De Bloeiwijzer

Kwaliteitszorg en schoolplan

• Welke doelen staan in het schoolplan?

  Welke doelen staan in het schoolplan?

  Afspraken m.b.t. het pedagogisch en didactisch handelen van leerkrachten

  Pedagogisch handelen

  Iedere leerling is uniek. Wij willen dat elke leerling de kans krijgt zich optimaal te ontwikkelen, waarbij niet zozeer wordt gekeken naar wat de leerling niet kan, maar juist naar wat de mogelijkheden van deze leerling zijn. De essentie van onze school is dat we speciale en passende zorg bieden, die op een reguliere basisschool onvoldoende of niet geboden kan worden. Dit betekent dat wij veel aandacht besteden aan onze relatie met de leerlingen, de pedagogische schoolomgeving en de sociaal-emotionele ontwikkeling van onze leerlingen. Om een goed sociaal veilig klimaat te creëren, hebben we  gekozen voor een schoolbrede aanpak waarbij men zich richt op het stimuleren van gewenst gedrag van leerlingen vanuit de kernwaarden van Positive Behavior Support (PBS), namelijk vriendelijkheid, veiligheid en verantwoordelijkheid. De school is de plek waar kinderen vaardigheden kunnen leren om zich op sociaal emotioneel gebied te ontwikkelen. Hiervoor is het van belang dat kinderen in iedere onderwijssituatie weten welk gedrag er van hen verwacht wordt. Tijdens de gymlessen, op het schoolplein en in vrije situaties komen kinderen intensief met elkaar in contact. Hier komen deze gedragsverwachtingen aan de orde, zoals een respectvolle omgang met elkaar, met regels en met autoriteit. Deze regels zijn concreet beschreven en in termen van waarneembaar gedrag, duidelijk en eenduidig (alle leerlingen weten precies wat er van hen verwacht wordt), positief, kort en bondig en in de actieve vorm (voorbeeld: ik loop rechts op de trap). Door deze gedragsverwachtingen aan te leren weten kinderen wat er van hen verwacht wordt, maar kunnen ze deze verwachtingen ook begrijpen, oefenen en toepassen. Om het gedrag te kunnen inoefenen, zetten wij gedragsverwachtingen centraal.

  In alle groepen wordt gewerkt met ‘Leefstijl’ een programma dat de leerlingen helpt om hun sociaal-emotionele vaardigheden te ontwikkelen. Een aantal voorbeelden hiervan: samen spelen, samenwerken, praten, luisteren, rekening houden met elkaar, zelfvertrouwen opdoen, gevoelens uiten, omgaan met verschillen, conflicten oplossen en omgaan met groepsdruk. Ook komen media-educatie, gezondheidsvaardigheden en actief burgerschap aan bod. Door het oefenen van sociale vaardigheden stimuleert ‘Leefstijl’ positief gedrag en wordt de leerling en de groep sterker. Het programma werkt preventief, ervaringsgericht en vanuit betrokkenheid en positieve communicatie. Omdat onze leerlingen vaak de woorden missen om te zeggen wat ze voelen is ‘Leefstijl’ gekoppeld aan ons taalbeleid.

  Didactisch handelen

  De leerkracht speelt een cruciale rol in de ontwikkeling van onze leerlingen. Wat betreft het didactisch handelen in de groep is er veel aandacht voor leerkrachtcompetenties, instructie, lesopbouw, werkvormen en het actief betrekken van de leerlingen bij de lessen. Lesconsultaties door extern deskundigen in samenwerking met de interne begeleiders dragen bij tot het verbeteren en waarborgen van het didactisch handelen op de groep. Naast extern deskundigen, collega-leerkrachten en IB, worden ook de psycholoog en de gedragsdeskundigen ingezet voor consultaties. Bij consultaties worden indien nodig kijkwijzers voor de diverse vakgebieden gebruikt.

  Convergent

  Alle groepen zijn convergent ingedeeld. Bij convergente differentiatie is er eenzelfde lesdoel voor de gehele groep. Alle leerlingen krijgen door convergent te werken instructie naar behoefte. Per lesdoel wordt een leerling in een passend niveau ingedeeld, afhankelijk van zijn/haar speciale didactische en/of pedagogische onderwijsbehoeften. De leerlingen worden op basis van hun onderwijsbehoeften ingedeeld op drie niveaus gekoppeld aan een intensieve aanpak (niveau 1), een basisaanpak (niveau 2) en een verdiepte aanpak (niveau 3). De volgende data bepalen of een leerling ingedeeld worden in niveau 1, 2 of 3:

  • Cognitieve capaciteiten;
  • Resultaten methode gebonden toetsen;
  • Resultaten CITO toetsen;
  • Motivatie;
  • Taakgerichtheid en concentratie;
  • Planning en organisatie
  • Mate van zelfstandigheid.

  EDI-model

  Een belangrijke pijler van ons didactisch handelen is het Expliciete Directe Instructiemodel. In de  kleutergroepen wordt gewerkt met het IGDI-model (Interactieve Gedifferentieerde Directe Instructie). De fasen van het directe instructie-model zijn hier aangepast zodat er naar behoefte meer differentiatie in uitleg en instructietijd tussen de leerlingen mogelijk is.

  EDI bestaat uit een aantal vaste lesonderdelen, aangevuld met technieken. Het doel is om de leerstof succesvol aan te leren aan zowel de sterke, gemiddelde als risicoleerling. De lesonderdelen zijn: lesdoel, activeren van de voorkennis, onderwijzen van het concept, onderwijzen van de vaardigheid, belang van de les, begeleide inoefening, lesafsluiting, zelfstandige verwerking en verlengde instructie. Een EDI-les bevat de volgende technieken: controleren van begrip, uitleggen, voordoen en hardop denken. EDI is een vorm van metacognitief lesgeven. Dit betekent dat je als leerkracht weet hoe je instructie geeft, wanneer je bepaalde technieken gebruikt, waarom je dit doet en wat het effect ervan op de ontwikkeling van de leerling is.

  Actieve betrokkenheid

  Onze leerkrachten maken optimaal gebruik van kwalitatieve data om het onderwijsaanbod af te stemmen op de leerlingen. Onze leerkrachten verzorgen een gedifferentieerde en activerende instructie. We maken hierbij gebruik van activerende en coöperatieve werkvormen en passen technieken van 'No Hands Up' toe. Zodoende bevorderen wij de actieve betrokkenheid van de leerlingen bij de lessen. 

  Kwaliteitscultuur op bestuursniveau
  

  Het bestuur van Amstelwijs is van mening dat het geen meerwaarde heeft en het zelfs ongewenst is als op bovenschools niveau nog eens op metaniveau wordt overgedaan wat op kind-, groep- en schoolniveau behoort te gebeuren, namelijk het analyseren van de leerresultaten en doelen formuleren voor de te behalen leerresultaten. Tevens is het bestuur van mening dat het monitoren van de onderwijskwaliteit door middel van het van de schooldirecteuren verlangen van (uitgebreide) managementrapportages, wél de administratieve last, maar niet de kwaliteit verhoogt. Bij Amstelwijs ligt de focus daarom op het creëren en bevorderen van een kwaliteitscultuur. Dat gebeurt op de volgende wijze:

  • Het jaarlijks door de scholen laten vaststellen van een actueel school(jaar)plan dat voldoet aan door Amstelwijs geformuleerde criteria (wordt beoordeeld door de stafmedewerker Onderwijs & Kwaliteit);
  • Twee keer per jaar een gesprek tussen de directeur met de stafmedewerker Onderwijs & Kwaliteit over de inhoud en voortgang van het school(jaar)plan;
  • Een jaarlijks kwaliteitsgesprek met de directie van de school en de directeur-bestuurder;
  • Interne audits, met de volgende inhoud: (1)Antwoord op een door de school geformuleerde onderzoeksvraag, (2) Globaal onderzoek naar de kwaliteit van de school: Krijgen de kinderen goed les? Leren de leerlingen genoeg? Zijn de leerlingen veilig? (3) Hoe vult de school de richtinggevende visie van Amstelwijs concreet in? Om de kwaliteit van de audit te bewaken en te bevorderen, evalueert het team geregeld de eigen werkwijze onder begeleiding van een externe deskundige;
  • De schooldirecteur zoveel als mogelijk te faciliteren onderwijskundig leider te kunnen zijn, door: (1) Alle formatieve en financiële risico’s bij hen weg te halen, hen uitsluitend budgethouder te laten zijn en hen op hoogwaardige wijze real-time digitaal te rapporteren wat de uitputting van deze budgetten is. (2) De helft van het Directieoverleg te besteden aan een gecertificeerde leergang “Leiding geven aan toekomstgericht onderwijs”;
  • Eens per twee jaar o.l.v. een externe deskundige een QuickScan doen van onze scholen aan de hand van de standaarden van het toezichtskader van de onderwijsinspectie.

  Kwaliteitsbewaking op bestuursniveau

  Het bestuur houdt zicht op de onderwijskwaliteit door:

  • De terugkoppeling van de stafmedewerker Onderwijs & Kwaliteit over de gesprekken over het school(jaar)plan;
  • Gesprekken met de directeur;
  • Jaarlijks bezoeken aan de MR;
  • Verslagen van schoolbezoeken door de RvT;
  • Rapporten van de interne audits;
  • Bovenschoolse monitor leerresultaten (Ultimview in ParnasSys);
  • Uitslagen van de tweejaarlijkse tevredenheidsonderzoeken;
  • Gesprekken met onderwijsadviseurs die projecten op scholen doen.

  Wanneer het bestuur zich zorgen maakt over de onderwijskwaliteit van een school en/of de schooldirecteur zelf aangeeft dat er risico’s zijn, krijgt deze school ondersteuning vanuit het bestuur. Daartoe zijn de volgende interventies mogelijk:

  • Twee maanden uitstel om schooljaarplan aan te passen of te herschrijven (met ondersteuning door de interne of een externe kwaliteitsmedewerker);
  • Extra formatie of financiële middelen vanuit het ‘knelpuntenbudget’ of budget ‘Strategisch Beleid en projecten’;
  • Externe begeleiding inhuren ter ondersteuning van de directie (coaching of co-management), externe IB-er of co-teaching leerkrachten. Financiering gezamenlijk door school en bestuur;
  • Schoolanalyse laten opstellen door externen;
  • Veranderingen in de personele bezetting.

  Kwaliteitscultuur op schoolniveau

  Onze school werkt continu aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit. We doet dit planmatig en cyclisch. Het schooljaarplan maakt een essentieel onderdeel uit van deze cyclus. Jaarlijks bekijken we welke verbeteringen zijn bereikt en welke vervolgstappen er nodig zijn. Deze cyclus wordt geïntervenieerd door kwaliteitsmetingen. Dat kan zijn een analyse van de leerresultaten, een tevredenheidspeiling of een inspectiebezoek. Op onze school maken we gebruik van de onderstaande instrumenten om de kwaliteit op schoolniveau te verbeteren:

  • Schoolzelfevaluatie (SZE), eenmaal per jaar.
  • Schooljaarplan, eenmaal per jaar.
  • Tevredenheidsonderzoek, eenmaal per twee jaar.
  • Veiligheidsmonitor, eenmaal per jaar.
  • Beleidsplannen van diverse werkgroep, waaronder o.a. taalwerkgroep, rekenwerkgroep, etc..
  • Inspectiescan, eenmaal per jaar.

  Wij staan altijd open voor extern deskundigen en nodigen deze ook proactief uit om met ons mee te kijken naar onze onderwijskwaliteit. We maken dankbaar gebruik van de expertise van deskundigen tijdens het ontwikkelen en uitvoeren van onze majeure veranderonderwerpen. We hebben altijd behoefte aan ‘critical friends’.

  Daarnaast kiest De Bloeiwijzer om te werken vanuit: Team, Tools en Taal.
  Daarbij doelen we met Team op een goede samenwerking tussen de medewerkers. Taal omdat we een gemeenschappelijke Taal willen ontwikkelen die onze dialoog ondersteunt en Tools omdat we gebruik maken van verschillende instrumenten die ons helpen te leren van en met data (kwalitatief en kwantitatief).

  Kwaliteitsbewaking op schoolniveau

  De bewaking van de onderwijskwaliteit doen we als volgt:

  1. De stafmedewerker Onderwijs & Kwaliteit van Amstelwijs houdt jaarlijks twee gesprekken met de directie: één gesprek betreft het schooljaarplan (aan het begin van het jaar) en één over de voortgang van het schooljaarplan, de evaluatie en de nieuwe majeure veranderpunten van het schooljaarplan van komend jaar. Daarnaast vindt er één keer in de drie jaar een audit plaats over een door de school bepaald onderwerp. Na afloop van deze audit wordt daarvan een verslag gemaakt aan de hand waarvan het onderwijs eventueel aangepast kan worden.
  2. De directeur houdt met elke leerkracht een gesprekscyclus, bestaande uit: doelstellingengesprek – functioneringsgesprek – beoordelingsgesprek. Bij deze gesprekken wordt ook een relatie gelegd met de visie van de school en daarmee dus de onderwijskundige c.q. vakinhoudelijke doelstellingen meegenomen. Tevens woont de directeur tijdens de gesprekkencyclus minimaal één keer een les bij.
  3. De medewerker kwaliteitszorg maakt samen met de werkgroep kwaliteitszorg een schoolzelfevaluatie (SZE) over de behaalde resultaten van het afgelopen jaar en bespreken deze met het team. Bij de analyse worden de resultaten van de school naast de inspectienormen gehouden en beoordeelt de school a.d.h.v. de vaardigheidsgroei het leerrendement dat bereikt is met de leerlingen.
  4. Om de twee jaar nemen we tevredenheidspeilingen af onder ouders, leerkrachten en leerlingen. Aan de hand van dit onderzoek wordt een plan van aanpak gemaakt.
  5. De kwaliteitszorg bestaat o.a. uit het analyseren en verklaren van de leeropbrengsten van de leerlingen, het interpreteren van evaluaties en beoordelingen, het schrijven van een jaarplan, om zodoende de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren.
  6. Klassenbezoeken door IB-ers, externe onderwijskundige(n), , medewerker kwaliteitszorg, adjunct directeur en de directeur. Zij hanteren de kijkwijzers die van belang zijn m.b.t. het lesbezoek.
  7. Overleg IB en leerkracht. Vanaf dit schooljaar hebben de IB-ers en leerkrachten meerdere geplande werkvergaderingen. Hoe kijk je naar het kind? Wat zijn de effecten van mijn instructie op het leren van het kind. Hoe vergroot je de actieve betrokkenheid van de leerlingen? Tijdens dat moment wordt het werken met het logboek, opbrengstgericht werken, groepsplan, groepsoverzicht, analyses van leerresultaten,  OPP, etc. met de leerkracht besproken.
  8. Het ontwikkelingsperspectief (OPP) dient om zicht te houden op de ontwikkeling van de leerling en een hierbij passend aanbod te realiseren. Hierin staan onder andere tussen- en einddoelen beschreven en het daarbij behorende uitstroomperspectief.
  9. Intervisie o.l.v. een extern deskundige.
  10. Tussenevaluatie van activiteiten school(jaar)plan. Medio het schooljaar worden diverse verbeteracties met het team geëvalueerd.
  11. De school werkt met een afspraken-/borgingsmap, waar alle belangrijke documenten informatie en afspraken terug te vinden zijn rondom de ondersteuning van de leerlingen. Dit komt jaarlijks op de agenda om, indien wenselijk, bepaalde afspraken bij te stellen (in ontwikkeling). In deze afspraken-/borgingsmap staan alle documenten voor het betreffende schooljaar. Tevens staat er bij ieder document aangegeven wanneer deze geëvalueerd wordt (indien dit van toepassing is). Bij het maken van de agenda voor een teamvergadering wordt door de directie in de afspraken-/borgingsmap gekeken om de juiste onderwerpen op de agenda te zetten. De notulen worden gefilterd door de taal-, rekencoördinator, IB-er en directie. De afspraken die bijgesteld zijn n.a.v. de teamvergadering worden in de documenten doorgevoerd (binnen een week na ontvangst van de notulen). Op deze manier zijn we niet afhankelijk van de afspraken in de notulen op beleidsmatige zaken, maar zijn alle afspraken op een logische plaats terug te vinden.

  Het verbeteren van de kwaliteit van het onderwijs

  Aan de hand van de informatie verkregen uit de hierboven beschreven bronnen wordt bepaald welke veranderonderwerpen de aandacht behoeven. De school kiest jaarlijks niet meer dan drie majeure veranderonderwerpen. Meestentijds zullen dit geen heel nieuwe veranderonderwerpen zijn, maar leiden tot een aanpassing van de al geplande veranderonderwerpen. Dat past binnen het gedachtegoed van Continuous Improvement en de PDCA-cyclus. Nieuwe en bewezen onderwijskundige inzichten integreren wij in ons onderwijs. Dit schooljaar richten wij ons op de volgende 3 majeure veranderonderwerpen:

  • Taalontwikkeling;
  • Burgerschap;
  • Expertise.

  Het borgen van de kwaliteit van het onderwijs

  Alle verbeteringen leiden uiteindelijk tot een verandering in werkwijze, didactiek of leerstofaanbod. Deze veranderingen worden geborgd door gemaakte afspraken vast te leggen in de diverse schooldocumenten. Alle actuele documenten met evaluatiemoment staan in de afspraken-/borgingsmap. In deze afspraken-/borgingsmap  staan onder de noemers afspraken/ondersteuning/overleg/informatie o.a. de volgende documenten:

  • Beleidsplannen: Taal, Rekenen, sociaal emotioneel & Gedrag (incl. veiligheidsbeleid);
  • Schoolondersteuningsplan;
  • Schoolondersteuningsprofiel;
  • Schoolzelfevaluatie;
  • Tevredenheidsonderzoek;
  • Schooljaarplan.

  Bevoegd en bekwaam personeel

  Onze school benoemt alleen leerkrachten die voldoen aan één van de volgende eisen:

  1. In bezit van een PABO-diploma
  2. Een door student, school en PABO ondertekende leer-/werkovereenkomst (LIO)
  3. PABO4-studenten die 180 studiepunten hebben behaald en het startbekwaamheidsgesprek op de PABO met positief gevolg hebben afgelegd.
  4. Zij-instromers die een HBO-opleiding hebben afgerond, het geschiktheidsonderzoek met positief resultaat heeft doorlopen en studerend is voor een PABO-certificaat.

  Voor startende leerkrachten hebben we een uitgebreid ondersteuningsprogramma om ze van Startbekwame naar Basisbekwame leerkrachten te laten ontwikkelen. Naast begeleiding op schoolniveau, krijgen ze coaching door één van de drie gecertificeerde Amstelwijscoaches. Tevens zijn er voor hen bovenschoolse bijeenkomsten waar ruimte is voor intervisie en nascholing door externe deskundigen op het gebied van klassenmanagement, oudergesprekken, etc..

  Leraren die behoefte hebben aan persoonlijke begeleiding of coaching, krijgen deze uiteraard. Onze scholen hebben de beschikking over een nascholingsbudget ter hoogte van € 500 per FTE. Dit budget wordt voornamelijk ingezet voor scholing op teamniveau i.h.k.v. de schoolontwikkeling. Personeelsleden die een individuele opleiding willen volgen, stimuleren we zoveel mogelijk om een opleiding te volgen die valt onder de lerarenbeurs.

  Ons aannamebeleid is erop gericht zeer bekwame en gekwalificeerde mensen op te sporen en in dienst te nemen in het bijzonder om goed in te kunnen spelen op de onderwijsbehoeften van onze populatie. We zijn proactief op zoek naar deskundige collega’s. Een aanzienlijk deel van ons personeel is HBO+ of universitair geschoold, maar staat vaak ook nog met de voeten in de klei. Scholing op teamniveau wordt ingezet om de majeure veranderonderwerpen daadkrachtig op te kunnen pakken onder begeleiding van passende extern deskundigen. Amstelwijs organiseert diverse bovenschoolse netwerkbijeenkomsten voor o.a. ICT-ers, vakspecialisten, IB-ers, etc. 

  Sluiten

• Hoe bereikt de school de doelen?

  Hoe bereikt de school de doelen?

  Kwaliteitscultuur op schoolniveau

  Onze school werkt continu aan het verbeteren van de onderwijskwaliteit. We doet dit planmatig en cyclisch. Het schooljaarplan maakt een essentieel onderdeel uit van deze cyclus. Jaarlijks bekijken we welke verbeteringen zijn bereikt en welke vervolgstappen er nodig zijn. Deze cyclus wordt geïntervenieerd door kwaliteitsmetingen. Dat kan zijn een analyse van de leerresultaten, een tevredenheidspeiling of een inspectiebezoek.

  Op onze school maken we gebruik van de onderstaande instrumenten om de kwaliteit op schoolniveau te verbeteren:
  • Schoolzelfevaluatie (SZE), eenmaal per jaar;
  • Schooljaarplan, eenmaal per jaar;
  • Tevredenheidsonderzoek, eenmaal per twee jaar;
  • Veiligheidsmonitor, eenmaal per jaar;
  • Beleidsplannen van diverse werkgroep, waaronder o.a. taalwerkgroep, rekenwerkgroep, etc.;
  • Inspectiescan, eenmaal per jaar.

  Wij staan altijd open voor extern deskundigen en nodigen deze ook proactief uit om met ons mee te kijken naar onze onderwijskwaliteit. We maken dankbaar gebruik van de expertise van deskundigentijdens het ontwikkelen en uitvoeren van onze majeure veranderonderwerpen. We hebben altijd behoefte aan 'critical friends'.

  Sluiten