Brede School Omnibus

Pandora 8 1183 KK Amstelveen

Schoolfoto van Brede School Omnibus

Het team

Toelichting van de school

Brede school Omnibus werkt met twee bouwen, de onderbouw (groep 1 t/m 4) en de bovenbouw (groep 5 t/m 8). Beide bouwen bestaan uit ervaren leerkrachten met een specialisatie, (startende) leerkrachten, studenten en stagiaires, onderwijsassistenten, leraarondersteuner en de intern begeleider. Daarnaast werken we nauw samen met het sociaal team van de gemeente Amstelveen en partners op het gebied van onderwijs, sport en spel. Door nauw samen te werken en regelmatig met elkaar het onderwijsinhoudelijke gesprek te voeren, versterken we elkaar in onze professionaliteit. 

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

De ambulante mensen nemen bij afwezigheid van een leerkracht de klas over. Zijn zij niet aanwezig, dan wordt de klas verdeeld over de andere klassen. De kleutergroepen worden nooit verdeeld. In elke klas ligt een noodpakket. Is dat ook geen optie, dan wordt een klas in uiterste gevallen naar huis gestuurd. Is de directeur niet aanwezig, dan neemt de vervanger van die dag de beslissing over verdelen of naar huis sturen. De directeur wordt dan altijd gei¨nformeerd.

Bij langdurige afwezigheid (bijv. zwangerschapsverlof) wordt gezocht naar een vervangende leerkracht. We streven ernaar dat bewegingsonderwijs altijd doorgaat. Directie en IB staan in uiterste gevallen voor de klas.

Wij hebben in een corona-protocol vastgelegd wat de handelingen zijn als er weer een coronagolf komt. Dit protocol is opgedeeld in verschillende fasen. Het bestuur van de onderwijsgroep beslist in welke fase we ons bevinden. Dit gebeurt in samenwerking met Kindercentrum De Stoel. 

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Toelichting van de school

De school heeft een directeur die ondersteund wordt door de Management Assistent. De directeur werkt samen met het MT. Het MT bestaat uit de intern begeleider en de bouwcoördinatoren. De school is ingedeeld in een onderbouw en bovenbouw. De leerkrachten werken samen in diverse onderwijskundige werkgroepen, zoals Taal, Rekenen, Cultuur & Natuur en Vreedzaam. De leerkrachten worden ondersteund door onderwijsassistenten of leraarondersteuners. Regelmatig huren wij externe ZZP-ers in. Dit zijn altijd bevoegde leerkrachten.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

Het onderwijs voor kleuters verschilt van het onderwijs van de groepen 3 t/m 8. Kleuters krijgen namelijk nog veel ruimte om te spelen. Het taalonderwijs dat we geven aan kleuters, doen we daarom ook door middel van het aanbieden van een rijke taal- en speelomgeving. Het onderwijs voor de andere vakken geven we op eenzelfde manier. 

Bron

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

Hierboven ziet u hoe wij de onderwijstijd voor taal invullen voor de groepen 3 t/m 8. Volgens de inspectie hebben leerlingen per week ongeveer 8 uur nodig voor taalonderwijs per week. Op scholen met veel leerlingen met een taalachterstand zijn er meer uren nodig: 9 tot 10 uur per week.  Zoals u kan zien in de tabel, verschilt per groep hoeveel uur er wordt besteed aan een specifiek onderdeel voor taal.

Het onderwijs voor andere vakken wordt op eenzelfde manier verdeeld over verschillende onderwerpen. De tijd die hieraan besteed wordt, verschilt per leerjaar, net zoals voor het taalonderwijs. 

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Basisondersteuning
Aanbod basisondersteuning
Voor alle scholen van samenwerkingsverband Amstelronde geldt:

  • De basiskwaliteit van het onderwijs is voldoende of goed volgens het toetsingskader van de Onderwijsinspectie;
  • We werken met een kwaliteitskader voor de basisondersteuning;
  • De scholen werken via een handelingsgerichte systematiek (HGW) en in de ondersteuning wordt planmatig gewerkt;
  • De scholen hebben een aanbod voor leerlingen die langzamer of sneller leren dan gemiddeld, een aanpak om gedragsproblemen te voorkomen en een aanbod voor leerlingen met dyslexie of discalculie;
  • De scholen werken waar nodig in de ondersteuning samen met de ouders en andere organisaties en specialisten, o.a. de onderwijsspecialisten van Amstelronde.

Ons Onderwijsconcept: het leerstofjaarklassensysteem
Brede school Omnibus kent het principe van het leerstofjaarklassensysteem. In de kleuterperiode ligt de nadruk op leren door ontdekken, daarna neemt kennisoverdracht een belangrijkere plaats in. Voor alle vakken dient een methode als leidraad voor het lesgeven. Er is een klassikale, gedifferentieerde instructie en daarna gaan de leerlingen zelfstandig aan de slag. Soms individueel, soms in tweetallen of in groepjes. In elk lokaal is een aparte instructietafel waaraan de leerkracht extra instructie/pre teaching (vooraf bespreken van de lesstof) en remedie¨ring (herhaling met extra instructie) kan bieden.

Indien een leerling extra ondersteuning nodig heeft of juist meer uitdaging, dan wordt dat door de leerkracht en/of door leerkrachtondersteuner of de onderwijsassistent gegeven. Dat kan binnen of buiten de klas zijn, afhankelijk van wat voor de leerling en de rest van de groep het beste is. De inzet van Blijles, op maandag en dinsdag, valt hier ook onder.

Handelingsgericht werken
Brede school Omnibus geeft onderwijs volgens de principes van het handelingsgericht werken (HGW). Uitgangspunt hierbij is dat er gekeken wordt naar wat een kind wel kan, in plaats van wat het niet kan. Voor de kernvakken rekenen, lezen en taal worden groepsplannen gemaakt en wordt er zo veel als mogelijk op drie niveaus gewerkt in de klas. Er wordt zowel gekeken naar het prestatieniveau, als naar de individuele behoeften van de leerlingen. Afhankelijk van de behoefte van de leerlingen wordt er op instructie, inhoud en op tempo gedifferentieerd. Onderwijsdata uit het programma LeerUniek ondersteunt ons hierin. Voor leerlingen met een extra ondersteuningsbehoefte wordt indien nodig een individuele leerlijn gevolgd.

Ontwikkeling van het kind in kaart
De vorderingen van de leerlingen worden op verschillende manieren bijgehouden. Ten eerste door observaties van de leerkracht tijdens de lessen, ten tweede door de methode gebonden toetsen en ten derde door het CITO-leerlingvolgsysteem. Deze gegevens worden vastgelegd in een leerlingendossier, dat per leerling wordt bijgehouden in Parnassys en LeerUniek en in de dagregistratie(s)/ logboeken (Wat wordt bijgehouden door de leerkracht(en), Blijles en school/onderwijsassistentie). De sociaal emotionele ontwikkeling van de kinderen wordt twee keer per jaar vastgelegd in Vensters. Dit gebeurt op basis van de observaties van de leerkrachten. Ook wordt de vragenlijst afgenomen in de groepen 7 en 8, op deze manier is er ook een beeld te krijgen hoe leerlingen zelf de school beleven.

Borgen continui¨teit in de onderwijsondersteuning
De leerkracht is eerstverantwoordelijke voor de onderwijsondersteuning van leerlingen met speciale onderwijsbehoeften. De leerkracht zorgt, eventueel in samenwerking met de leerkrachtondersteuner of onderwijsassistent en andere betrokkenen, voor de uitvoering van de ondersteuning.

De intern begeleider heeft een ondersteunende en begeleidende rol naar leerkrachten, onderwijsassistenten en ouders. De intern begeleider coo¨rdineert, organiseert, faciliteert en communiceert de onderwijszorg voor de leerlingen naar alle betrokkenen. Hier valt dus ook de procesbewaking van de Ondersteuningsroute (SWV) en OPP-route onder.

De leerkracht zorgt voor een goede overdracht van de leerlingen naar de volgende jaargroep waardoor de continui¨teit in de zorg gewaarborgd wordt. De intern begeleider begeleidt deze overdracht. De intern begeleider blijft overkoepelend betrokken bij de leerlingen na de overdracht.

  • De groepsbesprekingen: Drie keer per schooljaar bespreekt de leerkracht samen met de intern begeleider alle leerlingen. In de groepsbespreking wordt gekeken of en welke leerlingen in aanmerking komen voor extra ondersteuning en/of een handelingsplan (IHP/IOP/OPP)
  • De netwerkbijeenkomsten: Vier keer per jaar spreken de intern begeleiders van Onderwijsgroep Amstelland elkaar en delen ze hun expertise.
  • Expertisecentrum Orion: vanuit expertisecentrum Orion hebben wij een contactpersoon die met ons meedenkt als het gaat om begeleiding van leerlingen met een specifieke zorgvraag of coaching van leerkrachten.
  • Het Zorg Team overleg: Minimaal drie keer per jaar komen de intern begeleider, de Ouder-Kind-Coach (JHV van de gemeente) en een jeugdverpleegkundige van de GGD bij elkaar voor overleg. De JHV en de schoolarts kunnen verwijzen naar externe zorg wanneer de hulpvraag zowel thuis als school gerelateerd is.

CITO LVS
Het leerlingvolgsysteem is een hulpmiddel om op een systematische manier de vorderingen van leerlingen over langere periodes in kaart te brengen. Het stelt de leerkracht in staat vast te stellen of de ontwikkeling van de leerling naar wens verloopt.

Ontwikkeling van het kind bespreken
De groepsleerkracht bespreekt in ieder geval drie keer per jaar de vorderingen van de leerlingen met de intern begeleider. Bij zorg tussentijds meldt de leerkracht dit aan de intern begeleider. Daarnaast is er ruimte om als team informatie over leerlingen uit te wisselen in vergaderingen. Verder worden de resultaten en het welbevinden van het kind in ieder geval drie keer per jaar met de ouders besproken in de 10-minutengesprekken.

Evalueren resultaten
Op groepsniveau: De intern begeleider bespreekt twee keer per jaar de resultaten en de ontwikkeling van de leerlingen met de leerkracht. Het groepsplan wordt door de leerkracht gee¨valueerd en aangepast, dit gebeurt minimaal vier keer per jaar (midden en eind periode 1 en midden en eind periode 2).

Op schoolniveau: Na de M-toetsen wordt door middel van zelfevaluatie gekeken naar de uitkomsten. De resultaten worden dan naast de school of landelijke norm (afhankelijk van vak) gelegd, aan de hand van een norm is aan te geven of je al dan niet tevreden bent over de resultaten. Wanneer we de gegevens geanalyseerd hebben, trekken we een conclusie.

Met het hele team staan we dan stil bij de vraag ‘wat gaat goed, wat kan beter’. Op basis daarvan worden verbeteractiviteiten aangegeven.

Dyslexie
Brede school Omnibus volgt het Protocol Leesproblemen en Dyslexie. Kinderen worden door verschillende meetmomenten gescreend. Bij vermoeden van dyslexie worden interventies ingezet op niveau 3. Na 2 lage V of E scores wordt het IHP-dyslexie opgestart (zie format uit het protocol). Bij 3 keer een lage V of E score op de DMT wordt vergoede diagnostiek en behandeling aangevraagd bij de gemeente.

Kinderen met rekenproblemen
Brede School Omnibus volgt het Protocol Ernstige Reken- Wiskundeproblemen en Dyscalculie. Dit betekent dat bij aanhoudende lage V scores of E scores er een IHP opgestart wordt en er onderzoek gedaan wordt naar de onderliggende hiaten en bijpassende oefenstof en begeleiding.

Extra ondersteuning
Als een leerling regelmatig individuele begeleiding nodig heeft, dan gaat de leerkracht met de ouders en de intern begeleider onderzoeken welke extra ondersteuning mogelijk is. Indien nodig wordt daarbij advies gevraagd aan de onderwijsspecialisten van Amstelronde en/of andere deskundigen; Dit wordt besproken in een zogenaamd Ondersteunings Team overleg (OT); Het OT kan bestaan uit de leerkracht, ib’er, directeur van de school, ouders en het kind, een Amstelronde specialist en externe deskundigen. Afhankelijk van de vraag kan bijvoorbeeld een orthopedagoog, maatschappelijk werker of een jeugdhulpverlener aanschuiven.

Indien een kind met een speciale ondersteuningsbehoefte wordt aangemeld op onze school, kijken wij per situatie in hoeverre wij in staat zijn dit kind passend onderwijs te bieden, binnen de begrenzingen die wij als school hebben. Met passend onderwijs hebben wij als school zorgplicht.

In deze paragraaf beschrijven wij hoe het aanbod van de school is geregeld ten aanzien van extra ondersteuning voor leerlingen die dit nodig hebben.

Extra ondersteuning
Soms heeft een leerling meer ondersteuning nodig dan een school zelf kan bieden. Dan spreken we van extra ondersteuning. Het gaat om alle vormen en combinaties van onderwijs en ondersteuning die de basisondersteuning van een school overstijgen. Deze extra ondersteuning kan binnen school plaatsvinden of extern worden aangeboden.

Groeidocument
Vanaf een eerste signaal dat de leerling mogelijk meer nodig heeft dan basisondersteuning, start de intern begeleider met het onderwijsteam met het Groeidocument. Ook de visie van de leerling en de ouders wordt vanaf dat moment meegenomen.

Het Groeidocument:

  • Is nodig voor bespreking in het ondersteuningsteam van de school;
  • Is het praatpapier en bevat gemaakte afspraken en verslagen;
  • Helpt bij monitoren: hoe gaat het, is er meer ondersteuning nodig of kan het ook met minder?;
  • Het bevat een ontwikkelingsperspectiefplan (OPP): (tussen)doelen, uitstroomperspectief, onderwijsaanbod in relatie tot het groepsplan;
  • Is (daar waar van toepassing) nodig voor het verkrijgen van een toelaatbaarheidsverklaring voor speciaal basisonderwijs of speciaal onderwijs;
  • Beschrijft de inhoud, omvang en duur van het arrangement.

Arrangement
De extra ondersteuning die een leerling krijgt, leggen we vast in een arrangement. Arrangementen kunnen varie¨ren van licht en tijdelijk tot langdurig en structureel van aard. Het streven is om deze ondersteuning zo dicht mogelijk bij huis te organiseren. Het vinden van de meest geschikte plek voor 7 ondersteuning, begint op de basisschool zelf. Zo’n arrangement bestaat bijvoorbeeld uit begeleiding van een deskundige, specifiek lesmateriaal of het aanpassen van de werkplek van de leerling.

Grenzen
Brede School Omnibus streeft er naar de ondersteuning voor leerlingen, waaronder mogelijk ook leerlingen met een beperkte handicap, op een verantwoorde wijze gestalte te geven. Er kunnen zich echter situaties voordoen, waarin de grenzen aan de ondersteuning worden bereikt.

Wij proberen het voor de leerlingen zo optimaal mogelijk te organiseren, echter:

  • Er is binnen de school zelf geen constante aanwezige deskundigheid in de vorm van psychologische hulp, maatschappelijk werk of fysiotherapie;
  • Er moet sprake zijn van een goede samenwerking tussen ouders en school en het opvolgen binnen hun mogelijkheden van elkaars adviezen;
  • Het schoolteam heeft per kind beperkte mogelijkheden voor intensief overleg met ouders en eventuele instanties, die bijdragen aan de ondersteuning;
  • De school kent zeer beperkte voorzieningen voor lichamelijke ondersteuning. De kinderen moeten in beginsel op dit gebied zelfredzaam zijn.

Voor kinderen in de volgende categoriee¨n heeft onze school geen adequaat aanbod en ziet de school geen mogelijkheden om dit te realiseren:

  • Kinderen die op meerdere vakgebieden een achterstand hebben van meer dan 2 jaar;
  • Kinderen die een zodanig moeilijk lerend niveau hebben, dat zij niet meer optimaal binnen het groepsproces kunnen functioneren;
  • Dove en blinde kinderen en meervoudig gehandicapte kinderen. Deze kinderen vragen een dermate specifieke ondersteuning en onze school is daar onvoldoende toe uitgerust;
  • Kinderen met zware psychische/psychiatrische problematiek;
  • Kinderen met zeer ernstige gedragsproblemen. Hiermee bedoelen wij kinderen die de grenzen van de school dermate overschrijden waarbij de veiligheid van kinderen en personeel in het geding is;
  • Kinderen met ernstige meervoudige problematiek, bijvoorbeeld die naast ernstige werkhoudingproblemen ook problemen op sociaal-emotioneel gebied en/of problemen in de thuissituatie hebben, zodanig dat specifieke hulpverlening nodig is;
  • Kinderen van ouders die niet mee willen werken en weigeren afspraken met school te maken of na te komen.

Deskundigheid
Binnen het team van Brede school Omnibus hebben we twee leerkrachten die geschoold zijn in intern begeleider, we hebben een zzp’er in dienst die ons als onderwijsspecialist begeleidt in het traject 'Spelend leren'. Ook zijn er drie leerkrachten bezig met de opleiding tot intern begeleider. Ook is er een leerkracht die de opleiding volgt tot schoolopleider.

Vanuit de Blijles zijn er twee (RT) specialisten in de school; Twee dagdelen; Elk dagdeel een ander. De inhoud en afstemming valt onder de regie van de leerkracht, daardoor sluit de RT aan op wat in de klas gebeurt. De leerkracht neemt de bevindingen mee in de evaluaties en plannen van aanpak.

Ambitie en actiepunten passend onderwijs
De ambitie van Brede school Omnibus is de huidige visie op passend onderwijs dragend te krijgen binnen het hele team. Er zijn de afgelopen jaren wisselingen binnen het team geweest waardoor het belangrijk is om e´e´n lijn te krijgen in de visie op passend onderwijs. Daarnaast blijven we voortdurend streven naar kwaliteitsverbetering van ons onderwijs, om daarmee tegemoet te komen aan de verschillende leerbehoeften van elk kind. De borging hiervan vindt plaats in ons schoolplan.

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

De ambitie van Brede school Omnibus is de huidige visie op passend onderwijs dragend te krijgen binnen het hele team. Er zijn de afgelopen jaren wisselingen binnen het team geweest waardoor het belangrijk is om e´e´n lijn te krijgen in de visie op passend onderwijs. Daarnaast blijven we voortdurend streven naar kwaliteitsverbetering van ons onderwijs, om daarmee tegemoet te komen aan de verschillende leerbehoeften van elk kind. De borging hiervan vindt plaats in ons schoolplan.

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Spelend leren staat bij ons centraal. Het kleuteronderwijs en groep 3 werkt thematisch en elk thema duurt ongeveer zes weken. In groep 3 wordt gewerkt met Veilig Leren Lezen, maar wordt het circuit in de middag ingezet zodat leerlingen ook spelend aan de doelen van groep 3 werken.

Terug naar boven