lezen houdt in dat de leerlingen, nadat ze de letters en de korte woorden geleerd hebben ook zorgvuldig leren lezen. Hierbij maken we bij de start van dit schooljaar nog gebruik van de methode ‘Estafette’; gedurende het schooljaar gaan we werken met een nieuwe methode.
We werken samen met de bibliotheek Barneveld en beschikken over 'De bieb in de school'. Hierbij kunnen we gebruik maken van een uitgebreid aanbod van bibliotheekboeken binnen de school en van extra ondersteuning op leesgebied door een leesconsulent. Doel hierbij is om vooral ook het leesplezier en de leesmotivatie van onze leerlingen te bevorderen.
Rekenen
We gebruiken de methode ‘Wereld in Getallen V’. Naast het rekenen uit de methode wordt er in de bovenbouw gewerkt met redactiesommen, ‘Ambrasoft’, Rekenroute en met ‘Nieuwsrekenen’ (onderdeel uit Nieuwsbegrip Goud). Dit laatste is bedoeld om extra te oefenen in de vaardigheden van de verhaaltjessommen en het rekenen in de dagelijkse praktijk. Het praktisch rekenen krijgt een belangrijke focus, want ook het goed kunnen rekenen vergroot de zelfredzaamheid van de leerling. Hierbij worden vaardigheden als bijvoorbeeld klokkijken en geldrekenen gebruikt. Verder wordt iedere rekenles gestart met 5 minuten oefeningen op het gebied van automatiseren. We maken als extra ondersteuning gebruik van een uitgebreide rekenkast met rekenspellen en organiseren eens per schooljaar een grote rekendag.
Taal en Spelling
In de hogere groepen maken we gebruik van de methodes Taal op Maat en Spelling op Maat. In Taal op Maat komen de leerlijnen luisteren, spreken, lezen, schrijven, taalbeschouwing en woordenschat aan de orde. Taal op Maat heeft voor de onderdelen woordenschat en taalbeschouwing schriftelijke toetsen die na elke twee thema's worden afgenomen.
Bij Spelling wordt er gebruik gemaakt van de methode ‘Spelling op Maat’. De Nederlandse spelling is een ingewikkelde puzzel. In de spellingslessen worden spellingsafspraken gebruikt. Met veel in-oefening en duidelijke instructie volgens het directe instructiemodel worden de leerlingen deze afspraken/regels aangeboden.
Begrijpend en studerend lezen
Voor begrijpend lezen maken we gebruik van de uitgebreide versie van de methode Nieuwsbegrip (Goud). Een methode met interactieve leeslessen en contextopgaven aan de hand van de actualiteit. Leerlingen maken oefeningen op papier en online. Vooral in de lagere groepen wordt soms gebruik gemaakt van Humpie Dumpie en in de bovenbouw wordt extra aandacht besteed aan het studerend en het begrijpend lezen.
Schrijven
Bij het schrijfonderwijs maken we in de onderbouw (groep 1-2) gebruik van de methode Krullenbol en vanaf groep 3-8 gebruik van de methode ‘Schrijven in de basisschool’. De methode is afgestemd op de psychomotorische ontwikkeling van het kind, zodat het leren schrijven niet wordt geforceerd, maar op een harmonieuze manier verloopt. Alle leerlingen kunnen leren schrijven. Ook schrijfhouding, pengreep, schrijfbeweging en de ligging van het papier krijgen aandacht.
Wereldoriëntatie
Bij wereldoriëntatie besteden we aandacht aan actuele gebeurtenissen, gesprekken, vragen, Schooltv, Jeugdjournaal en de dingen die we om ons heen zien en horen. Daarnaast maken we gebruik van de methode ‘Argus Clou’. Deze methode stimuleert om de wereld op een spannende manier te ontdekken en te onderzoeken. De zaakvakken aardrijkskunde, geschiedenis en natuur en techniek worden thematisch aangeboden. Deze methode kan eventueel worden aangevuld met onderwerpen uit televisieprogramma's.
Verkeer
Voor verkeer gebruiken we de methode ‘Let’s Go’ Dit is een innovatieve en interactieve verkeersmethode die samen met de ANWB is ontwikkeld. Daarnaast wordt er voorlichting gegeven vanuit VVN over "de-dode-hoek' bij vrachtverkeer. In groep 8 nemen onze leerlingen deel aan het verkeersexamen. Veilig door het verkeer is ook een belangrijke stap in de zelfredzaamheid van de leerling. Vanaf groep 7 is er vanuit school overleg met ouders/verzorgers en gemeenten over het stimuleren van deze zelfredzaamheid van leerlingen door hen zelfstandig dagen/dagdelen naar school te laten komen, bv. op de fiets of met het openbaar vervoer. Dit als voorbereiding op de overstap naar het vervolgonderwijs die na groep 8 zal gaan plaatsvinden. Hierbij spelen reisafstand, veiligheid en ondersteuningsbehoeften van de leerling natuurlijk een rol.
Engels
In de groepen 6, 7 en 8 krijgen de leerlingen Engels vanuit de methode ‘Take it easy’. Deze methode is geschikt voor leerlingen in het SBO. Het biedt werkschriften met een overzichtelijke en rustig bladbeeld, maakt gebruik van zgn. ‘flascards’ om met beelden Engels te leren en biedt visuele en auditieve ondersteuning. Het biedt leuke kijkplaten en flexibele lessen die ook in meerdere korte lessen op te delen zijn.
Muziek en expressie
Binnen de groepen wordt er een aantal muzieklessen gegeven met behulp van de methode ‘EigenWijs-digitaal’. Vanuit school wordt geprobeerd muziek en zingen in de ruimste zin van het woord een belangrijke plaats te laten innemen in de totale ontwikkeling van de leerlingen. Er zijn op school dan ook diverse muziekinstrumenten aanwezig. Ook dit schooljaar maken we gebruik van het aanbod en de mogelijkheden binnen het Cultuureducatie Programma van de gemeente Barneveld, waar ook muzieklessen en workshops aangeboden worden.
Door de hele school heen is tijd ingeruimd voor vakken als tekenen, handenarbeid, koken, muziek en drama. Als school beschikken we over de methode “Laat maar leren / Laat maar zien en over een prachtig praktijklokaal waar geknutseld, gekookt en gebakken kan worden. Er wordt niet alleen expressie gegeven voor ontspanning, maar ook om vaardigheden aan te leren. Ook hierbij maken we gebruik van het aanbod binnen het Cultuureducatie Programma van de gemeente Barneveld.
Bewegingsonderwijs
Tijdens de lessen bewegingsonderwijs streven wij ernaar dat iedereen zich in zijn eigen tempo en op zijn eigen niveau kan ontwikkelen. Plezier hebben in en samen bewegen staan hierbij centraal. Daarbij is bewegen natuurlijk gezond en is het een goede afwisseling in het lesprogramma door de fysieke inspanning. Iedere groep heeft twee keer per week bewegingsonderwijs van een vakleerkracht.
Sociaal-emotionele ontwikkeling
We maken hiervoor gebruik van de methode Kwink. Deze (online) methode is gericht op sociaal-emotioneel leren (SEL), inclusief burgerschap en mediawijsheid. De methode is geschikt voor groep 1-8 en is gebaseerd op de laatste wetenschappelijke inzichten. De methode is gericht op preventie (bv. het voorkomen van verstorend gedrag en pesten op school) en de kracht van de (sociaal) veilige groep.
Zelfstandig werken
Binnen De Vogelhorst vinden wij het belangrijk dat leerlingen zoveel mogelijk gestimuleerd worden in het zelfstandig bezig zijn aan een taak, zonder hulp van de leerkracht. Elk kind krijgt zijn of haar inbreng in de werkkeuze en het leerproces. Leerlingen leren en ontwikkelen in eigen tempo en leren hierbij ook rekening houden met eigen leermogelijkheden. Ze leren hun kennis uit te breiden en toe te passen in andere situaties. Ook leren ze omgaan met uitgestelde aandacht. We maken gebruik van het stoplichtmodel en o.a. van dagtaken, de time timer en soms ook van het keuzebord, taakbrieven of ander materiaal.
Computers / ICT
We hebben veel geïnvesteerd op ICT gebied (materialen, professionalisering) en werken samen met Cloudwise. De school beschikt over een groot aantal chromebooks die op een gestructureerde manier kunnen worden ingezet binnen de groepen. De leerlingen kunnen hiermee ervaring opdoen in het zelfstandig werken op een computer. In de groepen 1/2 en 3 zijn er een aantal tablets aanwezig, die zowel bij rekenen, taal als lezen (individueel) ingezet kunnen worden. Voor leerlingen met specifieke leerproblemen, zoals dyslexie is een specifiek programma beschikbaar, wat ook in het voortgezet onderwijs gebruikt wordt.
Cultuureducatie
We brengen alle leerlingen in aanraking met verschillende culturele activiteiten, waarbij we veelvuldig gebruik maken van het gemeentelijke- en/of landelijk cultuuraanbod en educatie. Naast museumbezoek (o.a. Rijksmuseum, Muiderslot en plaatselijk museum) bezoeken we ook muzikale en theatervoorstellingen ed.
Burgerschap en sociale integratie
Burgerschap is sinds enkele jaren onderdeel van het lesprogramma in het basisonderwijs. Burgerschap staat voor “leren adequaat te reageren in de samenleving”. We zien dit niet als een apart vak op het rooster, maar als onderdeel van onze pedagogische opdracht. Eerder heeft u al kunnen lezen dat we dagelijks in alle groepen veel aandacht besteden aan de sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen. Onze activiteiten in het kader van groepsontwikkeling dragen bij aan goed burgerschap. Verder komen aspecten van burgerschap en sociale integratie aan de orde bij de dag- en weekopeningen (vanuit de godsdienstmethode Kind op Maandag), bij het bespreken van de actualiteit van alle dag (Jeugdjournaal) en bij de Kwink-lessen. Burgerschap en sociale redzaamheid zijn bij uitstek onderwerpen waaraan niet geïsoleerd op school gewerkt kan worden. Belangrijk is dat we ook hier samen met de ouders/verzorgers optrekken. Een concreet initiaitef daat hierbij aansluit is bv. het vergroenen van het schoolplein en hittestress voorkomen.
Godsdienstige vorming: Kind op Maandag
Elke maand starten we met een maandopening. Hierbij clusteren we een aantal groepen qua leeftijdsniveau bij elkaar (onder-, midden en bovenbouw) en komen samen in de aula. Daarnaast beginnen we alle dagen met een dagopening in de groep. De leerkracht vertelt twee tot drie keer per week een verhaal uit de Bijbel. Na het vertellen van het verhaal spreken leerkrachten en leerlingen met elkaar over wat dit verhaal voor het leven van alledag te betekenen heeft. Leren omgaan met andersdenkenden komt hierbij ook aan de orde. Kind op Maandag is de methode die we gebruiken voor ons godsdienstonderwijs. De methode bevat lesmateriaal voor de hele basisschool en voldoet aan de geformuleerde “Kerndoelen voor Godsdienstige vorming” voor het protestants-christelijk basisonderwijs. Elke dag wordt aan het begin en einde van de dag met de leerlingen gebeden. Ook bidden/danken we tussen de middag voor ons eten. We vieren de christelijke feesten. Als op school leerlingen met een andere godsdienstige achtergrond aanwezig zijn, dan besteden we aandacht aan de feesten die daarbij horen. We tonen zorg voor de mensen die het minder hebben en we leren de leerlingen aandacht en zorg te hebben voor elkaar, de wereld en de natuur.
Onze leerlingen worden in de groep begeleid door de groepsleerkracht en (gedeeltelijk) een onderwijsassistent. Ons onderwijs ondersteunend personeel bestaat verder uit: IB-ers, RT-ers, beeldcoach, GZ-psycholoog, logopedist, administratief medewerker, conciërge en directie.
Daarnaast werken wij samen met een Jeugdarts, Schoolmaatschappelijk Werk (SMW) en Centrum Jeugd en Gezin (CJG), de leerplichtambtenaar en gespreksvoerder Jeugd vanuit de gemeente Barneveld en GGZ Karakter. Elke maand is er een Multidisciplinair overleg (MDO), waarin leerlingen met specifieke zorg worden besproken. Ouders/verzorgers worden vooraf op de hoogte gesteld van een eventuele bespreking van hun kind en zij worden actief uitgenodigd om bij dit overleg aanwezig te zijn.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Dit schooljaar gaan we starten met Cito Leerling in beeld. Dit geeft ons meer en beter zicht op de ontwikkeling van onze groepen en leerlingen.
Ook zijn we gestart met het opstellen en vullen van een nieuw ontwikkelingsperspectief (OPP) in ParnaSsys. Dit schooljaar zal dat voor alle leerlingen verder uitgebouwd worden.
Er zal gekozen worden voor een nieuwe methode technisch lezen en we gaan werken met een nieuw kindrapport.
Binnen de observatiegroep wordt het gedrag en de ontwikkeling van jonge leerlingen nauwkeurig in kaart gebracht door een groepsleerkracht SBO en een sociotherapeut van het Centrum Jeugd en Gezin Barneveld. Daarnaast kan er thuisbegeleiding plaatsvinden. Binnen een kalenderjaar moet duidelijk worden welke specifieke ondersteuningsbehoeften een leerling heeft en binnen welke vorm van onderwijs hierbij het beste aangesloten kan worden.
Om voor plaatsing in de observatiegroep in aanmerking te komen is zowel een beschikking vanuit de gemeente Barneveld als een toelaatsbaarheidsverklaring vanuit SWV Rijn & Gelderse Vallei nodig.