Wilhelminaschool

Gasthuisstraat 7 3958 BL Amerongen

  • Motto: 'Goed onderwijs maak je samen!'
  • Schoolfoto van Wilhelminaschool
  • Voor de groepen 1 en 2 is er een aparte speelplaats.
  • Het Amfi is onze centrale ruimte met een uitstraling van een theater. Het wordt o.a. gebruikt voor vieringen, kleutergym, plusgroep en drama

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Eindresultaten groep 8
In groep 8 wordt jaarlijks de doorstroomtoets afgenomen. Als school laten wij alle leerlingen meedoen aan deze eindtoets, ook leerlingen met specifieke zorg. De scores van deze leerlingen beïnvloeden de gemiddelde score. De afgelopen jaren scoort de school goed en liggen de scores diverse keren boven de bovengrens die de inspectie hanteert.

Beschrijving 1F en 1S/2F
Het ministerie van onderwijs beschrijft de referentieniveaus als volgt: het referentiekader bestaat uit fundamentele niveaus en streefniveaus. Het fundamentele niveau (1F-niveau) is de basis die zo veel mogelijk leerlingen moeten beheersen. Het streefniveau (1S/2F-niveau) is voor leerlingen die meer aankunnen. In de bovenstaande grafieken ziet u scores, gemeten tijdens de eindtoets.

Schoolgroep / onderwijsresultatenmodel 
Per maart 2020 kijkt de inspectie op een nieuwe manier of de leerlingen genoeg geleerd hebben. Dit doen ze door te kijken welke referentieniveaus de leerlingen beheersen voor taalverzorging, rekenen en lezen. Daarbij gebruiken ze een nieuwe maat om rekening te houden met de leerlingenpopulatie van een school: de schoolweging. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent de schoolweging van een school op basis van de volgende kenmerken: 
- het opleidingsniveau van de ouders
- het gemiddeld opleidingsniveau van alle moeders op school
- het land van herkomst van de ouders
- de verblijfsduur van de moeder in Nederland
- of ouders in de schuldsanering zitten.
De schoolweging wordt bepaald op basis van de verwachte onderwijsscores van alle leerlingen op de school op peildatum 1 oktober. Hoe hoger de weging hoe complexer de leerlingenpopulatie en hoe lager de verwachte leerresultaten voor deze school. Zo kan de inspectie goed rekening houden met de verschillen tussen leerlingenpopulatie. Wij hebben als school de weging 23,7. We zien dat we een bovengemiddelde schoolweging hebben. Hoger opgeleide ouders (HBO, WO) komen relatief veel voor op de Wilhelminaschool. De populatie van onze school is vrij homogeen samengesteld. Dit betekent dat we resultaten op of boven het landelijke gemiddelde mogen verwachten. Ten opzichte van voorgaande jaren zien we een verschuiving ten aanzien van de leerlingkenmerken en opleiding en achtergrond van ouders. We zien een toename van leer- en sociaal-emotionele problematieken binnen de school. 

Schoolnorm op basis van de referentieniveaus
Het minimale niveau dat we als school willen halen ligt boven de signaleringswaarde. We zien dat we dit gemiddeld de afgelopen drie jaar behalen op zowel 1F als 1S/2F-niveau. Het is de ambitie van de school om op of boven het landelijk gemiddelde te scoren. 

Welk percentage leerlingen behaalt het fundamentele niveau en welk percentage het streefniveau?

Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.

Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.

Fundamenteel niveau

Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.

Bron

Streefniveau

Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.

Bron

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Als school hebben we onafhankelijke toetsmomenten in januari en juni, hiervoor gebruiken we de methode-onafhankelijke toetsen van Cito, Leerling in Beeld. Deze toetsen zijn landelijk genormeerd. De resultaten en de ontwikkeling van de kinderen krijgen we zo goed in beeld.

Vier keer per jaar vinden er groepsbesprekingen plaats tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht. Twee van deze besprekingen zijn gekoppeld aan de toetsperioden. De intern begeleider bespreekt met de leerkracht de resultaten van zijn of haar groep. Het doel van deze besprekingen is het analyseren van de Cito-gegevens. Deze analyse moet een onderbouwing zijn voor de periodeplannen, in een periodeplann staat beschreven hoe je je onderwijs vormgeeft in de klas. Ook worden de opbrengsten besproken met het hele team. 

De analyses die de intern begeleider met de verschillende groepsleerkrachten maakt, worden vervolgens door de intern begeleider besproken met het management. Hierna worden de opbrengsten gedeeld met het hele team. Er wordt dan gekeken naar waar eventuele verbeterpunten liggen, maar wordt er gekeken naar dat wat goed gaat.

De individuele resultaten worden ook gedeeld met ouders, de gegevens staan in de rapporten van de kinderen en worden besproken tijdens de rapportgesprekken. Vanaf groep 5 nemen de kinderen ook deel aan deze gesprekken en worden de resultaten dus ook met de kinderen besproken. Dit sluit aan bij onze visie om het eigenaarschap van de kinderen te vergroten.

Naast alle andere informatie die we over een leerling verzamelen (methodetoetsen, observaties, etc.) geven de methode-onafhankelijke toetsen extra inzicht in de ontwikkeling van de leerling. Als team, maar ook samen met ouders proberen we met behulp van de tussenresultaten juiste keuzes te maken in aanbod, tempo en begeleiding voor de leerling.

Schoolnorm voor de tussenopbrengsten
Voor de tussenopbrengsten zijn er groepsnormen vastgesteld, waarbij we werken met een minimaal niveau en een streefniveau. De groepsnormen worden in samenspraak met MT, IB en groepsleerkracht bepaald. In de schoolrapportage van de school worden de gestelde schoolnormen geregistreerd en op basis hiervan wordt de ondersteuning binnen de school ingericht. 

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Voor alle vormen van voortgezet onderwijs zijn we aangewezen op scholen buiten Amerongen. Als Wilhelminaschool hebben we goede contacten met het Christelijk Lyceum Veenendaal (CLV), Het Perron, het Ichthus College en het Rembrandt-college in Veenendaal. In Doorn met het Revius Lyceum en de NXT Doorn, in Maarsbergen met het NXT, in Zeist met het Herman Jordan-college, de Vrije school en de Breul en in Rhenen met de Scholengemeenschap Pantarijn.
Met deze scholen hebben we regelmatig contact over de leerlingen. Wij informeren de scholen over de van onze school afkomstige leerlingen en blijven op de hoogte van de prestaties van onze oud-leerlingen.

In groep 7 wordt voorgesorteerd op de verwijzing naar het VO. De leerlingen nemen deel aan het reguliere aanbod van de Leerling in Beeld toetsen. Met behulp van de Leerling in Beeld toets van eind groep 7 kunnen we goed nagaan in hoeverre het kind de leerstof van de basisschool onder de knie heeft en waar nog hiaten in zijn of haar kennis zitten. Als dat helder in kaart is gebracht, kan de leerkracht op grond van die gegevens een gericht plan opstellen voor het laatste leerjaar dat een leerling in het basisonderwijs doorbrengt. Tijdens het eindgesprek van groep 7 wordt dit besproken met het betreffende kind en ouder(s). De leerkracht van groep 8 is hierbij aanwezig, zodat er een zorgvuldige overdracht is gegarandeerd.

In oktober / november worden de ouders en de kinderen van groep 7 en 8 op school uitgenodigd voor een informatieavond over het voortgezet onderwijs. We vertellen de ouders en kinderen dan over de doorstroomtoets, over de diverse scholen voor voortgezet onderwijs in de directe omgeving van Amerongen en over hoe het aanmeldproces verloopt. In de weken die daarop volgen gaat groep 8 een bezoek brengen aan verschillende scholen voor voortgezet onderwijs in de regio. Verder worden de open dagen / avonden die scholen in de regio houden, door ons aangekondigd. U kunt hier als ouders met uw kind naar toe gaan. 

Het onderwijs en de activiteiten in groep 8 staan in het teken van de overgang naar het voortgezet onderwijs. De bekende eindtoets wordt per schooljaar 2023-2024 vervangen door de doorstroomtoets. Hierdoor wordt beter duidelijk dat de leerling zich blijft ontwikkelen, ook na het afnemen van de toets in groep 8.

Leerlingen van groep 8 krijgen in januari een voorlopig schooladvies. In dit gesprek met ouders en kind lichten we toe wat ons als school de best passende vorm van voortgezet onderwijs voor het kind lijkt. Dit schooladvies is gebaseerd op de kennis en ervaring die wij als school gedurende de basisschooltijd over en met het kind hebben opgedaan.

In de eerste twee weken van februari maken de kinderen op twee ochtenden de doorstroomtoets. Halverwege maart ontvangen kinderen en ouders de uitslag van de doorstroomtoets. Wanneer het kind de toets beter maakt dan verwacht, moet de basisschool het voorlopig schooladvies heroverwegen. Deze heroverweging kan leiden tot een wijziging in het schooladvies. Soms is het resultaat van de doorstroomtoets minder goed dan verwacht. In dat geval wordt het schooladvies niet aangepast.

Uiterlijk 24 maart ontvangen ouders het definitieve schooladvies. Daarna volgt er een landelijke aanmeldweek van 25 tot en met 31 maart, waarin ouders hun kind zelf moeten aanmelden op de middelbare school van hun keuze. Het schooladvies (van de basisschool) is leidend bij de plaatsing van leerlingen in het voortgezet onderwijs.

Zowel de uitslag van de doorstroomtoets als het advies van de school worden schriftelijk vastgelegd in een onderwijskundig rapport. Eén exemplaar van dit rapport is bestemd voor de school voor voortgezet onderwijs, één exemplaar is bestemd voor de ouders. 

De schoolkeuze voor voortgezet onderwijs is afhankelijk van drie elementen: de capaciteiten van een kind, de kwaliteit van de basisschool en de thuissituatie. Voor de kwaliteit van de basisschool spannen wij ons in, daar maken we ons sterk voor. We stellen ons ten doel het maximale uit elk kind te halen en kansrijk te adviseren. Zo willen we ervoor zorgen dat het kind op de meest geschikte vorm van voortgezet onderwijs terechtkomt en op die school goed kan meekomen.

Weergave Schooladvies

Bron

Zitten de oud-leerlingen van deze school in het voortgezet onderwijs boven, op of onder hun schooladvies?

In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
In het derde jaar

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Onze school moet zorgen voor een schoolklimaat dat bijdraagt aan het ontwikkelen van sociale en maatschappelijke competenties. Oftewel: onze school moet de leerlingen voorbereiden op het leven in de maatschappij. Het is allereerst nodig dat we de kenmerken van de leerlingenpopulatie (jaarlijks) en de leefwereld in beeld brengen, omdat we onze (ambitieuze) doelen, onze aanpak en ons leerstofaanbod op die kenmerken zullen moeten afstemmen. We zien de sociale ontwikkeling als een onderdeel van burgerschap, hoewel we beseffen dat de sociaal-emotionele ontwikkeling een voorwaarde is voor goed burgerschap. Alleen als je goed in je vel zit, en als je goed kunt omgaan met anderen en de omgeving waarin je leeft, kun je een actieve rol vervullen in de maatschappij. In onze visie richt de sociaal-emotionele ontwikkeling zich op drie aspecten: de ontwikkeling van de persoonlijkheid (persoonsvorming), de ontwikkeling van relationele competenties (omgang met anderen) en de ontwikkeling van het omgevingsbewustzijn (omgang met de leef-omgeving).

Op onze school is de sociaal-emotionele ontwikkeling een aandachtsgebied dat is opgenomen in het curriculum, maar vanzelfsprekend is de sociale ontwikkeling ook een integraal onderdeel bij alle andere vakken. We bieden de sociaal-emotionele ontwikkeling aan met behulp van de methode KiVa. Tweemaal per jaar nemen we bij groep 3 t/m 8 de KiVa-monitor af. Naast dat de sociaal-emotionele ontwikkeling aandacht krijgt bij KiVa komt dit ook duidelijk naar voren bij de tijd die we besteden aan onze christelijke identiteit, onder andere vormgegeven door Trefwoord. De sociaal-emotionele ontwikkeling van de leerlingen wordt besproken tijdens de groeps- en leerlingbesprekingen (4x per jaar) en tijdens de gesprekken met de ouders van de leerlingen. In de schoolgids is onze gesprekkencyclus beschreven.

De leerlingen op onze school kennen elkaar nagenoeg allemaal. Door onze kleinschaligheid organiseren we met regelmaat groepsdoorbrekende activiteiten waarbij jongere en oudere kinderen elkaar helpen en van en met elkaar leren.

De school kenmerkt zich door een goed klimaat. De kinderen voelen zich over het algemeen veilig op school en hebben het er naar hun zin. Ook medewerkers en ouders geven aan dat ze het prettig vinden op school. Dit monitoren we door de vragenlijsten van WMKPO. Onze school beschikt over twee interne contactpersonen en één externe vertrouwenspersoon. Bij deze personen kunnen leerlingen, ouders en medewerkers terecht als ze zich niet gehoord voelen en / of klachten hebben.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Geborgenheid
  • Eigenaarschap
  • Verbondenheid

Wat zegt de inspectie over de school?

Toelichting van de school

Op 19 december 2022 heeft de Onderwijsinspectie een bestuursonderzoek gedaan en daarmee beide scholen van de Vereniging School met de Bijbel (De Regenboog en de Wilhelminaschool) bezocht. Zij streven ernaar om scholen voor primair onderwijs ten minste eenmaal per vier jaar te bezoeken. De inspectie beoordeelt de kwaliteit van de besturing, kwaliteitszorg en ambitie van ons bestuur als voldoende.

Het bestuur heeft een stelsel van kwaliteitszorg ingericht en stuurt daarmee gericht op de kwaliteit van het onderwijs op de twee scholen die vallen onder het bestuur. Hierbij is ook sprake van deugdelijk financieel beheer. Het bestuur heeft een duidelijke visie die op eigen manier doorwerkt en gedragen is op beide scholen. Met behulp van diverse instrumenten houdt het bestuur zicht op de basiskwaliteit, en stuurt het bij wanneer dit nodig is. De beschreven doelen en ambities moeten wel meer toetsbaar worden geformuleerd. Hierbij kan het bestuur de strategische doelen nog scherper koppelen aan de inzet van middelen. 

Op beide scholen is de kwaliteitscultuur gericht op het bevorderen van de onderwijskwaliteit. De scholen zijn hierbij nog wel zoekende naar hoe de tegenvallende resultaten verklaard kunnen worden en welke aanpak hiervoor nodig is. Het bestuur moet hier meer op sturen.

Tot slot stuurt het bestuur op een dialoog met de brede omgeving, gericht op de ontwikkeling en het verbeteren van de onderwijskwaliteit. Een mooi voorbeeld hiervan is de rol die het bestuur pakt in het netwerk Jonge kind. Het bestuur en de scholen zetten zich vanuit dit netwerk niet alleen in voor kinderen die bij hen op school zitten, maar ook voor kinderen die niet op één van de scholen staan ingeschreven. De verantwoording van beleid en financiën, waaronder ook de gerealiseerde kwaliteit, moet wel sterker.

Terug naar boven