Scholen kiezen per schooljaar een eindtoets. Ze kunnen kiezen uit vijf goedgekeurde eindtoetsen: de Centrale Eindtoets, ROUTE 8, de IEP Eindtoets, de Dia-eindtoets of de AMN Eindtoets">Resultaten eindtoets
Alle leerlingen doen mee aan de eindtoets. Uitzondering hierop zijn kinderen die korter dan 4 jaar in Nederland wonen en zeer moeilijk lerende kinderen. Mede hierdoor kunnen de gemiddelde scores per schooljaar verschillen. (Voor kleine scholen: Naast de samenstelling van de groep heeft ook de grootte van de groep grote invloed op de gemiddelde scores van groep 8. Wanneer er minder dan vijf leerlingen in groep 8 zitten, beoordeelt de onderwijsinspectie de gemiddelde resultaten van de laatste vijf jaar (in plaats van de laatste drie jaar).
In 2021 is de landelijke eindtoets afgenomen, maar deze resultaten worden door de onderwijsinspectie niet beoordeeld in verband met de uitbraak van COVID-19.
Wij hebben hoge, realistische verwachtingen van onze leerlingen. En wij vinden het belangrijk dat al onze leerlingen presteren naar hun mogelijkheden. Dat betekent dat de resultaten van taal, rekenen, burgerschap en sociale vaardigheden van onze leerlingen aan het einde van de basisschoolperiode minimaal op het niveau liggen dat we op grond van de kenmerken van de leerling populatie mogen verwacht.
De gemiddelde eindopbrengsten op het fundamentele niveau (1F) van de laatste drie meetmomenten ligt boven de signaleringswaarde van de onderwijsinspectie maar iets onder het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerling populatie.
De gemiddelde eindopbrengsten van het streefniveau (2F/1S) van de laatste drie meetmomenten ligt boven de signaleringswaarde van de onderwijsinspectie en onder het gemiddelde van scholen met een vergelijkbare leerling populatie. De resultaten voldoen wel aan onze ambities. Het afgelopen schooljaar is ingezet op het versterken van ons rekenonderwijs en begrijpend lezen.
Wat opvalt bij de referentieniveaus rekenen is dat een hoog percentage leerlingen snel op referentieniveau 1F zit. Het referentieniveau 1S blijft percentueel echter lager dan dat je mag verwachten wanneer je kijkt naar het verwijsniveau voortgezet onderwijs. Wel kunnen we concluderen dat 31% van de kinderen tegen het niveau 1S aan zit. Ook hier zien we dat bij begrijpend lezen de kinderen snel het niveau 1F bereiken. In groep 8 concluderen we ook dat een hoog percentage op 2F uitkomt. Daarbij moet wel worden vermeld dat 2F uitgaat vanaf uitstroomniveau plusminus VMBO-T. In vergelijking met rekenen waar 1S uitgaat van uitstroomniveau plusminus HAVO.? Door een hoog percentage (24 %) dyslectische leerlingen is het verklaarbaar dat het percentage 2F M8 in schooljaar 2021- 2022 lager is dan gemiddeld.
Het komende schooljaar zetten we extra in op:
- het versterken van de 1S doelen bij rekenen en 2F bij Taal
- Het stellen van uitdagende doelen voor alle leerlingen
- Om zorgvuldig af te stemmen op de beginsituatie van rekenen zetten we Bareka in
- en zoeken we verdieping door middel van scholing en collegiale consultatie binnen de school en binnen Ambion (bijv. rekenspecialist)
Let op: In schooljaar 2023-2024 is de eindtoets vervangen door de doorstroomtoets. Op dit moment zie je nog de resultaten van de eindtoets van 2023.
De resultaten van de doorstroomtoets van 2024 zijn na de zomer voor het eerst zichtbaar. Dit is in lijn met de beoordeling van de Inspectie van het Onderwijs. Kijk voor meer informatie op de website van de inspectie.
Let op: Voor de beoordelingen in het schooljaar 2023-2024 hanteert de inspectie naast de ongewijzigde signaleringswaarden zogenaamde correctiewaarden bij de beoordeling van de leerresultaten. Meer informatie is te vinden op de website van de inspectie.
Het fundamenteel niveau is het niveau voor taal en rekenen dat zoveel mogelijk leerlingen aan het einde van de basisschool zou moeten beheersen. Dit wordt gemeten in groep acht met de eindtoets / doorstroomtoets. De inspectie stelt dat minimaal 85% van alle leerlingen het basisniveau moet behalen. Deze 85% is de signaleringswaarde voor het fundamenteel niveau en dit is voor alle basisscholen in Nederland gelijk.
Het streefniveau is een hoger niveau dan het fundamenteel niveau. Het doel is dat zoveel mogelijk leerlingen eind groep acht het streefniveau bereiken. Op basis van de leerlingpopulatie op school wordt door de inspectie voor elke basisschool in Nederland apart bepaald hoeveel procent van de leerlingen het streefniveau moet halen. Dat percentage is de signaleringswaarde voor het streefniveau van de school.
De tussenresultaten vormen belangrijke momenten om het onderwijs aan te passen aan de leerbehoefte van de leerlingen. De CITO tussenopbrengsten worden gebruikt bij de groepsbesprekingen met de Intern begeleider en zijn onderdeel van de oudergesprekken. Het tweejaarlijkse groepsplan komt tot stand in overleg met de IB'er.
De school werkt planmatig aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs. De vorderingen van de leerlingen worden systematisch gevolgd met behulp van observatiegegevens (dagelijks) en methodegebonden en methodeonafhankelijke (Cito-) toetsen. Ook de sociaal-emotionele ontwikkeling wordt geobserveerd en geregistreerd. De toetsgegevens worden gebruikt voor analyse op leerling-, groeps- en schoolniveau. We kunnen op deze wijze nagaan of het onderwijs voldoet aan zijn doelen en het behaalde niveau toetsen aan het landelijk gemiddelde.
Na een toets worden op basis van de analyse ambitieuze - maar ook realistische - doelen voor de komende periode vastgesteld. Hiernaast zijn de tussentijdse uitkomsten van CITO ook een moment van analyse van de school; de monitoring.
Deze monitoring wordt besproken met de MR en, uiteraard, tijdens de teamvergadering. Hier kunnen we elkaar ook bevragen en kunnen aanpassingen in het lesrooster ontstaan, of een veranderde aanpak. Wij denken in leerlijnen.
Uiteraard zijn het de opbrengsten van de methodetoetsen, die het leerstofaanbod en de didactische aanpak het hele jaar door beïnvloeden (PDCA).
Het logboek (of zorgzuil) vindt zijn plaats in de groepsmap; in de dag-, of weekplanning.
Voor het bepalen van het advies voor het voortgezet onderwijs maakt de school gebruik van de Plaatsingswijzer. De Plaatsingswijzer geeft op basis van de resultaten uit het Cito Leerlingvolgsysteem van groep 6, 7 en 8 een indicatie van het niveau dat een leerling in het voortgezet onderwijs zou kunnen volgen.
Gecombineerd met de gegevens over methodegebonden toetsen, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de werkhouding van de leerling, bepalen de groepsleerkracht, intern begeleider en directeur het advies voor het voortgezet onderwijs. Het advies wordt in februari door de groepsleerkracht met leerling en ouders besproken. Als blijkt dat een leerling op de Eindtoets een hogere score haalt dan verwacht, kan het advies voor het voortgezet onderwijs naar boven bijgesteld worden. Op basis van dit advies kunnen leerling en ouders op zoek naar een school voor voortgezet onderwijs. Om dit zo goed mogelijk te begeleiden wordt er informatie over voorlichtingsbijeenkomsten verspreid en wordt de leerlingen de mogelijkheid geboden om scholen voor voortgezet onderwijs te bezoeken.
De ouders zijn verantwoordelijk voor het inschrijven van hun kind bij een school voor voortgezet onderwijs. De leerkracht van groep 8 zorgt voor een “warme overdracht” naar het voortgezet onderwijs en er wordt een digitaal dossier naar de school voor voortgezet onderwijs gestuurd. Om te monitoren of de adviezen die door school gegeven worden passend zijn bij de ontwikkeling van leerlingen, worden de doorstroomgegevens over de eerste drie jaar van het voortgezet onderwijs bekeken en vindt er regelmatig overleg met de scholen voor voortgezet onderwijs plaats.
De Boarne heeft vanaf 2021-2022 gekozen voor de IEP-eindtoets
Schoolkeuzegids In het najaar ontvangen alle ouders/verzorgers en leerlingen van groep 8 de Schoolkeuzegids. Hierin staat algemene informatie over de eerste jaren van het voortgezet onderwijs. Verder stellen scholen uit de regio zich voor en zijn de data van open dagen en adresgegevens in deze gids opgenomen.De Plaatsingswijzer voor Voortgezet OnderwijsVoor het bepalen van het advies voor het voortgezet onderwijs maakt de school gebruik van de Plaatsingswijzer. De Plaatingswijzer geeft op basis van de resultaten uit het Cito Leerlingvolgsysteem van groep 6, 7 en 8 een indicatie van het niveau dat een leerling in het voortgezet onderwijs zou kunnen volgen. Gecombineerd met de gegevens over methodegebonden toetsen, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de werkhouding van de leerling, bepalen de groepsleerkracht, intern begeleider en directeur het advies voor het voortgezet onderwijs.
Het VOORLOPIGE schooladvies wordt uiterlijk 31 januari door de groepsleerkracht met leerling en ouders besproken. Tijdens dit gesprek ontvangen leerlingen hun voorlopig schooladvies.
Eindtoets wordt doorstroomtoets Vanaf schooljaar 2023-2024 verandert de naam van de toets. De ‘eindtoets’ wordt dan ‘doorstroomtoets’. Met de nieuwe naam wordt duidelijk dat de leerling zich ook na het afnemen van de toets in groep 8 blijft ontwikkelen. Ook in het vervolgonderwijs kan een leerling nog wisselen van onderwijstype en zo de best passende plek vinden.
Leerlingen uit groep 8 maken in februari de doorstroomtoets. De school bepaalt op basis van het voorlopig advies en het resultaat van de doorstroomtoets het definitieve schooladvies. Het advies van de school mag niet lager zijn dan het advies op basis van de resultaten van de doorstroomtoets. Alleen als het in het belang is van de leerling, kan de school besluiten om een lager schooladvies te geven. In dat geval zullen zij zorgen voor een duidelijke onderbouwing. Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart het definitieve schooladvies van de school. Leerlingen melden zich tussen 25 maart en 31 maart aan op een middelbare school. Als blijkt dat een leerling op de eindtoets een hogere score haalt dan verwacht, kan het advies voor het voortgezet onderwijs naar boven bijgesteld worden. Op basis van het voorlopig advies kunnen leerling en ouders op zoek naar een school voor voortgezet onderwijs. Om dit zo goed mogelijk te begeleiden, organiseert de school een informatieavond over het voortgezet onderwijs, wordt er informatie over voorlichtingsbijeenkomsten verspreid en wordt de leerlingen de mogelijkheid geboden om scholen voor voortgezet onderwijs te bezoeken.
De ouders zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor het inschrijven van hun kind bij een school voor voortgezet onderwijs. De leerkracht van groep 8 zorgt voor een “warme overdracht” naar het voortgezet onderwijs en er wordt een digitaal dossier naar de school voor voortgezet onderwijs gestuurd. Om te monitoren of de adviezen die door school gegeven worden passend zijn bij de ontwikkeling van leerlingen, worden de doorstroomgegevens over de eerste drie jaar van het voortgezet onderwijs bekeken en vindt er regelmatig overleg met de scholen voor voortgezet onderwijs plaats.
Tijdpad : Herfst-/winterperiode. In de herfst en winterperiode organiseren de scholen voor voortgezet onderwijs in de regio diverse open dagen, voorlichtingsbijeenkomsten en doe-dagen voor ouders en leerlingen. De school informeert de ouders tijdig hierover.
Januari In januari vindt het adviesgesprek plaats tussen de leerkracht, de leerling en zijn/haar ouders. De mogelijkheden worden dan besproken. Bijna altijd komt het advies van de school overeen met de verwachtingen van de ouders en de leerling zelf; het is immers ook niet de eerste keer dat we met de ouders en kinderen de vorderingen en mogelijkheden bespreken.
Februari Leerlingen maken de doorstroomtoets in de eerste of tweede volle week van februari. Uiterlijk 15 maart ontvangen scholen de uitslag van de doorstroomtoets.
Maart Leerlingen en ouders ontvangen uiterlijk 24 maart van hun school het definitieve schooladvies. Tussen 25 maart en 31 maart melden leerlingen zich, met hun definitieve advies, aan op de school voor voortgezet onderwijs.
In groep 8 krijgt elke leerling van de basisschool een advies voor het voortgezet onderwijs dat past bij het niveau van deze leerling. De leerling stroomt vervolgens door naar het voortgezet onderwijs. In het derde jaar wordt gekeken welk niveau de leerling werkelijk heeft vergeleken met het niveau van het schooladvies. Dit wordt vertaald naar drie categorieën: boven, op en onder advies. Bijvoorbeeld: een leerling met schooladvies vmbo-b die in het derde jaar op het vmbo-k zit, zit boven advies. En een leerling met schooladvies havo/vwo die in het derde jaar op het havo zit, zit op advies. Wanneer deze leerling in het derde schooljaar op het vwo zit, zit hij/zij boven advies.
Wij willen een school zijn, waar kinderen kunnen zijn wie ze zijn en elkaars verschillen respecteren.
Alleen vanuit veiligheid kan een kind leren en ontmoeten, het pedagogisch klimaat is daarop gericht (structuur, duidelijkheid en vertrouwen) en creëert een boeiende leeromgeving waar kinderen op hun eigen manier het beste kunnen leren.
Vol vertrouwen de toekomst tegemoet.
Om de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen te volgen, maken we gebruik van de vragenlijsten van Kindbegrip. In groep 1 tot en met 4 wordt deze vragenlijst door de leerkracht ingevuld, in groep 5 tot en met 8 vullen zowel de leerkracht als de leerling een vragenlijst in. De uitkomsten worden gebruikt om te bekijken waaraan de komende periode op school (extra) aandacht besteed moet worden rondom de sociaal-emotionele ontwikkeling van leerlingen. Dit kan zowel op individueel als op groepsniveau zijn. De uitkomsten worden besproken in het team met de IB' er en eventueel volgt er een plan van aanpak.
Kindgesprekken zijn leidend.
In het schooljaar 2023-2024 stappen we over op het volgsysteem Leerling in Beeld (CITO)
Het integraal veiligheidsbeleid van de school is via de directeur van de school op te vragen. In hoofdstuk 4 van dit document is ook het anti-pestprotocol van de school terug te vinden. Informatie over de Meldcode kindermishandeling en huiselijk geweld is te vinden via https://www.veiligthuisfriesland.nl/ik-ben-professional.
De Inspectie van het Onderwijs onderzoekt minimaal één keer in de vier jaar het bestuur van een school. De inspectie kijkt dan of de kwaliteitszorg, de onderwijskwaliteit en de financiële zaken bij het schoolbestuur op orde zijn. Daarnaast bezoekt de inspectie een aantal scholen die bij het schoolbestuur horen en onderzoekt deze scholen nader. De gegevens van het laatste onderzoek van de inspectie zijn beschikbaar op de website van de onderwijsinspectie.