Rooms Katholieke Basisschool De Kringloop

Breezandpad 7 6843 JM Arnhem

Schoolfoto van Rooms Katholieke Basisschool De Kringloop

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Elk jaar nemen wij in deze schoolgids de gemiddelde score van de centrale eindtoets van het voorgaande jaar op. Deze score zetten wij af tegen onze eigen ambitie en de ondergrens die de inspectie van onderwijs hanteert bij de beoordeling van leerresultaten. Vervolgens verbinden wij hier onze conclusies aan en plannen wij activiteiten om de kwaliteit van ons onderwijs te behouden, dan wel te verbeteren. Vanaf het schooljaar 2020/2021 beoordeelt de onderwijsinspectie de leerresultaten aan het einde van de basisschool op een andere manier. Daarbij wordt naar twee zaken gekeken:

1.       Het percentage leerlingen dat aan het einde van het basisonderwijs het basisniveau haalt voor taal en rekenen, dit noemt men het fundamentele niveau (1F).

2.       Het percentage leerlingen dat aan het einde van het basisonderwijs het hogere streefniveau haalt voor taal en rekenen, dit noemt men het streefniveau (2F of 1S).   Het percentage leerlingen dat de afgelopen drie jaren het basisniveau heeft gehaald ligt boven de signaleringswaarden (de ondergrens) van inspectie.

Het percentage leerlingen dat de afgelopen jaren het streefniveau heeft gehaald ligt boven de signaleringswaarde (de ondergrens) van inspectie

Signaleringswaarde (ondergrens) Basisniveau 1F: 85%   

Landelijk gemiddelde Basisniveau 1F: 95% 

Schoolgemiddelde basisniveau 1F: 94,4%

Signaleringswaarde (ondergrens) Streefniveau 2F/1S: 45,5%

Landelijke gemiddelde Streefniveau 2F/1S: 57,1%

Schoolgemiddelde Streefniveau 2F/1S: 52,6%

Bovenstaande resultaten zijn naar verwachting. Door de verdere implementatie van ‘Snappet’ en het ‘didactisch handelen’ nog meer op elkaar af te stemmen, verwachten wij dat onze resultaten nog meer omhoog gaan.



Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Leerlingen uit de groepen 1 en 2  

Om de ontwikkeling van de kinderen nauwlettend in de gaten te houden, hanteren we het “KIJK” observatie- en registratiemodel. De leerkracht observeert de kinderen dagelijks in hun spel en deelname aan kringactiviteiten. Met behulp van leerlijnen kan de leerkracht de individuele ontwikkeling van kinderen nauwgezet volgen.  

Leerlingen uit de groepen 3 tot en met 8  

Om de ontwikkeling van de leerlingen goed in kaart te brengen, maken we gebruik van observaties van de groepsleerkrachten, verschillende onafhankelijke toetsen uit het CITO leerlingvolgsysteem primair onderwijs en de toetsen uit de diverse methodes.

In de groepen 3 tot en met 8 werken we met een leerlingvolgsysteem. De toetsen die we hierbij gebruiken zijn voornamelijk ontwikkeld door het CITO. Het CITO werkt met landelijk vastgestelde normen. De toetsen worden, afhankelijk van de aard van de toets, een- tot tweemaal per schooljaar afgenomen en zijn een extra middel om de vorderingen van de leerlingen te volgen. De uitslagen van deze toetsen, waarbij een vergelijking met het landelijk gemiddelde wordt gemaakt, geven redelijk objectieve gegevens over de leerprestaties van de leerlingen. Van deze gegevens maken wij met behulp van trendanalyses een schoolzelfevaluatie en een plan van aanpak als dat naar aanleiding van de resultaten gewenst is. De Citoscores worden uitgedrukt door middel van een I, II, III, IV en V score. De I-score is de hoogste score, de V-score is de laagste score.

Dit ziet er als volgt uit:

vaardigheidsniveau       Interpretatie

     I                               20% hoogst scorende leerlingen

    II                               20% boven het landelijk gemiddeld

    III                              20% landelijk gemiddeld

    IV                              20% onder het landelijk gemiddeld

    V                               20% laagst scorende leerlingen 

De leerkracht gebruikt de scores om onder andere te kijken of een leerling extra hulp nodig heeft bij een bepaald vak of vakonderdeel. De toetsgegevens worden digitaal verwerkt. Zo kunnen de verrichtingen van ieder kind afzonderlijk en die van de groep als geheel op de korte en langere termijn worden gevolgd. Ook het dagelijkse werk (oefenwerk) wordt regelmatig getoetst. Dit gebeurt door middel van methodegebonden toetsen. Deze worden afgenomen na iedere oefenperiode. De verwerking van de toetsen geschiedt door de groepsleerkracht. De resultaten hiervan vertellen ons hoe de leerlingen de aangeboden stof beheersen. Ze worden besproken tijdens onze zogenaamde kinderbesprekingen en bij een oudergesprek.

De leerkracht en de IB-er houden 3 keer per jaar een kinderbespreking. Bij de zogenaamde groepsplanbesprekingen zijn de leerkrachten van een bouw, de intern begeleider, de bouwleider en de directeur aanwezig. Deze besprekingen vinden ook 3 keer per jaar plaats. In het groepsplan beschrijft de leerkracht de kenmerken en de ‘geschiedenis’ van de groep en benoemt zij/hij op welke ontwikkelingsgebieden of leergebieden de kinderen speciale zorg of aanpak nodig hebben. In deze bespreking wordt het groepsplan besproken en geëvalueerd.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

De eindtoets in groep 8 wordt een doorstroomtoets

De eindtoets in groep 8 krijgt vanaf het schooljaar 2023-2024 een andere naam. Hij gaat dan doorstroomtoets heten. Deze naamsverandering heeft te maken met de visie op de ontwikkeling van het kind. De naam 'eindtoets' zegt eigenlijk dat de toets een eind aanduidt. Het eind van de basisschool is uiteraard in zicht als de eindtoets wordt afgenomen. Maar de ontwikkeling van het kind gaat daarna nog wel even door. Vandaar dat nu gekozen is voor de naam 'doorstroomtoets'. Na de toets stroomt je kind door naar een middelbare school.

In datzelfde jaar verandert ook de aanmeldprocedure voor de middelbare school. De overheid vindt het belangrijk dat ieder kind dezelfde kansen krijgt om op een passende middelbare school terecht te komen. Nu is dat niet altijd het geval, omdat de aanmeldingen vaak tijdens de hele maand maart plaats kunnen vinden. Dat gaat veranderen. Zodra de eindtoets van groep 8 doorstroomtoets gaat heten, komt er nog maar 1 aanmeldingsweek voor alle kinderen in Nederland. Die week vindt eind maart plaats en volgt na het definitieve advies van de groep 8-leerkrachten.

De leerkracht neemt de score van de doorstroomtoets mee in de totstandkoming van het definitieve advies. Komt uit de doorstroomtoets een hoger niveau dan eerder geadviseerd? Dan mag de leerkracht het advies alsnog naar boven aanpassen. De leerkracht mag ook besluiten het niveau niet aan te passen. Die keuze zal hij vooraf maken als hij vindt dat het eerdere advies meer in het belang van je kind is.

Kortom, wat verandert er precies:

  • De eindtoets in groep 8 heet voortaan doorstroomtoets. Alleen de titel verandert; de inhoud van de toets blijft vergelijkbaar met de eindtoets van nu.
  • De leerkracht geeft het definitieve schooladvies pas na de uitslag van de doorstroomtoets.
  • Ieder kind in Nederland meldt zich in dezelfde week aan op de gewenste middelbare school. Zo krijgt elk kind gelijke kansen op plaatsing op de gewenste school.

Doorstroomtoets kalender

  • Vanaf begin oktober tot en met half november meldt de school zich aan voor de doorstroomtoets van Cito.
  • In januari krijgen leerlingen een schooladvies.
  • In de eerste twee weken van februari maken leerlingen de doorstroomtoets.
  • Uiterlijk half maart krijgen de scholen de uitslag van de doorstroomtoets.
  • Uiterlijk in de een-na-laatste week van maart krijgen de leerlingen het definitieve schooladvies.
  • In de laatste week van maart schrijven alle leerlingen zich tegelijk met hun definitieve schooladvies in op een middelbare school. (Voor leerlingen die overstappen naar het vso geldt de centrale aanmeldweek niet.)

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Je veilig voelen op een school is een voorwaarde voor iedereen

Op onze school wordt er niet alleen geleerd hoe je moet schrijven, rekenen en lezen. We vinden het ook belangrijk dat kinderen respectvol leren omgaan met elkaar. Kinderen hebben recht op bescherming, maar moeten ook leren voor zichzelf en voor elkaar op te komen. Kinderen moeten weten wat ze zelf waard zijn, maar ook leren dat je het niet alleen voor het zeggen hebt. We stimuleren het samen werken en samen spelen. Dat levert uiteraard wel eens wrijvingen op tussen kinderen. In plaats van scheidsrechter te spelen, proberen we de kinderen te helpen bij het samen oplossen van de problemen; Wat is er gebeurd, hoe zou dat gekomen kunnen zijn, hoe kan het opgelost worden en vooral hoe ga je er in de toekomst mee om? Naar elkaar luisteren en met elkaar overleggen is hierbij heel belangrijk.

De leerkrachten volgen de leerlingen in hun sociaal-emotionele ontwikkeling met behulp van een zogenaamd leerlingvolgsysteem. Voor de kleutergroepen gebruiken wij het leerlingvolgsysteem KIJK en voor de leerlingen uit de groepen 3 t/m 8 hanteren wij het leerlingvolgsysteem Scol. Deze worden jaarlijks uitgevoerd en besproken. Daarnaast nemen wij jaarlijks bij de leerlingen uit de groepen 6 t/m 8 het tevredenheidsonderzoek van Mijn Vensters af. 

Wij hanteren op de Kringloop drie basisregels die voor iedereen gelden:

  • Problemen worden besproken soms na een korte “afkoelingsperiode”
  • Probeer je te verplaatsen in een ander   
  • Wat is jouw rol?

Ook bij ons op school ontkomen we er niet aan dat kinderen elkaar onderling wel eens plagen of pesten. Als team hebben we afspraken gemaakt over hoe hierbij te handelen. Zodra we signalen krijgen proberen we uit te zoeken wie het betreft en gaan we het gesprek aan met zowel de kinderen die plagen of pesten, als met de kinderen die daarvan het slachtoffer zijn. Pesten wordt bij ons niet getolereerd!   Wij vinden het belangrijk dat kinderen leren omgaan met gevoelens; Deze leren kennen, herkennen en kunnen sturen (beheersen). We hebben afspraken gemaakt om hier in alle groepen regelmatig aandacht aan te besteden. Tevens hebben we een methode (Kinderen en hun sociale talenten) als handreiking voor de leerkrachten. Op deze wijze komen zaken ook structureel aan bod. In ieder geval komen aspecten aan bod naar aanleiding van een voorval, actualiteit of catecheseproject. We praten dan binnen de groepen over onder meer kwaad zijn, uitgestoten worden, de baas spelen. We leven in een multiculturele maatschappij. Daarbij valt veel van elkaar te leren. In kringgesprekken praten we regelmatig over cultuurverschillen. Kinderen vertellen elkaar over gewoonten en gebruiken van thuis. Er wordt stilgestaan bij ‘anders zijn’, zonder daar oordelen aan te koppelen. De wereld is groter dan onze school. We proberen de kinderen dan ook te stimuleren over de grenzen heen te kijken naar kinderen in andere landen die onze hulp goed kunnen gebruiken. Het internet is ook een bron van informatie en maakt het makkelijker over die grenzen heen te kijken. We leren kinderen om op een goede manier (afspraken) met deze informatie om te gaan.   

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • veiligheid
  • meedoen
  • verantwoordelijkheid

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven