De leerkrachten volgen de leerlingen via Cito LOVS toetsen en de methodetoetsen. Aan de hand van het analyseren van de resultaten van deze toetsen en kijkend naar de werkhouding van het kind, worden leerling- en groepsbesprekingen gehouden met de intern begeleider. Daarnaast worden de resultaten door de leerkracht geanalayseerd en in een groepsplan verwerkt. Verder analyseert de intern begeleider de resultaten van de hele school om te zien of er een blijvende groei kan worden geconstateerd.
De kwaliteit wordt gemonitord door een cyclus van gesprekken en klassenbezoeken; hierin worden de didactische, pedagogische en vakinhoudelijke vaardigheden van de leerkrachten bekeken en besproken. De school maakt gebruik van WMK voor het ‘scoren’ van het functioneren van de leerkrachten door henzelf en de directeur en interne begeleider. Belangrijker dan deze systemen, toetsen en(zelf)beoordelingslijsten zijn de gesprekken waarvoor deze data en observaties wel degelijk als basis dienen. De te behalen doelen en halverwege en aan het eind van het jaar de leeropbrengsten worden in kaart gebracht op basis van leerlingobservaties en verslagen van de leerkrachten, methodeafhankelijke toetsen, LOVS-toetsen en vanaf in de groep 6/7 en 8 toetsen die een indicatie geven van de capaciteiten, resp. Cito en de Route 8 eindtoets.
De leerlingen van De Roos spreken het Nederlands overwegend als tweede taal. Afhankelijk van de thuissituatie komen veel van de leerlingen ten opzichte van hun leeftijdsgenootjes die Nederlands als moedertaal spreken met een kleine of grote achterstand in de Nederlandse taal voor het eerst de school binnen. Zowel het aantal leerlingen als de samenstelling van de populatie zijn redelijk stabiel. Wel is de verwachting dat op de lange termijn de taalachterstanden in de Nederlandse taal waarmee een deel van de leerlingen de school binnenkomt zullen afnemen.
Het onderwijs van De Roos is erop gericht aanwezige taalachterstanden te detecteren en zoveel mogelijk weg te werken in de tijd dat de basisschool de kinderen onder haar hoede heeft. Dit wordt gerealiseerd door een rijk en gevarieerd onderwijsaanbod en een stabiel en veilig pedagogisch klimaat. Het onderwijsprogramma wordt afgestemd op de leerbehoeften van de leerlingen en het onderwijs wordt regelmatig geëvalueerd door de opbrengsten maar ook de leerprocessen onder de loep te nemen.
Leraren houden hun vakkennis- en vaardigheden op peil door scholing. De scholing wordt afgestemd op datgene waar in het team behoefte aan is en is gericht op het verbeteren van het onderwijsaanbod.
Burgerschap en identiteit
SIMON werkt vanuit de volgende kernwaarden, de zogenaamde Parels van Uitmuntendheid: godsbesef, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, zelfbeschikking, kwaliteit, transparantie, samenwerking. Deze koppelen wij aan onze burgerschapsdoelen en democratische kernwaarden als gelijkheid, gelijkwaardigheid, gelijke rechten en plichten, medezeggenschap/inspraak, vrijheid, autonomie, veiligheid, solidariteit, inclusiviteit, privacy en dialoog. In onze optiek zijn de islamitische kernwaarden zoals wij deze op onze school uitdragen in harmonie met de genoemde democratische kernwaarden, al zijn wij ons ervan bewust dat verschillende democratische kernwaarden in het algemeen soms met elkaar botsen of aan elkaars grenzen raken.
We werken hierbij vanuit de bedoeling en dat is ertoe bijdragen dat onze leerlingen uitgroeien tot gelukkige, evenwichtige en respectvolle burgers van Nederland die actief participeren in de Nederlandse maatschappij en ieder binnen eigen vermogens hun steentje bijdragen aan het welzijn van de medemens en de samenleving als geheel. Om anderen vol zelfvertrouwen en onbevangen tegemoet te kunnen treden, is het van belang dat kinderen zichzelf leren kennen: wie ben ik? Wie wil ik zijn? Wat vind ik? Waarom vind ik dit? Door welke factoren word ik beïnvloed? Welke invloeden laat ik toe? Dit veronderstelt vrijheid en kennis zelf in te kunnen staan voor het zelfstandig tegen elkaar afwegen van ‘eigen’ redenen en voor het resultaat van die afwegingen.
Bij het kunnen inschatten/beoordelen of leerlingen de doelen bereiken, is het observatievermogen van de leerkrachten van cruciaal belang. Het gaat om een respectvolle grondhouding die we willen bereiken, bij de leerlingen en onszelf. Deze grondhouding moet zichtbaar en merkbaar zijn in gedrag, gedurende het hele schooljaar, op ieder moment. Momenten waarop deze niet zichtbaar zijn bij leerlingen, zijn gelegenheden die door de leerkrachten worden aangegrepen om een gesprek of leeractiviteit te organiseren. Conflicten oplossen met mediatie, groepsgesprekken, individuele gesprekken, afkoelmomenten, het uiten van gevoelens van frustratie via andere werkvormen, waaronder tekenen, bewegen, maken hier onderdeel van uit. Leerlingen worden in de gelegenheid gesteld dagelijks een gevoelsthermometer te gebruiken. Bij negatieve gevoelens, besteden de leerkracht en de klasgenoten aandacht aan de oorzaak hiervan. Leerlingen vullen tevredenheidsvragenlijsten in (Zien! en WMK/Vensters), leerkrachten vullen observatie-instrumenten als Kindbegrip in. Dit kan een meerwaarde hebben in de vorm van een extra controle van observaties die voortdurend plaatsvinden. Belangrijk is het gesprek of de interventie n.a.v. de ‘metingen’. Het gaat hier om de genoemde respectvolle en liefdevolle grondhouding, communicatievaardigheden, omgaan met emoties zoals teleurstelling, omgaan met verschillen, enz. Deze zijn voor leerkrachten zichtbaar en herkenbaar door te werken aan relatieopbouw met leerlingen en het realiseren van een vertrouwensband. Dit gaat verder dan een checklist.
De school als oefenplaats
De school als oefenplaats De Roos is een oefenplek voor leerlingen. Zij mogen nadenken over alles waar zij mee in aanraking komen in hun leven en worden in de gelegenheid gesteld zich een mening te vormen. Deze mening hoeft niet overeen te komen met die van hun ouders, hun leerkrachten of klasgenoten zolang de ander en zijn opvattingen eveneens respectvol bejegend worden. Zij mogen ook fouten maken en krijgen kansen fouten recht te zetten. Diversiteit De Roos is een school op islamitische grondslag. Belangrijkste uitgangspunt voor de school is het creëren van een vertrouwde, veilige en geborgen speel-, leer- en ontwikkelomgeving. Juist vanuit de herkenbaarheid vanuit de islamitische identiteit en islamitische waarden wordt het gevoel dat de leerling zich gehoord, gezien en geliefd voelt gewaarborgd.
De leerling wordt niet geconfronteerd met een gevoel van ‘anders zijn’ of ‘buiten de groep vallen’. Kinderen leren dat afkomst, etniciteit, geslacht, geaardheid, uiterlijk geen factor zijn in wat hen tot een goed mens maakt. Maar dat zaken als medemenselijkheid, solidariteit, respect en begrip voor elkaar, behulpzaamheid, luisteren naar elkaar, geduld met elkaar hierin een verschil maken. Er is een grote mate van diversiteit tussen de verschillende gezinnen: er zijn culturele verschillen en verschillen in religieuze beleving. Hiervoor is ruimte.
Vanuit de eigen herkenbaarheid kunnen onderwerpen aangeboden worden die mogelijkerwijs niet direct deel uitmaken van de leef- en belevingswereld van onze leerlingen. Deze koppelen wij aan de islamitische identiteit: respect voor de ander en de omgeving vanuit het gegeven dat mensen, dieren, de natuur deel uitmaken van Gods creatie. Hiermee moet dus voorzichtig en liefdevol omgesprongen worden.
De school ziet het als haar taak, daar waar dit nodig is, situaties te creëren van waaruit kinderen kennis maken met mensen met een andere levensbeschouwelijke achtergrond. Voorbeelden hiervan zijn de diversiteit in het team waar bewust op wordt ingezet, (voor)leesboeken over andere religies, levensbeschouwingen en gezinsvormen, gastsprekers, uitwisselingen met andere scholen, sportactiviteiten met andere scholen, gebedshuizen – en hun bezoekers - van andere religies bezoeken en het faciliteren van een interreligieuze en intrareligieuze dialoog, waaronder het interlevensbeschouwelijke koor dat in oprichting is.