Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
We maken graag en vaak gebruik van professionals van andere organisaties. Zo werken we veel samen met het Instituut voor Creatieve Ontwikkeling (ICO). Zij vullen ons onderwijs aan vanuit hun specifieke kennis en kunde; bijvoorbeeld muziek, dans, film, beeldende vorming.
Daarnaast zoeken we regelmatig, bijvoorbeeld tijdens excursies, actief mensen op, die veel weten van het thema waar aan gewerkt wordt.
Tenslotte worden de gymlessen gegeven door een vakleerkracht voor bewegingsonderwijs.
In het algemeen kunnen we zeggen dat in groep 1 en 2 gedurende de gehele dag activiteiten en samenstellingen waarin deze activiteiten zich plaatsvinden elkaar afwisselen. Alle activiteiten staan in het teken van een thema. Daarmee wordt samenhang gecreëerd en betrokkenheid gevonden. Spel en leren zijn niet van elkaar te onderscheiden. Leerlingen leren al spelend. De principes van Meervoudige Intelligentie passen we toe in onze instructie en het aanbieden van verschillende werkvormen die dicht bij een kind liggen (matchen) of juist uitdagen (stretchen). Binnen ieder thema komt iedere intelligentie aan bod. Binnen de gestelde grenzen maken leerlingen keuzes en plannen ze hun activiteiten.
In het ochtendprogramma worden de basisvaardigheden geleerd; taal, lezen, spelling en rekenen. De principes van Meervoudige Intelligentie passen we toe in onze instructie en het aanbieden van verschillende werkvormen die dicht bij een kind liggen (matchen) of juist uitdagen (stretchen). Voor de basisvakken worden de lesmethoden gevolgd. De vaardigheden die in het ochtendgedeelte worden geleerd, worden betekenisvol toegepast in het middagprogramma. Op de middagen worden de vakgebieden thematisch aangeboden. De visie achter deze aanpak is dat kinderen betekenisvol leren en geleerde vaardigheden toepassen in een echte context: de wereld waarin wij leven. Bij de basisvakken speelt het verzamelen van data en de analyse van deze data een grote rol. Op basis daarvan plannen leerkrachten hun vervolgaanbod.
We gebruiken de volgende lesmethoden:
- Godsdienstige vorming: Kind op Maandag
- Rekenen en Wiskunde: Pluspunt, Bareka. Extra oefenen doen we met Rekentuin.
- Leren lezen: Lijn 3
- Begrijpend lezen: Leesmees, Blits, Teksten uit Dia bij de thema's
- Taal: Taalzee
- Spelling: Staal
- Schrijven: Klinkers
- Engels: Take it Easy. Extra oefenen doen we met Words&Birds
- Muziek: 123Zing
- Verkeer: Verkeerskrant
- Bewegingsonderwijs: Spelend leren spelen, Stroes en van Gelder
- Techniek: Techniektorens, Techniekkar
Voor de deelgebieden (bijvoorbeeld Actief Burgerschap en sociale integratie) waarvoor we geen methode hebben, werken we met ontwikkelingslijnen. Deze staan beschreven in het document 'Het Onderwijsleerproces'.
Hoe ziet de basisondersteuning eruit bij ons op het kindcentrum?
Het doel van ons onderwijs is dat kinderen zich binnen hun mogelijkheden zo goed mogelijk ontwikkelen. Om dit te bereiken is het heel belangrijk dat kinderen zich veilig voelen en met plezier naar het kindcentrum gaan. Ook willen we graag dat elk kind succes ervaart bij het leren. Samen met alle professionals denken we er goed over na hoe we dit kunnen bereiken.
Een veilige school
Een kind komt pas tot leren als het lekker in zijn vel zit en met plezier naar het kindcentrum gaat. Wij starten elk schooljaar dan ook met groepsvorming, de Gouden Weken. Hierbij doen we allerlei activiteiten om elkaar te leren kennen en de onderlinge band te versterken. In deze eerste weken herhalen we ook weer de school- en groeps- en PBS regels en we bespreken welk gedrag we van elkaar verwachten. Natuurlijk komt dit ook regelmatig weer terug in de rest van het schooljaar. Na de kerstvakantie zetten we ook weer extra in op groepsvorming (terugkijken, verwachtingen en groepsvorming ‘De Zilveren weken”.) Het hele schooljaar door hebben we elke week les over sociale- en emotionele vaardigheden aan de hand van de PBS principes https://swpbs.nl/. Dagelijks werken we met beloningskaartjes en benoemen/bespreken we gedrag.
Tevens werken we met de ABC methode. ABC staat voor Agressievisie, Beroepshouding en Communicatie. Het richt zich op het voorkomen van en omgaan met frustratie en agressie. Frustratie, boosheid en agressie komen nu eenmaal voor, dat is een gegeven. Dit kunnen we niet voorkomen. Dat hoeft ook niet. De manier waarop we ermee omgaan kunnen we wel beïnvloeden. De ABC-methodiek werkt met een duidelijke visie over het preventief hanteren van agressie. Voor al onze leerlingen en medewerkers willen we een veilig pedagogisch klimaat creëren. We willen leerlingen leren omgaan met spanningen en conflicten en rekening met elkaar te houden. Dit vraagt van leerkrachten vaardigheden om “conflictgedrag” te voorkomen en er effectief mee om te gaan. Soms is er aanvullende ondersteuning nodig voor een groep of voor een leerling op sociaal emotioneel gebied. Dit kan verschillende oorzaken hebben. Met de intern begeleider of, als het nodig is, met een extern deskundige kijken we wat deze groep of deze leerling voor aanvullende ondersteuning nodig heeft. In een enkel geval komt het voor dat we een leerling niet de ondersteuning kunnen bieden die hij of zij nodig heeft om goed te kunnen functioneren bij ons op school. We gaan dan, samen met ouders en deskundigen, op zoek naar een plek waar deze ondersteuning wel kan worden geboden.
Succes in de les
Elke dag denken we erover na hoe we onze lessen zo kunnen geven dat alle leerlingen onze instructie begrijpen en weer een volgend stapje maken in hun ontwikkeling. Per les geven we de instructie op drie manieren:
- Basisinstructie voor het grootste deel van de groep
- Verkorte instructie met extra moeilijke opdrachten voor leerlingen die meer aankunnen
- Verlengde of intensieve instructie met herhaling en extra oefening voor leerlingen die dat nodig hebben.
We werken hierbij planmatig met een halfjaarlijks groepsplan waarin de leerlingen in bovengenoemde subgroepen zijn ingedeeld. Ook kijken de leerkrachten na de gegeven instructie welke kinderen nog moeten aansluiten bij verlengde instructie of begeleide inoefening. Dat wil zeggen dat we doelgericht werken en controleren of de doelen gehaald zijn. Als doelen niet worden gehaald maken we een analyse om te kijken wat de oorzaak hiervan is. Op basis van de analyse kunnen we ons lesaanbod en onze aanpak vormgeven. Op deze manier kunnen we het grootste gedeelte van de groep bedienen.
Soms is er nog meer nodig om ervoor te zorgen dat een leerling zich goed kan ontwikkelen. Dat is bijvoorbeeld het geval in de volgende situaties:
Leerlingen die minder aankunnen
Soms komt het voor dat leerlingen niet voldoende hebben aan de verlengde of intensieve instructie. Dan gaan we een zeer intensieve instructie inzetten. Dit doen we in overleg met de intern begeleider en eventueel een deskundige van het bovenschoolse ondersteuningsteam. Het kan zijn dat zij een individuele leerlijn voor bepaalde vakken krijgen. Dit betekent dat ze een ander programma voor dat vak krijgen dan hun groepsgenoten. We volgen dan de vooruitgang van deze leerling ten opzichte van zichzelf in plaats van de groep. Natuurlijk wordt dit altijd met ouders besproken. In sommige gevallen kan worden overwogen om een jaar extra over de basisschool te doen. We spreken dan van een doublure. Ook dit wordt tijdig met ouders besproken. (Zie protocol doubleren en versnellen) Mocht er meer nodig zijn voor een leerling dan het kindcentrum kan bieden dan kan in overleg met ouders en extern deskundigen besloten worden over te gaan tot verwijzing naar een vorm van speciaal onderwijs.
Leerlingen die meer aankunnen
Ook zijn er leerlingen die meer nodig hebben dan de verkorte instructie en de extra moeilijke opdrachten uit de methode. Om tot ontwikkeling te komen hebben deze leerlingen meer uitdaging nodig. Hiervoor hebben we het programma Levelwerk. Dit is een programma met verrijkende opdrachten op verschillende vakgebieden. De leerlingen krijgen hierbij eens per week instructie en feedback. De rest van de week gaan ze er zelfstandig mee aan de slag. Daarnaast kunnen leerlingen die meer aankunnen in aanmerking komen voor de lessen van de Plusklas. Eens per week komen ze bij elkaar om aan uitdagende projecten te werken onder begeleiding van een plusklasleerkracht. Om in aanmerking te komen voor Levelwerk of de plusklas moet de leerling aan bepaalde criteria voldoen. (Zie hiervoor de kwaliteitskaart ‘Cognitief Talent’.) Als bovenstaande aanpassingen onvoldoende zijn dan kan overwogen worden de leerling te verwijzen naar de Leonardoschool in Assen.
Leerlingen met dyslexie
Als we merken dat leerlingen problemen met lezen hebben dan beginnen we zo snel mogelijk met extra oefenen. Per week plannen we 60 minuten oefentijd in. Na ieder half jaar toetsen we de vooruitgang van de leerling. Als blijkt dat er, ondanks alle oefeningen, geen vooruitgang is dan kan worden bekeken of de leerling in aanmerking komt voor een dyslexieonderzoek. Hiervoor zijn vrij strenge criteria. Als een leerling een dyslexie-verklaring heeft dan kan hij of zij gebruik maken van compenserende middelen. Leesteksten kunnen dan bijvoorbeeld worden voorgelezen door een computerprogramma. Ook kan een leerling een aangepast programma krijgen bij spelling. (Zie dyslexie-protocol)
Leerlingen met dyscalculie
Samen met de rekencoördinator en de intern begeleider wordt bekeken welke leerlingen meer begeleiding/afstemming nodig hebben op het gebied van rekenen. Er wordt tijd ingepland voor extra oefening en extra instructie. Als blijkt dat de rekenproblemen hardnekkig zijn en dat er weinig vooruitgang is kan besloten worden een dyscalculie-onderzoek aan te vragen. Ook hiervoor gelden strenge criteria. Kinderen met dyscalculie kunnen aanpassingen in hun rekenprogramma krijgen. Ook mogen zij gebruik maken van bepaalde hulpmiddelen bij rekenen.
NT2 leerlingen
Kinderen voor wie het Nederlands niet de eerste taal is hebben aanvullende ondersteuning nodig. Binnen onze stichting is een specialist NT2. In overleg met deze NT2 Specialist gaan we kijken wat nodig is en hoe we dit kunnen bieden. Leerlingen die minder dan 2 jaar in Nederland zijn, kunnen doorverwezen worden naar de TaalklAssen, onderdeel van CKC de Lichtbaak in Assen.
Leerlingen met medische/fysieke beperkingen
Als er leerlingen op school zijn met medische of fysieke beperkingen dan kunnen we, via het samenwerkingsverband, gebruik maken van de expertise van het paramedisch team van Cedin. Het paramedisch team geeft leerkrachten handvatten voor: medische zorg in de klas, houding en beweging, prikkelverwerking, spraak en taal.
De leerkracht doet ertoe
Het realiseren van een hoog niveau van basisondersteuning start met deskundige leerkrachten die hun kennis blijven onderhouden in samenhang met de visie en doelstellingen van het kindcentrum. Er zijn leerkrachten die zich specialiseren in een bepaald leer- of ontwikkelingsgebied.
Ook kan het kindcentrum gebruikmaken van de specialisten van het ondersteuningsteam (OT) van CKC Drenthe. Het OT beschikt over de volgende specialisten:
- Orthopedagoog
- Schoolpsycholoog
- Gedragsspecialist
- Ambulant begeleider
- Specialist NT2
- Specialist traumasensitief werken
Elke school heeft zijn eigen contactpersoon en kan via hen een beroep doen op alle aanwezige expertise. De contactpersoon voor ons kindcentrum is Inge Smit.
Voor gedragsvraagstukken en opvoedvragen vanuit de thuissituatie heeft de intern begeleider regelmatig contact met het jeugdteam van de gemeente en met de GGD. Ouders kunnen hier terecht met hun vragen.
Wat zijn de grenzen aan de basisondersteuning?
Zowel bij de aanmelding van nieuwe leerlingen als bij de ontwikkeling van leerlingen tijdens hun schoolloopbaan kijken we naar de ondersteuningsbehoefte van het kind. De ondersteuningsbehoefte is dat wat een kind nodig heeft om zich zo optimaal mogelijk te ontwikkelen. Dit bekijken we in samenhang met de samenstelling van de groep en de belastbaarheid van de groep en de leerkracht.
Soms hebben we hulp nodig om in kaart te krijgen wat de ondersteuningsbehoefte van een leerling is. Het kan ook zijn dat de ondersteuningsbehoefte bekend is, maar dat we hulp nodig hebben bij het vinden van het juiste aanbod. In beide gevallen schakelen we specialisten van het ondersteuningsteam in.
Soms moeten we erkennen dat de ondersteuningsbehoefte groter is dan wij kunnen bieden. We zijn dan handelingsverlegen. Als dat het geval is dan gaan we samen met de ouders en de specialisten op zoek naar een andere passende plek voor deze leerling. Dat kan een andere basisschool zijn of een school voor speciaal (basis) onderwijs. Bij verwijzing naar het speciaal (basis) onderwijs moeten we een toelaatbaarheidsverklaring (TLV) aanvragen bij het samenwerkingsverband. Pas als de TLV is afgegeven kan de leerling worden verwezen.
Beknopt afwegingskader
Aandachtspunt: Pedagogische ondersteuning
Specifieke onderwijsbehoefte: De leerling heeft speciale pedagogische aanpak nodig omdat er sprake is van een psychiatrische stoornis (bijv. ADHD, PDD-NOS, ASS, ODD etc.) of van niet gediagnosticeerde gedragsproblematiek.
Wat kan de school: In overleg met ouders kan samen met de Intern Begeleider en eventueel deskundigen uit het ondersteuningsteam of extern deskundigen een gedragsaanpak worden bedacht. Dit wordt uitgeschreven in een plan van aanpak en besproken met ouders.
Grens:
- Veiligheid en welbevinden van de leerling komt in het gedrang.
- Veiligheid in de groep kan niet worden gegarandeerd.
- Rust en orde in de groep wordt ernstig verstoord. (Door de leerling of door de ouders)
- Er zijn onvoldoende ‘extra handen’ om deze leerling individueel te begeleiden.
- Ondanks de aanpak lukt het de leerling niet zich zelfstandig te focussen op de taak.
Aandachtspunt: Didactische ondersteuning
Specifieke onderwijsbehoefte: De leerling past qua leervermogen niet in één van de drie instructiegroepen en heeft een eigen leerlijn of aanvullende begeleiding nodig op 1 of meer vakgebieden.
Wat kan de school: In overleg met ouders kan samen met de Intern Begeleider en eventueel deskundigen uit het ondersteuningsteam of extern deskundigen een eigen leerlijn worden opgezet. Dit wordt uitgeschreven in een plan van aanpak en besproken met ouders.
Grens:
- Er zijn onvoldoende ‘extra handen’ om deze leerling individuele instructie te geven.
- Welbevinden en competentiebeleving van leerling komt in het gedrang.
- Er zijn meerdere leerlingen met een eigen leerlijn in 1 groep.
- De leerling kan niet lang genoeg zelfstandig werken.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Onze ambitie is om maatwerk te leveren voor leerlingen met een ondersteuningsbehoefte binnen de grenzen van ons zorgprofiel. Wij willen hen graag goed en deskundig begeleiden.
Het is mogelijk dat de school extra aanbod organiseert voor het jonge kind. Die extra aandacht is bijvoorbeeld beschikbaar in samenwerking met de peuterspeelzaal, het kinderdagverblijf of in de groepen 1 en 2 van de basisschool. Het doel is om te zorgen voor een goede start op de basisschool.