Bron: <b>DUO</b><br />Vergelijkbare instellingen: <b>alle instellingen in het basisonderwijs met een vergelijkbare schoolweging en leerlingenaantal</b><br /> <a href="https://encyclopedie.vensters.nl/indicator_po/3418f8d2-188d-490e-88d6-436f8aba8b8a" class="button button-link" target="_blank"><i class="fas fa-external-link-square-alt"></i> Achtergrondinformatie</a>">Bron
Onderbouw (1-2)
In de onderbouw werken we met het ritmisch weekplan waarbij we de vier basisactiviteiten van het Jenaplanonderwijs hanteren; gesprek, spel, werk en viering.
Gesprek
In de ochtendkring bespreekt de groepsleerkracht het dagprogramma met behulp van zogenaamde dagritmekaarten. Zo weten de kinderen op elk moment van de dag welke activiteiten er gaan komen en ontdekken ze dat er een bepaalde regelmaat in zit. Er zijn diverse kringen; zoals de vertelkring, boekenkring, muziek- en rekenkring. In de taalkring komen bijvoorbeeld begrippen die bij een thema horen aan de orde en ook klank- en luisterspelletjes, rijmpjes en de letter van de week. In de kring worden ook ervaringen en inzichten in het samen spelen en samen werken gedeeld.
Spel
Spelend leren staat centraal in het onderwijs aan jonge kinderen. Kinderen krijgen de gelegenheid zelf te bepalen met wat en met wie ze willen spelen. Het vrij kiezen is een belangrijk sociaal moment, waarbij kinderen leren samen te spelen, plannen te maken, materialen te delen, teleurstellingen te verwerken en conflicten op te lossen. Twee keer per week is er een spel- en toestellenles in de gymzaal op H2O.
Werk
Kinderen verkennen de wereld door middel van spel.Met behulp van een sfeervolle leeromgeving wordt gestimuleerd de kinderen zich op vele terreinen te ontwikkelen. Twee keer per jaar werken we aan thema met de hele school. Alle activiteiten en opdrachten zijn gekoppeld aan het thema wat op dat moment centraal staat. In het speelwerkuur wordt er gewerkt in hoeken; bijvoorbeeld in de themahoek, bouwhoek, knutselhoek, huishoek, boekenhoek, niet te vergeten de computerhoek. De kinderen kiezen hun activiteiten met behulp van de foto’s van de hoeken op het planbord. De kinderen starten met het lees-, reken- en schrijfonderwijs. De instructie gebeurt afwisselend in de kring, in de hoeken of aan tafel, ingebed in het thema en naar interesse van de kinderen. De onderbouw kent iedere dag een werkmoment en een moment dat wij vrij kiezen noemen.
Viering
Rondom een thema, soms samen met een midden- en/of bovenbouwgroep, maken we een viering in ons Blikkentheater. Ouders/verzorgers, opa's en oma's zijn hierbij van harte welkom.
Middenbouw (3-4-5) en bovenbouw (6-7-8)
In de midden- en bovenbouw werken we met het ritmisch weekplan waarbij we de vier basisactiviteiten van het Jenaplanonderwijs hanteren: gesprek, spel, werk en viering.
Gesprek
We starten elke dag in de kring. In de kringgesprekken vragen we van de kinderen een aandachtige luisterhouding, leren we de kinderen vragen te stellen, een mening te uiten, de ander te overtuigen en met elkaar te discussiëren over een ingebracht onderwerp. De kinderen bereiden zelf kringen voor. In de middenbouw wordt de inbreng van de kinderen in de kring steeds groter. Er zijn kringen die door de kinderen voorbereid worden, zij bepalen het onderwerp en de inhoud en geven hier in de middenbouw zelf steeds meer sturing aan. Het presenteren en leiden van een kring zijn vaardigheden die zij hierbij leren. De groep oefent met het geven van feedback, wat ging er heel goed en waar zou iemand nog mee kunnen oefenen, de tops en tips. In de bovenbouw zoeken we naar verdieping qua inhoud en in de wijze van informatie presenteren. De thema's van de kringen wisselen jaarlijks
Spel
In de middenbouw is er een overgang van veel vrij spel naar meer geleid spel. Twee keer per week hebben de kinderen gymles in de sportzaal van Groot Klimmendaal. In één gymles staat spel centraal en de andere gymles is een toestel les. Ook doen we mee met sportevenementen die in het jaar georganiseerds worden.
Werk
Door het gehele schooljaar, in periodes van 4- 6 weken, werken we vanuit de wereldoriëntatie aan thema’s. Daarnaast werken we twee keer per jaar met de hele school aan een thema. Net als in de middenbouw werkt de bovenbouw met blokperiodes. Tijdens een blokperiode geeft de stamgroepsleiding roulerend instructie aan de jaargroepen. De nadruk ligt hierbij op taal, lezen, rekenen en spelling. De kinderen werken met een weektaak. Dit is een overzicht waarop al het werk van die week staat beschreven. De kinderen leren te plannen door het werk zelf over de week heen te verdelen. Naast de basisstof wordt de weektaak eventueel aangevuld met extra oefenstof of verrijkende opdrachten. Vanaf groep 6 krijgen de kinderen geleidelijk aan ook meer huiswerk mee naar huis, namelijk het leren van topografie, Engels, het maken van een werkstuk en het voorbereiden van kringen.
Viering
Er zijn verschillende momenten die we met elkaar vieren: verjaardagen van de kinderen, afsluitingen van een project, kerst en carnaval. De ene keer vindt het vieren plaats in de eigen stamgroep, soms in clusters (met een andere onder- midden- en bovenbouwgroep), soms ook schoolbreed. Een bijzondere viering in de bovenbouw is de eindviering van de 8e jaars waarin ze hun afscheid van de basisschool vormgeven. In februari starten we samen met de kinderen met het maken van een verhaal. We vragen ouders voor hulp tijdens het oefenen met verschillende groepjes kinderen. Ouders met specifieke kwaliteiten op gebied van toneel, dans, muziek zijn hierbij extra welkom.
Iedere school stelt een SOP op, dit is een wettelijke verplichting. In dit profiel beschrijft de school
· het niveau van de basisondersteuning,
· welke extra ondersteuning de school kan bieden,
· hoe deze ondersteuning is georganiseerd en
· wat de ambities zijn.
De school moet minimaal de basisondersteuning die in het samenwerkingsverband isafgesproken realiseren. De basisondersteuning is vastgelegd in hetondersteuningsplan van het samenwerkingsverband en geeft aan wat de school metde haar daartoe beschikbare middelen zelf moet kunnen organiseren. Extraondersteuning is alle ondersteuning die gegeven wordt maar die niet binnen debasisondersteuning valt. Hetondersteuningsprofiel is onderdeel van een breder kader met de overkoepelende term PassendOnderwijs. Passend Onderwijs heeft als doel de kwaliteit te verbeteren van descholen om zo te zorgen voor goed onderwijs voor alle leerlingen. Passend Onderwijs is de manier van werken waarop onderwijs aan leerlingen (ook leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben) wordt georganiseerd. Het SOP is een ontwikkelingsdocument en wordt jaarlijks geactualiseerd. De Medezeggenschapsraad (MR) heeft adviesrecht op het SOP.
Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning
Inzet van:
- gedragsspecialist
- taal/leesspecialisten
- hoogbegaafdheidsspecialist
- het traject van IB naar KC (kwaliteitsslag maken)
- specialist thematisch onderwij
In ons gebouw aan de Diependalseweg zit de BSO SKar Heksenbos.Zie voor meer informatie: https://www.skar.nl/vestigingen/arnhem/heksenbos