Wilhelminaschool

Gasthuisstraat 7 3958 BL Amerongen

  • Motto: 'Goed onderwijs maak je samen!'
  • Schoolfoto van Wilhelminaschool
  • Voor de groepen 1 en 2 is er een aparte speelplaats.
  • Het Amfi is onze centrale ruimte met een uitstraling van een theater. Het wordt o.a. gebruikt voor vieringen, kleutergym, plusgroep en drama

Het team

Toelichting van de school

Er werken 16 medewerkers op de Wilhelminaschool, voltijders en deeltijders. Sommige leerkrachten zijn bekwaam in het werken met kleuters, anderen in de omgang met oudere kinderen. Weer anderen zijn allround. Veel leerkrachten hebben zich gespecialiseerd, bijvoorbeeld als taal-, lees-, rekencoördinator, plusgroepleerkracht en intern begeleider. 
Als niet-onderwijzende personeelsleden verricht Marion Suurland administratieve ondersteuning en Robert Vingerhoets de conciërge-activiteiten. 
Er is een meerscholendirecteur, Heidy Verhoef, voor de Wilhelminaschool en De Regenboog. Mariët Korteweg is de adjunct-directeur. Zij is het eerste aanspreekpunt voor de (dagelijkse) regelzaken en voor het verstrekken van informatie op schoolniveau.

De LeerKRACHT-aanpak
Sinds september 2018 werkt de Wilhelminaschool met de 'LeerKRACHT- aanpak' (agile). Met deze methode hebben we een verbetercultuur gerealiseerd waarbij we samen werken aan nog beter onderwijs. Een cultuur waarin je als leraren van elkaar leert en samen met je leerlingen en de schoolleiding het onderwijs verbetert. Hierbij hanteren we de vier basisinstrumenten van LeerKRACHT, te weten: de bordsessie, gezamenlijk lesontwerp, lesbezoek met feedback en de stem van de leerling. De vier LeerKRACHT-instrumenten worden structureel ingezet volgens een vaste ritmiek.  Deze instrumenten en de ritmiek vormen de kern van de LeerKRACHT-aanpak waarmee we op de Wilhelminaschool verbetercultuur creëren onder het motto: 'Elke dag samen een beetje beter'.

Vakleerkrachten op deze school

Hoe wordt vervanging geregeld?

Bij ziekte van een juf of meester komt er in principe een invalleerkracht. Wanneer er geen invalleerkracht beschikbaar is, wordt intern naar een oplossing gezocht, bijvoorbeeld door de kinderen van de zieke leerkracht te verdelen over de andere groepen, maar wel met hun eigen programma. Er worden in principe geen kinderen naar huis gestuurd bij ziekte van een leerkracht, maar helaas ontkomen we er soms niet aan. Een enkele keer volgen leerkrachten cursussen onder schooltijd, of hebben zij een dag buitengewoon verlof. In dergelijke gevallen wordt de groep door een andere leerkracht overgenomen.

Directie van de school

Medewerkers op deze school (instellingsniveau)

Hoe is de verdeling mannen en vrouwen?

Bron

Wat is de leeftijd van de teamleden?

Bron

Hoe zijn de teamleden verdeeld over de verschillende functiegroepen?

Bron

Hoe zijn de leerlingen gegroepeerd?

Het onderwijs kan op verschillende manieren georganiseerd worden. De school kiest zelf hoe leerlingen worden gegroepeerd en wat de invulling is van de beschikbare onderwijstijd. Soms zijn er op de school extra middelen die helpen bij het organiseren van het onderwijs.

Klasindeling

  • Leerstofjaarklassen
  • Combinatiegroepen
  • Groepsdoorbrekende niveaugroepen

Hoe wordt de tijd op school besteed?

Leerjaar 1 en 2

Toelichting van de school

De inrichting van de lokalen en de manier van werken verschillen in groep 1 en 2 met de andere groepen. De kleuters beginnen de dag in de kring en keren na een activiteit steeds weer terug in de kring. Iedere dag werken we volgens een vast rooster. Daarop staan verschillende vormingsgebieden die thematisch aan bod komen: godsdienstige vorming, taal, rekenen, kring-leergesprek, muzikale vorming,  bewegingsonderwijs, kunstzinnige oriëntatie, natuuronderwijs, et cetera. 

We volgen de brede ontwikkeling van de kinderen. We letten daarbij specifiek op de gebieden:
- Sociaal emotioneel (zelfbeeld, sociaal gedrag, zelfstandigheid, werkhouding, concentratie en oefenen met eigenaarschap).
- Taal (mondelinge taal, auditieve waarneming en beginnende geletterdheid).Rekenen (getallen, meten en meetkunde).
- Grove en fijne motoriek.
We volgen dit met de leerlijnen van de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) opgenomen in het Digikeuzebord, een digitaal planbord en observatiesysteem. Vanuit de leerlijnen ontwikkelen de leerkrachten doelgerichte lessen en activiteiten. Deze lessen en activiteiten komen aan de orde in de vorm van interessante, betekenisvolle en wereldoriënterende thema's, die aansluiten bij de belevingswereld van kleuters. Kinderen leveren zelf ook een bijdrage aan het vormgeven van de thema’s. Enkele voorbeelden van thema's zijn: herfst, boeken, beroepen, familie en het lichaam. Het aanbod binnen de thema’s komt in de dagelijkse praktijk in samenhang aan de orde. Wie speelt in de huishoek, is ook bezig met taalontwikkeling. Wie speelt met de teltoren, leert ook getallen of kleuren. En wie op een vel papier de golven van de zee tekent, is bezig met voorbereidend schrijven. Verder komt het thema terug in gesprekken, (kring)spelen, liedjes, versjes, hoeken, ontwikkelingsmateriaal en in het speellokaal. Kinderen kunnen experimenterend en ontdekkend bezig zijn.
Bij het opzetten van de activiteiten wordt er rekening gehouden met de verschillende niveaus van de kinderen. Elk kind krijgt het onderwijs aangeboden dat uitlokt om een stap verder te gaan!

Leerjaar 3 t/m 8

Toelichting van de school

In de tabel wordt globaal weergegeven hoeveel tijd er per week wordt besteed aan verschillende vakken. Het gaat hier om gemiddelden, die kunnen variëren per leerjaar. 

Zelfstandig werken
De kinderen zijn het ene moment zelfstandig bezig aan hun taak en het andere moment ontvangen ze instructie. Tijdens de ochtenden wordt vooral gewerkt aan taal, (technisch en begrijpend) lezen, spelling en rekenen.

Bron

Extra mogelijkheden op deze school

Extra ondersteuning van de leerlingen

Toelichting van de school

Onderwijs op maat

In de groepen 1 en 2 wordt gewerkt met het leerlingvolgsysteem van het Digikeuzebord. Binnen dit programma kunnen we aansluiten bij de ontwikkeling van de kinderen, in de zone van de naaste ontwikkeling. Dit betekent dat we de volgende stap aanbieden die nodig is om verder te komen in hun ontwikkeling.
Ook meten we in de groepen 1 en 2 objectief de beheersing van de leesvoorwaarden die nodig zijn om succesvol met taal- en leesonderwijs te kunnen starten. De resultaten worden door het team van leerkrachten besproken. Er wordt gekeken of de kinderen zich naar verwachting ontwikkelen en of er aanvullend aanbod nodig is. Bij risicoleerlingen kan het leespreventieprogramma ‘Bouw!’ worden ingezet.

Kinderen ontwikkelen zich van nature. Ze zijn nieuwsgierig en willen steeds iets nieuws leren. Op school stimuleren we alle kinderen en dagen ze uit om telkens weer dingen te ontdekken. Als de ontwikkeling anders verloopt, bieden we hulp.
Wie moeite heeft met een bepaald onderdeel krijgt meer hulp en oefenstof. Wie meer aan kan, krijgt meer uitdagende opdrachten.
De vakken taal, spelling, lezen, schrijven en rekenen vormen de kern van ons onderwijs. Het zijn de basisvakken, die het fundament vormen voor elke andere ontwikkeling. Daarom legt onze school de nadruk op deze vakken.
Het leerprogramma voor kinderen wordt regelmatig bijgesteld en aangepast op basis van observaties en het dagelijks gebeuren in de klas. Naast die observaties gebruiken we toetsen, die regelmatig worden afgenomen omdat ze binnen het programma van een methode horen. Verder gebruiken we een Leerling-Onderwijs-Volg-Systeem (LOVS), waarmee de vorderingen op het gebied van taal, spelling, rekenen en lezen twee keer per jaar worden getoetst met landelijk genormeerde toetsen, ontwikkeld door Cito: Leerling in Beeld (LiB). Bij leerlingen waarbij we opvallendheden zien in de ontwikkeling, kijken we welk (aanvullend) aanbod nodig is en of er eventueel interventies noodzakelijk zijn. 

Het kan gebeuren dat het gedrag van het kind, de prestaties in de groep of de toetsuitslagen aanleiding vormen om extra maatregelen te nemen. De hulp die dan geboden wordt, kan binnen of buiten de groep worden gegeven.

Meer- en hoogbegaafde kinderen hebben in de groep een aangepast programma en kunnen aan hun eigen doelen werken in de ‘Plusgroep’, dit vindt één keer per week plaats in het Amfi. De leerstof sluit aan bij hun onderwijsbehoeften en capaciteiten en is een middel om hun doelen op het gebied van leren leren te bereiken.

Soms is het noodzakelijk dat een leerling een leerjaar versneld doorloopt. In overleg met de ouders gaan we dan tot ‘versnellen’ over.
Een andere groep kinderen heeft moeite met leren, omdat sociale en/of emotionele problemen een rol spelen. We leveren als school een bijdrage aan het hanteren van die problemen. Daarover is regelmatig overleg met het samenwerkingsverband, het sociaal dorpsteam of andere externe instanties.

Afhankelijk van geboortedatum, aard en aanleg, kunnen kinderen korter of langer dan twee jaar in een kleutergroep zitten. In groep 1 en 2 worden activiteiten aangeboden, die voorbereiden op groep 3.

Ongeacht in welke groep het kind zit: af en toe komen we tot de conclusie dat alle extra inzet onvoldoende effect heeft. Wanneer het kind baat heeft bij extra (inoefen)tijd kunnen we, in overleg met ouders, het besluit nemen, om het kind een jaar langer de tijd te geven zich de leerstof van een bepaalde groep eigen te maken. We noemen deze maatregel 'verlengen'. 

Om de juiste hulp te kunnen bieden, vragen we regelmatig advies en hulp aan instanties buiten de school, zoals het sociaal dorpsteam en het schoolondersteuningsteam (SOT) van het samenwerkingsverband Zuidoost-Utrecht.

Passend onderwijs

Zoals u kunt lezen bieden we onderwijs op maat, of beter gezegd passend onderwijs. Passend onderwijs betekent dat het onderwijs is afgestemd op de mogelijkheden en talenten (de onderwijsbehoeften) van de leerlingen. We werken daarbij handelingsgericht. Uitgangspunten hiervoor zijn:
- Afstemming van het onderwijs op de onderwijsbehoeften van het kind door te werken met periodeplannen.
- Preventief en pro-actief denken en handelen.
- Gebruik maken van de talenten van de leerlingen.
- Actief betrekken van leerlingen bij het onderwijsproces (Wat wil ik als leerling bereiken en hoe kom ik daar?).
- Actief betrekken van ouders bij het onderwijsleerproces van hun kind.

Leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
Leerlingen voor wie het ernaar uitziet dat ze het eindniveau van groep 6 op één of meerdere vakgebieden niet zullen behalen, krijgen een ontwikkelingsperspectief (OPP). Het gaat hierbij om een uitstroomniveau lager dan VMBO dus praktijkonderwijs of VSO. In principe wordt, in eerste instantie, een aanpassing in het onderwijs gemaakt waarbij aangesloten wordt bij de onderwijsbehoeften van het kind. Door het comprimeren van het aanbod, de tijd en/of meer instructie en inoefening wordt geprobeerd de leerling bij de groep te houden. Wanneer er geen passend onderwijsaanbod kan worden gerealiseerd, zal een ontwikkelingsperspectief worden opgesteld en volgt het kind een eigen leerlijn, voor één of meerdere vakken, binnen de groep.

Het ontwikkelingsperspectief kan opgesteld worden naar aanleiding van de geboden zorg die weinig effectief bleek, scores op LiB-toetsen, een extern onderzoek naar de mogelijkheden van het kind (o.a. IQ gegevens) en/of toetsen die de school aanvullend heeft afgenomen. Er wordt per vak een einddoel bepaald en daarvoor worden tussendoelen gesteld. Per leerjaar wordt de leerstofplanning bepaald. Het ontwikkelingsperspectief wordt met ouders, leerkracht en intern begeleider besproken en geëvalueerd. 

Toekomstig aanbod aan extra ondersteuning

.

Welke specialisten bieden extra ondersteuning op deze school?

Kwaliteitszorg en schoolplan

Download het schoolplan

Aanbod voor het jonge kind

Toelichting van de school

Onze school werkt mee aan Vroeg- en Voorschoolse Educatie (VVE). Dit betekent dat we van peuterspeelzaal 't Kwetternest en kinderdagverblijf 'De Boomhut' een overdrachtsformulier ontvangen. Met 'de Bosuil' is afgesproken dat ouders zelf het het formulier overdragen en dat zij een persoonlijke overdracht verzorgen voor kinderen waarbij dit nodig is. In de overdracht worden pedagogische, didactische en taalkundige aspecten van de nieuwe leerling weergegeven. Wij kunnen zo op een adequate manier aansluiten bij de ontwikkeling van het kind. 

Er is een netwerkgroep 'Het jonge kind'. Deze wordt gevormd door de lokale scholen en de kinderopvang. Hiermee wordt de samenwerking bekrachtigd en streven we naar een goede afstemming tussen voorschoolse en naschoolse opvang.

Terug naar boven