IKC De Woudreus

Marie Curielaan 299 1341 BA Almere

  • IKC De Woudreus is een Kindertalentenfluisterschool
  • IKC De Woudreus werkt met de Noordwijkse Methode.
  • Een uitdagend speellokaal voor de kinderen uit groep 1/2. Waar zij twee keer per week bewegingsonderwijs krijgen van een vakdocent.
  • We werken geïnspireerd door de pedagogiek van Reggio Emilia.
  • Het tijdelijke gebouw van IKC De Woudreus aan de Marie Curielaan.

Resultaten eindtoets

Toelichting van de school

Op IKC De Woudreus hebben we (nog) geen groep 8. Om deze reden zijn er (nog) geen toetsresultaten bekend op de eindtoets.

Wat is de doorstroomtoets?

Leerlingen uit groep 8 van de basisschool maken vanaf schooljaar 2023-2024 in februari een doorstroomtoets. Ze moeten zich eind maart 2024 aanmelden voor de middelbare school. Hierdoor maken alle leerlingen evenveel kans op een plek op de school van hun voorkeur en op het voor hen best passende niveau. 

Referentieniveaus

De Inspectie van het Onderwijs controleert of het onderwijs op scholen van voldoende niveau is. De eindtoetsresultaten van de leerlingen spelen een belangrijke rol bij deze controle. Vanaf 1 augustus 2020 gebruikt de inspectie referentieniveaus om te bepalen of een school voldoende of onvoldoende presteert.

Wat zijn referentieniveaus?

Een eindtoets meet voor de onderdelen Nederlandse taal en rekenen:

  • Hoeveel procent van de leerlingen met de eindtoets het basisniveau heeft gehaald (dit wordt ook wel het fundamentele niveau genoemd).
  • Hoeveel procent van de leerlingen met de eindtoets het streefniveau heeft gehaald. Dit is een hoger niveau dat de leerlingen kunnen behalen. Het fundamentele niveau (basisniveau) en het streefniveau (hogere niveau) worden ook wel de ‘referentieniveaus’ genoemd. Ze zeggen dus welk niveau de leerlingen op de school hebben gehaald op de gebieden taal en rekenen. Om te kijken of de school voldoende of onvoldoende heeft gescoord, worden ze vergeleken met signaleringswaarden van de Inspectie van het Onderwijs. 

Wat zijn signaleringswaarden?

Hoeveel procent de school minimaal moet halen op de beide niveaus ligt vooraf vast. Deze percentages worden namelijk door de Inspectie van het Onderwijs bepaald. Als de school minder goed scoort dan deze vastgestelde, minimale waarde, kan het een signaal zijn dat er misschien iets niet goed gaat op de school. Daarom worden deze minimale scores ‘signaleringswaarden’ genoemd. 

Wanneer het percentage leerlingen op de school voor zowel het fundamentele niveau als het streefniveau op of boven de signaleringswaarden liggen, zijn de resultaten in dat schooljaar voldoende.

Hoe gebruikt deze school tussentijdse toetsen?

Toelichting van de school

Naast de methode gebonden toetsen worden onze leerlingen gevolgd middels het leerlingvolgsysteem Cito leerling in Beeld. Tweemaal per schooljaar worden deze toetsen afgenomen in de groepen 3 tot en met 8. In de groepen 1-2 volgen we onze leerlingen middels Kleuter in Beeld. De gegevens vanuit deze toetsen worden naast de gegevens vanuit methode gebonden toetsen gelegd zodat we een compleet beeld hebben van de vorderingen/groei van onze leerlingen. Met de gegevens kunnen we ons onderwijsaanbod afstemmen op wat de leerling nodig heeft. Per vakgebied wordt een plan gemaakt voor een bepaalde periode. De doelen worden opgenomen in het groepsplan. 

Eén keer per jaar wordt in elke groep Kindbegrip voor het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling ingevuld. Deze observatielijst is een leerlingvolgsysteem voor sociale competentie, welbevinden en sociale veiligheid.

Groep 1-2:

De leerlingen worden geobserveerd door de leerkracht waarna de resultaten worden verwerkt in Kleuter in Beeld. N.a.v. deze resultaten wordt het onderwijsaanbod daar waar nodig bijgesteld en/of aangepast. 

Groep 3 t/m 8:

De methode gebonden toetsen worden gebruikt om te evalueren of de (tussen)doelen behaald zijn. Tevens wordt met de toetsing bekeken of de interventies voldoende hebben bijgedragen aan het behalen van de gestelde doelen. Het onderwijsaanbod wordt daar waar nodig bijgesteld, rekening houdend met de (specifieke) onderwijsbehoefte van de leerling. Voor de tussen- en eindmeting wordt Cito Leerling in Beeld afgenomen. De resultaten van de (methode en niet-methode) toetsen worden geanalyseerd, de ingezette interventies worden geëvalueerd. Op basis van deze conclusies wordt het onderwijsaanbod gepland en waar nodig worden nieuwe interventies opgesteld en/of een plan van aanpak gemaakt. 

Voor alle groepen:

Twee keer per jaar presenteert de intern begeleider de opbrengsten op schoolniveau. Vervolgens presenteren de leerkrachten de resultaten op groepsniveau aan het team. Doel: welke interventies zijn wel/niet effectief gebleken en welke interventies gaan we de komende periode inzetten? We proberen de volgende vraag te beantwoorden: wat heeft deze groep nodig om zich zo optimaal mogelijk verder te ontwikkelen? Tevens vinden er groeps- en leerlingbesprekingen plaats. De leerkracht kan dan zijn/haar ondersteuningsvragen bespreken met de intern begeleider.

Tussentijdse resultaten/opbrengsten

Er zijn inmiddels van twee meetmomenten van Cito Leerling in Beeld resultaten bekend; de midden afname en de eind afname van schooljaar 2022-2023. We hebben ten opzichte van het eerste meetmoment een flinke groei doorgemaakt op de verschillende vakgebieden Rekenen, Taalverzorging en Begrijpend Lezen. Ondanks dat de resultaten nog niet op niveau zijn, laten de resultaten van de leerlingen een flinke groei zien ten opzichte van het eerste meetmoment. De resultaten zijn besproken met het team tijdens een studiedag en er zijn gezamenlijk interventies bedacht voor de komende periode. We kijken naar het vaardigheidsniveau van de leerlingen en hebben met elkaar de groei bepaald die we als doel hebben gesteld voor het midden meetmoment van schooljaar 2023-2024. Deze willen we bereiken door het inzetten van de interventies die we met elkaar hebben opgesteld.

Overgaan/ doubleren

Normaal gesproken doorloopt een kind alle groepen in acht schooljaren. Voor sommige kinderen is deze periode korter of langer. Leerlingen die na 1 januari instromen in de kleutergroepen worden als ‘instromers’ gerekend en komen in het nieuwe cursusjaar in groep 1. Als de ontwikkeling van een kind aanleiding geeft om het kind mogelijk nog niet naar groep 3 te laten doorstromen, of eerder dan op het gebruikelijke moment, worden ouders van deze mogelijkheid al gedurende het schooljaar op de hoogte gebracht. Ook zal door de leerkracht, in samenspraak met de intern begeleider extra worden gekeken naar het sociaal emotionele aspect, en naar de cognitieve “rijpheid” van het kind. Het oordeel van de leerkracht, die de leerling goed volgt middels een observatielijst en leerlingvolgsysteem is van doorslaggevend belang. Wanneer er bij leerlingen sprake is van een verlengde kleuterperiode of een vervroegde overgang naar groep 3, gebeurt dit op basis van gefundeerde argumenten. De procedure staat beschreven in het vertragen/versnellen protocol dat op school is in te zien. 

Deze werkwijze hanteren wij feitelijk bij alle groepen, dus ook vanaf groep 3. Jaarlijks neemt de school een overgangsbeslissing en betrekt hierbij de ouders steeds tijdig, zeker indien een doublure of snellere doorstroming wordt overwogen. De uiteindelijke beslissing om een leerling wel of niet te laten doubleren, wordt altijd door de school genomen.

Welk schooladvies kregen de leerlingen van deze school?

Toelichting van de school

Uitstroom naar Voortgezet onderwijs

In Almere is afgesproken u als ouder(s)/ verzorger(s) vanaf eind groep 6 een prognose te geven van het niveau waarmee uw kind de basisschool zal verlaten. Ook in groep 7 ontvangt u als ouder deze prognose nog een keer. Deze prognoses worden in groep 8 opgevolgd door het definitieve advies.

In het laatste jaar van de basisschool moet een school voor voortgezet onderwijs worden gekozen voor uw kind. Om een goede keuze te kunnen maken zijn de volgende aspecten van belang: 

a. Het advies van de basisschool;
b. De resultaten uit het leerlingvolgsysteem (LVS); 
c. Informatie van het voortgezet onderwijs, bezoek aan open dagen en informatieavonden, enz.  

Het advies van de basisschool wordt gevormd op grond van gegevens uit observaties door de groepsleerkrachten, uit rapporten van de laatste jaren, proefwerken en toetsen, zoals die in de voorafgaande jaren op de basisschool door uw kind gemaakt zijn. Ook worden gegevens verzameld over de motivatie, de werkhouding, het zelfvertrouwen, het doorzettingsvermogen, e.d. 

Voor 1 maart geven wij een definitief schooladvies. U krijgt dit advies op papier, met een toelichting. Dit advies sturen wij of de ouders naar de VO-school die uw kind en u hebben uitgekozen. U hoeft het schooladvies niet op te volgen, maar het schooladvies is wel leidend bij de beslissing over toelating. Als u uw kind aanmeldt, moet u het schooladvies meesturen.  

De basisschool is verplicht overdrachtsgegevens aan de gekozen school voor voortgezet onderwijs te verstrekken. Dit kan middels een digitaal overdrachtsdossier (DOD). Het inschrijfformulier moet door de ouders zelf op de gekozen school worden ingeleverd. Sinds 2015 zijn alle leerlingen uit groep 8 verplicht om tussen 15 april en 15 mei een eindtoets te maken. Heeft uw kind de toets beter gemaakt dan verwacht, dan gaan wij het advies heroverwegen en kan het schooladvies mogelijk worden aangepast. Dit gebeurt in nauw overleg met uw kind en u. Een aangepast schooladvies geeft recht op toelating tot de bijbehorende schoolsoort. Het kan gebeuren dat de school voor VO het nieuwe advies niet aanbiedt of dat er geen plaats is bij de schoolsoort. U moet uw kind dan bij een andere VO-school aanmelden. Als het resultaat van de eindtoets minder goed is dan verwacht, dan passen wij het schooladvies niet aan. Onze school onderhoudt periodiek contact met de diverse scholen voor voortgezet onderwijs over de vorderingen van de kinderen. 

Aan het begin van het schooljaar worden de ouders van groep 8 uitgenodigd voor een informatiemiddag waarop de verschillende stappen uit het “protocol overdracht groep 8” worden toegelicht.

De gegevens zijn voor deze school niet bekend.

Bron

Sociale ontwikkeling

Hoe denkt deze school over sociale ontwikkeling?

Wat verstaan scholen onder sociale opbrengsten?

Kinderen leren en ontwikkelen op school competenties die nodig zijn om in allerlei situaties op een goede manier met anderen om te gaan en bij te dragen aan de samenleving. Dit zijn vaardigheden zoals samenwerken, conflicten oplossen en zelfredzaamheid. Sociale competenties dragen daarmee bij aan een positief en sociaal veilig klimaat op school, het verbeteren van de leerprestaties en de ontwikkeling van burgerschap.

Kindertalentenfluisteraarschool
Wij zijn een Kindertalentenfluisteraarschool. Dat is omdat we vanuit ons hart geloven dat elk kind de ruimte moet krijgen om zijn talent te ontdekken en te ontwikkelen. Uitgaande vanuit de talenten van de kinderen leren zij wat hun talenten zijn, hoe ze die kunnen herkennen, hoe ze meer uit hun talenten kunnen halen en waar hun talenten helemaal tot hun recht komen.

Kernwaarden uit de visie op sociale ontwikkeling

  • Iedereen is gelijkwaardig
  • Elke leerling een (Woud)reus
  • Openheid en verbinding

Wat zegt de inspectie over de school?

De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.

Terug naar boven